Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2517
INDISCHE CAUSERIEËN
door Mr. H. O. KOSTER
ONZE KOLONIËN: BANGKA
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door J. Q. Sinia
POENTIANAK
Thomas de Quincey, de Engelsche litterator en
virtuoos-opiumschuiver heeft in zijn Confessions
of an English opiumtaker" geschreven, dat indien
hij gedwongen ware in Indiëte wonen, hij sterven
zou van angst door de obsessie, die van de Indische
godenbeelden uitgaat. In zijn
opiumdroomgezichten had hij hen zien grijnzen en loeren, de oude
zondaar ! O, hoe vreesde hij de schepselen der
Indische verbeeldingskracht! Nu, aanminnig zijn
zij niet, de conterfeitsels van Kala, van Ciwa, van
Doerga. Al wat er aan angst en griezel in de
menschenziel leeft, schijnt in deze scheppingen
verstoffelijkt. En toch zal de eerlijke en aandachtige
beschouwer de kunstwaarde daarvan niet durven
loochenen, evenmin als die der chimères der
Gothische cathedralen. Ook het afzichtelijke kan
schoon zijn.
Een der griezeligste geest-wezens, welke de ver
beelding der Indonesische volken geschapen heeft,
is de poentianak", gelijk de Maleiers, de soendel
bolong" gelijk de Javanen haar noemen. Louis
Couperus verhaalt in zijn kleinen schetsenbundel
De zwaluwen neergestreken" van de angst, die
hij als klein kind voor dit wezen koesterde, vooral
bij vallenden avond als het stil werd op het erf
en de vleermuizen rondsuisden door gaanderijen
en badkamers. De poentianak is Wellicht de meest
gevreesde geest tusschen Atjeh en Nieuw-Guinea.
Ook de naam is overbekend, reeds doordat een
flinke stad op Borneo aan den mond van den
Kapoeas dien draagt. Toen deze stad gesticht werd
door Abdoer Raman zou het op die plek zóó ge
wemeld hebben van poentianaks, dat de volks
planting zeer tegen den zin van den stichter naar
deze wezens werd genoemd. Poenti-anak (letter
lijk: kinderdoodster) is een vrouwelijk spooksel,
dat men aan een drietal teekenen onfeilbaar kan
herkennen. Ten eerste heur haar is ongekapt en
hangt verward om het hoofd, soms zelfs zóó dat
het gelaat onzichtbaar is; ten tweede heur borsten
bloeden voortdurend; het derde kenteeken, dat
van gynaecologischen aard is, laten wij hier
kieschheidshalve Weg. De poentianak is niet immer
poentianak geweest; eens leefde zij; zij was een
vrouw, die hoopte moeder te worden, doch in het
kraambed sterven moest. Na haar dood legt zij
zich toe op het verschrikken van alle vrouwen,
die in hoopvolle verwachting zijn; zij haat en
benijdt de toekomstige moeder; haar liefde tot
het moederschap drijft haar, plaats te nemen in
het lichaam eener levende vrouw, die moeder
worden gaat. Op die wijze hoopt zij de sensaties
van het moederschap nog nmaal te doorleven.
Spiritisten zouden zeggen dat zij het lichaam der
levende tot medium kiest; deze wordt daardoor
Waanzinnig, zij is bezeten"; verdwijnt de waanzin,
dan bewijst zulks, datde poentianak is uitgetreden
en deze vindt nu eindelijk rust in het graf. Slaagt
het spook niet in haar streven, dan keert zij zich
vol haat tegen de andere sexe, die zij op onnoem
bare wijze tracht te verminken. Vooral te Menado
zijn de mannen doodsbenauwd voor de streken der
poentianaks.
Op de volgende wijze trachten de Indonesiërs
zich tegen deze vreeselijke spooksels te bescher
men. Als een vrouw in het kraambed overleden
is, steekt men haar handpalmen vol naalden, opdat
het slachtoffer tijdig haar grijpende handen zal
gevoelen. Ook wordt de doode dikwijls in de kist
vastgespijkerd en met een vischnet overdekt;
alles om te beletten, dat zij 's nachts het graf
verlaten zal. In de oksels legt men een rauw ei,
Want zoo wil het 't naïef geloof als de doode
opstaat, zal het ei breken en haar lichaam be
zoedelen; wellicht beweegt dit haar zich rustig
te houden. De toekomstige moedertjes dragen
allen een scherp voorwerp je (een mesje, een
haarspeld) aan de voorzij van heur kleed, meestal aan
het korset of aan de buikband vastgemaakt, ten
einde de poentianak, die het waagt haar te pakken,
een fermen prik te geven. Is de kleine eenmaal ter
wereld gekomen, dan legt men naast den boreling
een paar messen om het spook ontzag in te boeze
men. In alle hoeken en gaten van de Indische
kraamkamer kan men wajangpoppetjes zien,
modellen van krissen en parangs, gesneden uit
de bloemscheede van een pinang. Ook ziet men
aan de wanden en aan de zoldering kruisen van
irih-kalk. Oningewijden houden deze kruisen wel
eens voor christelijke amuletten of achten hier
christelijken invloed aanwezig. Dit is onjuist:
de kruisen stellen kruiswegen voor: men wil de
poentianak de illusie geven, dat zij zich op een
kruisweg bevindt en haar aldus op een dwaalspoor
brengen.
Op zekeren nacht werd in het doodsvertrek eener
Europeesche dame, die kort na hare bevalling
overleden was, geritsel gehoord.JMen ging kijken
en vond een baboe bezig iets~aan'Jiet lijk
te^verCHINEESCHE KOELIE
Een van de grootste merkwaardigheden van
Muntok en misschien wel van heel Bangka, is
het ontstellendgroot aantal chineesche kruiwagens,
dat men hier aantreft. Ontstellend ,ik
zou het woord niet gebruiken, ware het niet, dat
deze, geheel van hout vervaardigde, piepkarren,"
zooals zij wel een beetje euphemistisch door het
Europeesch deel der bevolking van dit eiland ge
noemd worden, zulk een geweldig, merg en been
doordringend, gekrijsch doen hooren, wanneer
men er zelfs een middelmatig zware vracht mede
vervoert.
Hoewel deze piepkarren mij dus meermalen
gehinderd hebben en niet in het minst door het
zoo vaak verstoren van mijn siësta na de
rijsttafel, dankbaar gedenk ik ze toch ook weer voor
de goede diensten, die zij mij op patrouille
verleenden. Dan kon ik voor een luttel bedrag
een aantal inlanders met piepkarren huren om
de bepakking mijner Javaansche soldaten, die
vaak nog verzwaard werd met eene hoeveelheid
vivres voor twee dagen, over tamelijk groote af
standen te doen vervoeren. Zoodoende werd het
mij mogelijk om de vaaV: zeer zware marsenen
daar waren er van plm. 50 K.M. en dat in de tro
pen ! af te leggen /.onder iets te bespeuren van
de gewone onaangenaamheden, die aan der
gelijke krachtsprestaties verbonden zijn '
Het is die dankbaarheid in zekeren zin, welke
mij bracht tot het teekenen van het hierbijgaand
plaatje. Het geeft niet alleen weer de ..piepkar,"
maar ook zijn importeur, de Chineesche koelie,
met zijn opgerolde haarstaart en het verfomfaaide
Europeesche stroohoedje, waarmede hij zich zoo
graag siert, zooals men dat type door niizc gehecle
Oost aantreft.
I. G. SINIA
richten. Men greep haar, meenend, dat zij haar
doode meesteres van eenige luttele sieraden wilde
berooven. Eerst zweeg baboe en liet zich de be
schuldiging aanleunen, doch toen men met de
politie dreigde, bekende zij: diefstal was niet haar
doel geweest; zij verwachtte zelf een baby en
vreesde, dat naar doode njonja" als poentianak
zou terugkeeren om de kleine baboe-baby mee te
nemen naar het geestenrijk; nu had zij om me
vrouw onschadelijk te maken, deze een paar
scherpe naalden meegegeven. Bij onderzoek bleek,
dat de doode inderdaad eenige stop- en
naainaalden in de handpalmen had, welke slechts met de
punt uit het vleesch staken.
Een stoomvaartmaatschappij noemde een schip
Poentianak", naar de stad op Borneo, niet na
tuurlijk naar het spooksel. Maar de maatschappij
was toch verplicht het te verdoopen. Het inlandsen
personeel wilde niet varen op een schip, dat zulk
een afschuwlijken naam droeg. Toch liep het nog
slecht met dit vaartuig af. Het verging spoedig,
ondanks de verdooping. Die domme blanda's
ook.... een schip Poentianak te noemen !
Het geloof, dat vrouwen die liefde of moeder
vreugde moeten derven na haar dood terugkeeren,
wordt niet alleen in Indonesiëgevonden; overal
ter wereld is het verbreid, zelfs in west-Europa.
Heinrich Heine verhaalt in zijn verhandeling
Elementargeister" van de legende der Willis,
meisjes in den bruidsnacht gestorven; zij dansen
's nachts op eenzame plaatsen en wee den jonge
ling, die haar in handen valt; zij dansen met hem
totdat de ongelukkige dood i ter [aarde stort.
Goethe heeft het thema van de vrouw, die
ELECTRIC HOME
DEN HAAG
THOMSONLAAN 20 TELEFOON 34257
Elecfrische Verwarming en
Warmwater Voorziening
smachtend naar liefde, het graf ontvlucht, behan
deld in Die Braut von Corinth". In zeer oude
Thessalische mythen vinden wij haar terug en
Philostratus maakt van deze moedcrgeesten gewag
in zijn levensbeschrijving van Apollonius van
Tyana. Noch het eenvoudige volk, noch de dichters
konden, wanneer zij bruiden in den bruidsnacht,
moeders in het kinderbed zagen sterven, geloovcn,
dat dit het einde was. De drang der vrouw naar
liefde en moedergeluk scheen hun machtiger dan
het verlangen naar de koele rust des graf s of de
zaligheden des hemels. Ziet, dit is de
eeuwigmenschelijke, teeder-poëtische gedachte, die achter
het duister geloof aan deze griezelwezens verborgen
ligt.