De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 12 september pagina 7

12 september 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2518 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAERELS' Meublleering-MIJ. AMSTERDAM OOMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN ftokin 128 - Tal. 44541 DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 3.?per kwartaal of ( 10.?per jaar bij \poiuitbetaling. 5O1 CONDUITE INTÉRIEURE 4 Cylinders, 10/15 P.K., 4 Zitplaatsen, Ballonbanden, SchokbrekersUIT VOORRAAD LEVERBAAR. Zonder voorwielrem f 4600 | Met voorwielrem f 4750. De Importeur: J. LEONARD LANG, Stadhouderskade 114, A'dam, Tel 27100. l HERFSTTYLLOOS door Dr. JAC. P. T u ij s s E Als de vacantie ten einde loopt, komen de tydeloozen in bloei. In Zwitserland, waar de kinderen al net 7.00 zijn als overal elders, noemen zejde tyde'bczen Schulblumen", omdat hun bloei op menige plaats samenvalt met het heropenen van de zoo langdurig gesloten gebleven scholen. Onze Limburgsche jongelingschap schijnt die coïncidentie niet opgemerkt te hebben; men houdt zich daar aan den aardigen officieelen naam. Inderdaad lijkt het een soort van anachronisme, wanneer we in Augustus en September als de vel den kaal zijn en de hagen hun bloesem verliezen, opeens in de weiden en hooilanden die duizenden bloemen te voorschijn zien komen in de frissche kleuren en den overvloed, dien we gewend zijn van de lente. Een crocusveld in Maart in de bollen streek kan niet fleuriger zijn dan de tylloosplekjes in de dalen van Zuid-Limburg of hier en daar langs Maas en Geldersche IJsel. In Zuid-Limburg is de plant volkomen thuis, want het is een bloem van de bergweiden, zoowel van het Middelgebergte als van het hooge bergland. Oe kunt ze nog vinden tot boven Pontresma en zelfs op den Riffelalp. Toch is het een plant, die gebonden schijnt aan menschelijk bedrijf, een gezel van de cultuur, even goed als brandnetel of weegbree. Zelden zult ge tydeloozen vinden op plaatsen waar geen vee c,f menschen komen. En lijkt dat soms toch het geval te zijn, dan is de kans nog groot, dat de zaden om laag gespoeld of omlaag gerold zijn van een hoogtr plek, waar wel vee of menschen verkeerden. Het overvloedigst groeit de herfsttylloos op land dat gemaaid is en het lijkt wel, alsof de zeis de bloem prikkelt tot sneller ontwikkeling. Dezen zomer heb ik daar nog eens op gelet. Wij waren in een streek van het gebergte waar zeer laat ge maaid wordt, de eerste snee pas in Augustus.Toen we in het begin van de maand aankwamen, lagen die drasse hooilanden nog ongerept; het gras meterhoog en daartusschen veel wollegras en kar telblad en forsche Trollius met reeds rijpe vruchten. Mieren daar verhieven zich hooge planten van het Witte Nieskruid, Veratrum, en overal dichte bundels van een soort van groote blauwe klokjesgentiaan die juist in bloei begon te komen. Slank en recht schaarden zich soms groepen van een andere gentiaanachtige plant, de Sweertia, met groote vaal-blauwe gevlekte gestreepte sterrebloemen, een vrij zeldzame plant, maar die plaatselijk overvloedig voorkomt. Maar wat het meest in die hooilanden de aandacht trok, dat waren toch wel de groote geelbruin verwelkte bladeren van de herfsttylloos, twee of drie dicht op elkaar op een stengel, en daartusschen vondt je dan de drie hoekige vrucht met de groote donkere zaden. Nu komen de maaiers en snijden alles af. Den volgenden dag, terwijl het zwad nog ligt te drogen, zie je tusschen de stoppels al de paarse bloemknoppen en met nog een nacht staan die al een decimeter hoog op hun ranke bloembuizen ai;emaal uitroepteekens. Verder gedraagt de bloem zich ongeveer als onze gewone crccus in het voor jaar. In het warme heldere zonnetje buigen de bioemdekslippen buitenwaarts om, al verder en verder, totdat ze geheel zijn teruggeslagen. Het binnenwerk ziet er wat anders uit dan bij de crocus, de stempels hebben geen pluimen, maar eindigen in een paars knopje, dat nauwelijks dikker is dan de draadvormige stijlen. Ook heeft een crocus slechts drie mceldraden en onze tydeloos vertoont er zes en we! met helmknoppen, die net als bij de lelies kunnen wibbelen op hun middenpunt. De insecten komen er om honig en stuifmeel, meest zweefvlicgen, maar ook wel hommels en honig bijen en het verwelken van de bloem toont al heel gauw aan, dat de vrucht zich heeft gezet, net als bij de crocus, voorloopig nog onder den grond. Bloem na bloem komt uit de knol te voorschijn en eindelijk, als de sneeuw begint te vallen is de bloei voorbij. Heel misschien ziet ge nog een beginnetje van de donkergroene bladeren, die nu uit den grond omhoog komen, maar dat gebeurt toch eigenlijk pas in 't voorjaar en met de bladeren komt dan ook de rijpende vrucht te voorschijn. De heele plant is vergiftig: knol, bladeren, bloemen, vrucht, zaden, zoowel voor de menschen als voor het \e' Op de weiden laten de koeien de tylloosbladeren onaangeroerd net als de boter bloemen en de brandnetels. Later krijgen ze die bladeren toch in het hooi en nu schijnen sommi-ze paarden en koeien zoo slim te zijn om ze ook dan niet te eten. Onbedachtzf.m.' kalfjes worden dikwijls het slachtoffer. Schapen en geiten hebben er minder last van. Energieke landbouwers trachten het onkruid te verdelgen, hetzij door herhaald maaien, of door het rooien of vernielen van de knollen, ook wel eens door speciale bemesting. In verreweg de meeste streken laat men echter de mooie bloemen ongemoeid, ook al kettert men op den overlast. Hieruit zou men kunnen afleiden, dat er alles met alles toch niet zoo heel veel kalfjes aan colchicumvergiftiging te gronde gaan. Ook wordt het zaad als geneesmiddel gebruikt, zoowel als huismiddeltje als door de echte apotheek. Er bestaat een goede gelegenheid om met de herfsttylloozen nader bekend te worden, doordat onze bloemenwinkels ieder najaar de knollen te koop hebben onder den naam van droogbloeiers. Dat is dan wel niet de gewone Midden-Europeesche soort, maar een Oosterling uit Balkan en Kaukasus, die grootere en mooiere bloemen geeft. De waterrijke knol maakt, dat bloem na bloem zich kan ontplooien, zonder dat wij ooit water behoeven te geven en ge kunt op uw gemak genieten van het snelle opschieten en de gevoeligheid der bloemen voor warmte en lucht. De uitgebloeide bloem planten we op een vochtig plekje in den tuin en als ge dan in 't voorjaar vrede hebt met de nogal grove in het geheel niet sierlijke bladeren en die rustig hun gang laat gaan, dan voeden die voor u een nieuwe knop op, met alweer een heel pak mooie bloemen. De aanleg van die knol en het begin van die groene bladeren is nu reeds aanwezig, daarvan kunt ge u overtuigen door langs de, bloemen heen de knol verticaal door te snijden. Ge krijgt dan een heel aardigen blik in de toekomst. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE POL ROGER & Cie. Agent General: JAGER GERLINQS, Haarlem PIONIERS VAN DE BERGSPORT (Ingezonden,) Aan Dr. Mag ik naar aanleiding van uw artikel Een pionier van de bergsport" een kleine kantteeketiing maken? Wanneer ik Petrarca hoor noemen, denk ik ook dadelijk aan zijn omniddellijken voorganger, Dante. Als ik dan een vergelijking maak, valt die altijd buitengewoon ongunstig voor den zanger van Laura uit. Ik heb vele van zijn Rime doorgewor steld, en zeer zeker is er heel wat schoons bij, maar daaronder is ook zooveel sentimenteel-prozaïsch. dat ik dikwijls teleurgesteld het boek heb weg gelegd. Ik denk b. v. aan Sonnet XLIII. Bij de Toskaansche kust ziet Petrarca een laurieren dade lijk komt de gedachte aan Laura bij hem op ; terwijl hij opgewonden en haastig den boom nadert, 'stapt hij in een beekje, dat onder het gras ver borgen was". Dit ongeval ontlokt hem de volgende ontboezeming: .,'k was ten minste verheugd mijn stijl van altijd nat van de oogen naar de voeten verplaatst te hebben". Het is waarschijnlijk naar aanleiding van dergelijke sonnetten, dat een Duitse h geleerde, Vossler, hem den ersten subjectiv-analytisch-psychologischen Lyriker und (iefühlsromantiker" genoemd heeft. Toen u nu Petrarca als een pionier van de bergsport" beschreef, herinnerde ik mij de plaats in Burckhardf, waar deze ook over die beklimming spreekt. Maar Burckhardt geeft de eer aan Dante. Die festen Bevveise fiireine liefere Wirkung grosze r landschaftlicher Anblicke anf das emiit beginnen mit Dante. Kr schildert nicht nur iiberzeugend in wenigen Zeilen die Morgenlüfte mit dein fernzitternden Licht des sanft bewegten Meeres, den Stunn im Walde u. dgl., sondern gr bcsteigt hohe Berge in der einzig möglichen Absicht den Feniblick zu genieszen; vielleicht scit dem Altertum einer der ersten, der dies getan hat. (Man wird schwer erraten, was er sonst au f dem ipfel der Bismantova, im Gebiet von Reggio, könnte zu thun gehabt haben. Purg. IV, 26)" Waarde heer Tnijsse, het is mij een genoegen onze kennismaking van 25 jaar geleden aldus schriftelijk te hernieuwen. Wees overtuigd, dat deze opmerkingen slechts dienden om te bewijzen, dat ik uw stuk met belangstelling heb gelezen. Utrecht, O Sept. 1925. ' P. A. V A N D R K L A A N ZAALDEMONSTRATIE tot 13 September door NE D. RADIOWERKEN te Doorn, dagelijks in PAVILJOEN-VONDELPARK van 4?0 's namiddags van 9?11 nam. (in de pauzen) Toegang vrij.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl