Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2518
PEEK& CLOPPENBURG
Met LISSONE naar:
Parijs, groote reis 'il Sept.
Noord Italië«S Sept.
Italiaansche Meren l Oct.
Bome en Napels 6 Oct.
Parijs, goedkoop 12 Oct,
Londen en Wig h t 14 Oer.
Ita'ië, groote reis 2O Oct.
Programma's en Inlichtingen gratis bij
N.V. LISSONE & ZOON'S REISBUREAU
Leidscheatmat S, AMSTERDAM, Dam 1O.
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 3 per kwartaal of f 10 p. j. bij vooruitbetaling.
EEN GOED INTERIEUR
l/ EEN DAdELUk/CH
GENOT* DBMGT
TE OOtTEBBEEK DE
VEPZ(XKilN(i OP.
NAAR MAAT
Fr. SINEMUS
20 Leidschestraat 22 - Amsterdam
EERSTE KLAS WERK
tegen billijken prijs, is onze
specialiteit. Wij behandelen Uw
wasch beter dan U verlangt!
STOOM-WASSCHERIJ
DE PELIKAAN", Gouda
Opgericht l Juli 1825
Vraagt eens om onze prijs
courant No. 106.
Spoor's
Mosterd
W. A Spoor Jr. Culemborg
De Nieuwe en Verbeterde Rem- en Koppeling-Bekleeding
HET BESTE VOOR HET MINSTE GELD
Alle maten uit voorraad leverbaar. Vraagt prijzen.^
J. A. HUSSER.Technisch Handelsbureau
AMSTERDAM, Prins Hendrikkade 174
Telegram-adres MEDIATOR" TELEFOON Nr. 4(5337_J
BfJKOMSTIGHEDEN
door A N N i F: S A i. o M o N s
CLXXXVIII
Het kruisje achter een naam heeft hier een
andere uitwerking dan in Holland.
Want als de drager ervan je in Holland ook maar
een klein beetje nagestaan heeft, dan weet je
het droeve bericht ook wel vóór de krant; dan is
het lezen ervan 's avonds alleen de bevestiging:
het is dus werkelijk waar; er is niets meer aan te
doen of te hopen, het staat er. ... Maar hier is er
geen voorbereiding, geen sfeer van angstige
spanning vooruit; geen praten onder elkaar van
heb jij ook gehoord, hoe de nacht"...., of:
is de temperatuur...." Hier sla je zonder aan
iets te denken het weekblad open en dan staat
het er: J. H. I.eopold f. En niets erbij van wanneer
of hoe; dat weet daar immers iedereen, die er
in meeleeft, vanzelf. Maar als je terugrekent,
dan moet het geweest zijn, toen wij in de
Middellandsche zee voeren; ongeveer op denzelfden tijd,
dat naar alle kanten over de wereld werd geseind,
dat Charley Chaplin een zoon was geboren. Wat
beteekent hiernaast de dood van een dichter,
wiens werk Boutens volmaakt heeft gekarakteri
seerd met de omschrijvingen hoorbaar peinzen"
en bijna zwijgen"....
En dan zie ik weer, als een herinnering aan mijn
eerste jeugd, de lange, tengere figuur, met zijn
bedachtzamen gang naast de kleine en levendige.
Hij keek neer, de ander keek op. Twee leeraren
van het gymnasium, klassieke talen" zeiden de
jongens. Maar pas veel later hoorde ik, dat de
iange een dichter was.
Een dichter.... een echte dichter, wiens verzen
in de tijdschriften stonden; waaruit De Meester
in de N.R.C, iets overnam, dat gezeten families,
die met Multatuli's Saidjah en Adinda" dweepten,
het onaangename gevoel gaf voor den gek gehouden
te worden; iets dat werd bediscussieerd en waar
over het gezonde verstand zei: ik begrijp er niets
van, dus is het onzin."
Het waren eenige strophen naar aanleiding
van den dood van Paul Verlaine; ik ben er zeker
van, dat ik ze ook niet begreep; maar door ze te
hoorenridiculiseeren, kende ik ze weldra van buiten,
en er ging iets van uit, iets weemoedigs, een terug
getrokken droevigheid, die mij het gevoel gaf,
dat ik dit eigenlijk altijd had bedoeld, maar het
nooit had kunnen zeggen en ook nooit iemand
anders had gevonden, die het zoo zeggen wilde ....
En in een oud, groen poëzie-albumpje schreef
ik alle verzen over, die ik van hem vinden kon,
heel den cyclus over den dood van een jong meisje,
en het Kerstliedje en het albumblad; en aan den
anderen kant van het boekje, schaamteloos,
mijn eigen probeersels, uitroepen en groote woor
den, van dat het zoo erg was; enals]ik ze tegenkwam
op de Blaak, den langen, tengeren man en den
kleinen, met zijn ironischen glimlach, dan stelde
ik me voor, over welke poëtische" dingen ze
toch altijd zouden praten. Hij was de eerste dichter
dien ik had gezien; ik ben altijd de anderen een
beetje naar zijn maat blijven meten.
Toen, door een dwaas toeval, leerde ik hem ken
nen ; het was iets met een poppejurkje en een pop
petje, waar de tegenwoordige hoofddirecteur van
het Rijksmuseum ook in was betrokken; ik liep
naast hem in de Oldenbarneveldstraat; ik hoorde
zijn stem, ijle, in het stadsrumoer vervliegende
klanken, ik dacht dat hij nu iets wonderbaarlijk*
zou zeggen, een gesprek als in een boek.... Hij
vroeg, of het huis van onze directrice (H.B.S.
voor meisjes) onder hetzelfde dak was als de school!
Later heeft hij me nog eens dezelfde vinger
wijzing gegeven naar den solieden eenvoud,
naar de echtheid zonder omwegen, toen we samen
schaatsen reden. Op het ijs was hij een ander
mensch dan in de straten; de doofheid, die zijn
overgevoeligheid later tot onrustiger! argwaan
deed verzieken, die toen al zijn natuurlijke
vroolijkheid remde, was in de strakke vrieskou bijna
geheel verdwenen; het gesprek kon op gewonen
toon en zonder verwikkelingen worden gevoerd,
en ik, die nog op school was en alle vastheid van
overtuiging bezat, die bij mijn jeugd hoorde,
sprak over Nietzsche, als over iemand, dien ik
in mijn zak had." Vindt u ook niet?" vroeg
ik aan het eind van een baantje, met een vertrou
wenden blik naar zijn rustig, blijmoedig gezicht
onder den bonten muts.
Eigenlijk ken ik Nietzsche niet goed genoeg
om er een meening overjte hebben", zei hij glim
lachend.
Ik weet nog, dat ik alleen maar: O.io", zei
met een beschaamd kreuntje, en dat hij, bang,
dat ik iets onvriendelijks uit zijn woorden zou
kunnen opmaken, voorstelde om me tegen den
wind op te trekken; maar ik kan nog steeds niet
als een kip zonder kop doorslaan over iets, waar ik
geen verstand van heb, of i k denk aan dien middag
op het ijs en de zachte W'yy-heid van mijn partner.
Waaruit u de conclusie k u nt trekken,dat er zelden
een week voorbijgaat, dat ik niet aan den stillen
dichter heb gedacht.
Aan zijn lessen heb ik nooit mogen deelnemen ;
maar er was een tijd, dat op hetzelfde uur hij
uit een lokaal van boven naar beneden ging en
DE_BESTE VARINAS
ral verkrijgbaar l(J|0)'' n half ons pakje
ik in tegenovergestelde richting: we ontmoetten
elkaar op de trap. S:nns wiss:lden we alleen een
groet; soms bleef hij stian met een tijdschrift
in de hand, waarin hij me een artikel aanwees,
dat ik eens moest lezen; soms gaf hij me een
kaart voor een concert. Later, na mijn eindexamen,
zag ik hem nog maar sporadisch, op het s'.idalicium.
waarvan we beiden in onzen studententijd lid
geweest waren, onverwachts in een trein of bij
een schoolfeest.
Toen werd hij in Mei zestig jaar. Ik was in
Holland; een jong dichter, die me bezocht, vroeg:
/.uilen we hem samen een mand roede rozen
sturen: Aan Hollands grootsten dichter?"
De grootste?" zei ik, dat weet ik niet.
Kloos.... Gorter.... Boutens.... De fijnste"
is misschien juister...."
We praatten door; vergaten de zakelijke uit
voering. De dichter zelf /.al mij op den gedenkdag
niet hebben gemist. Maar ik zou het voor mezelf
zoo'n bevrediging hebben gevonden, als de lange
rij verspreide herinneringen, die ik aan zijn
persoonlijkheid heb, had mogen sluiten met de
poging hem nog ns te zeggen, hoeveel zijn stille
leiding voor mij heeft beteekend, van dat
eerskoogenblik af, dat ik, onbegrepen, die regels op den
dood van Paul Verlaine leerde, die ons het beste
grafschrift voor hem zelf toelijken:
een man die heeft zijn afgewende
leven stil voor zich heen gevoerd,
een povere maar een ontroerd
teedere en hij in zijn ellende
was tot den eenigen zin gekomen
des levens: dat wij wezen /ouden
verscholen, in geduld gehouden
en wegverloren, zóó eerst vromen.
Een wijze en om den doode is veel
van zoetheid en mijmering gebleven
en het bemoeien en doorleven
der menschen heeft aan hem geen deel".
HOOFIEN'S ROOMBOTERl
WORDT SPECIAAL BEREID l