Historisch Archief 1877-1940
Tfo. 2520
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
WONDERLIJKE
GESCHIEDENISSEN DER STOF
d jur Dr. W. VAN BE M MELEN
?{met iee':enin^cn voor de Groene Amsterdammer"
ilnnr Is. van Mens
VAN HEL TOT HEMEL
Wat i? wisselvalliger dan de avondval?
In duizend oorden nergens gelijk; van dag op
dag nimmer 't zelfde. Met hard stalen luchten
kan hij zijn in wintersclie landen, met een vol
palet van warme kleuren boven de woestijn.
Hij kan ncerzijgen over een moe landschap met
een wade van weemoed, maar ook rnischen door
gerucht van herfstvlagen, die gele blaren voor
zich nitjagen en grauwe wolken doen wegvluch
ten langs paarsroode luchten. Rood aan den
hemel, maar afschijn van de hel; lichtend tusschen
verre wulkeiibanken, als uit de celvensters eener
gevangenis.
Dr. G ivert Lsnsnerg echter zag niet die
onheilTcgeiijkertijd gingen ze elkaar voorbij
spellende iichtranien, noch werd hii in zijn gang
bemoeilijkt doi.r de rukkende windvlagen, terwijl
hij met haastige passen langs den stadssingel
naar zijn lab '.rat trium liep, want oostwaarts
gaande k/irde hii den westelijken hemel zijn rug
'toe.
De nijdige hcrfstwind zou hem anders niet
gedeerd hebben, krachtig man als hij was en
bovendien nu h.schennd door 'n warme jas.
Zeker minder dan een anderen man. zonder jas
noch regenscherm, met sjofele kleeren, die zonder
snit hingen om zijn magere gestalte. Dien blies
de rauwe wind wél langs de holle wangen; die
keek nut zijn lichtblauwe dweepersoogen recht
naar de opene lichtlniken aan den hemel. Die liep
niet haastig, hem trok niet arbeid voor de weten
schap; onzeker was zijn gang, als van iemand,
die niet weet of zijn doel veraf of nabij is en die
door vele driften naar vele kanten wordt getrokken.
Maar hm- zijn gang zich voord"ed, langs den
singel westwaarts was zijn weg, en met iedere
schrede, die hij en Dr. Oovert deden, naderden
ze elkander. De laatste dacht daarbij rustig
na over hetgeen hij doen zou, nadat hij straks
voor zijn werktafel had plaats genomen; doch
de gedachten van zijn tegenlooper dwaalden
tusschen verleden, heden en toekomst en sprongen
rusteloos van het eene voornemen naar het andere.
De afstand die hen scheidde, kromp in tot
zichtwijdte; toch merkten ze elkaar niet op,
want juist Jiad een vruchtbare gedachte zich
meester gemaakt van den dokter, en zijn tegenmaat
was dermate diep in het verleden verzonken,
dat hij zijn omgeving was kwijt geraakt.
Het duurde eenigen tijd, voordat de hoopvolle
gedachte den geleerden man weer losliet en de
ander zoo ver uit de put van den tijd was opge
doken, dat ze beiden opnieuw gewaar werden,
wat om hen heen was. Maar toen was ook de
tusschenruimte zóó klein geworden, dat ze elkaar
volkomen duidelijk zagen.
Dat zien was herkennen, en het herkennen gaf
blijkbaar aan beiden een schok.
Oroote 0:)den, daar is David ! Dat is een
eeuw geleden, dat ik hem het laatste zag !"
stootte de dokter uit, zij het ook met fluisterstem.
Waarachtig, daar komt Covert aan !" prevelde
de andere.
Hoe vermagerd en sjofel ziet hij er uit ! Ik
behoef niet te vragen hoe het den onverbeterlijke!!
dweper gaat", vervolgde Govert binnensmonds,
tot zich zelf, terwijl ze elkaar snel naderden.
Nog altijd dezelfde !" zei David zachtjes.
Beider passen werden ietwat weifelend; zouden
ze elkaar aanspreken?
Neen, doorloopen maar !" zei de man, die
oostwaarts ging 't is me te onveilig."
Zou ik hem niet aanspreken; zon ik hem niet
kunnen gebruiken?" vroeg David zich zelven
zachtjes af. Maar hij zag hoe de andere zijn
geregelden pas hervatte en hij vergenoegde zich
met een diepe stem hem toe te voegen Gjeden
dag, G)vert."
Dag, David", antwoordde de andere en
daarbij trachtte hij zijn terughouding te bedekken
door een groeienden armzwaai.
Tegelijkertijd gingen ze elkaar voorbij, en verder
vervolgde Covert zijn weg naar het zich ver
donkerende Oosten, terwijl David voortschreed
naar de tanende lichtglanzen van het Westen, die
nu de gescheurde wolken overdekten met kleur
van geronnen bloed.
De ontmoeting had het roer van Goverts
gedachtenscheepje ruw omgegooid, en snel dreef
het weg naar het verleden, t ;en David zijn jeugd
vriend was. Allerlei herinnerirgen deken in htm op.
Hij zag weer den lastigen onge'oreidelden school
jongen, die de schrik oer meesters was en toch zoo
v'hig kon loeren; dien hii vaak gevolgd had op
vreemdsoortige wandelingen, aangetrokken door
;:ijn nicht naar avontuur en die hem andere malen
afgest uiten had door oiuerdraagzaamheid.
Wat 'n z mderlinge meng j l ing was hij als jongeling
geweest ! Nu vurig en geistdrif'! is;, dan weer cynisch
en haatdragend. ??On hèheersen t was zijn denken,
ongebonden zijn willen. Vol mededoogeii voor
't lijden van anderen was hij geweest. Maar dat
voerde hem niet tot goede werken, doch tot haat
en wrok tegen wereld en maatschappij. - -- l ioe
wild kon hij zich dan in verzen t,i ten! Hij, Govert,
?/.< n i ze nooit vergeten, die do'idwaze strophen:
,.O, Hel, geef mij de krach!, die in uw vlammen
(huist
Kn sterk in 't zwavcK uur mijn machtelooze vuist,
Dan vat ik met die vuist de trouwelooze maan
In 'n ware godengreep bij hare horens aan.
L-Ji met de helsche kracht, die 't helsche vuur
(mij baart'e
Verpletter 'k met het kind, zijn booze moeder
(Aarde P
Natuurlijk! hij had het tot niets kunnen brengen.
Overal had hij zijn dollen kop tegen de muren van
orde en regelmaat gestooten; aangelegde teugels
had hij spoedig stuk gerukt en was er \an door
gegaan. - - Ze waren geheel uit eikaars spheer
geraakt en terloops slechts had hij een en ander
van hem gehoord Hoe hij zich in de armen van
het socialisme had geworpen, maar dat die phase
niet lang had geduurd. Geen wonder, want daar
stootte hij zich eerst recht tegen dwingelandij
en zelfzucht.
- - Communist, anarchist ten slotte, zou hij
daarna geworden zijn, levend van de hand in den
tand, nu eens met die, dan met een andere bezig
heid zijn levensonderhoud verdienend.
Bedenkelijke berichten had de dokter er over
vernomen L.n bedenkelijk dus kwam hem die
toevallige ontmoeting voor.
Gelukkig maar, dat hij geen gevolg had gegeven
aan zijn eerste ingeving om stil te houden en zijn
vroege, re n vriend aan te spreken.
Ook in David's denken doken beelden uit het
verleden op, maar ze werden dadelijk verdrongen
door hetgeen hij zag; het zoo opvallend doorloopen
van Govert na een oogenblik van weifelen over al
of niet stil te zullen houden.
Hij is bang voor me; hij durft zich niet met
me inlaten ! Bah, de bourgeois ! Wat 'n geleerd
hoofd; vol verbeelding over zijn eigen wijsheid
natuurlijk! - -Dat neemt echter niet weg, dat hij
mij toch nuttig zou kunnen zijn. ---- Allicht kan
ik op de een of andere wijze van hem wat los krijgen.
-?Hoe kan ik te weten komen, waar hij woont
of werkzaam is?" \L\\ over die vragen verder
nadenkend, terwijl de nijdige wind zijn gerafelde
broekspijpen tegen zijn hoekige knieën sloeg en
zijn versleten jas opwoei, vervolgde David zijn
weg, kijkend naar de wilde jacht der zwarte wolken
over het bloedveld der weggezakte zon.
't Waren de gedachten van den dokter, die
't eerst afgeleid werden van het voorval der
ontmoeting, want weldra bereikte hij zijn labora
torium, en, binnengetreden, vond hij daar zijn
assistent bezig met den groofen microtoom en
die aanblik faalde nimmer hem te boeien. Dat
kloek gebouwde werktuig met het groote mes,
dat ondanks zijn grootte toch zoo haarfijn gesteld
en bewogen kon worden. ----- Onder het b ree de,
blinkende lemmet zag hij de bleeke hersenklomp
liggen, stijf gemaakt door bevriezing en langzaam
maarmeedoogenloos zeker, zag hij het vlijmscherpe
metaal aanschuiven en door de hersenmassa
snijden, er van afscheerend een dunne plak.
Voorzichtig lichtte de assistent haar af van het
mes, dat weer terugschoof om opnieuw met zijn
onweerstaanbaar scherpen kant te naderen en
geluidloos te dringen door het hersenlichaam.
dat in verstijving machteloos tusschen de klemmen
de armen van het snijdende monster gevangen
lag.
Met innig welgevallen keek de dokter naar het
instrument, dat zoo volmaakt zuiver zich bewoog
en met feillooze nauwkeurigheid het geheele
hersenorgaan in plakjes sneed.
W'at een rijken oogst had hij al binnengehaald
met die brave, zwijgende snijmachine; den inhoud
van tientallen, ja honderden van koppen en hoofden
had zij reeds verwerkt !
Verder doorloopend zag hij met voldoening de
stapels van glasplaten, tusschen welke de
papierdunne sneden, keurig gekleurd, opgeborgen l'igen.
Wat 'n genot om zulk een stapel als een bock
door te bladeren ' 't Was een reis door het uiterst
ingewikkelde herseiibouwsel. Windingen zag h'j
dan optreden, groeien en weer verdwijnen,
aderen zich openen en sluiten, zenuwen verschij
nen, zich voortzetten en ophouden. Zijn groote
kennis veroorloofde hem zulk een tocht door hè'
hersenapparaat te volgen; wat voor 'n ander het
dwalen door een verbijsterende!) warwinkel zou
zijn geweest, was voor hem als het gaan door d"
drukke straten van zijn eigen stad, uaar hij ieder
gebouw en iedere verkeerslijn kende.
Groote platen hingen aan de muren, waarop al
die hersenbanen schetsmatig waren ingeteekend
met roode aderen tusschen blauwe zenuwen, en
ze zagen er uit als d'1 voorstelling van
vreemdsoorige rangeerterreinen of van zonderlinge tele
graaf- en telefoonnetten.
Ook de wanden van zijn eigen werkkamer, die hij
weldra betrad, waren bedekt met dergelijke
platen, die door hun ingewikkelde liineiiwarreling
ieder ander zonden benauwen, maar wier beschou
wing voor Govert een genot was.
(Wordt vervo'.gd).
OOKTFRED:JROESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 enIO cK