De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 19 september pagina 7

19 september 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2519 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PEEK & CLOPPENBURG BIJ EEN WESPENNEST door Dr. JAC. P. T H ij s s E Na het beroemde wespenjaar 1920 had ik geen nest meer in mijn tuin gehad. Destijds had ik er vier en bij de buren lagen er ook nog, en toen het nu zomer Werd en de bevolking dier nesten zich automatisch verdubbelde, vertienvoudigde, verhonderdvoudigde, kwamen de diertjes overal maraudeeren en dan hadt je er soms een stuk of twintig in de huiskamer. Hotels en uitspanningen werden belaagd door scharen van die gevreesde dieren. D^;bej§ge,ning, die ze van de menschen ondervon den, maakte hen ten slotte ook zenuwachtig en zoo gebeurde het dan wel eens dat er een mensch werd gestoken. Toch kwam dat veel min der voor, dan je bij zoo'n menigte zou verwachten. Maar de druiven, peren en pruimen kregen er geducht van langs. Met schrik zag men het vol gende jaar tegemoet, als de nakome lingen van al die nesten weer nieuwe nesten zouden gaan bouwen, maar De wesplarve dat is toen geweldig meegevallen en er zijn zelfs een paar jaren geweest dat je haast geen wespen zag, wat mij wel speet, want het zijn aardige dieren. Je moet die wespen niet oordeelen naar den in druk dien ze maken iri onze Woonkamers, want daar beschouwen wij ze met vooroordeel. Ze zijn daar indringers, wekken onbehagen door hun on rust en doordat we weten, dat ze wel eens zouden kunnen steken, al doen ze dat ook haast nooit. In kopje of glas zijn ze geheel en al ontoelaatbaar. Een beter opvatting krijg je, als je bij een wespen nest gaat zitten. Dan zijn de bordjes verhangen, wijzelf zijn dan de indringers en de bezigheid van die dieren daar ter plaatse raakt in 't geheel niet aan ons menschelijk bedrijf. Ze slaan op ons veel minder acht, dan wij het op hen deden. In de meeste gevallen krijg je den indruk dat ze je in het geheel niet zien. Een heel enkele keer zal er eens een voor je in de lucht komen zweven, mis schien aangetrokken door een kleurplekje in kleeding of gelaat, of, bij kinderen, door de glimmerigheid en geur van kleffe eetmondjes. Maar eigenlijk kunnen we gerust zeggen, dat de wespen zich niet met den mensch inlaten. Zij zijn niet zenuwachtig, zelfs als ik er van tijd tot tijd eens een oppak, met een slap pincetje (met de hand durf ik niet) dan blijft de gemeenschap rustig en als ik het slachtoffer loslaat, dan denkt hij niet aan wraak, maar gaat zich wat zitten poetsen en zet daarna zijn onderbroken werk voort. Het nest ligt in een vlak gedeelte van den tuin tusschen gras en mos. De opening var. den toegang was eerst zoo groot als een kwartje, maar overtreft nu den rijksdaalder. De schacht gaat meer dan twee decimeter diep den grond in en van het eigenlijke nest is niets te zien. Misschien graaf ik het over een paar maanden uit, wanneer de wespencampag ne is afgeloopen. De werksters en de mannetjes zijn dan gestorven en de koninginnetjes hebben het nest verlaten om op een beschut plekje te over winteren. Liefst kiezen ze dat plekje zoo, dat ze er kunnen hangen en dan houden ze zich vast met hun kaken. Pooten en vleugels zijn vlak tegen het lijf gevouwen, in denzelfden stand, dien ze in GEEN HOOIKOORTS MEER! Door onze speciale bril voorkomt U hooikoorts, prijs f 1.?; door geheel Nederland tegen vooruitbetaling van f 1.20. JOS. HARTOG Hoofdsteeg 17 Nobelstraat 28 Telef. 3343 Telef. 1063 ROTTERDAM UTRECHT den popvorm hadden. Ze lijken dan dood; ge zult in den winter wel eens van die doode wespen" vinden in uw gordijnen, in een schuurtje of tus schen de klimopblaren. Zoover zijn we nog lang niet. Wespen houden hun nest veel langer in stand dan hommels. Ver scheidene hommelhuishoudens zijn nu reeds op gedoekt, maar het wespenbedriif duurt onverflauwd voort. Nu de zon weer schijnt, zijn ze druk bezig. Ze komen uit de donkere schacht naar boven loopen langs de loodrechte wanden en heel aardig is het om hun geel met zwarte snoeten te voorschijn te zien komen. Wespen hebben een groot en duidelijk gelaat, een flink voorhoofd, .wijd geplaatste oogen, duidelijke wangen en dan onder hun sprieten, dat mooie groote gele schild. Vlinders hebben eigenlijk geen physipnogmie van beteekenis, kevers ook weinig, sprinkhanen en libellen al wat meer, maar de wespen spannen de kroon. Ik vind ze tenminste heel aardige persoon tjes. Dikwijls genoeg komen er een stuk of tien tegelijk naar boven kuieren en als die de vleugels gespreid hebben, dan volgen er weer tien andere, vaak een onafgebroken stroom. De bevolking van een flink wespennest loopt dan ook al gauw in de tienduizenden. Rondom de nestopening houden ze het gras en het:?mos mooi.kort. Zoodra een gras sprietje den ingang tot het nest maar eventjes belemmert, wordt het Weggebeten. Je kunt het natuurlijk niet laten, om met zoo'n nest het een en ander te probeeren en zoo hebben we dan ook eens de opening van het nest dicht gestopt met een handjevol gras. De thuiskomenden konden nu niet dadelijk naar binnen en in enkele seconden stond er dan ook al een heele wolk van SCHEMA VAN 'T WESPENNEST 1. Buiteningang. 2. Binnen-ingang. 3. Omhulsel van het nest. 4. De raten met verbindingszuiltjes. 5. Het zuiltje waar het nest aan hangt. wespen boven den ingang, terwijl de lui, die 't nest wilden verlaten van omlaag tegen dat gras duw den. Eindelijk wurmde er een zich doorheen, daar na een ander en nu werd de dienst hersteld, doch in een zeer vertraagd tempo. De dieren die gingen en kwamen, schenen zich verder om dat gras niet te bekommeren, maar de wachtenden vielen er op aan, gingen bijten en trekken en probeerden dit gras te verwijderen. Nu is een wesp een oneindig beter vlieger dan looper en het duurde dan ook niet lang of nu een, dan een ander, vloog weg met een grasspriet tusschen de pooten en in zijn bek. De grassprieten waren wel zes- of meermaal zoo lang als de wespen en het leek wel of ze er op paardje reden. Ze vlogen meest heel ver weg, tien nieter hoog en tien meter ver, soms verder en dan lieten ze hun grasspriet pas vallen. Zoo werd de omgeving van het vlieggat grondig gereinigd, binnen het uur waren ze er mee klaar. Meer moeite gaf een abeel blad, dat den ingang geheel versperde. Dat beten ze eindelijk aan stukjes en er bleef niets van over. Vandaag hebben ze het bijzonder druk. De regens van de laatste veertien dagen zijn hun nood lottig geworden en nu sjouwen ze hun doode jongen naar buiten, honderden en honderden. Misschien heeft een deel van het nest een poosje onder water gestaan. Ook is er groote kans, dat die jongen verhongerd zijn. Ze worden in den regel gevoed CADILLAC V. 63 De leidende positie, die de C A D I L L A C steeds heeft weten te handhaven, maakt voor ieder de keus gemakkelijk, die op auto mobielgebied het beste wenscht te bezitten. K. LANDEWEER - UTRECHT met fijn gekauwd dierlijk voedsel, dat door de werkwespen wordt verzameld. Die hebben in die slagregens natuurlijk niet veel vliegen of bladluizen kunnen bemachtigen en een langdurige rcgenperiode is daarom ook altijd de ondergang der wespen, 't Is nu ook een geduchte ramp geweest. Wesp met doode larve Nu dragen ze de witte doode larven naar buiten en als ze kunnen vliegen ze er mee weg, net als met die grassprietjes. Maar de heel zware, die laten ze maar dadelijk vallen; van morgen toen ik bij 't nest kwam lagen er al drie-en-negentig. 't Zijn glim mend witte diertjes, flauw geleed, zonder pooten en de kop vertoont aan de mondopening een paar lichtbruine kaken. Hun huid is doorschijnend en als ze nog leven kun je heel mooi de beweging van bloedvat en ingewanden zien en ook de vertakte luchtbuizen. Het is een bekend feit dat de wespen, laat in 't jaar, als er gebrek aan voedsel ontstaat, hun larven zelf opeten. Daarom lijkt het vreemd, dat ze thans die doode larven naar buiten brengen in plaats van er voedsel van te fabriceeren voor de nog levende. Weer een voorbeeld ervan, dat wij het gedrag van insecten maar niet zoo heel een voudig kunnen beredeneeren. NIEUWE UITGAVEN Klein Leerboe/; eter Algebra, door P. WIJDENES. Deel 1. Gauw en Goed. Kleine Pianomethode. Samen gesteld door FR. M. ALEXANDER en K. VELD KAMP, met medewerking van W. van Kalmhout en L. A. van Tetterode en met bijdragen van E. Wettig-Weisscnborn, Jan Arts, Albert Mosmans, Alphons Mosmans e.a. Colledion des Grands Prosateurs. La Jennesse de Jean-Jacqnes Rousseau (extraits des Confessions) par C. DE BOER et J. M. BUFFIN. Sous Ie Consulat et L'Empire, (extraits de ,,Dix Années d'Exil" de Madame de Stael), par C. DE BOER et J. M. BUFFIN. L'enjance de Lainartine (ex traits des Confidences), par C. DE BOER et J. M. BUFFIN. Beknopte Stereomctrie, door P. WIJDENES. Alle hier boven genoemde werkjes zijn uitgegeven door P. Noordho'ff te Groningen. Rijpere Jeugd, Leesboek voor het voortgezet onderwijs, door J. OOSTERKAMP en HERM. J. JACOBS. 4e Deeltje. Uitgave van Tieme et Cie te Zutphen. CORSETEÈRE m~ KEIZERSGRACHT ff2AMSTERDAM l TELEF. 57151 la~ mff^~ ATELIERWOORREPAPATiËN IN DENHAAG ELKEN VRIJDAG HOTEL.CENTRAL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl