De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 26 september pagina 2

26 september 1925 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2520 '1 T]/DGENGOJEN ? * l i ,*r , : , . ,,..-, >-T l f?-. i G. B. SHAW AAN 'T WOORD door Dr. W. G. C. B Y v A N c K ? Wat zullen wij denken over den inhoud van een boek dat zich aankondigt onder den titel G. B. S. Tabletalk, en belooft te spreken over de dingen in 't algemeen en de verschillende quaesties aan de orde op het gebied van politiek, van kunst en wetenschap, van het theater, van den oorlog en van de naweeën van den oorlog? Onwillekeurig verbeeldt men zich een pendant voor een van de vele gelegenheidsgeschriften na den dood van Anatole France, die ons moesten doen gelooven dat de meester nog steeds voortging de stralen van zijn geest over het Wereldvlak uit te storten. Neen, hij was niet moe, hij was niet uitgeput! Het ging hem als Victor Hugo na zijn triomftocht op de lijkbaar: zijn vrienden zorgden dat er telkens" weder gedichtenbundels werden gepubliceerd uit den voorraad door den dichter nagelaten. Men hoorde nog lang den weergalm van zijn stem. Gelukkig, George Bernard heeft zich vooreerst buiten de lange kille rij weten te houden van hen wien door een oppermachtige hand het zwijgen is opgelegd, hij is vol levens- en arbeidslust. Het boek dat zijn Amerikaansche bicgraaf A. Henderson thans van hem doet verschijnen, ziet er, wat zijn bedoeling betreft, meer naar uit, de baan voor den grooten dramaticus te zuiveren, dat hij zich in den vervolge vrijer zal kunnen bewegen en voor velen verstaanbaarder zal worden, dan dat het een beoordeeling wil afsluiten, nu het laatste woord door den delinquent zelf nog niet is gesproken. Het laatste woord ! De menschenwereld die zoo indringerig onbescheiden is, heeft dikwijls van Shaw willen weten, wanneer hij een van zijn groote drama's had geschreven, of dit nu zijn laatste stuk arbeid was. En hij goedig" heeft het hun direct toegegeven, om dan te zeggen wanneer er een nieuw werk in 't licht kwam: Maar was dat andere niet, toen ge me de vraag deedt, het laatste van mijn hand ? Wat bewoog me echter, toen ik het boekje in handen kreeg, om dadelijk aan Anatole France te denken? Ik geloof dat het niet meer dan een uiterlijke indruk was. Het frontispiece van het Engelsche werk stelt ons Shaw voor in zijn eigen huis van Adelphi Terrace in volle lengte gemakkelijk zijn omgeving van boeken, bustes en een paar meubels domineerend, zooals ik ook gewoon ben France voor mij te zien op een van de portretten waar hij zelf mee op had. De afbeelding van den man komt in beide gevallen tot haar volle recht. Laat mij daarenboven nu overleggen dat zij door hun humoristischen aard en hun Celtische afkomst verwant Waren, zoo zouden de elementen van een vergelijking tusschen France en Shaw zijn gegeven, maar ik denk er niet aan op dit onder werp in te gaan. Integendeel, waar ik op wou ko men, nu ik de lectuur van den Engelsch-Amerikaanschen Shaw achter den rug heb, is de indruk dat de Anglo-Saksische beschaving, ook al is zij Celtisch getint, toch wel ver afstaat van de Romaansche. De Fransche atmosfeer pakt dadelijk met haar bekoring, haar reukjes, haar gezellig lokkend binnen-huiselijk verkeer, maar zij bederft haar .artisten voor het rustig aanvatten van de werke lijkheid, zij maakt hen in veel opzichten tot verwende kinderen. Er is te veel weeks en onredelijks in France, iets waar men in het gewone leven, dat .nu eenmaal het groote gegeven is, niet mee klaar komt. .Treed nu in den kring van een ngelsch boek Waarin Shaw het woord voert, het vat u wat ruw, wat onhandig aan, maar dan, het is oprecht, het'stelt zich vragen om er een antwoord op te vernemen, het wil er niet langs heen slippen, om zich een air van belangstelling te geven die au fond niet bestaat,' het moet weten en een resultaat bereiken. OLOO f 0.2 3 &N Neem b.v. een onderwerp dat zich leent tot een ruime behandeling en waar alle mogelijke levensopvatting in kan tieren, stel de vraag waar om Amerika heeft deelgenomen aan den grooten oorlog in verbond met de Entente. Het antwoord dat de Vereenigde Staten op een soort van Kruistocht zijn uitgegaan om Europa te redden, zal niemand meer bevredigen, maar evenmin het idee dat zij uitsluitend hun eigen voordeel zochten in de vernietiging van Duitschlands Welstand. Komt de vraag direct op den man af voor Shaw, zoo zal hij even pauseeren voordat hij een definitief antwoord geeft. Als aan lederen krijg, en eigenlijk aan iederen strijd, ligt ook hier ten grondslag, de wil om den tegenstander ten gronde te krijgen. Amerika was het te doen om Duitschlands scalp, in de uitdrukking ontleend aan den Indianentijd en onder alle romantische begoochelingen en voorwendsels school ongetwijfeld dit als grondreden. Zoo teert en veert en geeselt en lyncht de Ku Kiux Klan zijn slachtoffers omdat hij in dergelijke sport behagen schept, maar nu moet hij patriotische motieven bedenken om te kunnen gelooven dat negers buiten de wet staan en Katho lieken dienen te worden uitgeroeid en menschen die niet overtuigd willen zijn, K/an-manieren moe ten worden ingepeperd. Amerikanen zijn zeker ook uit eigen aandrift naar het front getrokken, omdat, en spoorslags, zij het noodig hadden eens te vechten en hun deugd in verontwaardiging lucht te geven, omdat zij verlangden de Oude Wereld te zien, en buitens huis allerlei soorten van avonturen wenschten te hebben, die hun zouden bewijzen dat zij geen laf aards waren en iets over hadden voor hun idealen. Maar dat neemt niet Weg, men moet erkennen: zij hebben zich niet Willen bergen voor het gevaar, maar hun huid er aan gewaagd. Al hadden zij ook om de waarheid te zeggen, weinig andere keus. Want in onze moderne tijden wordt de persoon lijke wil niet geteld. Wie niet verkiest mee te vechten, kan er op rekenen den volgenden morgen bij het aanbreken van den dag tegen den muur te worden geplaatst, en 't is met hem gedaan. Zijn eigen partij zorgt voor zijn executie. Ja, de psychologie van den oorlog is een ge compliceerd procédé. Niet met een enkel oordeel treft men het juiste. Wat Wilson aangaat, hij heeft de verwachting van de menschheid op het hoogst gespannen. Men zag de hemelen reeds opengaan, dan is hij plotseling in den diepsten afgrond getuimeld. Shaw's eindoordeel over Wilson spaar ik tot later. I aat mij eerst de nuchtere beschouwing memoreeren waarmee hij zich afmaakt van het einde van den krijg en wat daaruit voortvloeit. Als er iets noodig is geweest in 1913 om te ver hinderen dat in het volgend jaar de groote krijg uitbrak, dan was dat weleen ngelsch-, Fransch-, Duitsch- Amerikaansch verbond; een enkel Amerikaansch-Engelsch verbond was daartoe niet vol doende geweest. Want men heeft het dikwijls opgemerkt: hoe noodig het ook is, onder bondgenooten dat men elkanders taal begrijpt, te dicht moet men toch niet bijeen zijn, zoodat men zou kunnen gaan denken dezelfde taal te spreken. Want dat doet men niet en daaruit vloeien mis verstanden voort, Waarin oneenigheid zich gaat vastzetten. Moeilijkheden die in het verkeer met een Chinees verdwijnen: in zijn taal kan hij mij scheldwoorden toevoegen, die ik lijdzaam met een vriendelijk lachje van onnoozelheid kan aanhooren. Zoo gaat Shaw spottend, toch niet onredelijk voort om dan een flinke les uit te deelen. De Geallieerden, is zijn standpunt, hebben schandelijk misbruik gemaakt van hun overwinning. Zij had den natuurlijk van den beginne af moeten inzien dat Europa geen oorlog kon verdragen, maar bij den vrede hadden zij zich moeten spiegelen aan Amerika, toen het den burgeroorlog had ge voerd tegen de Zuidelijke Staten. Vijftien jaar lang hebben de Noordelijken toen misbruik ge maakt van hun victorie door hun vroegere tegen standers te kwellen. Pas na verloop van zooveel tijd hebben zij begrepen dat ze hun tijd zoek hebben gebracht met het toegeven aan hun laagste neigingen. En ze hebben moeten eindigen met een tegenovergestelde manier van behandeling. Zooveel jaren zijn ernog niet voorbij gegaan o verden toestand hier in Europa, en reeds voelt men dat haat niet gedempt kan worden door haat. Wat weerga! die heele geschiedenis heeft haar komische zij. Wanneer men voor het gerecht proce deert om een onrecht te herstellen, kan men ver goeding vragen voor geleden schade, maar wanneer men zijn zaak met geweld in eigen handen neemt, moet men de slagen aannemen die men terugkrijgt. Verbeeld u Carpentier die van Dempsey reparatiekosten gaat eischen. De zaak is te gek om zich daar langer mede op te houden. C" Maar Shaw's vriend, eenmaal aan 't ondervragen, is zoo gauw niet tevreden gesteld. NIET DUURDER WEL BETER Wat denkt ge, vraagt Henderson aan G. B. S. van Wilson's woord dat de Vereenigde Staten op gekomen zijn voor den triomf der democratie. Democratie ! laat Shaw verluiden, spreek liever van zorgvuldig gewitte en gepleisterde graven, want ge weet wel dat bij het algemeene stemrecht de mannen die de belangen van het volk vertegenwoordigen zeker niet worden gekozen. Het zijn de schurken en de praatjesmakers die zich vooropdringen. Een triomf van de democratie zou het zijn geweest, wanneer men van den inval der Russen in Oost-Pruisen de hoofdzaak hadgemaakt en met alle kracht zich tegen de Barbaren had geweerd. Ik zou wel eens hebben willen zien wie het zou hebben gewaagd de Duitschers in den rug aan te vallen, wanneer zij zich met alle kracht op de Russen hadden geworpen. Daar zou een be slissing zijn gevallen, daar had de democratie ge triomfeerd. Wilson die zoo mooi was begonnen en boven de partijen den evenaar hield van den oorlogstoestand, heeft zich uit ijdelheid, uit verzwakking door ziekte, laten leiden om onder de oorlogvoerenden een persoonlijke rol te gaan spelen, en dat heeft de Amerikaansche Senaat hem afgeleerd. De oorlog, alles wel beschouwd, is, zooals voor iedereen, ook voor zijn schouders een te kolossale last geweest. Maar wij die van Shaw's opmerkingen genieten, en die de kern van waarheid welke zij bevatten, trachten te benaderen, zouden geheel gaan ver geten dat Wij bij Shaw met een dramaturg hebben te doen. Zijn dramatisch werk wordt in de medegedeelde gesprekken heelemaal niet op zijde geschoven. In tegendeel Henderson, zijn biograaf, richt eenige vragen tot hem die het brandpunt van zijn werk raken. Hij vertelt hem hoe hij een langen tijd heeft besteed om in de nieuwe uitgaaf van Ibsen's werk de wijze te bestudeeren waarop Ibsen's tooneelstukken geleidelijk den vorm hebben aangenomen van de definitieve drama's zooals zij thans worden opgevoerd. Die studie heeft hem eerst den Noorschen dichter geheel doen begrijpen. Zou Shaw geen vingerwijzing kunnen geven, welke stadiën zijn arbeid heeft doorloopen? Op deze kittelige vraag is het antwoord van den dramaturg niet minder precies dan op andere punten. Hij verzet zich levendig tegen het idee, als zou hij tot grondslag van zijn stukken vooreerst naar een intrige zoeken. Dat wordt dood werk, wanneer het kader er eerst is. ,,lk haat de gereed gemaakte verhalen als de pest, en kan jonge dramatic! er niet genoeg tegen waarschuwen. Mijn manier is mij karakters te verbeelden en hen rijp te laten worden. Zij moeten zich dan onder elkander weten t-e vin den. Maar op dit punt moet ik u waarschuwen dat de werkelijke gang van de verbeelding iets zeer obscuurs is; Want wat er ten slotte uitkomt, toont dat gedurende al den tijd van de incubatie er iets op den achtergrond is gebleven, waarvan ik niet heb afgeweten, ofschoon het er ten slotte op neer komt dat het de Werkelijke beweegreden was van de geheele schepping". Een diep woord van den kritischen luimorist waarop wij voorloopig afscheid van hem zulk n nemen, want het hoort tot zijn beste gezegden, en handhaaft zijn waarheid en zijn vrijheid als kunstenaar. BATENBURG & FOLMER (Q. W. FOLMER) DEN HAAG, HUYGENSPARK22 SPECIALITEIT: BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MET SAFE-INRICHTING. VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE TRANSPORTEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl