De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 26 september pagina 19

26 september 1925 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

Tfo. 2520 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 WONDERLIJKE GESCHIEDENISSEN DER STOF d jur Dr. W. VAN BE M MELEN ?{met iee':enin^cn voor de Groene Amsterdammer" ilnnr Is. van Mens VAN HEL TOT HEMEL Wat i? wisselvalliger dan de avondval? In duizend oorden nergens gelijk; van dag op dag nimmer 't zelfde. Met hard stalen luchten kan hij zijn in wintersclie landen, met een vol palet van warme kleuren boven de woestijn. Hij kan ncerzijgen over een moe landschap met een wade van weemoed, maar ook rnischen door gerucht van herfstvlagen, die gele blaren voor zich nitjagen en grauwe wolken doen wegvluch ten langs paarsroode luchten. Rood aan den hemel, maar afschijn van de hel; lichtend tusschen verre wulkeiibanken, als uit de celvensters eener gevangenis. Dr. G ivert Lsnsnerg echter zag niet die onheilTcgeiijkertijd gingen ze elkaar voorbij spellende iichtranien, noch werd hii in zijn gang bemoeilijkt doi.r de rukkende windvlagen, terwijl hij met haastige passen langs den stadssingel naar zijn lab '.rat trium liep, want oostwaarts gaande k/irde hii den westelijken hemel zijn rug 'toe. De nijdige hcrfstwind zou hem anders niet gedeerd hebben, krachtig man als hij was en bovendien nu h.schennd door 'n warme jas. Zeker minder dan een anderen man. zonder jas noch regenscherm, met sjofele kleeren, die zonder snit hingen om zijn magere gestalte. Dien blies de rauwe wind wél langs de holle wangen; die keek nut zijn lichtblauwe dweepersoogen recht naar de opene lichtlniken aan den hemel. Die liep niet haastig, hem trok niet arbeid voor de weten schap; onzeker was zijn gang, als van iemand, die niet weet of zijn doel veraf of nabij is en die door vele driften naar vele kanten wordt getrokken. Maar hm- zijn gang zich voord"ed, langs den singel westwaarts was zijn weg, en met iedere schrede, die hij en Dr. Oovert deden, naderden ze elkander. De laatste dacht daarbij rustig na over hetgeen hij doen zou, nadat hij straks voor zijn werktafel had plaats genomen; doch de gedachten van zijn tegenlooper dwaalden tusschen verleden, heden en toekomst en sprongen rusteloos van het eene voornemen naar het andere. De afstand die hen scheidde, kromp in tot zichtwijdte; toch merkten ze elkaar niet op, want juist Jiad een vruchtbare gedachte zich meester gemaakt van den dokter, en zijn tegenmaat was dermate diep in het verleden verzonken, dat hij zijn omgeving was kwijt geraakt. Het duurde eenigen tijd, voordat de hoopvolle gedachte den geleerden man weer losliet en de ander zoo ver uit de put van den tijd was opge doken, dat ze beiden opnieuw gewaar werden, wat om hen heen was. Maar toen was ook de tusschenruimte zóó klein geworden, dat ze elkaar volkomen duidelijk zagen. Dat zien was herkennen, en het herkennen gaf blijkbaar aan beiden een schok. Oroote 0:)den, daar is David ! Dat is een eeuw geleden, dat ik hem het laatste zag !" stootte de dokter uit, zij het ook met fluisterstem. Waarachtig, daar komt Covert aan !" prevelde de andere. Hoe vermagerd en sjofel ziet hij er uit ! Ik behoef niet te vragen hoe het den onverbeterlijke!! dweper gaat", vervolgde Govert binnensmonds, tot zich zelf, terwijl ze elkaar snel naderden. Nog altijd dezelfde !" zei David zachtjes. Beider passen werden ietwat weifelend; zouden ze elkaar aanspreken? Neen, doorloopen maar !" zei de man, die oostwaarts ging 't is me te onveilig." Zou ik hem niet aanspreken; zon ik hem niet kunnen gebruiken?" vroeg David zich zelven zachtjes af. Maar hij zag hoe de andere zijn geregelden pas hervatte en hij vergenoegde zich met een diepe stem hem toe te voegen Gjeden dag, G)vert." Dag, David", antwoordde de andere en daarbij trachtte hij zijn terughouding te bedekken door een groeienden armzwaai. Tegelijkertijd gingen ze elkaar voorbij, en verder vervolgde Covert zijn weg naar het zich ver donkerende Oosten, terwijl David voortschreed naar de tanende lichtglanzen van het Westen, die nu de gescheurde wolken overdekten met kleur van geronnen bloed. De ontmoeting had het roer van Goverts gedachtenscheepje ruw omgegooid, en snel dreef het weg naar het verleden, t ;en David zijn jeugd vriend was. Allerlei herinnerirgen deken in htm op. Hij zag weer den lastigen onge'oreidelden school jongen, die de schrik oer meesters was en toch zoo v'hig kon loeren; dien hii vaak gevolgd had op vreemdsoortige wandelingen, aangetrokken door ;:ijn nicht naar avontuur en die hem andere malen afgest uiten had door oiuerdraagzaamheid. Wat 'n z mderlinge meng j l ing was hij als jongeling geweest ! Nu vurig en geistdrif'! is;, dan weer cynisch en haatdragend. ??On hèheersen t was zijn denken, ongebonden zijn willen. Vol mededoogeii voor 't lijden van anderen was hij geweest. Maar dat voerde hem niet tot goede werken, doch tot haat en wrok tegen wereld en maatschappij. - -- l ioe wild kon hij zich dan in verzen t,i ten! Hij, Govert, ?/.< n i ze nooit vergeten, die do'idwaze strophen: ,.O, Hel, geef mij de krach!, die in uw vlammen (huist Kn sterk in 't zwavcK uur mijn machtelooze vuist, Dan vat ik met die vuist de trouwelooze maan In 'n ware godengreep bij hare horens aan. L-Ji met de helsche kracht, die 't helsche vuur (mij baart'e Verpletter 'k met het kind, zijn booze moeder (Aarde P Natuurlijk! hij had het tot niets kunnen brengen. Overal had hij zijn dollen kop tegen de muren van orde en regelmaat gestooten; aangelegde teugels had hij spoedig stuk gerukt en was er \an door gegaan. - - Ze waren geheel uit eikaars spheer geraakt en terloops slechts had hij een en ander van hem gehoord Hoe hij zich in de armen van het socialisme had geworpen, maar dat die phase niet lang had geduurd. Geen wonder, want daar stootte hij zich eerst recht tegen dwingelandij en zelfzucht. - - Communist, anarchist ten slotte, zou hij daarna geworden zijn, levend van de hand in den tand, nu eens met die, dan met een andere bezig heid zijn levensonderhoud verdienend. Bedenkelijke berichten had de dokter er over vernomen L.n bedenkelijk dus kwam hem die toevallige ontmoeting voor. Gelukkig maar, dat hij geen gevolg had gegeven aan zijn eerste ingeving om stil te houden en zijn vroege, re n vriend aan te spreken. Ook in David's denken doken beelden uit het verleden op, maar ze werden dadelijk verdrongen door hetgeen hij zag; het zoo opvallend doorloopen van Govert na een oogenblik van weifelen over al of niet stil te zullen houden. Hij is bang voor me; hij durft zich niet met me inlaten ! Bah, de bourgeois ! Wat 'n geleerd hoofd; vol verbeelding over zijn eigen wijsheid natuurlijk! - -Dat neemt echter niet weg, dat hij mij toch nuttig zou kunnen zijn. ---- Allicht kan ik op de een of andere wijze van hem wat los krijgen. -?Hoe kan ik te weten komen, waar hij woont of werkzaam is?" \L\\ over die vragen verder nadenkend, terwijl de nijdige wind zijn gerafelde broekspijpen tegen zijn hoekige knieën sloeg en zijn versleten jas opwoei, vervolgde David zijn weg, kijkend naar de wilde jacht der zwarte wolken over het bloedveld der weggezakte zon. 't Waren de gedachten van den dokter, die 't eerst afgeleid werden van het voorval der ontmoeting, want weldra bereikte hij zijn labora torium, en, binnengetreden, vond hij daar zijn assistent bezig met den groofen microtoom en die aanblik faalde nimmer hem te boeien. Dat kloek gebouwde werktuig met het groote mes, dat ondanks zijn grootte toch zoo haarfijn gesteld en bewogen kon worden. ----- Onder het b ree de, blinkende lemmet zag hij de bleeke hersenklomp liggen, stijf gemaakt door bevriezing en langzaam maarmeedoogenloos zeker, zag hij het vlijmscherpe metaal aanschuiven en door de hersenmassa snijden, er van afscheerend een dunne plak. Voorzichtig lichtte de assistent haar af van het mes, dat weer terugschoof om opnieuw met zijn onweerstaanbaar scherpen kant te naderen en geluidloos te dringen door het hersenlichaam. dat in verstijving machteloos tusschen de klemmen de armen van het snijdende monster gevangen lag. Met innig welgevallen keek de dokter naar het instrument, dat zoo volmaakt zuiver zich bewoog en met feillooze nauwkeurigheid het geheele hersenorgaan in plakjes sneed. W'at een rijken oogst had hij al binnengehaald met die brave, zwijgende snijmachine; den inhoud van tientallen, ja honderden van koppen en hoofden had zij reeds verwerkt ! Verder doorloopend zag hij met voldoening de stapels van glasplaten, tusschen welke de papierdunne sneden, keurig gekleurd, opgeborgen l'igen. Wat 'n genot om zulk een stapel als een bock door te bladeren ' 't Was een reis door het uiterst ingewikkelde herseiibouwsel. Windingen zag h'j dan optreden, groeien en weer verdwijnen, aderen zich openen en sluiten, zenuwen verschij nen, zich voortzetten en ophouden. Zijn groote kennis veroorloofde hem zulk een tocht door hè' hersenapparaat te volgen; wat voor 'n ander het dwalen door een verbijsterende!) warwinkel zou zijn geweest, was voor hem als het gaan door d" drukke straten van zijn eigen stad, uaar hij ieder gebouw en iedere verkeerslijn kende. Groote platen hingen aan de muren, waarop al die hersenbanen schetsmatig waren ingeteekend met roode aderen tusschen blauwe zenuwen, en ze zagen er uit als d'1 voorstelling van vreemdsoorige rangeerterreinen of van zonderlinge tele graaf- en telefoonnetten. Ook de wanden van zijn eigen werkkamer, die hij weldra betrad, waren bedekt met dergelijke platen, die door hun ingewikkelde liineiiwarreling ieder ander zonden benauwen, maar wier beschou wing voor Govert een genot was. (Wordt vervo'.gd). OOKTFRED:JROESKE ZANDBLAD - SIGAREN 8 enIO cK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl