De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 5 september pagina 1

5 september 1925 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

No. 2517 ZATERDAG 5 SEPTEMBER 192 V0OT Onder Hoofdredactie van G. W. KERNKAMP Redacteuren: H. Brugmans, Top Naeff en G. Nolst Trenité. Secretaris der Redactie: C. F. van Dam UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 cent Advertentiën f 0.75 p. Regel Dispositiekosten 20 Cent REDACTIE EN ADMINISTRATIE. KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM MOSOEL De eerste week van September, die voor menigeen de hervatting beteekent van zijne werkzaamheid, zet ook op het gebied van de internationale politiek al dadelijk forsch in. Er is daar veel werk aan den winkel. Om te beginnen, vergaderde in Londen de zoogenaamde juristen commissie, d.w.z. een commissie, bestaande uit door Frankrijk, Engeland, Duitschland en Belgiëaangewezen juristen, die een ontwerp-waarborgverdrag moeten opstellen. Op het laatste oogenblik heeft ook Italiëbesloten, zich ter conferentie te doen ver tegenwoordigen. De arbeid van deze commissie zal nog niet tot een definitief resultaat leiden. Het is hare taak, de technische kwesties van juridischen aard, die aan de formuleering van een waarborgverdrag verbonden zijn, tot oplossing te brengen en daardoor den weg te effenen voor het tot stand komen van dit verdrag. Eerst dan, misschien nog in deze maand, zullen de ministers van buitenlandsche zaken der bij het verdrag betrokken mogendheden bijeen komen ; eerst dan zal de beslissing vallen over de zaak ten princi pale wanneer het althans gelukt tot eenstemmigheid te komen ! Het is intusschen reeds een verblijdend feit, dat de schriftelijke gedachtenwisseling over het waarborgverdrag het verdrag, dat vrede en veiligheid in het Westen van Europa zal moeten ver zekeren door een mondelinge is vervangen. Het antwoord, door Frankrijk op het Duitsche voorstel gegeven, en waarmede de overige mogendheden, wien dit aanging, hare instemming hebben betuigd, gaf te kennen, dat er nu genoeg nota's gewisseld waren en het tijd werd, zaken te doen. Duitschland heeft zijne bereid heid daartoe getoond door zich in zijn antwoord zorgvuldig te onthouden van kritiek op de Fransche nota en eenvoudig kennis te geven, dat het den voorslag om een conferentie van juristen te doen houden, aanvaardde. Nauwelijks was dit antwoord in gekomen, of men vernam reeds, dat de conferentie deze week hare zittingen zou beginnen. Men staat verbaasd over de prompte bediening ! Ongeveer tegelijkertijd, dat deze juristen op reis gingen naar Londen, pakten een groot aantal andere juristen hunne koffers en begaven zich op weg naar Genève, waar een vergadering wordt gehouden, zoowel van den Volkenbond als van den Volkenbonds raad. De Volkenbondsvergadering zal belangrijk kunnen worden, indien daar een poging wordt gedaan om het protocol van Genève nieuw leven in te blazen. In afwachting daarvan kan onze belangstelling zich reeds richten naar de vergadering van den Volkenbondsraad. Een van de belangrijkste kwesties, waarmede zij zich heeft bezig te houden, is die van Mosoel. Daarom is het misschien niet on dienstig, aan de voorgeschiedenis daarvan even te herinneren. Bij den vrede van Lausanne (24 Juli 1923), die aan den laatsten Grieksch-Turkschen oorlog een einde maakte, waren partijen niet tot eenstemmigheid geraakt over de vraag, of Mosoel aan Turkije zou blijven, dan wel gerekend zou worden te behooren tot Irak (het vroegere Mesopotamië), waarover Engeland het mandaat uitoefent. Engeland en Turkije zouden daarover afzonderlijk gaan onderhandelen. Mosoel is een gebied aan den bovenloop van den Tigris, in de buurt van het oude Niniveh; het ontleent zijne waarde aan de petroleumbronnen, die het bevat. Dit laatste wordt althans alge meen aangenomen. Opmerkelijk is, dat onlangs toen liet tijdstip naderde, waarop de beslissing over Mosoel zou vallen de Times schreef: men zegt, dat er in het gebied van Mosoel petroleum wordt gevonden. Het is mogelijk, dat dit waar is. Maar Sir Saimiel Hoare maakt in zijn verslag van zijne reis daarheen slechts terloops gewag van n vermoedelijke bron". Zoo pleegt een koopman af te dingen op de kwaliteit van een koopwaar, die hij graag zou verkrijgen ! Maar gewoonlijk wordt er anders geoordeeld over den olierijkdom van Mosoel. Den vorigen zomer kon men in Engelsche bladen lezen, dat de Engelsche regeering bezig was onderhandelingen te voeren met Frankrijk, Italiëen de Vereenigde Staten, om ook deze landen tot belanghebbenden te maken bij de opbrengst der Mosoelsche petroleumbronnen en ze daardoor vermoedelijk gunstig te stemmen voor de definitieve toewijzing van Mosoel aan Engeland ! Want de beslissing daarover zou moeten worden genomen door den Volkenbondsraad. De directe onderhandelingen, die na den vrede van Lausanne tusschen Engeland en Turkije werden ge voerd, leidden tot geen resultaat; ook daarbij bleek weder, hoe veel waarde Turkije hechtte aan het bezit van Mosoel, en tevens hoezeer, sinds dien vrede van Lausanne, het zelfbesef van de Turksche regeering was toegenomen. Te Lausanne was reeds bepaald dat, zoo Engeland en Turkije het niet eens konden worden, het geschil zou worden onderworpen aan de uitspraak van den Volkenbondsraad. Deze hield zich in zijne zittingen van September en October 1924 met de zaak bezig, stelde voorloopig een grens vast tusschen Turkije en Irak, en be noemde een commissie om ter plaatse een onderzoek in te stellen en nader rapport uit te brengen. Dit rapport nu heeft in de afgeloopen week den Volkenbonds raad bezig gehouden; op het oogerblik, dat wij dit schrijven, is, zijne beslissing nog niet bekend. Het rapport laat vrij wel de kerk in het midden zooals eenigszins te verwachten was bij een kwestie, waarmede de hooge politiek gemoeid is. Alleen spreekt de commissie als haar gevoelen uit, dat het de voorkeur verdient, Mosoel niet te verdeelen, maar het in zijn geheel te laten, hetzij bij Turkije, hetzij bij Irak; zij geeft tevens aan, welke wijzigingen naar hare meening dan in de voorloopige grens moeten worden aangebracht; indien echter Mosoel aan Irak wordt toegewezen, beveelt zij aan om het mandaat voor Irak, dat de Volkenbond aan Engeland had gegeven en waarvan de duur op vier jaar was bepaald (het zou in 1928 afloopen), met 25 jaar te verlengen. Zoo wordt de Volkenbondsraad dus niet alleen voor de beslissing gesteld, aan wien Mosoel zal toebehooren, maar ook voor deze, of Engeland nog 25 jaar hetgeen vermoedelijk wel neer zal komen op: voor altijd het mandaat voor Irak zal behouden, d.w.z. feitelijk over dit land zal regeeren, al heeft het dan ook een eigen koning en een eigen parlement. De koning van Irak, Feisal, is onlangs naar Londen gekomen, zooals het heet om daar een specialist te raadplegen; maar het zou niet verwonderlijk zijn, schrijft de Times, als hij ook de ge legenheid te baat nam om met hooggeplaatste personen over de toekomst van zijn land te spreken; het zou ook niet te verwonderen zijn, maar dit schrijft de Times niet, wanneer koning Feisal niet heelemaal accoord ging met de Engelsche politiek in West-Azië. Wie echter zeker daarmede niet accoord gaat, en wie dan ook, zoodra het rapport van de commissie voor de Mosoel-kwestie bekend is geworden, hoog van den toren heeft geblazer, dat is de Turksche regeering. Niet alleen handhaven de bladen, die haar meening vertolken, het volgens hen onbetwistbare recht van Turkije op Mosoel, maar zij kanten zich fel tegen een verlenging van het mandaat over Irak, waardoor Engeland voorgoed meester zou blijven van den landweg naar Indië. Zij kunnen daarbij rekenen op den steun van SovjetRusland, dat evenmin als het Rusland van vroeger Engeland meester zal willen laten van de Perzische golf. Maar ook Frankrijk schijnt weinig ingenomen te zijn met de bestendiging en vergrooting van Engeland's macht in West-Azië. Het artikel in de Times, waaraan wij hier boven een en ander ont leenden, richt zich clan ook hoofdzakelijk tegen de kritiek, die in Fransche couranten is uitgebracht, en betoogt maar men denkt hierbij aan den vos, die de passie preekt ! de wenschelijkheid, dat Frankrijken Engeland ten opzichte van het ..naburige Oosten" n lijn trekken. In de Mosoel-kwestie ligt heel wat brandstof opgetast: maar noch Engeland, noch Frankrijk, kan op het oogenblik wenschei1, dat er de lont in wordt geworpen. Daarom bestaat er eenige kans, dat de Volkenbomisn.ad den Mosoelschen knoop niet zal doorhakken, maar de kwestie slepende houdt. K E R N K A M P

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl