Historisch Archief 1877-1940
No. 2519
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PEEK & CLOPPENBURG
BIJ EEN WESPENNEST
door Dr. JAC. P. T H ij s s E
Na het beroemde wespenjaar 1920 had ik geen
nest meer in mijn tuin gehad. Destijds had ik er
vier en bij de buren lagen er ook nog, en toen het
nu zomer Werd en de bevolking dier nesten zich
automatisch verdubbelde, vertienvoudigde,
verhonderdvoudigde, kwamen de diertjes overal
maraudeeren en dan hadt je er soms een stuk of
twintig in de huiskamer. Hotels en uitspanningen
werden belaagd door scharen van
die gevreesde dieren. D^;bej§ge,ning,
die ze van de menschen ondervon
den, maakte hen ten slotte ook
zenuwachtig en zoo gebeurde het
dan wel eens dat er een mensch werd
gestoken. Toch kwam dat veel min
der voor, dan je bij zoo'n menigte zou
verwachten. Maar de druiven, peren
en pruimen kregen er geducht van
langs. Met schrik zag men het vol
gende jaar tegemoet, als de nakome
lingen van al die nesten weer nieuwe
nesten zouden gaan bouwen, maar
De wesplarve dat is toen geweldig meegevallen en
er zijn zelfs een paar jaren geweest
dat je haast geen wespen zag, wat mij wel speet,
want het zijn aardige dieren.
Je moet die wespen niet oordeelen naar den in
druk dien ze maken iri onze Woonkamers, want
daar beschouwen wij ze met vooroordeel. Ze zijn
daar indringers, wekken onbehagen door hun on
rust en doordat we weten, dat ze wel eens zouden
kunnen steken, al doen ze dat ook haast nooit.
In kopje of glas zijn ze geheel en al ontoelaatbaar.
Een beter opvatting krijg je, als je bij een wespen
nest gaat zitten. Dan zijn de bordjes verhangen,
wijzelf zijn dan de indringers en de bezigheid van
die dieren daar ter plaatse raakt in 't geheel niet
aan ons menschelijk bedrijf. Ze slaan op ons veel
minder acht, dan wij het op hen deden. In de
meeste gevallen krijg je den indruk dat ze je in
het geheel niet zien. Een heel enkele keer zal er
eens een voor je in de lucht komen zweven, mis
schien aangetrokken door een kleurplekje in
kleeding of gelaat, of, bij kinderen, door de
glimmerigheid en geur van kleffe eetmondjes. Maar
eigenlijk kunnen we gerust zeggen, dat de wespen
zich niet met den mensch inlaten. Zij zijn niet
zenuwachtig, zelfs als ik er van tijd tot tijd eens een
oppak, met een slap pincetje (met de hand durf
ik niet) dan blijft de gemeenschap rustig en als ik
het slachtoffer loslaat, dan denkt hij niet aan
wraak, maar gaat zich wat zitten poetsen en zet
daarna zijn onderbroken werk voort.
Het nest ligt in een vlak gedeelte van den tuin
tusschen gras en mos. De opening var. den toegang
was eerst zoo groot als een kwartje, maar overtreft
nu den rijksdaalder. De schacht gaat meer dan twee
decimeter diep den grond in en van het eigenlijke
nest is niets te zien. Misschien graaf ik het over
een paar maanden uit, wanneer de wespencampag
ne is afgeloopen. De werksters en de mannetjes
zijn dan gestorven en de koninginnetjes hebben het
nest verlaten om op een beschut plekje te over
winteren. Liefst kiezen ze dat plekje zoo, dat ze
er kunnen hangen en dan houden ze zich vast
met hun kaken. Pooten en vleugels zijn vlak tegen
het lijf gevouwen, in denzelfden stand, dien ze in
GEEN HOOIKOORTS MEER!
Door onze speciale bril voorkomt U hooikoorts,
prijs f 1.?; door geheel Nederland tegen
vooruitbetaling van f 1.20.
JOS. HARTOG
Hoofdsteeg 17 Nobelstraat 28
Telef. 3343 Telef. 1063
ROTTERDAM UTRECHT
den popvorm hadden. Ze lijken dan dood; ge
zult in den winter wel eens van die doode wespen"
vinden in uw gordijnen, in een schuurtje of tus
schen de klimopblaren.
Zoover zijn we nog lang niet. Wespen houden
hun nest veel langer in stand dan hommels. Ver
scheidene hommelhuishoudens zijn nu reeds op
gedoekt, maar het wespenbedriif duurt
onverflauwd voort. Nu de zon weer schijnt, zijn ze
druk bezig. Ze komen uit de donkere schacht
naar boven loopen langs de loodrechte wanden en
heel aardig is het om hun geel met zwarte snoeten
te voorschijn te zien komen. Wespen hebben een
groot en duidelijk gelaat, een flink voorhoofd,
.wijd geplaatste oogen, duidelijke wangen en dan
onder hun sprieten, dat mooie groote gele schild.
Vlinders hebben eigenlijk geen physipnogmie van
beteekenis, kevers ook weinig, sprinkhanen en
libellen al wat meer, maar de wespen spannen de
kroon. Ik vind ze tenminste heel aardige persoon
tjes. Dikwijls genoeg komen er een stuk of tien
tegelijk naar boven kuieren en als die de vleugels
gespreid hebben, dan volgen er weer tien andere,
vaak een onafgebroken stroom. De bevolking van
een flink wespennest loopt dan ook al gauw in de
tienduizenden. Rondom de nestopening houden ze
het gras en het:?mos mooi.kort. Zoodra een gras
sprietje den ingang tot het nest maar eventjes
belemmert, wordt het Weggebeten.
Je kunt het natuurlijk niet laten, om met zoo'n
nest het een en ander te probeeren en zoo hebben
we dan ook eens de opening van het nest dicht
gestopt met een handjevol gras. De thuiskomenden
konden nu niet dadelijk naar binnen en in enkele
seconden stond er dan ook al een heele wolk van
SCHEMA VAN 'T WESPENNEST
1. Buiteningang.
2. Binnen-ingang.
3. Omhulsel van het nest.
4. De raten met verbindingszuiltjes.
5. Het zuiltje waar het nest aan hangt.
wespen boven den ingang, terwijl de lui, die 't nest
wilden verlaten van omlaag tegen dat gras duw
den. Eindelijk wurmde er een zich doorheen, daar
na een ander en nu werd de dienst hersteld, doch
in een zeer vertraagd tempo. De dieren die gingen
en kwamen, schenen zich verder om dat gras niet
te bekommeren, maar de wachtenden vielen er op
aan, gingen bijten en trekken en probeerden dit
gras te verwijderen. Nu is een wesp een oneindig
beter vlieger dan looper en het duurde dan ook niet
lang of nu een, dan een ander, vloog weg met een
grasspriet tusschen de pooten en in zijn bek. De
grassprieten waren wel zes- of meermaal zoo lang
als de wespen en het leek wel of ze er op paardje
reden. Ze vlogen meest heel ver weg, tien nieter
hoog en tien meter ver, soms verder en dan lieten
ze hun grasspriet pas vallen. Zoo werd de omgeving
van het vlieggat grondig gereinigd, binnen het uur
waren ze er mee klaar. Meer moeite gaf een abeel
blad, dat den ingang geheel versperde. Dat beten
ze eindelijk aan stukjes en er bleef niets van over.
Vandaag hebben ze het bijzonder druk. De
regens van de laatste veertien dagen zijn hun nood
lottig geworden en nu sjouwen ze hun doode jongen
naar buiten, honderden en honderden. Misschien
heeft een deel van het nest een poosje onder water
gestaan. Ook is er groote kans, dat die jongen
verhongerd zijn. Ze worden in den regel gevoed
CADILLAC V. 63
De leidende positie, die de C A D I L L A C
steeds heeft weten te handhaven, maakt voor
ieder de keus gemakkelijk, die op auto
mobielgebied het beste wenscht te bezitten.
K. LANDEWEER - UTRECHT
met fijn gekauwd dierlijk voedsel, dat door de
werkwespen wordt verzameld. Die hebben in die
slagregens natuurlijk niet veel vliegen of
bladluizen kunnen bemachtigen en een langdurige
rcgenperiode is daarom ook altijd de ondergang der
wespen, 't Is nu ook een geduchte ramp geweest.
Wesp met doode larve
Nu dragen ze de witte doode larven naar buiten
en als ze kunnen vliegen ze er mee weg, net als met
die grassprietjes. Maar de heel zware, die laten ze
maar dadelijk vallen; van morgen toen ik bij 't nest
kwam lagen er al drie-en-negentig. 't Zijn glim
mend witte diertjes, flauw geleed, zonder pooten
en de kop vertoont aan de mondopening een paar
lichtbruine kaken. Hun huid is doorschijnend en
als ze nog leven kun je heel mooi de beweging van
bloedvat en ingewanden zien en ook de vertakte
luchtbuizen.
Het is een bekend feit dat de wespen, laat in
't jaar, als er gebrek aan voedsel ontstaat, hun
larven zelf opeten. Daarom lijkt het vreemd, dat
ze thans die doode larven naar buiten brengen in
plaats van er voedsel van te fabriceeren voor de
nog levende. Weer een voorbeeld ervan, dat wij
het gedrag van insecten maar niet zoo heel een
voudig kunnen beredeneeren.
NIEUWE UITGAVEN
Klein Leerboe/; eter Algebra, door P. WIJDENES.
Deel 1.
Gauw en Goed. Kleine Pianomethode. Samen
gesteld door FR. M. ALEXANDER en K. VELD
KAMP, met medewerking van W. van Kalmhout
en L. A. van Tetterode en met bijdragen van
E. Wettig-Weisscnborn, Jan Arts, Albert Mosmans,
Alphons Mosmans e.a.
Colledion des Grands Prosateurs. La Jennesse
de Jean-Jacqnes Rousseau (extraits des
Confessions) par C. DE BOER et J. M. BUFFIN. Sous Ie
Consulat et L'Empire, (extraits de ,,Dix Années
d'Exil" de Madame de Stael), par C. DE BOER
et J. M. BUFFIN. L'enjance de Lainartine (ex
traits des Confidences), par C. DE BOER et
J. M. BUFFIN.
Beknopte Stereomctrie, door P. WIJDENES.
Alle hier boven genoemde werkjes zijn uitgegeven
door P. Noordho'ff te Groningen.
Rijpere Jeugd, Leesboek voor het voortgezet
onderwijs, door J. OOSTERKAMP en HERM. J.
JACOBS. 4e Deeltje. Uitgave van Tieme et Cie te
Zutphen.
CORSETEÈRE m~
KEIZERSGRACHT ff2AMSTERDAM
l TELEF. 57151 la~
mff^~ ATELIERWOORREPAPATiËN
IN DENHAAG ELKEN VRIJDAG HOTEL.CENTRAL