De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 22 augustus pagina 3

22 augustus 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 251J DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE SPANJAARDEN EN DE FRANSCHEN IN MAROKKO Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek DE FRANSCHE EN DE SPAANSCHE GENERAALS WERDEN WEDERZIJDS MET MILITAIRE EERBEWIJZEN BEGROET. WONING-MISÈRE door Mr. O. H. A R N H A R D T Jr. Door den Amsterdamschen Wethouder Wibaut en den directeur van den Amsterdamschen Woningdienst Keppler is een boekje geschreven, dat verdient gelezen te worden door ieder die iets voelt voor, of liever tegen, woningellende. *) Het verschijnt in een goeden tijd. Immers juist heeft een in ons land gelukkig zeldzame gast, een cycloon of iets dergelijks, op verschillende plaatsen groote verwoestingen aangericht. Zoo zijn bijv. vele woningen dusdanig gehavend, dat ze geen voldoende beschutting meer ople veren tegen de invloeden van het klimaat, of wel een deel er van is vernield, zoodat het aantal vertrekken onvoldoende is om een gezin behoor lijk te huisvesten. Bovendien zijn tal van menschen bijna geheel van hun hebben en houden beroofd en hun rest voortaan niets dan hun arbeidskracht, als ze die tenminste bezitten. Nu zou men in Nederland kunnen zeggen: c'est la vie", ze moeten nu maar zien hoe ze den wagen weer in het spoor en op gang brengen. Maar zoo redeneert men gelukkig niet. Integendeel, men vormt vlug en overvloedig steuncomité's, en het geld spuit uit de particuliere beurzen in de gretige offerschalen der inzamelaars. Allerlei autoriteiten snellen naar de plaats des onheus en brengen hulp en steun. Thans naar Amsterdam terug. Er zijn daar vele woningen, die niet veel beter bewoonbaar zijn dan wanneer een ramp ze had getroffen. Alsof de tand des tijds en gemis aan behoorlijk onderhoud ook niet tot rampzalige gevolgen leiden ! Er zijn daar ook vele huizen, die veel te klein zijn voor het aantal personen, dat er in opgepropt is. Maar die menschen derven het geld om op meer betamelijke wijze te wonen. Want in onze samenleving leven bijv. de groote gezinnen, die de meeste ruimte behoeven, veelal in de bekrompenste woningen. Kinderzegen beduidt in onze onsociale samenleving maar al te vaak kindermisère. Er zijn groote gezinnen, die in n kamer, al dan niet met 'n keukentje, huizen, gezinnen die, als er zon is, altijd gloeihitte hebben als ze 1) Ir. A. Keppler en F. M. Wibaut: De Gemeente en de Volkshuisvesting, N. V. Ontwikkeling Amsterdam, (zonder datum) ?2.50. aan den zonkant wonen; anderen die, als ze aan den schaduwkant wonen, nooit n zonnestraaltje in hun woonhok krijgen. Weer anderen hokken samen in een slaap-woonvertrek: volwassenen en kinderen, manspersonen en vrouwen. En men doet daar allerlei levensverrichtingen die, nu ja, meer in afgescheidenheid behooren te worden gedaan. Zelfs heb ik ergens gelezen van een gezin, waar de tafel 's avonds tegen 't plafond]werd geheschen om den grond vrij te maken 'voor ligging der talrijke huisgenooten. Ik zwijg nu maar van de te weinige en te rijke lijk stinkende privaten, te smalle en te vergane trappen, het aanwezig zijn van water op plaatsen waar het niet behoort, terwijl het ontbreekt op plaatsen waar het onontbeerlijk is. Daarover zwijg ik nu maar, want dat zijn geen rampen.... Nu zou men denken, dat de bewoners, die wel niet veel anders hebben dan hun arbeidskracht, van alle zijden steun genieten. Dat allerlei auto riteiten toesnellen als naar het cycloongebied en hulp en troost brengen. Dat de gretige offerschalen overloopen van giften en gaven. Niets van dat alles. De hulp is mondjesmaat en onvoldoende. Permanente misère is geen ramp. Stelselmatige verdierlijking is niet afstootelijk, eenvoudig, omdat je er in een boogje omheen loopt. In de krant staat 't niet, in de tram hoor je er niet van, en er is nog nooit een Excellentie naar toe geweest. Zelfs kan je er met geen toer-auto-de-luxe naar toe. Indien een act of God" U treft, dan parelt de traan en dan rinkelt de geldbeurs, maar zit je doorloopend in de goorste misère zonder nochtans armlastig te zijn, dan knijpt men z'n neus dicht en zegt: ajakkes. Als er een door de tram wordt overreden, dan komt zijn naam in de krant, maar wie maalt om den onbekenden teringlijder? Alleen't massale en plotselinge trekt de aandacht. Wij zouden bijna het boekje van Keppler en Wibaut uit het oog verliezen. Wie hoopt dat het griezelige foto's bevat en verhalen met een kelder luchtje, die zal teleurgesteld worden. Geneesheeren gebruiken nopit dramatische woorden. Het dra matische uit zich alleen in het constateercn van het technische beeld. Maar constateeren is in deze zaken gelijk aan pleiten. Waar gesproken wordt van het verbeteren van woningen en het opruimen van krotten", daar bevat het woord krot" een felle critiek op onze samenleving. Dit boekje is niet sappig, het is zakelijk.^Het praat vooral ever de Wo ningwet en bewonings-verordeningen. Maar daar achter rijzen voor den aandachtigen lezer beeltjen op van groote-stadsmisère. Het is mogelijk, dat niet ieder het met de schrijvers eens is, of dat men zijn tegenzin put uit de uitge sproken politieke kleur van de auteurs. Het algemeene uitgangs punt is dit, dat een goede woning van grooten weldadigen invloed is op alle leden van het gezin, en slechte woningtoestanden de opheffing der menschen ten zeerste tegengaan. Er wordt derhalve krach tig gepleit voor verbetering der Volkhuisvesting (én wat den woningvoorraad, n Wat het wonmgpeil aan gaat). Desnoods moet de ge meenschap volgens K- en W. bereid zijn, gevoelige offers te brengen voor het goede doel, gevoeliger dan de regeering in den allerlaatsten tijd brengt. Hier komen we Weer terug op het cycloonterrein, waarvoor met blij moedigheid wordt geofferd, en niet onder dwang van den rijksontvanger. Voor de verbetering der Volks huisvesting kan slechts door belastingbetaling wor den geofferd. Indien ons aanslagbiljet vertellen kon wat al goeds Dagbladbericht bevorderd, wat al kwaads bestreden wordt uit de vaak morrend opgebrachte penningen, dan zouden velen met minder tegenzin de Wandeling naar den ontvanger maken. Hier zouden overheidsfilms de verantwoording kunnen geven. Zoo zou ook het genoemde boekje een bijdrage kunnen leveren tot het aankweeken van blij moedigheid bij de contribuabelen. Zoo min als het pijnlijk is, bij te dragen tot leniging van den nood daar waar een noodtoestand plotseling ontstaan is, even weinig onaangenaam is het te helpen daar, waar noodtoestanden permanent zijn. De humane emotie doet grif in de beurs tasten; op den duur zal sociaal gevoel hetzelfde, meer constant, bewerken.Op n gebied zullen socialisten en andersdenkenden n van zin kunnen zijn: helpen overal waar misère is, hetzij acuut, hetzij chronisch, hetzij in een cycloongebied, hetzij in een achterbuurt. Laten wij het zoo zeggen: Laat de Overheid niet wachten met het grondig bestrijden van de woningmisère tot er eindelijk eens een cycloon komt, die.... redding brengt. IT HET LEvW ONZER VOOROUDERS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl