De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 26 september pagina 4

26 september 1925 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2520 DE HISTORISCHE TENTOONSTELLING VIII De achttiende eeuw is met haar beminnelijk optimisme en haar fijne beschaving te pletter geloopen op de harde realiteit der dingen. Die harde werkelijkheid had zij even weinig verwacht als vermoed. Er waren maatschappelijke krachten aan het werk, waarvan men het bestaan niet kende. Er kwamen verwachtingen en idealen naar voren, waarop niemand had gerekend. Het heerlijke optimisme, dat het volste vertrouwen had in den redelijken grondslag van mensen en maatschappij, Werd bitter teleurgesteld. De consequentie van allen drang naar maatschappe lijke en staatkundige hervorming scheen de guillotine. In Nederland was de teleurstelling iets minder bitter dan in Frankrijk, al was ook hier de nobele geestdrift der eerste dagen zeer spoedig bekoeld. Ten onzent werd geen guillotine opgericht; bloed heeft onze omwenteling zoo goed als niet gekost. Onze revolutie kwam trouwens in de nadagen der Fransche omwenteling; toen de Fransche troepen in Januari 1795 Nederland bezetten, hadden hun aanvoerders nadrukkelijk in last hier geen bloedige omkeering te dulden. Zoo liep alles zonder veel bloedvergieten af. Maar Nederland kwam de revolutie toch wel zeer duur te staan. Vooreerst Werd de nieuwe Bataafsche republiek bijna onmiddellijk betrokken in den grooten Europeeschen oorlog en nu tegen zijn ouden bondgenoot Engeland. Een gevolg daarvan was eerst de ver mindering, ten slotte het geheele ophouden van den zeehandel, een volkomen afsluiting van Nederland van 'de overzeesche wereld, ook van de koloniën. Dat had een economische inzinking tengevolge, waarvan zelfs onze tijd zich nauwelijks nog een voorstelling kan maken. Bij de economische in zinking kwam Weldra de geheele politieke debacle. Met geestdrift had men de Franschen ingehaald als de brengers der politieke vrij heid. In den eersten tijd was dat ook zoo en kon men zich gouden bergen be loven van de vrijheid, die men met behulp der Fran schen had weten te ver overen. De staatsverandering van 1795 was dan ook in grijpend genoeg: de afbraak der oude republiek, die trouwens reeds tamelijk bouwvallig was geworden, ging spoedig en voorspoedig van de hand. Maar, zooals het in dergelijke gevallen zoo dikwijls gaat, in het sloopen was men veel bekwa mer dan in het opbouwen; ook ontstond daarover al spoedig scherp verschil van gevoelen. Drie jaar had men noodig voor het maken van een staatsregeling, die ten slotte alleen tot stand kwam dcor het stevig ingrijpen van den Franschen gezant. Van dien tijd af had de Bataafsche republiek haar vrijheid van be weging geheel verloren. Alle verdere veranderingen in het staatsbestel vonden hun oorsprong te Parijs en van iedere nieuwe verandering was een sterkere inmenging van Frankrijk in de Nederlandsche zaken het gevolg. Van de democratie, in 1795 met zooveel geestdrift ingehaald en aangebeden, was weldra geen sprake meer. Het bleek al spoedig, dat.een werkelijke democratie bij een zoo onpoli tiek volk als het onze niet kon bestaan. Nog voor dat Napoleon aan Nederland zijn wii begon op te leggen, was er van volksinvloed al geen sprake meer., Nergens bleek dat zoo duidelijk als in Amster dam. Hier vooral had men de omwenteling in 1795 met kracht dcorgezet en met toewijding tot stand gebracht. Men heeft er ook waarlijk al spoedig ernst gemaakt met de democratie. Reeds in 1795 Werd een wat omslachtig en zwaarwichtig plan opgemaakt van verkiezing van den raad door de burgerij van Amsterdam. Inderdaad is destijds drie jaar lang de raad der stad door een vrij uit gebreid, kiezerscorps gekozen. Maar met den staatsgreep van 22 Januari 1798 kwam aan deze inderdaad democratische regeling reeds een einde. De nieuwe constitutie schreef wei een gemeentewet en een kieswet voor, maar het bewijst wel de volkomen wetgevende impotentie van die dagen, dat van dat alles niets is gekomen. Het gevolg was, dat het gemeentebestuur van Amsterdam van 1798 tot 1814 is benoemd van hoogerhand en dat van invloed der burgerij al evenmin meer sprake was als onder de oude republiek. Amsterdam, gebukt ook onder den economischen nood, laat dat rustig over zich heen gaan. Het aanvaardde in 1808 ook zonder veel geest drift de waardigheid van hoofdstad en residentie, waartoe koning Lodewijk Napoleon het had bestemd. Er was zeker iets voor te zeggen om na den val der federatieve republiek den zetel der regeering niet meer te behouden in het politiek gansch onbeduidende Den Haag, maar dien over te brengen naar de grootste en belang rijkste stad van den nieuwen eenheidsstaat. Zoo was ook in Frankrijk de regeering verplaatst van Versailles naar Parijs. Amsterdam aan vaardde de nieuwe waardigheid zonder geest drift, maar met hoffelijke gelatenheid. Maar het stadsbestuur moest zijn glorieus [stadhuis aan zijn voornaamste plein afstaan en zich terugtrekken in den ouden admiraliteitshof aan een stille gracht. Dat was een opoffering, maar die toen werd opgewogen door de nieuwe functie van hoofdstad en residentie. Zoo was Amsterdam in 1813. Wat zou de toekomst brengen? H. B R u c M A N s SPREEKZAAL HET OERA LINDA-BOEK door Dr. M. DE JONG Hz n. Het is niet onverstandig van den heer Wirth, dat hij.^deT??reeks van onmogelijke beweringen", Kamer in den stijl van het Eerste Fransche Keizerrijk. die ik aan zijn naam verbonden zou hebben, niet nader heeft aangeduid. Ik zou zinspelen" op een werk, hetzelfde waarvan de heer Wirth ons nu een zeer problematies program geeft, en dat heel iets anders zou zijn dan het door mij bedoelde. Met de uitgave van dit studiemateriaal heeft het O. L. B. dus niets te maken". Even verder echter heet het: Op grond van het monumenten materiaal, dat in mijn bovengenoemd werk voor het eerst wordt uitgegeven, zal het mogelijk zijn, uit te maken, welke oudere overleveringen achter dit raadselachtige document (het O. L. B. n.l.) schuil gaan, en welke de beteekenis hiervan voor onze geestesgeschiedenis is". De heer Wirth leert de tegenspraken elkander verdragen in zeer kort bestek ! Het boek, dat ik noemde (ik heb niet gezinspeeld) is door de heer Wirth o.a. in de Nieuwe Rott. Courant" van 30 Juni 1923, och tendblad C, onder de door mij aangegeven titel Urgermanischer Glaube", aangekondigd. Die titel duidt reeds aan, dat hier heel wat anders en meer beoogd werd, dan een chronologise en typologise" ordening en bespreking van studiema teriaal". In bedoeld artikel heet het o.a. (cursi veringen van mij, de J.): In dit verband herrijst voor het eerst de geestelijke beschaving onzer voor vaderen, der Noorschc barbaren" en heidenen", der dragers der godsvrijheid in den mensc/i, en wordt eerst duidelijk, hoe afhankelijk het oosten in zijn oudste kultuurformaties reeds hiervan was, ook wat het latere Jahwisme en Christendom betreft. Het merkwaardige is, dat deze uitlatingen voorkomen in een artikel, dat tot titel heeft.... Tliet Oera Linda Boek" Wat betreft de richting van de cul tuurbeweging verwijst de heer Wirth in meerge meld art. naar de opvatting van het O. L. B. dat het Noorden een grondstandige ( ! grundsatzlich?) meerdcrwaardige cultuur heeft bezeten en deze OIDDING ITUYNENBURG MUYSI ascHILDEPSI van het Noorden naar het Zuiden en Oosten is gegaan en niet omgekeerd, in f lagranten strijd met het toen gangbare dogma ex oriente lux" (het licht uit het Oosten).Dit zijn momenten, die niemand in dien tijd (der z.g. vervalsing) kon hebben gewe ten". Hij noemt daarom de herziening van het proces inzake de echtheid of onechtheid van het O. L. B. een hoogst belangrijk wetenschappelijk vraagstuk". 2e. Want", en dan worden we geplaatst aan de stralingshaard dier cultuurbeweging, de oor spronkelijke bron van het bestaande handschrift (van het O. L. B.) vertegenwoordigt de laatste codificatie van tiet oer-arische monotheïsme, waarvan de overlevering in Friesland schijnbaar (lanscheinend ?) het langst bewaard bleef". Zou iemand, die zijn hyper-moderne cultuurtheorie zoo duidelijk in een hyper-archaïsties geschrift weerspiegeld, belichaamd en bewezen ziet, nu voornemens (en verplicht) zijn, het ten grondslag te leggen aan een werk, dat over OudGermaanse geloofsleer moet handelen, ja of neen? En hebben deze dingen, professor, uw archaeologie en uw O. L. B., niets met elkaar te maken??? Dat het O. L. B. wederom en zelfs nu nog be wezen heeft, het vermogen te bezitten lichtgelovige onderzoekers,} in het bijzonder zulke, wier onderzoek beheerst wordt door stofvreemde drijf veren, ais het Pan-Frisisme of het Pan-Oermanisme, in zijn toverkring te sluiten, stelt voor de zooveelste maal de kracht en de be tekenis, d.w.z. de zielkundig buitengewone kwaliteiten van deze mystificerende parodie in het scherpste licht. Verwijs, wel hebt gij ad fundum gedronken van het mundus vult decipi, ergo decipiatur" ! De heer Wirth rangeert zich nu als slacht offer naast Dr. Ottema, die indertijd ook palatoethnologise studiën met de studie van het O. L. B. verbond tot stilling zijner nationalistise behoeften. Hoe ver men op die manier kan afdwalen van het rechte pad der wetenschap, bewijst wel het gedaas van de heer Wirth over karolingise, humanistise en andere hand schriften van het O. L. B., waarvan er echter maar n bestaat of bestaan heeft en de andere er door hem bij verzonnen zijn. De opvattingen van prof. Wirth aangaande het O. L. B. zijn dus wel merkwaardig, maar komen voor ernstige weer legging niet in aanmerking. Zij zijn te beschouwen in hetzelfde licht als zijn revolutionaire archaeulogie", in het licht van het ultra-pan-germanisme, dat de wetenschappelijke revolutionair maakt tot een weenschappelijk avonturier. PADOX HOUTBOUW Houten Scholen, Winkels, Directiekeeten Lavering in korten tijd. Fabrieken Warmonn NIEUWE UITGAVEN De heer JOHN S. BARRINGTON-, de samensteller van de aangekondigde uitgaven : ,,Hoe maak ik mij verstaanbaar in Engeland, Frankrijk en Dnitschland", verzoekt ons mede te deelen, dat zijn werkje moet worden vergeleken met een menu, bestaande uit: a. hoofdschotels, b. tusschengerechten en c. toespijzen. De door ons aangehaalde fragmenten zijn toetjes", die, naar de heer B. meent, geen schade doen aan de degelijkheid van het menu. De lezers kunnen aan de hand van deze toet jes" dus wel nagaan hoe het geheele menu is bereid. BOOTMOTOREN MOTORBOOTEN Bingham & Lugt - Slepersvest l - Rotterdam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl