De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 22 augustus pagina 17

22 augustus 1925 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2515 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 CHARIVARIA De groote plaat van Braakensiek is niet ernstig gemeend. Het is een pers-siflage. De verwoesting van Borculo moge een ramp zijn voor het dorp, voor de kranten is 't geval een politiek fortuintje. Niet zoozeer vanwege de copie, die het oplevert, als vanwege de reclame. Men lette op de vette cijfers die de ingekomen bedragen aangeven. De namen van enkele uitverkoren schenkers worden voluit aangegeven. Het Hbl. heeft iets buitengewoon aangrijpends bedacht: Het rampzalige uur. In een groote ge llustreerde advertentie roept het blad met tranen in de stem de lezers op ,,heden avond 7.40 een oogenblik een gedachte te wijden aan de geteis terde streken, en op dat uur hun bijdrage te zenden." Dat wordt een verschrikkelijk probleem voor menschen met niet-correct loopende horloges. Er waren enkelen bij," schrijft het Volk, die het ongeluk van Borculo meegemaakt hadden." Wij dachten, dat de cycloon 't alleen gedaan had. HET JUISTE WOORD OP DE JUISTE PLAATS Zoo verplaatst men den strijd in plaats van hem openlijk aan te vallen. Ja," wedervoer daarop de heer Dewaelle." (N. R. C.) Hij denkt nog immer aan Amsterdam, dat de eerste stappen zag van zijn roem." (Leven) Ons eeresaluut aan de metropolis voor haar schetpen blik. In een gehouden vergadering van den [senaat van het Delftsch Studenten Corps is besloten dat het stuk trekken [van kleederen Jen [het scheuren van boordsn onder de ruwheden gerekend worden, zoodatldit in den a.Js. groentijd ten strengste ^verbodenjzal zijn." (N. R. C.) Een pijnlijke teleurstelling voor de tegen stemmers, die er een teedere liefkozing in zagen. Achtereenvolgens hebben Hijmans, van Karnebeek, Edwards (Chili), Torriente (Cuba) en Motta (Zwitserland) den voorzittersstoel bekleed." ( Vad.) Zullen ze nu eindelijk zoo verstandig worden er een vakman bij te halen? ,,Inmiddels zal het moeite opleveren in sommige tak ken van dienst geen vergissing te begaan jn het onder scheiden van den juisten rang en'gewicht van^zekere functionarissen." (N. R. C.) Wat het laatste betreft, 3 centen in de sleuf doen wonderen. CORRESPONDENTIE A te H Art. 35 van de kieswet luidt: Dezelfde kieztr mag niet meer dan n lijst onderteekenen" In artikel 37 komt dezelfde driemaal^zoo voor. Is ctat goed? Antw. Neen, ik geloof het niet. 't Zal de of n moeten zijn. Men gebruikt dezelfde als men te kennen wil geven, dat een persoon of zaak n is met, of volkomen gelijk is aan een ge noemden of nog te noemen persoon of zaak, of dat twee of meer personen of zaken onderling volkomen gelijk zijn. Hoe zeg ik dat? Kranig? Als u 't niet verder vertelt, Wil ik wel bekennen dat ik even in het Woordenboek der Nederlandsche Taal gegluurd heb. Wilt U dat in 't vervolg in zulke gevallen zelf doen? Ik ben op taalgebied dilettant, en voor bijzonderheden moet ik mijn wijsheid ook bij de deskundigen halen. Maar ter zake. Wat doet het er toe of dezelfde hier juist gebruikt is? Correct of niet, de meeste wets artikelen zijn toch onleesbaar. Andere correspondenten: de volgende week! f-*? UKENMÊID. V door A i. i D A Z E v E N o o M Hoe snel vliedt hè* lever,", stond vanmorgen op mijn scheurkalender en ik dacht daaraan toen ik las da* meneer van Putten nu al weer bezie; is zijn 25-jarig ambtsjubileum te herdenken. !k be grijp niet wat meneer Charivarius daar altijd op aan te merken heeft. Ik vind dat herdenken" een mooi woord. Een koe die herkauwt, kauwt nog eens, hebben ze me op school geleerd och, wat is dat ook al weer jaren geleden ! en een mensch die herdenkt, denkt nog eens en als je dan 25 jaar gedacht hebt als tramdirecteur, wat is er dan tegen dat je aan het her-denken gaat? En dan? moet u weten dat ik me nog goed her inner dat de eerste tram werd aangelegd. Het was op de Weteringschans. Dat was een heele geschiede nis. Ze groeven een gat in de lengte van het Leidscheplein tot de Plantage, waar ik als jong ding rechtop in kon staan, zoo diep ging het en ze heiden er balken en palen in en daar legden ze de rails op. Ik kwam er eiken morgen langs met mijn moeder, die een groenteaffaire op wielen dreef en we woonden op de Schans, dat bij wat ze toen het Rooie Dorp" noemden en dat nu de gevangenis is. En ik was achttien toen ik bij Mevrouw Zaliger in betrekking kwam en meneer Pierre was een en twintig.... Ja, hoe snel vliedt het leven". We hebben hier van de week een vergadering van het Steuncomitévan de Stormramp gehad. Als ik lees wat ze al in andere steden gedaan heb ben, werd het tijd dat we ook wat deden en een vergadering is altijd iets. Ik heb de heeren thee geschonken. Wij waren allemaal compleet. Het wachten was alleen op meneer Vattier Kraane. We kunnen zonder hem niet beginnen, meen de de Burgemeester, die een heel klein eivlekje op zijn witte vest had, wat ik zag toen ik de thee voor hem neerzette. Maar anders een keurig ge streken vest. Weet hij dat hij in het Comitézit? vroeg meneer Wibaut. Toen werd er gelachen. Waarom weet ik niet. Hij was al lid van het Comitévoor het Comit er was, zei meneer van Aalst. Is het jullie ooit gelukt hem uit een Comit te houden? vroeg meneer Ben Asscher. Er moet toch iemand zijn om het vuile werk te doen, merkte meneer Sam van Eeghen op. En hij doet het reusachtig, zei meneer van Ogtrop. Stil daar heb je hem. Ik mag meneer Vattier Kraane wel. Ik weet het niet zeker maar het is me altijd bijgebleven dat ik eens kermis met hem gehouden heb. Het was net zoo iemand als hij, met wien ik bij Vulsma poffertjes heb gegeten en we hebben samen in den draaimolen gezeten. Toen ik hem uit zijn jas hielp, had ik 't hem haast gevraagd, maar hij keek zoo vriendelijk dat ik 't niet over mijn hart kon ver krijgen. Je weet nooit of zulke hooge heeren van die herinneringen uit hun jeugd prettig vinden. Den heelen middag zijn de heeren bezig geweest met het opstellen van den oproep aan onze stadgenooten. Hoe moeten we beginnen? vroeg de Burge meester. Ik begin mijn redevoeringen altijd met een historisch overzicht. Er is in 911 voor Christus hier een cycloon geweest maar toen bestond de Amstelveste nog niet.... Daar hebben we niets aan, zei meneer van Aalst. Ik ben voor een korten, krachtigen oproep. Iets dat pakt. Als ik wat met de aandeelhouders van een van mijn maatschappijen te verhapstuk ken heb, ben ik altijd zoo kort mogelijk. Wat denk jullie van bijvoorbeeld: Geef. Wij zorgen voor de rest !" Het is toch geen emissie? vroeg meneer Asscher, die altijd vol gijntjes zit. Het moet een tikje poëtisch zijn, meende meneer Sam van Eeghen. D'r is zoo'n mooi vers van ten Kate.... De Storm", heet het. Dat is van den Schoolmeester, zei meneer Wibaut, die al onze dichters kent. Ik heb op mijn kantoor een typiste, die mee werkt aan het Predikbeurtenblad. Zij heeft wat voor me opgeschreven, zei meneer Vattier. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE 1POL ROGER & Cie. Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem Laat hooren, zei meneer van Ogtrop. Is het op rijm? Ze zegt dat het blanke verzen" zijn, zei meneer Vattier, maar ze is zelf erg bruin. Zouden we niet opschieten? vroeg meneer van Aalst. »?? Het is anders net zoo gezellig als de Gemeente raad, zei de Burgemeester. We moeten met iets eigens komen. Iets met den stormklok er in. Wat rijmt er op Storm? vroeg meneer Wibaut. Worm, zei meneer Asscher. De bulderende storm Speelt met d'aardsche worm ! Hoe vinden jullie zoo'n begin? Beroerd, zei meneer van Aalst. Om geld los te krijgen moet je to the point" zijn. Wou juliie mij wat leeren op dat «ebied? Het moet een goed woord zijn, dat wij tot de burgerij spreken, meende meneer Sam. Vroeger schreef Charles Boissevain altijd die dingen voor me en hij deed het mooi. Hij kreeg er zelf tranen van in zijn oogen. Waarom hebben we ook niet een journalist in 't Comitéopgenomen, merkte meneer van Og trop op. Laudey van de Tijd" bijvoorbeeld. Die is niet neutraal, zei de Burgemeester. Of anders Johan Kalff, zei meneer Sam. Die schrijft niet, zei meneer Asscher. Ik moet weg, riep meneer van Aalst. Ik lees het morgenochtend wel. Adio. En weg was hij. En beneden, op de mat, altijd even gul en hartelijk. Hij had de deurknop al in zijn hand toen hij me oplettend aankeek. Alida, zei hij. Zou jij.... Toen begon hij te lachen. Wat bedoelt meneer? vroeg ik onschuldig. Zou jij de heeren niet willen helpen? Anders zitten ze er morgenochtend nog. Zet er wat in van Amsterdam en zijn harteklop en van diepe deernis. Dat pakt altijd. Zeg maar dat ik je ge vraagd heb. Dag ! En hij hupte in zijn auto. Ik ben naar boven gegaan, naar mijn kamertje. en ben gaan zitten schrijven. Het vlotte goed, want ik had nog een staartje port van Zondag bewaard. Toen ik beneden kwam om voor de borrel te zorgen, waren ze nog niet opgeschoten. Ik zal mr. Idenburg, mijn secretaris, vragen, zei de Burgemeester en zij wilden er al op ingaan, toen ik stiekum mijn kladje, tegelijk met de pommerans, Meneer Vattier toeschoof. Hij keek ver rast op. Toen gaf hij mijn papiertje aan den Burge meester, die het in n adem doorlas. Mijne heeren, zei hij plechtig en hij stond op, wij zijn gered, dank /.ij deze feeënhand. Hij wees op mij gelijk in 1241 na Christus, in 't Gebed zonder End.... Maak er een end aan ! riep meneer Asscher. Luister dan, zei de Burgemeester. Het is een meesterstukje van taal en stijl en fantasie. Toen las hij mijn oproep voor en ik zag dat me neer Sam een traan wegpinkte. En zoo is hij in de krant gekomen de oproep, bedoel ik. Alleen de twee slotregels: Geeft Burgerij, geeft allen wat En geeft wat vél, gij rijken !" zijn van meneer Vattier Kraane. Vooral dat wat veel" vonden ze erg mooi. Net Vonde!", zei meneer van Ogtrop.... V. B. te S. Wilt u mij opgeven welke sport hoeden hun naam danken aan den Italiaan Garibaldi? Garibaldi-hoed noemt men de -i vilten punthoed, zooals deze door Garibaldi werd gedragen. De ronde, stijve hoed wordt in den volksmond ten onrechte ook wel Garibaldihoed genoemd. Hotel DUIN EN DAAL CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMER VASTE WASCHTAFELS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl