De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 29 augustus pagina 7

29 augustus 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2516 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAERELS Meublleering-Mlj. AMSTERDAM OOMPLCTE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokln 128 - Tel. 44541 NAAR MAAT Fr. SINEMUS 20 Laldschastraat 22 - Amstardam DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 3.?per kwartaal of f 10.?per jaar bij v ooi uitbetaling. VAN SCHAICK's MEUBBLTRANSPORT-MY BERGPLAATSEN VAN INBOEDELS BINNEN- EN BUITENLANDSCHE TRANSPORTEN OVERBRENGEN vfcn MEUBILAIR ook per AUTO-TAPISSIÈRE BOOTHSTRAAT, UTRECHT. TEL. 163 P E E K & CLOPPEN B u RG IN DEN ACHTERHOEK door Dr. JAC. P . T H ij s s E We waren gelogeerd in Varsseveld in een klein hotelletje vlak bij het station. Dat lijkt nu niet erg rustig, maar zoo'n Achterhoeksch lokaal spoortje heeft slechts heel weinig uit te staan met het wereldverkeer. De weinige treintjes die op een dag kwamen en gingen,waren juist geschikt voor tijdaanwijzers en het geraas dat zij maakten, was als niets, vergeleken bij het geratel van de populieren. Een dikke dertig jaar geleden heeft de onvergetelijk mooie boschrijke streek langs de Duitsche grens, de wouden van Heurne, Lintelo, Miste en het Woold. Eigenlijk geen wouden, maar een woudlandschap, betrekkelijk kleine bosschen, maar van allerlei hout en allerlei gesteldheid en daartusschen akkers en weiden en hooilanden en dan weer stukjes broekland met kleine veentjes, een enkele plas, beekjes en geulen, die vroeger beekjes geweest zijn, kortom, een landschap, zoo als de beminnaar van plantenendieren en schilder achtigheid het zich niet beter kan wenschen. Dat begon al vlak bij ons eigen station. Je wipt de spoorlijn over en langs een aardig bramenpad kom je dan in een van die kleine bosschen, en dennenbosch, doorsprenkeld met loofhout. De grond is er tamelijk vochtig en op velerlei wijs begroeid. Sommige plekken liggen gewoon dicht onder het slaapmos, elders hebben de lichtgroene kussens van het Witmos (Leucobryum) de over hand, maar ook is het er soms groen en grazig van allerlei aardige zeggen en biezen en dan staan daar eventjes alle drie de soorten van onze Nederlanchsche boschbessen: de blauwbes, welbekend, de ding (en misschien is het waar ook) dat deze plan ten uit Duitschland al dieper en dieper in onzen Achterhoek zijn doorgedrongen langs den Romeinschen dijk. Die Romeinsche dijk is de zeer oude weg van Aalten naar Zelhem over de hoogte van Hal en hij leidde langs den zuidrand van een reeks van uit gestrekte hooge venen, die vroeger het verkeer in den Achterhoek geweldig belemmerden. Zwarte veen, Harreveld, Vilders veen, Wolfers veen. Deze zijn nu voor het meerendeel ontgonnen, alleen het Zwarte veen heeft nog iets van zijn vroeger aan zien behouden. Wij wandelden er graag heen uit Varsseveld; eerst naar de Scheepersbrug en dan langs de genormaliseerde lijnrechte Slingerbeek naar Entinkbrug. Dit is dezelfde Slingerbeek, die haarnaam eer aandoet in de bosschen van Stetnerdink, Buskers en Bekendelle bij Winterswijk en waar de groote gele kwikstaart aan huist. Van Entinkbrug komen we in een kwartiertje aan het Zwarte veen en juist op een heel mooi punt: een rij lage heuveltjes met hei begroeid. Heel mooi is hier te zien hoe dit zwarte veen evenals het Een veelbelovend plasje men het een poosje nog al druk gehad over het voordeel van het aanplanten van populieren en men is toen allerwegen begonnen met het zetten van Canada's, vooral in Brabant en Gelderland. Langs wegen, rivieren en beken, als singels rondom weidenen hooilanden, als geregelde boschaanplant, overal kan men ze vinden in de breede dalen, ter wijl de hoogere ruggen nog overgelaten worden aan eiken beuken naaldhout. Het moet erkend worden, dat die Canada's in het landschap geen slecht fi guur maken. Langs sommige rechte wegen maken ze een Waarlijk monumentalen indruk. Hun bloei in het voorjaar, als de nog onbebladerde twijgen vol hangen met dikke purpurrpode katjes, behoort tot de mooiste massale verschijnselen van de lente en al even indrukwekkend is het vlammend geel van hun herfstloof. Achter ons hotel stonden een paar rijen van die Canada's en ze klaterden bij ieder windje, dus zoowat onophoudelijk, 't Was heel prettig om daarnaar te luisteren en het herinnerde wel aan het geruisch van de beekjes in het bergland. i Om nog eens op dat spoortje terug te komen, .daar hadden we veel gerief van. Het is. om zoo te zeggen een strategisch lijntje voor den natuur vriend, want het brengt je in enkele minuten naar geschikte uitgangspunten voor dooltochten door AAN HET ZWARTE VEEN BIJ VARSSEVELD bosbes, die ook wel roode boschb'es of preisselbeer genoemd wordt en dan de Rijsbes of Veenboschbes, de Vaccinium uliginosum, die langzamer hand uit Nederland wordt wég-ontgonnen, maar in den achtersten Achterhoek gelukkig nog op menige plaats te vinden is. Hij heeft mooie witte hangende klokjesbloemen, de bessen worden zwart, de ovale bladeren zijn heel mooi blauwgroen. Op gunstige plaatsen wordt dit heestertje wel tot een meter hoog en zoo vonden We ze dan ook in deze bosschen bij Varsseveld en overal verder oost waarts tot bij Winterswijk,waar de Rijsbes opzijn schoonst voorkomt in het Korenburgerveen. Een andere bijzonderheid van deze streek is het groeien, volmaakt in het wild, van het Vingerhoedskruid, Digitalis purpurea. De bosschen staan er vol mee en zelfs langs de wegen zien we soms een bloeiaar omhoog steken met de donker paarse bloemen, of nu in den nazomer met dichte rijen van zaaddoozen, met ontelbare zaden gevuld. De planten zien er anders uit, dan die we in onze tuinen telen, ze zijn korter en stoerder, sterker vertakt en hun loof is grijsgroen, het zijn echte wilde planten, eigenlijk de voorhoede van de vingerhoedskruiden, die zoo algemeen groeien in Westfalen. We hebben hier te doen met een invasie en ik heb me wel eens vermaakt met de verbeelDe heidescheerders Korenburgerveen een komveen is. Naar het zuiden wordt het afgesloten door den rug, waar de Romeinsche dijk over loopt, naar het westen door de hoogten langs den straatweg naar Lichtenvoorde, terwijl de oostgrens gevormd wordt door den noordelijken uitlooper van den Aalter berg. Het oorspronkelijke veen besloeg ongeveer den heelen driehoek Aalter-berg, Radstake, Lichtenvoorde, maar van het Noorden en Oosten uit is de ont ginning steeds verder doorgedrongen en nu is er nog een stuk over van eenige honderden hektaren, nog heel mooi ruim en aardig omzoomd. Wij zagen er de zon ondergaan, terwijTde herder zijn schapen kooiwaarts dreef en namen het die dieren niet eens kwalijk dat ze al de hooge plekken volmaakt kaal geschoren hadden, al de heuveltjes veranderd iti kroeskopjes van kort heidekruid. Maar ik vond op de vochtige plekken nog planten genoeg van 't oorspronkelijk veen, dichte kussens van veenmos oversponnen met veenbessen, glinsterende kleed jes van zonnedauw, blauwe klokjesgentianen, alles naar behooren en ik ben sedert dien tijd zeer benieuwd naar de ontginningskansen van wat er nog van dit Zwarte veen is overgebleven. Die buurt van Varsseveld zit vol problemen; het voornaamste heb ik nog maar in 't geheel niet aangeroerd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl