Historisch Archief 1877-1940
Mo. 2518
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
EEN NIEUW BOEK VAN
PROF. MANNOURY
door Mr. H. G i i. T A Y
HET UNIFORMVERBOD
Teekming voor
Van de hand van den Amsterdarnschen
hoog'leeraar in de wiskunde verscheen een nieuw ge
schrift over Mathesis en Mystiek", met den onder
titel: een signifiese studie van kotnmunisties
standpunt" *). Over dezen ondertitel alleen zou
men weer een signifische studie kunnen schrijven.
Want wat bedoelt Prof. Mannoury met dat
kommunistiese standpunt"? Het standpunt der
Derde Internationale, waarvan hij deel uitmaakt?
Maar die héft in deze en dergelijke kwesties geen
standpunt. Tenzij men haar, uit een politiek
oogpunt zeer begrijpelijke, algemeene afkeer
van alles wat naar mystiek of wijsgeerige bespie
geling zweemt, een standpunt" zou willen noemen.
De taktiek der Derde Internationale ten opzichte
der diepere dingen is deze: zoolang het maar
eenigszins mogelijk is, negeert zij ze. Maar als dit
np een gegeven moment niet meer gaat, neemt zij
het altijd-gereedliggende etiketje burgerlijk" ter
hand, plakt dit op de ongewenschte problemen
«n acht deze hiermee afgedaan. En speciaal voor
beschouwingen van signifischen aard kan men bij
haar weinig sympathie verwachten. Want wat
is wel het voornaamste resultaat van beoefening
der significa, van stelselmatige bezinning op wezen
?en beteekenis van het woord? Dat wij ons bewust
worden van de taalslavernij, van de ontelbare, in
?onzuiver, ondoordacht woordgebruik wortelende
misverstanden, waarin wij gevangen zitten, en
bovenal: van het meest algemeene fetischisme
onzer dagen: het fetischisme der wetenschap.
Wie signifisch heeft leeren denken, kan niet in
eenig wetenschappelijk systeem, van welken aard
?ook, de hoogste, richtende levenswaarheid blijven
«rkennen. Terwijl dit juist de kenmerkende trek
der communistische ideologie is: haar
onsignifisch, onwijsgeerig wetenschapsfetischisme, haar
afgodische vereering van het
marxistisch-leninistische leergeheel als de" sociologische waarheid
niet alleen, maar als de alles-omvattende,
dialektisch-rnaterialistischc" wereld- en levensleer, die
zoowel op politiek als op moreel gebied een on
feilbaar, wetenschappelijk-stellig richtsnoer aan
de hand doet. En in dit, voor alle dieper-denkenden
?op den duur onhoudbare, bijgeloof schuilt voor
«en groot deel de kracht der communistische ideo
logie. Immers het besef, dat zij, de arme onterfden
van nu, zijn de Dragers der Nieuwe Waarheid,
dat hun Leer niet, als alle vroegere, op gelooi
berust, maar op wetenschap, dit besef is voor de
?communistische heilsverwachting een dragende
suggestie van de grootste beteekenis.
Onnoodig te zeggen, dat Prof. Mannoury van
deze wetenschapsvergoding volkomen vrij is.
Vrijer misschien dan iemand anders. Ik ken althans
geen enkelen schrijver, die het betrekkelijke van
alle (ook exacte") wetenschap zoo scherp for
muleerde a'.sProf. Mannoury dit deed in zijn
Amsterdamsche aanvaardingsrede van 1917, waarin hij
tegenover de moderne machtsspreuken dit is
wetenschappelijk bewezen" en dat staat
onomstootelijk vast" stelde de uitspraak, dat als iets
wetenschappelijk bewezen is, het wel dit is, dat
niets onomstontelijk vaststaat. Dus concludeer ik
ook de Leer van Moskou niet. En in een Tri
bune-artikel van verleden jaar schreef Prof.
Mannoury, in het bijzonder met het oog op het
communisme, over de wetenschap, die wij
dwaselijk als onze meesteres vereeren". Duidelijker
kan het wel niet! Ook de laatste publicaties van
Henriëtte Roland Holst (?Over Schoonheid en
Leven", Communisme en Moraal") vormen n
doorloopend protest tegen de rationalistische",
mechanistische" opvattingen der Derde Inter
nationale. Uit een oogpunt van waarheid bevatten
deze beschouwingen zeker veel waardevols. Maar
wat maalt de Derde Internationale om waarheid?
Zij acht het haar plicht, hare leden in te enten"
(het woord komt voor in een officieel Besluit der
Executieve) met de ideologie, welke zij als de
voor den revolutionairen strijd meest duelmatige be
schouwt. En van die ideologie, die
marxistisch-leninistische wereldbeschouwing" zijn
wetenschapsdienst, dogmatiek en een krampachtig naar buiten
gerichte, dus materialistische", a-moreele
Einstellung" de essentiëele eigenschappen. Daarom
doet het merkwaardig aan, dat Prof. Mannoury
dit boekje, dat van het doctrinarisme van Moskou
even ver verwijderd is als de zon van de aarde,
opdraagt aan.... Lenin, d.w.z. aan zijn nagedach
tenis. Ja, Wladimir Iljitsj' groot en w'id geluid"
is verstomd. Maar als hij n jg was in het land der
levenden, dan zou hij, vrees ik, de opdracht niet
dankbaar aanvaarden, maar het boekje niet zijn
meedoogenlooze, verwoed-eenzijdige, maar
prachtig-consequente kritiek striemen en aan de kaak
*) In de s.'rie Handboekjes Elck 't beste",
uitgegeven dour de Mij voor Gojde en Gjedkoopj
Lectuur te Amsterdam.
stellen als een
in de hoogste
mate verwar
rend,
dooren-door
oncommunis
tisch geschrift
Wat niet
wegneem t dat
de lectuur er
van aan'een
ieder, die in
philosophische beschou
wingen over
het woord,
over weten,
gelooven en
zijn, over wis
kunde en wer
kelijkheid be
lang stelt, ten
zeerste is aan
te bevelen.
Alleen zwak
ke geesten,
die, door zich
vast te klam
pen aan een
of ander dog
ma, het hoofd
nog maar net
boven water
houden, doen
verstandig
het ongelezen
te laten. Want
er waait een
vervaarlijke
wind van kri
tiek en van
relativisme
door deze
bladzijden.
Het is soms,
of de Geest
der
Zelfweerspreking in
dezen
wiskunstenaar
zijn laatste
en
meest-geslaagde incar
natie heeft
gevonden. Luister naar de inleidende opgaaf",
Hierin stelt schr. blijkens het inhoudsoverzicht
zijn opgaaf, die tevens de hoofdopgaaf der sig
nifica is: de onderscheiding n verbinding van het
emotioneele en het bloot-i'm/i'a/f/m' element in de
taal. Dit klinkt zeer abstract. Maar de schr.
dramatiseert deze abstractie terstond zeer levendig
en concreet aldus: Een relief van de Boro-Boedoer
enerzijds en een stereotiepplaat van Sclirön's
Siebenstellige Logarithmen" aan de andere kant.
Beide brokstukken van menselikc taal: taaidaden.
Maar oneindig verscheiden in wat taal taal maakt:
schoonheid en waarheid.... De stereotiepplaat
telt: goed. fout, goed, fout.... 't Relief beoogt
alleen. Maar wat?" En trouwens, vraagt schr.
verder, beoogt ook de logarithmentafel niet? Al
was het maar levensverzekering en landmeting? En
is aan den Boro-Boedoer alle telling wel vreemd?
... .Ja, maar er blijft toch dit groote onderscheid,
dat het verhaal van Maya in 't Loembini-woud
hijceloof is, poëtische leugen, terwijl de
siebcnstellige" wetenschap inhoudt.... Ja, zegt de
vleeschgeworden contradictie, ja, maar Poincar
heeft ontkend, dat Parijs verder dan n meter
van Londen verwijderd is...."
Hoe vaart U? Bent u nog niet duizelig? Ge
lukkig, want het wordt nog erger. E.én stap over
den drempel van Professor's Overweging", en er
wordt een nieuwe aanslag op uw meest-vaste
overtuigingen gedaan. Ge hebt tot nu toe gedacht,
dat een of andere onderstelling altijd juist of
onjuist moest zijn, niet waar? Aut-aut, tertitim
non datur, zei mijn Latijnsche Iceraar altijd.
Welnu,dit principe .,vom ausgeschlossenenDritten"
blijkt niets anders te zijn dan een kwestie van
fatsoen, van conventie waar je je dus ook niet
aan zou kunnen houden. Ik zei, dat dit blijkt.
Dat is eigenlijk niet juist. Blijken doet het
blootconventioneele kaïakter van het logische principe
niet. Maar Prof. Mannoury doet alsof het voor ieder
glashelder blijkt. Zooals hij ook doet. alsof ieder
volkomen op de hoogte is van Prof. Brouwer's
oer-intuitie der wiskunde" en van Cantor's
over-oneindigheden". Wat helaas niet het geval
is. En hiermee"raak ik mijn grootste bezwaar tegen
het boekje: de wijze van behandeling, de vorm is
niet in overeenstemming met den inhoud. De in
houd is zware k"st, daar helpt niets aan. De meeste
problemen, die ter sprake komen, liggen ver buiten
den dagelijkschen gezichtskring van den gemid
delden beschaafde. En nu behandelt Prof. Man
noury deze vraagstukken op een zoo luchtige.
IN DUITSCHLAND OPGEHEVEN
,,de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
HEREEN1GO '.
grillig-humoristische wijze, en in zoo doodgewone,
populaire taal, dat men den indruk krijgt met in
den grond zeer eenvoudige zaken te doen te hebben.
Maar die indruk is misleidend en clie eenvoud is
schijn. De vragen omtrent de grondslagen van de
wiskunde en van alle kennis zijn nu eenmaal
geen eenvoudige vragen, a! worden ze ook door een
Meester in een alleraardigst Multatuliaansch
ideeënpakje gestoken. Voor wie van deze pro
blemen al een en ander weet,is zoo'n verkleedpartij
amusant en leerzaam. Maar wie > p deze
wetensgebieden vrijwel een vreemde is ?--- en hoevelen
zijn dit niet? wordt er meer door verbijsterd
en verward dan dat hij er inzicht door krijgt. Het
is ermee als met von Jhering's Scherz und Ernst
in der Jurisprudenz": voor een jurist
alleramusantste n zeer leerzame lectuur. Maar niet bepaald
geschikt om den beginneling in de wereld der
juridische kategorieën binnen te leiden.
/onder den sleutel" in den vorm van een in
houdsopgave zouden wij schrijvers bedoelingen
nog vaker misverstaan. Maar ook deze in strenge
taal gehouden sleutel is te beknopt en daardoor
onvoldoende. Zoo mocht ik er bijv., ondanks her
haalde lezing, niet in slagen in te zien, in hoeverre
de geestige beschrijving van den geweldigen
indruk, dien Willem de Derde's blauwe
huzarenbroek op Prof. Mannoury als kind maakte, als
illustratie kan dienen van de stelling,
dat,,verderstrekkende doeleinden dan die van het dageliks
leven niet voor rechtstreekse uitdrukking vatbaar
zijn". Is bedoeld, dat die broek-emotie niet voor
directe uitdrukking vatb?ar isv Maar een emotie
is toch geen doeleind"? En zoo is er zooveel.
Maar ook treffen ons telkens weer prachtig-rake
formtilccringen. Bijv. deze omschrijving van het
begrip natuurwet": een katalogus van onze
ervaringen, opgesteld in de hoop, er onze ver
wachtingen naar te kunnen richten." Daarin en in
menige andere passage herkent men weer den
krauigen schrijver van Wiskunst, Filosofie en
S»d;ilisme". Ook de zware, profetische klank, die
aan dit vroegere geschrift een zoo geheel eigen
karakter verleende, ontbreekt niet geheel. En
?-merkwaardig bewijs, hoe ieder mensch, dus ónk
Prof. Mannoun, in laatste instantie meer geloof
hecht aan hè! ja zijner intuïtie dan a-''ti het neen
van zijn intellect, de scepticus, die zooeven nog
het begrip zijn" wantrouwig peilde niet het lood
zijner signifische gedachte, eindigt zijn boek met
deze mystieke woorden:
,,/ijn is Komimiüist zijn".