De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 12 september pagina 19

12 september 1925 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2518 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND \9 TJTT HET BXxA.DSCTïIirFT "V-AJN CT-AJN 'J.'J JsJ tegen'de felheid uit den heeten hemel. Toen legden hun harde handen Harmsen, met iets plechtigs in hun voorzichtig ingehouden bewegingen, in de elzenschaduw. De zon het hem gestoken?" vroeg er een aar zelend. Niemand antwoordde. Men stond bedrem meld, verlegen verslagen, bijeen gescholen onder het alles overspannende blauw. Een leeuwerik twinkelde hoog en ijl , li»t zich zingende glijden tusschen de stoppels vlak bij. Toen was er geen geluid in den gansche mach tigen zonnedag de reine, wijdende stilte, waarin de ontroering gaat van hart tot hart. Hakkelend en zacht begon de oudste: De hitte? ja, 't ken wezen, ik weet niet veul, maar dat slootje hier, zijn slootje het water, dat het hem 't end niet 'bracht", en zich wendende tot Luiken: ,,'n mensen moet soms zoo veul bevechten buten.... en van binnen Luiken^gevoelde een beklemming; hij was in eens het middelpunt, waarnaar allen als in dreiging met half geheven hoofden keken. Maar hij hief zich eruit, haalde met een rukje de schouders op en zei zakelijk: Een van de jongens zal 't w'erk eerst overnemen hier bij den sloot; de andere neemt een paard en haalt den dokter uit het dorp. Zoolang staat alles stil. Ik ga zelf naar de oude vrouw en wacht-es" - ? hij riep het al wegdravende knecht je terug ?--" Per K.L.M. VLUG en VEILIG naar PARIJS f 39,50 bestel jij ook dadelijk een Hang, die tweemaal zoolang is als deze ouwe.... dan.... redt dt; machine zich zelf. ... !"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl