Historisch Archief 1877-1940
No. 2516
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
men kan hun moeilijk daarvan een verwijt maken"
(p. 356).
Bij zijn vertrek uit Yokohama bleef de be
sneeuwde top van de Fujiyama onzichtbaar,
volgens het Japansche volksgeloof een
voorteeken-, dat ik Dai Nippon.nimmer zal terugzien"
{p. 358);- duizend herinneringen verrijzen voor
mijn .geestesoog; herinneringen van lief en leed
werkelijk doorleefd in dit voor mij onvergetelijke
land" (363).
Het dikke boek van 'ten Kate bevat dus voor
den aandachtigen lezer velerlei interessante
bizonderheden, is leerrijk voor allen, heeft ook op
vele plaatsen groote literarische waarde, o.a. bij
de beschrijving der landschappen in Colorado
(p. 19), van het grijze bergland vol kloven en
ravijnen langs de Orinoco (p. 78) en van een zons
ondergang in Zuid-Arizona (p. 89). *
Het akelig woeste tafereel van den religieusen
slangendans der Moqui-Indianen, een middel om
regen af te smeeken (p. 7) wordt er, evenals het
?weerzinwekkende tooneel van den dans der
No-'wekwe of priesters der Medicijn-orde der
Roodhuiden, waarbij vuilnis wordt verteerd en
urine gedronken (p. 144), keurig geschetst, terwijl
ook het Bon-Matsuri (Doodenfeest) der Japanners,
hun jujitsu overwinnen door toegeven" (p.325)
door hem duidelijk worden beschreven. Niet
zonder veel tact, geduld en overleg slaagde hij er
in anthropologische opnemingen te doen bij de
Indianen, waarbij de hulp door hem als medicus
verleend, goed te stade kwam. Met het oog van
?den artist waardeert hij de vrouwelijke schoonheid,
zoowel van de Indiaansche meisjes (p. 119), als
?die met oogen vol uitdrukking en lenige gestal
ten" der vrouwen op Soemba (p. 151). De ge.
Jaatsbouvf, lichaamsvorming, houding en gang der
koste en ten spijt van alles, berust op een
waandenkbeeld" (p. 146). Deze bewering gaat te ver,
want ondanks de groote nadeelen en onmiskenbare
schaduwzijden aan de beschaving in haarhuidigen
vorm verbonden, die meer leidt tot uitbuiting dan
opvoeding der gekleurde rassen, is elke verdere
evolutie van die rassen wel degelijk het streven
der besten waard.
Weten alleen is niet voldoende," schrijft
ten Kate terecht op p. 90, de onderzoeker moet
tevens iets hebben van den dichterlijken droomer,
den profetischen ziener," en dan had hij kunnen
voelen zou ik er willen bijvoegen dat uit al
dat booze eenmaal het goede zal voortspruiten
en een betere samenleving voor het geheele
menschdom geboren worden.
DE NIEUWE GIDS VEERTIG JAAR
door Prof. Dr. J. PRINSEN J. L z.
Het is plicht, dat de Amsterdammer zijn warme,
oprechte hulde brengt aan De Nieuwe Gids,
waar deze thans zijn veertigsten verjaardag .viert.
De Amsterdammer toch is met De Spectator het
terrein geweest, waar latere mannen van 80",
om en na 80 het eerst hun hart konden uitstorten
en hunne nieuwe aangrijpende boodschap konden
prediken. Hier heeft de Nieuwe Gids in de wieg
gelegen. Kloos vertelt wel, hoe De Koo, na eenige
stukken van hem geplaatst te hebben, hern bij
zich riep en hoe groot was mijn inwendige ver
bazing, toen ik voor mijn machtigen hoofdman
verschenen,een vreemden, spottenden glimlachom
zijn mond zag spelen, en ik mij hoorde toevoegen,
GTDD1NG1
?UYNENBURG MUYSl
1SCHILDEPSI
in het Fransch, niemand had er naar om gekeken;
ze zouden als slappe navolgers van groote mo
dellen in de geschiedenis zijn geregistreerd.
Mannen als Vosmaer en ook Huet wel we
gaan dit steeds meer voelen ontleenen hun
betrekkelijk groote beteekenis toch maar vooral
aan de kleinheid en beperktheid van den kring
waarin ze werkten. Dat is vrij spoedig met het ver
schijnen van De Nieuwe Gids veranderd; dit be
werkt te hebben is datgene waarvoor we dit tijd
schrift steeds zullen moeten huldigen, ook nog
bij het eventueele feest van zijn honderdsten ver
jaardag.
Veel van de poëzie van K loos, Gorter, Van Eeden,
Verwey kan naast het allerbeste genoemd worden
van wat in het laatste kwart der negentiende eeuw
in West-Europa verscheen. Van Deyssel's Liefde
is een typisch Hollandsche naturalistische roman,
die in essentieele waarde niet achter staat bij het
werk van Zola, Flaubert, Lemonnier. De inspi
ratie kwam van buiten, maar toch heeft al dit
Werk hevige oorspronkelijkheid en frischheid. De
kritiek, de lyrische van Van Deyssel, de meer
rustig betoogende en argumenteerende van Kloos,
werd een zuiverende, geeselende macht in den
itterairen staat.
Spoedig is de verbrokkeling der krachten in
De Nieuwe Gids gekomen. Het Tweemaandelijkse!)
tijdschrift, De 20ste eeuw, De Beweging versche
nen, De Gids richtte zich volkomen op uit zijn
NUWARA ELIYA, CEYLON. (TEN KATE, OVER LAND EN ZEE)
Singaleesche vrouwen op Ceylon, kunnen de ver
gelijking met de schoonste vrouwen van andere
mooie rassen doorstaan" (p. 312), terwijl ook onder
?de half-castes of Eurasians aldaar zeer mooie
typen door hem Werden ontmoet. Aan hern, die
het ongeschreven hoofdstuk der Indiaansche
vrouw, als jong meisje, als gade, als moeder
en als kampioen voor de vrijheid en rechten van
haar ras, naar waarheid zal weten te schrijven,"
brengt ten Kate bij voorbaat zijn hulde (p. 120).
En indien er iets is, dat mij vooral doet gelooven
aan de psychische verwantschap of eenheid van
.het menschelijk geslacht, dan is het 't ewig
Weïbliche", dat ik in zijn tallooze uitingen in alle
door mij bezochte hemelstreken hetzelfde vond."
<p. 153).
Als een roode draad loopt door het geheele boek
elk gemis aan rassenhoogmoed, die nog zoovelen,
meestal door gemis aan kennis der menschen van
andere huidskleur, maar ook wel uit eigenbelang,
bevangen houdt. Hij toont n warm hart voor
die zoo vaak verdrukte, beroofde en uitgemoorde
volken en wil, gedreven door een nobele liefde
voor de gansche menschheid, bijdragen tot de
verzoening dier steeds gevaarlijker wordende
rassen-tegenstellingen.
Het nut der V/estersche beschaving, met haar
meer technisch en intellectueel dan moreel karak
ter, waarop velen zoo prat gaan, schat hij blijkbaar
;gering. Vooral de beschaafde blanken" der
tropen zijn hem onsympathiek, niet het minst
door de gruwelen door hen tegenover die weerlooze
inboorlingen bedreven (p. 199), en ook hij stelt
zich de zoo moeilijk op te lossen vraag: Zijn al
?deze menschen, trots hun armoede in hun een
zaamheid met hunne geringe behoeften, werkelijk
zoo ongelukkig als Wij, verwende wezens, meenen"?
,,Het willen beschaven van gekleurde rass;n, ten
met fijn sarkastische kalmte, dat het zóó niet
langer ging". Maar och, hoe menige vader heeft
tot zijn vooruitstrevend kroost gezegd, dat het
zóó niet langer ging. En het is toch gegaan. Met
De Nieuwe Gids is het zelfs voortreffelijk gegaan.
Kloos schijnt wel gelijk te hebben, waar hij be
scheidenlijk opmerkte bij de viering van het
25jarig jubileum: dat de oprichting van De Nieuwe
Gids geen toevallige bevlieging van eerzuchtig
vooruitwillende jongelieden, maar wel degelijk
een historische noodzaak is geweest, waarbij
den stichters geen andere lof toekomt, als de uit
voerders te hebben mogen wezen van een diepere
wet der dingen, die logisch leidde tot de opkomst
en den bloei en 't door-alles-heen-in-stand-blijven
van dit twintigste-eeuwsche periodiek". Ver
scheidene tijdschriften van verschillende groepen
zijn sedert verschenen, zonder dat iemand er
achteraf een zoo groote allesbeheerschende
gebeurtenis in zag, een zoo van zelf sprekende
noodzakelijkheid.
Toch is De Nieuwe Gids eigenlijk in de eerste
jaren maar eigenlijk heel echt en fel de Nieuwe
gids geweest. Daarna komt de splitsing; daarna
herleeft de oude Gids en de nieuwe wordt steeds
meer de drager van een waardige traditie, die
door Kloos nog steeds dapper gekoesterd en hoog
gehouden wordt.
In de eerste negen jaren was het feit beslist,
de overwinning bevochten, had het tijdschrift een
nieuwe levende poëzie gebracht, geïnspireerd op
Keats en Shelley, aansluiting gevonden bij het
Fransche en Belgische naturalisme, Holland op
geheven uit zijn,isolement, zijn eenzaam, verloren
hoekje in den Europeeschen litterairen tuin.
Als Beets en verreweg de meeste zijner
tijdgenooten hun verzen in een der machtige
Europeesche talen hadden geschreven, in het Engelsch,
verlamming. Dit alles was echter het doorwerken
der beginselen van De Nieuwe Gids, geschiedde
voor een deel door krachten, die uit hem voort
kwamen. De Ebcnbürtigkeit met West-Europa
was voor Holland bereikt, wat nog niet immer
onaantastbare hoogheid zeggen wil.
En waarom zouden we het niet erkennen: De
Nieuwe Gids werd een tijdschrift als die anderen.
Zoo was het vooral toen het zijn zilveren feest
vierde. Doch sedert zijn de omstreeks 1000 jong
uitgeschoten looten verdroogd; De Gids zelf lijkt
me meer academisch, meer deftig geworden, wat
nog geen beschuldiging behoeft in te houden;
ook in dien toon kan het goede en zuivere tot zijn
recht komen.
En de Nieuwe Gids heeft zich onder dit alles,
nog altijd onder leiding van Kloos, om wien zich
nog steeds eenige helden van de oude garde scharen,
in volle levenskracht gehandhaafd, toch altijd
meer dan De Gids het tijdschrift van de zuiver
litteraire kunst, waar zich telkens nieuwe jonge
krachten openbaren.
Daarom verdient het thans den gelukwensch
van De Amsterdammer, die, als zoovelen, geleerd
heeft, dat het zóó wel langer ging en er zich
hartelijk in verheugt.
BOOTMOTOREN MOTORBOOTEN
Bingham & Lugt - Slepersvest l - Rotterdam