Historisch Archief 1877-1940
No. 2515
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
CHARIVARIA
De groote plaat van Braakensiek is niet ernstig
gemeend. Het is een pers-siflage.
De verwoesting van Borculo moge een ramp
zijn voor het dorp, voor de kranten is 't geval
een politiek fortuintje. Niet zoozeer vanwege de
copie, die het oplevert, als vanwege de reclame.
Men lette op de vette cijfers die de ingekomen
bedragen aangeven.
De namen van enkele uitverkoren schenkers
worden voluit aangegeven.
Het Hbl. heeft iets buitengewoon aangrijpends
bedacht: Het rampzalige uur. In een groote ge
llustreerde advertentie roept het blad met tranen
in de stem de lezers op ,,heden avond 7.40 een
oogenblik een gedachte te wijden aan de geteis
terde streken, en op dat uur hun bijdrage te
zenden." Dat wordt een verschrikkelijk probleem
voor menschen met niet-correct loopende horloges.
Er waren enkelen bij," schrijft het Volk, die
het ongeluk van Borculo meegemaakt hadden."
Wij dachten, dat de cycloon 't alleen gedaan had.
HET JUISTE WOORD OP DE JUISTE PLAATS
Zoo verplaatst men den strijd in plaats van hem
openlijk aan te vallen. Ja," wedervoer daarop de heer
Dewaelle." (N. R. C.)
Hij denkt nog immer aan Amsterdam, dat de eerste
stappen zag van zijn roem." (Leven)
Ons eeresaluut aan de metropolis voor haar
schetpen blik.
In een gehouden vergadering van den [senaat van
het Delftsch Studenten Corps is besloten dat het stuk
trekken [van kleederen Jen [het scheuren van boordsn
onder de ruwheden gerekend worden, zoodatldit in den
a.Js. groentijd ten strengste ^verbodenjzal zijn."
(N. R. C.)
Een pijnlijke teleurstelling voor de tegen
stemmers, die er een teedere liefkozing in zagen.
Achtereenvolgens hebben Hijmans, van Karnebeek,
Edwards (Chili), Torriente (Cuba) en Motta (Zwitserland)
den voorzittersstoel bekleed." ( Vad.)
Zullen ze nu eindelijk zoo verstandig worden
er een vakman bij te halen?
,,Inmiddels zal het moeite opleveren in sommige tak
ken van dienst geen vergissing te begaan jn het onder
scheiden van den juisten rang en'gewicht van^zekere
functionarissen." (N. R. C.)
Wat het laatste betreft, 3 centen in de sleuf
doen wonderen.
CORRESPONDENTIE
A te H Art. 35 van de kieswet luidt: Dezelfde
kieztr mag niet meer dan n lijst onderteekenen" In
artikel 37 komt dezelfde driemaal^zoo voor. Is ctat goed?
Antw. Neen, ik geloof het niet. 't Zal de of
n moeten zijn. Men gebruikt dezelfde als men
te kennen wil geven, dat een persoon of zaak
n is met, of volkomen gelijk is aan een ge
noemden of nog te noemen persoon of zaak, of
dat twee of meer personen of zaken onderling
volkomen gelijk zijn. Hoe zeg ik dat? Kranig?
Als u 't niet verder vertelt, Wil ik wel bekennen
dat ik even in het Woordenboek der Nederlandsche
Taal gegluurd heb. Wilt U dat in 't vervolg in
zulke gevallen zelf doen? Ik ben op taalgebied
dilettant, en voor bijzonderheden moet ik mijn
wijsheid ook bij de deskundigen halen. Maar ter
zake. Wat doet het er toe of dezelfde hier juist
gebruikt is? Correct of niet, de meeste wets
artikelen zijn toch onleesbaar.
Andere correspondenten: de volgende week!
f-*?
UKENMÊID.
V
door A i. i D A Z E v E N o o M
Hoe snel vliedt hè* lever,", stond vanmorgen
op mijn scheurkalender en ik dacht daaraan toen
ik las da* meneer van Putten nu al weer bezie; is
zijn 25-jarig ambtsjubileum te herdenken. !k be
grijp niet wat meneer Charivarius daar altijd op
aan te merken heeft. Ik vind dat herdenken"
een mooi woord. Een koe die herkauwt, kauwt
nog eens, hebben ze me op school geleerd och,
wat is dat ook al weer jaren geleden ! en een
mensch die herdenkt, denkt nog eens en als je
dan 25 jaar gedacht hebt als tramdirecteur, wat
is er dan tegen dat je aan het her-denken gaat?
En dan? moet u weten dat ik me nog goed her
inner dat de eerste tram werd aangelegd. Het was
op de Weteringschans. Dat was een heele geschiede
nis. Ze groeven een gat in de lengte van het
Leidscheplein tot de Plantage, waar ik als jong ding
rechtop in kon staan, zoo diep ging het en ze
heiden er balken en palen in en daar legden ze de
rails op. Ik kwam er eiken morgen langs met mijn
moeder, die een groenteaffaire op wielen dreef en
we woonden op de Schans, dat bij wat ze toen het
Rooie Dorp" noemden en dat nu de gevangenis
is. En ik was achttien toen ik bij Mevrouw Zaliger
in betrekking kwam en meneer Pierre was een en
twintig.... Ja, hoe snel vliedt het leven".
We hebben hier van de week een vergadering
van het Steuncomitévan de Stormramp gehad.
Als ik lees wat ze al in andere steden gedaan heb
ben, werd het tijd dat we ook wat deden en een
vergadering is altijd iets. Ik heb de heeren thee
geschonken. Wij waren allemaal compleet. Het
wachten was alleen op meneer Vattier Kraane.
We kunnen zonder hem niet beginnen, meen
de de Burgemeester, die een heel klein eivlekje
op zijn witte vest had, wat ik zag toen ik de thee
voor hem neerzette. Maar anders een keurig ge
streken vest.
Weet hij dat hij in het Comitézit? vroeg
meneer Wibaut.
Toen werd er gelachen. Waarom weet ik niet.
Hij was al lid van het Comitévoor het Comit
er was, zei meneer van Aalst.
Is het jullie ooit gelukt hem uit een Comit
te houden? vroeg meneer Ben Asscher.
Er moet toch iemand zijn om het vuile
werk te doen, merkte meneer Sam van Eeghen op.
En hij doet het reusachtig, zei meneer van
Ogtrop. Stil daar heb je hem.
Ik mag meneer Vattier Kraane wel. Ik weet het
niet zeker maar het is me altijd bijgebleven dat
ik eens kermis met hem gehouden heb. Het was
net zoo iemand als hij, met wien ik bij Vulsma
poffertjes heb gegeten en we hebben samen in den
draaimolen gezeten. Toen ik hem uit zijn jas hielp,
had ik 't hem haast gevraagd, maar hij keek zoo
vriendelijk dat ik 't niet over mijn hart kon ver
krijgen. Je weet nooit of zulke hooge heeren van
die herinneringen uit hun jeugd prettig vinden.
Den heelen middag zijn de heeren bezig geweest
met het opstellen van den oproep aan onze
stadgenooten.
Hoe moeten we beginnen? vroeg de Burge
meester. Ik begin mijn redevoeringen altijd met
een historisch overzicht. Er is in 911 voor Christus
hier een cycloon geweest maar toen bestond de
Amstelveste nog niet....
Daar hebben we niets aan, zei meneer van
Aalst. Ik ben voor een korten, krachtigen oproep.
Iets dat pakt. Als ik wat met de aandeelhouders
van een van mijn maatschappijen te verhapstuk
ken heb, ben ik altijd zoo kort mogelijk. Wat denk
jullie van bijvoorbeeld: Geef. Wij zorgen voor de
rest !"
Het is toch geen emissie? vroeg meneer
Asscher, die altijd vol gijntjes zit.
Het moet een tikje poëtisch zijn, meende
meneer Sam van Eeghen. D'r is zoo'n mooi vers
van ten Kate.... De Storm", heet het.
Dat is van den Schoolmeester, zei meneer
Wibaut, die al onze dichters kent.
Ik heb op mijn kantoor een typiste, die mee
werkt aan het Predikbeurtenblad. Zij heeft wat
voor me opgeschreven, zei meneer Vattier.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
1POL ROGER & Cie.
Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem
Laat hooren, zei meneer van Ogtrop. Is het
op rijm?
Ze zegt dat het blanke verzen" zijn, zei
meneer Vattier, maar ze is zelf erg bruin.
Zouden we niet opschieten? vroeg meneer
van Aalst. »??
Het is anders net zoo gezellig als de Gemeente
raad, zei de Burgemeester.
We moeten met iets eigens komen. Iets met
den stormklok er in. Wat rijmt er op Storm? vroeg
meneer Wibaut.
Worm, zei meneer Asscher.
De bulderende storm
Speelt met d'aardsche worm !
Hoe vinden jullie zoo'n begin?
Beroerd, zei meneer van Aalst. Om geld los
te krijgen moet je to the point" zijn. Wou juliie
mij wat leeren op dat «ebied?
Het moet een goed woord zijn, dat wij tot de
burgerij spreken, meende meneer Sam. Vroeger
schreef Charles Boissevain altijd die dingen voor
me en hij deed het mooi. Hij kreeg er zelf tranen
van in zijn oogen.
Waarom hebben we ook niet een journalist
in 't Comitéopgenomen, merkte meneer van Og
trop op. Laudey van de Tijd" bijvoorbeeld.
Die is niet neutraal, zei de Burgemeester.
Of anders Johan Kalff, zei meneer Sam.
Die schrijft niet, zei meneer Asscher.
Ik moet weg, riep meneer van Aalst. Ik lees
het morgenochtend wel. Adio.
En weg was hij. En beneden, op de mat, altijd
even gul en hartelijk. Hij had de deurknop al in
zijn hand toen hij me oplettend aankeek.
Alida, zei hij. Zou jij....
Toen begon hij te lachen.
Wat bedoelt meneer? vroeg ik onschuldig.
Zou jij de heeren niet willen helpen? Anders
zitten ze er morgenochtend nog. Zet er wat in
van Amsterdam en zijn harteklop en van diepe
deernis. Dat pakt altijd. Zeg maar dat ik je ge
vraagd heb. Dag !
En hij hupte in zijn auto.
Ik ben naar boven gegaan, naar mijn kamertje.
en ben gaan zitten schrijven. Het vlotte goed, want
ik had nog een staartje port van Zondag bewaard.
Toen ik beneden kwam om voor de borrel te zorgen,
waren ze nog niet opgeschoten.
Ik zal mr. Idenburg, mijn secretaris, vragen,
zei de Burgemeester en zij wilden er al op ingaan,
toen ik stiekum mijn kladje, tegelijk met de
pommerans, Meneer Vattier toeschoof. Hij keek ver
rast op. Toen gaf hij mijn papiertje aan den Burge
meester, die het in n adem doorlas.
Mijne heeren, zei hij plechtig en hij stond op,
wij zijn gered, dank /.ij deze feeënhand.
Hij wees op mij gelijk in 1241 na Christus,
in 't Gebed zonder End....
Maak er een end aan ! riep meneer Asscher.
Luister dan, zei de Burgemeester. Het is
een meesterstukje van taal en stijl en fantasie.
Toen las hij mijn oproep voor en ik zag dat me
neer Sam een traan wegpinkte.
En zoo is hij in de krant gekomen de oproep,
bedoel ik. Alleen de twee slotregels:
Geeft Burgerij, geeft allen wat
En geeft wat vél, gij rijken !"
zijn van meneer Vattier Kraane. Vooral dat wat
veel" vonden ze erg mooi.
Net Vonde!", zei meneer van Ogtrop....
V. B. te S. Wilt u mij opgeven welke sport
hoeden hun naam danken aan den Italiaan
Garibaldi?
Garibaldi-hoed noemt men de -i vilten
punthoed, zooals deze door Garibaldi werd gedragen.
De ronde, stijve hoed wordt in den volksmond
ten onrechte ook wel Garibaldihoed genoemd.
Hotel DUIN EN DAAL
CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMER
VASTE WASCHTAFELS