Historisch Archief 1877-1940
No. 2517
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
HOTTENTOT
(opgevoerd door het tooneelgezelschap ,,De Speeldoos")
Teckeningcn voor de Groene Amsterdammer" door B. van Vlijmen
Jrt
SEM HARRINGTON
(Const. van Kerckhoven Jr.)
PEGGY FAIRFAX
(Mien van Kerckhoven?Kling)
CWEEK
(Joh. Kaart Jr.)
SCHILDERKUNSTKRONIEK
IN HET STEDELIJK MUSEUM TE AMSTERDAM.
\Ve zouden zonder eenige overdiijving kunnen
zeggen, dat de tentoonstelling in het Stedelijk
Museum ter eere van Amsterdam een tentoonstel
ling ter eere is van Breitner. Zulke tentoonstellin
gen na den dood, een tijd na den dood van een
schilder kunnen een nederlaag zijn bij Breitner is
het een overwinning, of wilt ge het nauwkeuriger,
een bevestiging van wat we van hem wisten, en
waarom we hem eerden. Hij is dus cc n der uit
zonderingen gebleven, want ik herinner me het
.getal niet van de eeretentoonstellingen, ook in
Amsterdam, waar reputaties eerder gehavend
werden, dan wel versterkt.
De bevestiging van Breitner's grootheid was een
bevestiging, die alleen een schilder kan overkomen,
die een schilder is van huis-uit, van nature. Wil toch
een eere-tentoonstelling eere brengen in een periode
?die andere idealen heeft, omdat zij andere wezens
trekken vertoont, dan moet de natuurlijkheid der
uiting zeer groot zijn; schilderkunst moet den ge
storvene even onmisbaar zijn geweest als
d'adctnhaal dat was voor het lijfelijk lijf. En zulke
schilderkunst Wordt erkend door een levende kleur,
een klankrijke kleur, door een kleur die persoonlijk
is, door een kleur, die de bekentenis is eener
afzon?derlijkheid, met andere woorden van iemand, die
d'algemeene eigenschappen vertoont, gezien onder
een zeer eigen en zeer rijke schakeering; met spe
ciale intonatie; met eigen, gevonden vorm.
En wie zou voor deze reeks schilderijen durven
?ontkennen dat ge dat alles vindt in Breitner's werk ?
Er is een rijk, kleurrijk, levend, meeslepend
kleurensemble; er is een eigen en gevonden vorm.
Breitner was in ons land niet de eerste der impres
sionisten, maar hij was een der meest bewogene en
der zwaarste. Hij was een Hagenaar" naar de
voordracht, maar een Amsterdammer toch omdat
het kunstschap hem minder lief was dan het stads
gezicht, en omdat hij in het stadsgezicht niet het
enkle stedeschoon wou vinden, maar ook den
mensen, die de stad beheerscht, evenals, soms, zij
op een woesten dag hem kan beheerschen. Dat
erkennen van den mensen en van den
menschenarbeid in de stad is in Breitner een overgang naar
de Laatren, die psychologischer van aanleg, van
scholing, of van gezindheid den mensch sterker
dan ons Breitner als het middelpunt zouden zien
van alles en van het AI.... Breitner schilderde
Amsterdam onophoudelijk.
Hij schilderde het centrum met de trampaarden;
hij schilderde den afbraak, en het heien, den op
bouw dus; hij schilderde het verkeer te land en
in de schuiten het verkeer te water; hij schilderde
de stad als een gesloten massa, en met de gaten
der afgebroken huizen of der verbouwingen als een
Jichaam met een wond; hij schilderde de heiwerken,
omdat de arbeid van menschen en dieren daar
vereend was in een schoone cadans van kleuren
(hij vond daar den dans der paarden, die in den
ommezwaai palen sleepten of lasten vervoerden);
hij schilderde de grachten van de bruggen at' onder
grauwend weer, en het lijkt alsof de stad als een
waaier opengegaan is van de brug af, of hij ziet den
brug als een verlengde van een straat vol volk, en
een overgang naar de nieuwe straat; hij schilderde
de bruggen met een paar dier Amsterdamsche
meiden erop, die met den feilen wrong der haren
geplakt langs 't gezicht als noordelijke gitana's zijn.
De figuur was dan belangrijker bij Breitner, als ooit
bij de Hagenaars", wantzij wasniet bijkomstig"
maar expressie van het stadswezen in den mensch;
zij was dus een soort algemeene psychologie. Zij, de
figuur, kon bij Breitner, hoewel zelden, meer zijn.
Zij is meer in dat vorstelijk schilderij van Mevrouw
Mann?Bouwmeester (tegenwoordig laten vorsten
en ministers dwaselijk zich door van Wely's en
dergelijken schilderen, en spillen, verspelen goed
geld voor laffe en slappe conterfeitsels !). De figuur
van Breitner is meer nog in de schooisters en
schooiers in de sneeuw (zij, reikt daar, langs een
omweg, psychologisch naar Breughel !) Dit alles
vindt ge op deze tentoonstelling, en ook den rouw
van het Witte Paard van Montmartre, zoowel als
de vigelante in den regen, lichtkaatsend en door
de straat weerkaatst, rijdend langs een pleintje
(een geestige, open notitie). In dit alles is, in harts
tocht geschilderd met een eigen, rijk, kleurgeheel
en vol van zelf gevonden vormen, en bepalingen
van vormen !
En daarom is, herhaal ik, de eeretentoonstelling
voor Amsterdam in 't stedelijk Museum een ten
toonstelling ter eere van Breitner, en een bevesti
ging van zijn roem en van de kracht, openbaar
in een der groote Impressionisten.
P L A S S C H A E K T
KATHOLIEKE LITTERATUUR
door Ds. W. M A c K E N z i E
Katholiek door GEKARD BROM. J. J. Romen
en Zonen, Roermond.
Ziehier een boek van den apologeet Brom, dat
op elke bladzijde een strijdschrift is, waarin hij
met hartstocht en felheid vecht voor de Roomsen
Katholieke Kerk. Zijn weelderige stijl, die om
beurten bijtend, sarcastisch, ernstig,
scherphekelend, spottend, getuigend, aanvallend, ver
dedigend, maar altijd boeiend is, verbonden met
zijn modern-cultureelen geest maakt zijn apologie
tot een bijzonder boek. Maar de bewuste mensch
van vrijen geest voelt bij 't lezen het verzet en
het protest wel sterk in zich rijzen. Want hoezeer
dit boek zich van vele andere Katholieke propa
gandageschriften onderscheidt in toon en argumen
tatie, het idealiseert de Kerk, het is boud en apo
dictisch. Een niet-katholiek gevoelt zich in voort
durend conflict met den schrijver.
Dr. Brom stelt de Roomsch-katholieke kerk
als synthetische nheid voor een niet katho
liek ziet vóór alles haar syncretistisch karakter.
Hoofdzakelijk van de ziel der kerk wordt ge
tuigd en het lichaam onscheidbaar van de ziel
genoemd. De niet-katholiek weet dat juist dat
lichaam, de voor den hemel noodigc sacramenten
enz., het zijn die hij bestrijdt. Dr. Brom ontwa
pent den bestrijder niet.
De schrijver zegt dat de Moederkerk de zielen
in de volmaakte vrijheidswet grootbrengt de
niet-katholiek heeft een ander begrip van vrijheid
dan de gezagskerk en is blij dat hij het heeft.
Dr. Brom, die anders wel getoond heeft de vrij
zinnigen beter te kennen en te waardeeren, zegt
nu van hen:
Bestaat de geloofsbelijdenis van een vrijzinnige
niet hierin, dat hij zweert bij dit genie of dat
talent, bij dezen virtuoos of dien propagandist, en
den dienst van God veracht in naam van de vrij
heid, waarmee hij den eersten den besten mensch
gaat dienen?
De moderne mensch lijdt aan een soort
vervolgingswaanzin, en dat noemt hij vrijheid."
De niet-katholiek weet gelukkig dat dit onwaar is.
Ondertusschen waardeert de niet-katholiek
dit knappe, fel-katholieke boek, zonder er door
bekeerd te zullen worden. Integendeel.
Israd's uur, door J. H. BOAS. J. J. Romen en
Zonen, Roermond.
Wordt Katholiek, want gij zijt Joden. Dit is
de prediking van den schrijver, die slechts pro
paganda bedoelt te maken voor Israéls bekeering.
Veel feiten, geschiedenissen en citaten, voor deze
bekeering dienstig, worden ons medegedeeld,
waardoor dit boek lang niet zooveel eigens heeft
als dat van Dr. Brom. De niet-katholiek zal veel
wat hier gezegd wordt uit een ander gezichtspunt
zien. De religieust' joden zeker. Maar ook b.v.
de vrijmetselaren als zij hier lezen op Frankrijk
wordt in het bijzonder gewezen dat toch eigen
lijk de vrijmetselarij joodsch van geboorte is,
Joodsch in leiding, en middel tot het Joodsche
doel: vernietiging van het Christendojn.
TENTOONSTELLING van werken door
A. H. GOUWE. Schilderijen en teekeningen,
portretten en caricaturen.?Van 14 tot 31 Aug.
KUNSTZAAL VAN LIER
naast het Postkantoor te LAREN (N.-H.)