Historisch Archief 1877-1940
No. 2520
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
3
DE VOLKENBONDSVERGADERING TE GENÈVE
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
ALWEER HORS-D'OEUVRE! KOMT DE HOOFDSCHOTEL NOOIT?
DE ZESDE
VOLKEVBONDSVERGADERING
door Mr. J. L. F. VA N ESSEN
ENGELAND CONTRA".
Het was in de volledige zitting van de Volken
bondsvergadering of Assemblee, dat Chamberlain
het verschil tusschen het Anglo-Saksische en het
Latijnsche karakter definieerde, niet op de wijze,
zooals een politicus dit pleegt te doen, maar op een
quasi-Wetenschappelijke manier. Paul Boncour
was zoo vriendelijk op dit thema voort te borduren,
zij het met moeilijk verholen ironie af en toe. Benes,
de zoo uiterst bekwame bemiddelaar tusschen de
groote mogendheden, en Scialoja, die op gelukkige
wijze den vroegeren eersten Italiaanschen gede
legeerde, Salandra, op deze Assemblee vervangt,
hebben duidelijk uiting gegeven aan hun twijfel
ten aanzien van de verkondigde theorie van het
rassenverschil.
Wat hiervan ook waar moge zijn, het is hier
niet een quaestie van theorieën; het gaat er om,
of men den Volkenbond als universaliteit wil er
kennen en met oprechte wil en te goeder trouw
aan de verwezenlijking der ideeën, neergelegd in het
statuut van den Bond en in het protocol van ver
leden jaar, wil medewerken, of wel die universali
teit slechts wil erkennen, wanneer dat aan de eigen
' belangen ten goede zal komen. Het is dus een zuiver
practisch verschil, geenszins gebaseerd op verschil
van volkskarakter en wat dies meer zij. Immers,
zooals Jouhaux, de bekende voorstander der Vol
kenbondsideeën in de derde, de ontwapenings
commissie, kort en krachtig zeide: het Engelsche
volk juichte, evenals de groote menigte in alle
andere landen, toen in de maand September van
het vorige jaar het protocol met eenstemmigheid
door de Assemblee was aanvaard, omdat daardoor
eindelijk de mogelijkheid was ontstaan van een
spoedige ontwapeningsconferentie, ter geleidelijke
aftakeling der weermachten en alles wat daaraan
inhaerent is". De gewijzigde toestand is uitsluitend
het gevolg van de kabinetswijziging in November
1924, waardoor MacDonald van het buitenlandsche
tooneel verdween. Dat eenigen tijd daarna ook
Herriot moest plaats maken voor Briand,
beteekende, zooals dadelijk bleek, geen verschil in de lijn
der buitenlandsche en Volkenbondspolitiek. Inder
daad volgen hier alle Fransche gedelegeerden de
groote lijn, Welke het vorige jaar door Herriot werd
aangegeven, en leggen zij allen den nadruk op de
noodzaak in de aangegeven richting voort te gaan,
ter versteviging van de universaliteitsgedachte.
Want dit is de kern van den Volkenbond, welke
wel opgedoekt kan worden, als hij alleen tot taak
zou hebben goede diensten te bewijzen aan een
enkele staat of statengroep, in plaats van te zijn de
wegbereider van de internationale rechtsorde, en
daarmede misschien van den vrede.
Deze eigenschap, dit wezen van den Volkenbond
is echter ook juist zijn gevaar. Het treffendst is
deze opvatting door Benes weergegeven, in een
rede, die een der beste der vóór deze Assemblee
uitgesproken redevoeringen moet genoemd worden.
Wij veroorlooven ons het volgende citaat: De
Volkenbond is door zijnaard,doorzijnconstitutie,
zijn Pacte, door zijn wezen zelve een universeele
instelling. Om die reden is hij bestemd alles wat
hij doet in algemeene kaders te vatten en door
algemeene maatregelen uit te voeren. Dat is zijn
groote kracht. Daarom ook gevoelt hij de behoefte
en de noodzaak in zijn midden te hebben al die
staten, welke nog niet zijn toegetreden; en inder
daad, hij moet ze hebben. Maar die eigenschap is in
zekere gevallen tevens zijn zwakheid; nl. dan,
wanneer hij stuit op practische onmogelijkheden
en hij verplicht is, ondanks zijn karakter van uni
versaliteit, concessies te doen en partieele op
lossingen toe te laten, welke volkomen tegen
gesteld zijn aan zijn waarachtige natuur. Hij moet
dan concessies doen, ondanks zijn plicht wetgeven
de n arbeid te verrichten voor de gehecle
menschheid; hij moet zich aldus tevreden stellen met
maatregelen, welke voor een groot aantal van zijn
leden niet gelden. Het is bij deze gelegenheid,
dat zijn tegenstanders hem bespieden en trachten
hem bankroet te verklaren."
Deze redevoering van den Tsjechischen minister
van buitenlandsche zaken stak wel aangenaam af
bij de meeste andere, die alle veel lof inhielden voor
de beginselen van het protocol, twijfel uitten ten
aanzien van een spoedige verwezenlijking van
deze principes, tezamen of afzonderlijk, en de hoop
uitspraken, dat men met het betreden van den
weg der regionale verdragen na niet te langen tijd
een gelijk resultaat zou bereiken, als het protocol
terstond wilde verwezenlijken.
In de zittingen der eerste en derde commissies,
t.w. de juridische en z.g. ontwapeningscommissies,
pleegt men anders te arbeiden, dan vóór het groote
forum, dat de volledige Assemblee vormt; kan
men daar achter algemeenheden zich verschuilen,
meer of minder juiste theorieën verkondigen, in
ieder geval succes hebben met een welluidende
rede, van welken inhoud ook, hier, in de commis
sies, wordt geen blad voor den mond genomen,
maar, aan den anderen kant, Wordt men ook niet
in de gelegenheid gesteld zijn eigenlijke bedoeling
te verzwijgen. De genoemde commissies, beroemd
door den arbeid, welke het vorige jaar in haar werd
verricht, toen bijkans drie weken lang iederen dag
deze beide commissies tegelijk vergaderden, om
een voor allen aannemelijk protocol op te stellen,
en aan welke mannen als Benes en Politis, welke
laatste noode gemist Wordt dit jaar, hun beste
krachten gaven, deze beide commissies zijn nu
het tooneel, zoo niet van grooten strijd, dan toch
wel van groote tegenstrijdigheden en
meenigsverschillen. Sir Cecil Hurst, de juridische adviseur
der Britsche delegatie, die in de ontwapenings
commissie zitting heeft, zag zich genoodzaakt zich
uit te spreken tegen de ontwerp-resoluties van
Nederland en Hongarije, welke beide den
krachtigen steun van de Fransche delegatie en van vele
anderen, o.a. alle gewezen-neutralen, ondervinden,
en Welke, zooals bekend zal zijn, beoogen terstond
een speciale organisatie van deskundigen, of een
gemengde commissie van vertegenwoordigers der
Raadsleden en deskundigen, te belasten met de
technische voorbereiding van een conferentie tot
beperking der bewapeningen, welke bijeen zal
worden geroepen door den Conseil, zoodra deze
zal meenen, dat de voorwaarden voor de algemeene
veiligheid vervuld zijn. De motieven van dit
draaipleidooi, want dat was het ongetwijfeld, waren
o.a. dat men beter zou doen de ? verantwoorde
lijke autoriteiten (in zake het veiligheidsvraagstuk).
te raadplegen, t.w. de departementen van oorlog.
Jouhaux antwoordde, dat dit reeds geschied was
in de gemengde tijdelijke commissie (coinmission
temporaire mixte), welke immers samengesteld
was uit de militaire autoriteiten van allerhande
soort en welke commissie vrijwel geen stap nader
was gekomen tot het door art. 8 van de Pacte
beoogde doel: de ontwapening.
Dezelfde gedelegeerde, Sir Cecil Hurst, moest
tot hoogst ongelukkige motiveeringen zijn toe
vlucht zoeken in de juridische commissie, waar
ontwerpen van resoluties besproken worden, welke
beoogen de obligatoire arbitrage algemeen te doen
aannemen door de B:mdsleden. De bedoeling, welke
bij deze voorstellen voorzit, is duidelijk: nu het
protocol niet in werking treedt, doch sluimeren
blijft in zijn algemeenheid, is het van het grootste
belang n deel ervan toch nader te beschouwen:
de verplichte arbitrage in internationale geschillen.
ledere staat wiide zich in het afgeloopen jaar ver
binden, zij het, dat een enkele eenige reserves
maakte; en ook niet hierover zijn de respectieve
lijke staten gestruikeld, toen het erom ging het
protocol te teekenen. Dit deel te redden,
dezeerkende voortgang op het terrein van de
internatinale jurisdictie te bevorderen, dit bedoelden ver
schillende voorstellen, welke tijdens de zesde Vol
kenbondsvergadering werden gepresenteerd. Cecil
Hurst meende goed te doen het begrip der
staatssouverciniteit, d. i. de vrijblijving, ook daar, waar
het algemeen belang een binden eischt, nog eens
te moeten accentueercn, en verdedigde zijn hou
ding en die van de Britsche regeering, welke ook in
zake obligatoire arbitrage contra" is.
Wanneer tenslotte ook het Fransche voorstel
tot voorbereiding van een economische conferentie,
welke zal trachten op te lossen de problemen van
Werkeloosheid, overproductie, invoerrechten en
bescherming enz., inderdaad den tegenstand van
de Engelsche delegatie zal ondervinden, zooals de
Woorden van Lord Cecil in de tweede commissie
ons doen vreezen, en deze voorbereiding ook al
wordt uitgesteld, zal deze Assemblee, tengevolge
van het Engelsche contra", veel nuttigen arbeid
op den langen baan hebben geschoven. Wij
gclooven echter, dat op verscheidene punten nog wel
eenige overeenstemming zal worden verkregen.