De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 12 september pagina 5

12 september 1925 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Mo. 2518 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND EEN NIEUW BOEK VAN PROF. MANNOURY door Mr. H. G i i. T A Y HET UNIFORMVERBOD Teekming voor Van de hand van den Amsterdarnschen hoog'leeraar in de wiskunde verscheen een nieuw ge schrift over Mathesis en Mystiek", met den onder titel: een signifiese studie van kotnmunisties standpunt" *). Over dezen ondertitel alleen zou men weer een signifische studie kunnen schrijven. Want wat bedoelt Prof. Mannoury met dat kommunistiese standpunt"? Het standpunt der Derde Internationale, waarvan hij deel uitmaakt? Maar die héft in deze en dergelijke kwesties geen standpunt. Tenzij men haar, uit een politiek oogpunt zeer begrijpelijke, algemeene afkeer van alles wat naar mystiek of wijsgeerige bespie geling zweemt, een standpunt" zou willen noemen. De taktiek der Derde Internationale ten opzichte der diepere dingen is deze: zoolang het maar eenigszins mogelijk is, negeert zij ze. Maar als dit np een gegeven moment niet meer gaat, neemt zij het altijd-gereedliggende etiketje burgerlijk" ter hand, plakt dit op de ongewenschte problemen «n acht deze hiermee afgedaan. En speciaal voor beschouwingen van signifischen aard kan men bij haar weinig sympathie verwachten. Want wat is wel het voornaamste resultaat van beoefening der significa, van stelselmatige bezinning op wezen ?en beteekenis van het woord? Dat wij ons bewust worden van de taalslavernij, van de ontelbare, in ?onzuiver, ondoordacht woordgebruik wortelende misverstanden, waarin wij gevangen zitten, en bovenal: van het meest algemeene fetischisme onzer dagen: het fetischisme der wetenschap. Wie signifisch heeft leeren denken, kan niet in eenig wetenschappelijk systeem, van welken aard ?ook, de hoogste, richtende levenswaarheid blijven «rkennen. Terwijl dit juist de kenmerkende trek der communistische ideologie is: haar onsignifisch, onwijsgeerig wetenschapsfetischisme, haar afgodische vereering van het marxistisch-leninistische leergeheel als de" sociologische waarheid niet alleen, maar als de alles-omvattende, dialektisch-rnaterialistischc" wereld- en levensleer, die zoowel op politiek als op moreel gebied een on feilbaar, wetenschappelijk-stellig richtsnoer aan de hand doet. En in dit, voor alle dieper-denkenden ?op den duur onhoudbare, bijgeloof schuilt voor «en groot deel de kracht der communistische ideo logie. Immers het besef, dat zij, de arme onterfden van nu, zijn de Dragers der Nieuwe Waarheid, dat hun Leer niet, als alle vroegere, op gelooi berust, maar op wetenschap, dit besef is voor de ?communistische heilsverwachting een dragende suggestie van de grootste beteekenis. Onnoodig te zeggen, dat Prof. Mannoury van deze wetenschapsvergoding volkomen vrij is. Vrijer misschien dan iemand anders. Ik ken althans geen enkelen schrijver, die het betrekkelijke van alle (ook exacte") wetenschap zoo scherp for muleerde a'.sProf. Mannoury dit deed in zijn Amsterdamsche aanvaardingsrede van 1917, waarin hij tegenover de moderne machtsspreuken dit is wetenschappelijk bewezen" en dat staat onomstootelijk vast" stelde de uitspraak, dat als iets wetenschappelijk bewezen is, het wel dit is, dat niets onomstontelijk vaststaat. Dus concludeer ik ook de Leer van Moskou niet. En in een Tri bune-artikel van verleden jaar schreef Prof. Mannoury, in het bijzonder met het oog op het communisme, over de wetenschap, die wij dwaselijk als onze meesteres vereeren". Duidelijker kan het wel niet! Ook de laatste publicaties van Henriëtte Roland Holst (?Over Schoonheid en Leven", Communisme en Moraal") vormen n doorloopend protest tegen de rationalistische", mechanistische" opvattingen der Derde Inter nationale. Uit een oogpunt van waarheid bevatten deze beschouwingen zeker veel waardevols. Maar wat maalt de Derde Internationale om waarheid? Zij acht het haar plicht, hare leden in te enten" (het woord komt voor in een officieel Besluit der Executieve) met de ideologie, welke zij als de voor den revolutionairen strijd meest duelmatige be schouwt. En van die ideologie, die marxistisch-leninistische wereldbeschouwing" zijn wetenschapsdienst, dogmatiek en een krampachtig naar buiten gerichte, dus materialistische", a-moreele Einstellung" de essentiëele eigenschappen. Daarom doet het merkwaardig aan, dat Prof. Mannoury dit boekje, dat van het doctrinarisme van Moskou even ver verwijderd is als de zon van de aarde, opdraagt aan.... Lenin, d.w.z. aan zijn nagedach tenis. Ja, Wladimir Iljitsj' groot en w'id geluid" is verstomd. Maar als hij n jg was in het land der levenden, dan zou hij, vrees ik, de opdracht niet dankbaar aanvaarden, maar het boekje niet zijn meedoogenlooze, verwoed-eenzijdige, maar prachtig-consequente kritiek striemen en aan de kaak *) In de s.'rie Handboekjes Elck 't beste", uitgegeven dour de Mij voor Gojde en Gjedkoopj Lectuur te Amsterdam. stellen als een in de hoogste mate verwar rend, dooren-door oncommunis tisch geschrift Wat niet wegneem t dat de lectuur er van aan'een ieder, die in philosophische beschou wingen over het woord, over weten, gelooven en zijn, over wis kunde en wer kelijkheid be lang stelt, ten zeerste is aan te bevelen. Alleen zwak ke geesten, die, door zich vast te klam pen aan een of ander dog ma, het hoofd nog maar net boven water houden, doen verstandig het ongelezen te laten. Want er waait een vervaarlijke wind van kri tiek en van relativisme door deze bladzijden. Het is soms, of de Geest der Zelfweerspreking in dezen wiskunstenaar zijn laatste en meest-geslaagde incar natie heeft gevonden. Luister naar de inleidende opgaaf", Hierin stelt schr. blijkens het inhoudsoverzicht zijn opgaaf, die tevens de hoofdopgaaf der sig nifica is: de onderscheiding n verbinding van het emotioneele en het bloot-i'm/i'a/f/m' element in de taal. Dit klinkt zeer abstract. Maar de schr. dramatiseert deze abstractie terstond zeer levendig en concreet aldus: Een relief van de Boro-Boedoer enerzijds en een stereotiepplaat van Sclirön's Siebenstellige Logarithmen" aan de andere kant. Beide brokstukken van menselikc taal: taaidaden. Maar oneindig verscheiden in wat taal taal maakt: schoonheid en waarheid.... De stereotiepplaat telt: goed. fout, goed, fout.... 't Relief beoogt alleen. Maar wat?" En trouwens, vraagt schr. verder, beoogt ook de logarithmentafel niet? Al was het maar levensverzekering en landmeting? En is aan den Boro-Boedoer alle telling wel vreemd? ... .Ja, maar er blijft toch dit groote onderscheid, dat het verhaal van Maya in 't Loembini-woud hijceloof is, poëtische leugen, terwijl de siebcnstellige" wetenschap inhoudt.... Ja, zegt de vleeschgeworden contradictie, ja, maar Poincar heeft ontkend, dat Parijs verder dan n meter van Londen verwijderd is...." Hoe vaart U? Bent u nog niet duizelig? Ge lukkig, want het wordt nog erger. E.én stap over den drempel van Professor's Overweging", en er wordt een nieuwe aanslag op uw meest-vaste overtuigingen gedaan. Ge hebt tot nu toe gedacht, dat een of andere onderstelling altijd juist of onjuist moest zijn, niet waar? Aut-aut, tertitim non datur, zei mijn Latijnsche Iceraar altijd. Welnu,dit principe .,vom ausgeschlossenenDritten" blijkt niets anders te zijn dan een kwestie van fatsoen, van conventie waar je je dus ook niet aan zou kunnen houden. Ik zei, dat dit blijkt. Dat is eigenlijk niet juist. Blijken doet het blootconventioneele kaïakter van het logische principe niet. Maar Prof. Mannoury doet alsof het voor ieder glashelder blijkt. Zooals hij ook doet. alsof ieder volkomen op de hoogte is van Prof. Brouwer's oer-intuitie der wiskunde" en van Cantor's over-oneindigheden". Wat helaas niet het geval is. En hiermee"raak ik mijn grootste bezwaar tegen het boekje: de wijze van behandeling, de vorm is niet in overeenstemming met den inhoud. De in houd is zware k"st, daar helpt niets aan. De meeste problemen, die ter sprake komen, liggen ver buiten den dagelijkschen gezichtskring van den gemid delden beschaafde. En nu behandelt Prof. Man noury deze vraagstukken op een zoo luchtige. IN DUITSCHLAND OPGEHEVEN ,,de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan HEREEN1GO '. grillig-humoristische wijze, en in zoo doodgewone, populaire taal, dat men den indruk krijgt met in den grond zeer eenvoudige zaken te doen te hebben. Maar die indruk is misleidend en clie eenvoud is schijn. De vragen omtrent de grondslagen van de wiskunde en van alle kennis zijn nu eenmaal geen eenvoudige vragen, a! worden ze ook door een Meester in een alleraardigst Multatuliaansch ideeënpakje gestoken. Voor wie van deze pro blemen al een en ander weet,is zoo'n verkleedpartij amusant en leerzaam. Maar wie > p deze wetensgebieden vrijwel een vreemde is ?--- en hoevelen zijn dit niet? wordt er meer door verbijsterd en verward dan dat hij er inzicht door krijgt. Het is ermee als met von Jhering's Scherz und Ernst in der Jurisprudenz": voor een jurist alleramusantste n zeer leerzame lectuur. Maar niet bepaald geschikt om den beginneling in de wereld der juridische kategorieën binnen te leiden. /onder den sleutel" in den vorm van een in houdsopgave zouden wij schrijvers bedoelingen nog vaker misverstaan. Maar ook deze in strenge taal gehouden sleutel is te beknopt en daardoor onvoldoende. Zoo mocht ik er bijv., ondanks her haalde lezing, niet in slagen in te zien, in hoeverre de geestige beschrijving van den geweldigen indruk, dien Willem de Derde's blauwe huzarenbroek op Prof. Mannoury als kind maakte, als illustratie kan dienen van de stelling, dat,,verderstrekkende doeleinden dan die van het dageliks leven niet voor rechtstreekse uitdrukking vatbaar zijn". Is bedoeld, dat die broek-emotie niet voor directe uitdrukking vatb?ar isv Maar een emotie is toch geen doeleind"? En zoo is er zooveel. Maar ook treffen ons telkens weer prachtig-rake formtilccringen. Bijv. deze omschrijving van het begrip natuurwet": een katalogus van onze ervaringen, opgesteld in de hoop, er onze ver wachtingen naar te kunnen richten." Daarin en in menige andere passage herkent men weer den krauigen schrijver van Wiskunst, Filosofie en S»d;ilisme". Ook de zware, profetische klank, die aan dit vroegere geschrift een zoo geheel eigen karakter verleende, ontbreekt niet geheel. En ?-merkwaardig bewijs, hoe ieder mensch, dus ónk Prof. Mannoun, in laatste instantie meer geloof hecht aan hè! ja zijner intuïtie dan a-''ti het neen van zijn intellect, de scepticus, die zooeven nog het begrip zijn" wantrouwig peilde niet het lood zijner signifische gedachte, eindigt zijn boek met deze mystieke woorden: ,,/ijn is Komimiüist zijn".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl