Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2518
DE HISTORISCHE
TENTOONSTELLING
VI.
Ieder bezoeker der historische tentoonstelling
moet wel den sterken indruk ontvangen, dat de
schutterij in het leven van onze oude burgerij
een zeer belangrijke rol speelde, en zelfs, dat de
gewapende macht in die dagen nog een zeer
gewichtige functie had te vervullen. Wij ouderen,
die de schutterij in haar nadagen hebben gekend,
kunnen ons dat nauwelijks voorstellen. Maar men
hoede zich ook hier voor overdrijving,zoojwel
ter eene als ter andere zijde.
De schutterij uit de tweede helft der negentiende
eeuw had zeker weinig waarde meer voor den
modernen oorlog. Men kan zich nauwelijks in
denken in de mogelijkheid, dat in 1914 een deel
van de defensie van ons land zou zijn toevertrouwd
geweest aan de stellig veel te weinig geoefende
schutterij. Maar, wat men tegenwoordig nog wel
eens kan hooren, geheel zonder beteekenis was
zij volstrekt niet. In den tiendaagschen veldtocht
hebben de gemobiliseerde schutters ongetwijfeld
hun militairen plicht ten volle vervuld, al moet
meteen worden geconstateerd, dat zij in Belgi
niet kwamen te staan tegenover een volkomen
en modern toegerust en geoefend leger. Maar
afgescheiden van 1831 hebben onze schutters
voor de handhaving van orde en rust in de gemeen
ten hun goede diensten bewezen. Eenvoudig als
burgerwacht beschouwd was de schutterij lang
niet zonder waarde, nuttig voor beperkt en plaat
selijk gebruik.
Men krijgt den indruk, dat onze schutterijen in
de gouden eeuw ook weinig hoogeren roem be
geerden en verdienden dan dezen. Ten minste,
als men niet alleen de schilderijen, maar ook de
documenten raadpleegt. Van de schilderstukken,
die thans in een fijne selectie in het rijksmuseum
zijn te zien, krijgt men zeker de impressie van
mannen, die materieel het leven weten te waar
deeren en te genieten. Maar toch ook nog van iets
anders. De schutters van Flinck en Van der Helst
kenmerken zich door die soliede kracht, die voor
hun tijd zoo karakteristiek is. Voor deze mannen
is het leven goed en schoon en zij aanvaarden
het zonder schroom, zooals het hun wordt gegeven.
Want zij durven te leven en zij grijpen met vaste
hand in,' waar het leven hen roept. Zij doen wat
hun hand vindt om te doen en meer dan dat.
Maar zij doen dat met die rustige zekerheid van
mannen, die sterk staan in het leven.
Hun beteekenis als militaire macht is aan die
geestelijke kracht niet geheel evenredig. Want
reeds in de zeventiende eeuw waren onze schutte
rijen reeds niet meer wat zij in de middeleeuwen
waren, de militaire kracht der stad. Want al waren
de middeleeuwsche schutters ook geenszins
afkeerig van de goede gaven dezer aarde, hun orga
nisatie was wel degelijk bedoeld en geschikt voor
een deugdelijke gewapende macht. Dat waren
de gilden der schutters dan ook waarlijk wel,
gemeten met den maatstaf van dien tijd. Zij waren
gewapend met de beste wapenen van hun dagen,
den .handboog eerst, later ook den voetboog, ten
slofte ook de vuurwapenen. Zoo had Amsterdam
dan ook in de zestiende eeuw zijn
handboogen voetboogschutters en ook zijn kloveniers.
De drie schutterijen vormden de weermacht der
stad. Zij hadden de bewaking en verdediging der
stad tot hun plicht, hun recht en hun eer. Zij
handhaafden de orde in de stad en daarbuiten.
Zij trokken op bij de hooge feesten in de stad,
bij de blijde inkomst van den vorst, bij de groote
processies, bij de wisseling der regeering. Zij be
waakten poorten, torens en muren en de openbare
gebouwen, met name het stadhuis. Eindelijk, wan
neer de graaf zijn getrouwe mannen opriep,
vormden de schutters het militaire contingent
der stad.
Deze oude schutters hebben zich naar den eisch
van gild en tijd herhaaldelijk laten schilderen.
Op de tentoonstelling vindt men de rotten A, B, E,
F, G en Lafgebeeld, waardoor men tevenseen denk
beeld krijgt van de organisatie van de
Amsterdamsche weermacht. Het oudste schuttersstuk, dat
'COVERT FL.'NCK
wij van Amsterdam bezitten, is van Dirck Jacobsz.
van 1527. Met hem begint de serie, die drie eeuwen
lang de burgerij van Amsterdam heeft geboeid.
Want op de tentoonstelling in het stedelijk
museum kan men ook het laatste schuttersstuk
vinden, dat van 1826 is; de schilder is de thans vrij
wel vergeten L. Moritz. De zestiende-eeuwsctie
schuttersstukken zijn in hun compositie nog
zeer onbeholpen; in twee rijen boven elkander
worden de manhafte burgers afgebeeld; het
strakke gelid der weermacht wordt ook op het
doek streng in acht genomen.
Dat alles is een eeuw later geheel veranderd.
De schutters der zeventiende eeuw zijn trouwens
ook geheel andere mannen dan hun voorgeslacht.
Wij spraken reeds daarvan. Maar er is nog iets
anders. Met behoud van de oude vormen is de
Amsterdamsche schutterij goeddeels van karakter
veranderd. Van militairen dienst is nauwelijks nog
sprake. In 1622 zijn de Amsterdamsche schutters
voor het laatst uitgetrokken buiten de stad,
dezen keer naar Overijsel tot afweer van een aan
val der Spanjaarden. Maar daarna bleef hun taak
beperkt binnen de wallen der stad. Amsterdam
lag veilig binnen het grondgebied der republiek,
van strijd of krijg was hier zoo goed als geen
sprake meer. Maar in 1650 stond de schutterij
op den wal en in 1672 was zij gereed en bereid
de stad tot het uiterste te verdedigen. Maar dat
bleven uitzonderingen. In hoofdzaak diende de
schutterij voor de gewone bewaking der stad, in
een tijd, toen de politie nog weinig gevormd was,
van grooten dienst en nut. In verband daarmede
staat ook haar optreden bij oproer, wat in een
zekere periodiciteit in Amsterdam voorkwam.
De schout en zijn rakkers waren eigenlijk niet
gewapend voor zulke extraordinaire conjuncture
van tijden. Dan werd door burgemeesteren de
schutterij gerequireerd, die in den regel korte
metten maakte met wat men hoffelijk het grauw,
het gepeupel, het gemeen of het canaille noemde.
Maar wat de zeventiende-eeuwsche schutterij
vooral kenmerkte, was haar smaak in pracht
en praal. Met wellust haast tooide men zich met
de schitterendste kleuren bij openbare feesten,
bij parade, optocht, en bij de schuttersfestijnen
in den gildenkring. Dan kon men zwelgen in de
weelde van wapenen en van kleedii; van uniformen
was eigenlijk nog geen sprake, zoodat ieder officier
zich zoo rijk kon kleeden als hij verkoos. Vandaar
die uitlaaiende luxe van zijde, fluweel en laken,
ook van goud en zilver, zelfs van ijzer en leer,
die de schuttersstukken ons te zien geven. Zeker
speelt daarbij ook de smaak van den schilder een
rol, maar voornamelijk toch die van de schutters
zelf. Dat blijkt ook uit het feit, dat zij allen indi
vidueel op het doek willen zijn gebracht; de
meeste schuttersstukken, ook die van Flinck en
Van der Helst, zijn eenvoudig groepen van por
tretten.
Wij kennen de edele uitzondering van het
SCHUTTERSFEEST
PADOX HOUTBOUW
Houten Scholen, Winkels, Directiekeeien
Levering in lortan tijd. Fabrieken Warmond
terecht wereldberoemdste schuttersstuk, de Nacht
wacht. Wat R'.'inbrandt van zijn schutters iraakte,
was veel meer dan een goed gegroepeerd portret
stuk. Hier wordt een eenvoudig gegeven opgeheven
tot een subliem gebeuren. Een schuttersoptocht
wordt een feit van de allergrootste draagkracht.
En ver uit boven de wel sterke, maar toch weinig
gecompliceerde Amsterdamsche schutters gaat
hun uitbeelding. Zij worden door het genie van
den kunstenaar tot dragers niet alleen van de
hoogste schoonheid, maar ook van de diepste
geestelijkheid. Dat is de groote glorie van
Rembraridt, maar daardoor ook de gbril'icatie van de
Amsterdamsche schutterij.
H. BRUG M A N s
MNGERS
RINGERS
/AELK-CHOCOLADE:
n\(fr Amirdfierx tr\ Honing
NIEUWE UITGAVEN
O hl f voor Drachten en Omstreken. Uitgave van
het jmeentebestuur van Smallingerland.
Dt'iitsclies Lesebiich für Cliristliclie Sc/tulen,
heraiisgegeben von J. CRAMKK. Erster Teil.
Handelsidumatisclieaatncekeningen.
NcderiaiulschDiiitfdi ten dienste van middelbaar en hooger
handelsonderwijs benevens van de eandidaten voor
de praktiikexamens, door Drs. J. L. SANDPRS.
Uitgaven van P. Noordhoff.
VAN DER HELST
SCtlUTTERSFL'EST
«SS
Door eenvoudige
behandeling met ABIS
garandeeren wij abso
luut afdoende bestrij
ding van Kakkerlak
ken en andere schade
lijke insecten,
muskieten, \\andgedierte,
enz.
Vraagt inlichtingen
en prospectus voor
schepen, gebouwen en
particulier gebruik
N.V. A.B.I.S.,
Mij. ter Afdoende Bestrijding van Ins?ctenschade,
Heerengracht 281 Tel. 32281 Amsterdam