Historisch Archief 1877-1940
No. 2517
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
EEN BESLISSING VAN MINISTER RUTGERS
Teekening voor de Groene Amsterdammer door Jon. Braakensiek
DE BODE: ,,DE VROEGERE BAAS WAS TOCH GEMAKKELIJKER!
LA ROCHE GUYON
Een oord waar weinig vreemdelingen komen
en dat alleen door een samenloop van omstandig
heden binnen onzen gezichtskring viel. Toch is
deze streek bij Franschen natuurlijk niet onbekend.
Zola brengt ze te pas in L'Oeuvre: Claude, de
steeds met zijn ideaal worstelende schilder,
trekt zich eenigen tijd in deze buurt terug, te
Bennecourt: al de plaatsen en plaatsjes uit de
omgeving, Bonnières, Manies, Vernon, La Roche
Guyon en zooveel andere, worden door Zola
genoemd. Hij kende dit gedeelte van Frankrijk
blijkbaar goed. Geen wonder waarlijk, want het
is altijd aantrekkelijk in zijn landelijken eenvoud
en zijn vriendelijk natuurschoon. Wij zijn hier
ongeveer halverwege Parijs en Rouaan, aan den bene
denloop van de Seine. Als een echte grand seigneur
haast de rivier zich niet om haar einddoel, de zee,
te bereiken. Zij kronkelt zich in eindelooze bochten
door het vruchtbare land en vormt eilanden en
eilandjes bij tientallen. Men kan de Seine soms
op drie, vier plaatsen tegelijk zien, als men maar
hoog genoeg stijgt. Heel hoog kan men hier niet
stijgen; de bergen verheffen zich hier niet hooger
dan om het breede Seinedal een schilderachtige
omlijsting te geven. Het zijn weeke krijtrotsen,
die snel verweren; zij zullen wel in voorhis
torische tijden in verband hebben gestaan met de
veel befaamder krijtrotsen van Zuid-Engeland.
Ook in ander opzicht wordt men hier herinnerd
aan Engeland. Want wij zijn hier aan de grenzen
van Isle de France en Normandië. Zelfs heeft de
moderne administratie deze grens behouden;
de oude limiet scheidt nog de departementen
Seine et Oise en Eure. Anderhalve eeuw van een
moderne indeeling hebben de oude provinciën
niet kunnen vervangen; het is opmerkelijk, hoe
in Frankrijk de eeuwenoude gewesten nog levende
werkelijkheid zijn. De grens van Isle de France
en Normandie loopt hier over de kam van h,et
gebergte; van de bergen af ziet men in de
Nurrrtandische hoogvlakte, waardoor de Seine zich voor
zichtig een weg baant. Rouaan, de oude hoofdstad
van Normandie, is niet zoo heel ver af, dichter
bij dan Parijs.
Van zelf denkt men dan aan historische conse
quenties van dat alles. Rouaan is een kostbare
relique uit het oude Frankrijk der middeleeuwen.
De kathedraal met haar drie hooge torens, St.
Ouen met haar fijne proporties, St. Maclou,
wat in de schaduw gedrongen van de kathedraal,
het paleis van justitie men kan te Rouaan de
geheele ontwikkeling der gothiek bestudeeren van
de primitieve af tot de flamboyante toe, van den
soberen eenvoud der dertiende tot de uitbundige
weelde der vijftiende eeuw en zelfs nog later.
En wat verder niet oude herinneringen. In de
kathedraal kan met het graf zien van den
ouden Noor Rollo, den eersten hertog van Nor
mandie', duizend jaar geleden. Men vindt er ook de
tombe, waarin het leeuwenhart rust van den ge
weldigen Richard. En men aanschouwt er het
prachtige monument der kardinalen d'Amboise,
staatslieden van beteekenis in de zestiende eeuw.
En Jeanne d'Arc, zal men zeggen. Men ziet
haar in Rouaan overal. Ik wil niet spreken van
de rue Jeanne d'Arc en de vele boulangeries,
charcuteries, enz., die haar naam dragen. Van
meer beteekenis is het, dat in de kathedraal een
der groote kapellen aan de heilige Jeanne is gewijd
en dat bij het paleis van justitie een standbeeld
van de maagd van Orleans wordt opgericht.
Ook staat de toren nog, waarin zij tijdens haar
proces is opgesloten geweest. Maar de stad van
Jeanne d'Arc is Rouaan toch niet, hoewel haar
naam overal wordt gezien en gehoord. Vooral
hierom niet, omdat de plaats van haar marteldood
in geen enkel opzicht meer herkenbaar is. De
Groote Markt bestaat nog wel; maar een kunstloos
nageslacht heeft er een dubbele ijzeren hal gebouwd,
zoodat er van een markt alleen nog maar in
commerckelen zin sprake is. Hier is het nietmeerde plaats
om het smartelijke verleden weer op te roepen;
waar de maagd stierf, kan men tegenwoordig
tarbot en konijnen knopen. Dat is Wel heel jammer,
omdat Rouaan grootendeels toch vvel zijn oude
karakter heeft behouden. Want men is zoo ver
standig geweest om naast het oude Rouaan aan
den rechteroever van de Seine, aan den linkeroever
een nieuwe moderne stad te bouwen, waar de
industrie is geconcentreerd en waar ook de ar
beidersbevolking woont. Zoo kon de oude stad
bewaard blijven voor veel wat onze moderne steden
zoo hopeloos ontsiert.
Van Rouaan terug naar La Roche?Guyon.
Een aardig dorp met een bekoorlijk dorpsplein
en bochtige straten; hier en daar nog huizen uit
de zestiende eeuw. Op de markt een mairie, die
tevens markthal is. Dan ook midden op de markt
een monumentale oude pomp, waarom de bevolking
zich gaarne verzamelt voor wisseling van gedach
ten en gevoelens. En vooral een weinig boven
het dorp, het statige kasteel der hertogen de
La Rochefoucauld, die hier van ouds hun zetel
hadden en nog hebben. Een kasteel, dat het dorp
met zijn breede renaissancelijnen beheerscht;
nu nog anderhalve eeuw na de groote revolutie is
M. Ie duc steeds de feitelijke heer van het dorp.
Hier zetelden de hertogen uit het beroemde oude
geslacht; hier werden beroemde werken geschre
ven; hier ook werden de koningen van Frankrijk
Frans I, Hendrik IV en zooveel anderen te gast
ontvangen. Ruime zalen, breede terrassen
een uitgestrekt prachtig park het is alles groot
en grootsch. Toch is er ook nog iets anders. Hoog
boven het meer moderne kasteel verheft zich nog
de middeleeuwsche donjon, zwaar en dreigend nog
in zijn verval.
Hier aan de grens was zulk een duchtig kasteel
waarlijk geen weelde. Want men doorleeft hier
in zijn gedachten weer den ouden strijd van Enge
land en Frankrijk om Normandie. De hertog van
Normandie was sedert 912 de machtigste leenman
van den Franschen koning; hoe dicht zijn wij hier
aan de Normandische grens bij Parijs. Die hertog
van Normandie werd in 10üG nog koning van Enge
land bovendien. Die koning van Engeland breidde
zijn gebied in Frankrijk steeds meer uit; Maine,
Anjou, Touraine, Poitou, Guyenet kwamen in de
twaalfde eeuw in zijn bezit. Het gezag van den
Franschen koning, veel meer nog, het bestaan van
Frankrijk zelf stond op het spel. Geen wonder, dat
het conflict uitbrak, zi >o dra 'e r een aan k i d ing kwam.
Geen wonder ook, dat Philips August in het begin
der dertiende eeuw hèt eerst greep naar Normandie;
deze benauwende bedreiging moest eerst worden
opgeruimd; geen oogenblik langer kon de koning
een vazal dulden haast voor de poorten van
Parijs. Zoo kwam Normandie aan Frankrijk;
al ging het later wel eens tijdelijk weer verloren,
het is nooit weer van Frankrijk afgescheurd.
De realiteit van deze dingen is hier duidelijk
genoeg. Maar nooit gevoelt men de historische
noodwendigheid zoo scherp en duidelijk als aan
de grenzen van Isle de France en Normandie.
Ook daarom spreken wij lik r van La Re
cheGuyon. H. B R u <; M A N s
ONZE MAGAZIJNEN
DEN HAAG EN
AMSTERDAM ZIJN
OOK ZATERDAGS
TOT 6 UUR GEOPEND