Historisch Archief 1877-1940
No. 2516
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAERELS
Meublleering-Mlj.
AMSTERDAM
OOMPLCTE
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokln 128 - Tel. 44541
NAAR MAAT
Fr. SINEMUS
20 Laldschastraat 22 - Amstardam
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 3.?per kwartaal
of f 10.?per jaar bij v ooi uitbetaling.
VAN SCHAICK's
MEUBBLTRANSPORT-MY
BERGPLAATSEN VAN INBOEDELS
BINNEN- EN BUITENLANDSCHE
TRANSPORTEN
OVERBRENGEN
vfcn MEUBILAIR ook per AUTO-TAPISSIÈRE
BOOTHSTRAAT, UTRECHT. TEL. 163
P E E K & CLOPPEN B u RG
IN DEN ACHTERHOEK
door Dr. JAC. P . T H ij s s E
We waren gelogeerd in Varsseveld in een klein
hotelletje vlak bij het station. Dat lijkt nu niet
erg rustig, maar zoo'n Achterhoeksch lokaal
spoortje heeft slechts heel weinig uit te staan met
het wereldverkeer. De weinige treintjes die op een
dag kwamen en gingen,waren juist geschikt voor
tijdaanwijzers en het geraas dat zij maakten,
was als niets, vergeleken bij het geratel van
de populieren. Een dikke dertig jaar geleden heeft
de onvergetelijk mooie boschrijke streek langs de
Duitsche grens, de wouden van Heurne, Lintelo,
Miste en het Woold. Eigenlijk geen wouden, maar
een woudlandschap, betrekkelijk kleine bosschen,
maar van allerlei hout en allerlei gesteldheid en
daartusschen akkers en weiden en hooilanden en
dan weer stukjes broekland met kleine veentjes,
een enkele plas, beekjes en geulen, die vroeger
beekjes geweest zijn, kortom, een landschap, zoo
als de beminnaar van plantenendieren en schilder
achtigheid het zich niet beter kan wenschen. Dat
begon al vlak bij ons eigen station. Je wipt de
spoorlijn over en langs een aardig bramenpad
kom je dan in een van die kleine bosschen, en
dennenbosch, doorsprenkeld met loofhout. De
grond is er tamelijk vochtig en op velerlei wijs
begroeid. Sommige plekken liggen gewoon dicht
onder het slaapmos, elders hebben de lichtgroene
kussens van het Witmos (Leucobryum) de over
hand, maar ook is het er soms groen en grazig van
allerlei aardige zeggen en biezen en dan staan daar
eventjes alle drie de soorten van onze
Nederlanchsche boschbessen: de blauwbes, welbekend, de
ding (en misschien is het waar ook) dat deze plan
ten uit Duitschland al dieper en dieper in onzen
Achterhoek zijn doorgedrongen langs den
Romeinschen dijk.
Die Romeinsche dijk is de zeer oude weg van
Aalten naar Zelhem over de hoogte van Hal en
hij leidde langs den zuidrand van een reeks van uit
gestrekte hooge venen, die vroeger het verkeer in
den Achterhoek geweldig belemmerden. Zwarte
veen, Harreveld, Vilders veen, Wolfers veen. Deze
zijn nu voor het meerendeel ontgonnen, alleen het
Zwarte veen heeft nog iets van zijn vroeger aan
zien behouden. Wij wandelden er graag heen uit
Varsseveld; eerst naar de Scheepersbrug en dan
langs de genormaliseerde lijnrechte Slingerbeek
naar Entinkbrug. Dit is dezelfde Slingerbeek, die
haarnaam eer aandoet in de bosschen van
Stetnerdink, Buskers en Bekendelle bij Winterswijk en
waar de groote gele kwikstaart aan huist.
Van Entinkbrug komen we in een kwartiertje
aan het Zwarte veen en juist op een heel mooi punt:
een rij lage heuveltjes met hei begroeid. Heel mooi
is hier te zien hoe dit zwarte veen evenals het
Een veelbelovend plasje
men het een poosje nog al druk gehad over het
voordeel van het aanplanten van populieren en
men is toen allerwegen begonnen met het zetten
van Canada's, vooral in Brabant en Gelderland.
Langs wegen, rivieren en beken, als singels rondom
weidenen hooilanden, als geregelde boschaanplant,
overal kan men ze vinden in de breede dalen, ter
wijl de hoogere ruggen nog overgelaten worden aan
eiken beuken naaldhout. Het moet erkend worden,
dat die Canada's in het landschap geen slecht fi
guur maken. Langs sommige rechte wegen maken
ze een Waarlijk monumentalen indruk. Hun bloei
in het voorjaar, als de nog onbebladerde twijgen
vol hangen met dikke purpurrpode katjes, behoort
tot de mooiste massale verschijnselen van de lente
en al even indrukwekkend is het vlammend geel
van hun herfstloof. Achter ons hotel stonden een
paar rijen van die Canada's en ze klaterden bij ieder
windje, dus zoowat onophoudelijk, 't Was heel
prettig om daarnaar te luisteren en het herinnerde
wel aan het geruisch van de beekjes in het
bergland. i
Om nog eens op dat spoortje terug te komen,
.daar hadden we veel gerief van. Het is. om zoo te
zeggen een strategisch lijntje voor den natuur
vriend, want het brengt je in enkele minuten naar
geschikte uitgangspunten voor dooltochten door
AAN HET ZWARTE VEEN BIJ VARSSEVELD
bosbes, die ook wel roode boschb'es of
preisselbeer genoemd wordt en dan de Rijsbes of
Veenboschbes, de Vaccinium uliginosum, die langzamer
hand uit Nederland wordt wég-ontgonnen, maar
in den achtersten Achterhoek gelukkig nog op
menige plaats te vinden is. Hij heeft mooie witte
hangende klokjesbloemen, de bessen worden zwart,
de ovale bladeren zijn heel mooi blauwgroen. Op
gunstige plaatsen wordt dit heestertje wel tot een
meter hoog en zoo vonden We ze dan ook in deze
bosschen bij Varsseveld en overal verder oost
waarts tot bij Winterswijk,waar de Rijsbes opzijn
schoonst voorkomt in het Korenburgerveen.
Een andere bijzonderheid van deze streek is
het groeien, volmaakt in het wild, van het
Vingerhoedskruid, Digitalis purpurea. De bosschen
staan er vol mee en zelfs langs de wegen zien we
soms een bloeiaar omhoog steken met de donker
paarse bloemen, of nu in den nazomer met dichte
rijen van zaaddoozen, met ontelbare zaden gevuld.
De planten zien er anders uit, dan die we in onze
tuinen telen, ze zijn korter en stoerder, sterker
vertakt en hun loof is grijsgroen, het zijn echte
wilde planten, eigenlijk de voorhoede van de
vingerhoedskruiden, die zoo algemeen groeien in
Westfalen. We hebben hier te doen met een invasie
en ik heb me wel eens vermaakt met de
verbeelDe heidescheerders
Korenburgerveen een komveen is. Naar het zuiden
wordt het afgesloten door den rug, waar de
Romeinsche dijk over loopt, naar het westen door de
hoogten langs den straatweg naar Lichtenvoorde,
terwijl de oostgrens gevormd wordt door den
noordelijken uitlooper van den Aalter berg. Het
oorspronkelijke veen besloeg ongeveer den heelen
driehoek Aalter-berg, Radstake, Lichtenvoorde,
maar van het Noorden en Oosten uit is de ont
ginning steeds verder doorgedrongen en nu is er
nog een stuk over van eenige honderden hektaren,
nog heel mooi ruim en aardig omzoomd. Wij zagen
er de zon ondergaan, terwijTde herder zijn schapen
kooiwaarts dreef en namen het die dieren niet eens
kwalijk dat ze al de hooge plekken volmaakt kaal
geschoren hadden, al de heuveltjes veranderd iti
kroeskopjes van kort heidekruid. Maar ik vond
op de vochtige plekken nog planten genoeg van
't oorspronkelijk veen, dichte kussens van veenmos
oversponnen met veenbessen, glinsterende kleed
jes van zonnedauw, blauwe klokjesgentianen,
alles naar behooren en ik ben sedert dien tijd zeer
benieuwd naar de ontginningskansen van wat er
nog van dit Zwarte veen is overgebleven.
Die buurt van Varsseveld zit vol problemen;
het voornaamste heb ik nog maar in 't geheel niet
aangeroerd.