De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 26 september pagina 6

26 september 1925 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2520 N.V. PAERELS' Meublleering-MI]. AMSTERDAM OOMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokln 128 - Tal. 44541 BICHT l TOT <5S^«^<^>^ TEOOjTHm VOOR 7PECIME WOON INMCHTINQEN ? l JULI K'25 HONDERD JAAR oud, en gedurende al dien tijd met succes _ de wasch behandeld van Particu- B ? lieren, Hotels enz. DE BEHAN- l DELING IS DAN OOK PRIMA, en de prijs zal U meevallen. Vraagt aan f,.DE PELIKAAN" te GOUDA Prijscourant No. 106. v l Moderne Slaapkamer Ontwerp A N T. K RE S f450.-. LAS TRES REINAS. (HAVANA CONDITION) Keinas Grande» Keinas Reina» Chica» Verpakt in kisten van. ICO stuks. Prijs / 12O per mille. Proef kisten / 12. franco per post. G. HASEKAMP I nporteur va i H^vanasigaren. 23 Glashaiei - Rotterdam Telefoon 73475O1 i CONDUITE INTÉRIEURE 4 Cylinders, 10/15 P. K-, 4 Zitplaatsen, Ballonbanden, Schokbrekers UIT VOORRAAD LEVERBAAR. Zonder voorwielrem f 4600 | Met voorwielrem f 4750.?? De Importeur: ? J.LEONARO LANG,Stadhouderskade 114,A'damJel 27100. ? BIJKOMSTIGHEDEN door A N N i E S A L O'M ONS CLXL In de vierde klas moeten ze zelf hun aardappelen jassen; ze staan en hurken allemaal om een grooten emmer en gooien er om de beurt een blanken knikker in; n man heeft beide armen volle blauwe tatoueeringen; een ander, met verwarde haren, lijkt erg kieskeurig en slingert telkens een aardappel over boord; soms zegt n een grap en dan (sereen kort gelach, maar o ver 't geheel Werken ze rustig door, lekker in den wind met hun hemden los en alleen sandalen aan hun voeten. In de eerste klas hangen ze uit de raampjes met benijdende belangstelling. Ik wou dat wij ook zelf onze petatten moesten schillen, zooals in dienst", zegt een oude planter, uit den grond van zijn hart. Of ik ging nog liever met dat matroosje mee uit verven...." Ga maar mee nossen", zegt een kapitein van de artillerie, dat is óók dienst". En zuchtend slenteren ze weg. Er is een episode in iedere zeereis, waarin niemand tegen de ontmoediging op kan; het is nog altijd warm; de keuken stinkt naar blikjesmelk en visch in 't zuur; de gangen zijn melan choliek donker; en als je voor dtn zooveelsten keer 's middags naar de mandikarner drentelt, of als je voorden zooveelsten keer het strijkje een jengel ige step hoort inzetten, heb je het gevoel, dat je het nu wezenlijk niet meer dragen kunt. Alles begint je te irriteeren: het spraakgebrek van den dekbediende, het lijzige gezang van het kind, als je wilt slapen, de warme wind, de zon, de mevrouw, die pretentieus met haar heupen wiegt en die ander, die altijd haar oogen spert; je voelt een onredelijke behoefte om tegen te spreken, zoowel als iemand zegt, dat de reis eindeloos duurt, als wanneer een ander vindt, dat het toch eigenlijk vlug opschiet, en als je 's nachts op je knieën voor het raampje ligt en opstaart naar de wolk van den melkweg, dan is er maar n vraag in je hart: Quousque tandem? Maar dan kunnen wel weer allerlei kleineringen je met het leven verzoenen; b.v. dat op een wanhopig warmen winderigen avond, als zelfs de moed om te lezen je is ontgaan, opeens een stuurmansleerling verlegen naast je komt staan en zegt: Mevrouw, ik weet dat u er om geeft.... we varen door een melkzee op 't sloependek kun je het 't beste zien". En je klimt met hem naar boven, in een zoelen storm, die alles aan en om je doet flapperen, en daar is het wonderbaarlijke: een witte, lichtende zee, waarboven de hemel heel donker lijkt, een zacht, wollig blank, zonder schuim, zou da t het bijna aan nevel doet denken. 't Is iets heel zeldzaams", zegt de jongen. Zelfs de kapitein had het nog nooit gezien; bij de Molukken komt het mér voor". Het is net, of we ook ve<M stiller varen dan anders; een sprookjesachtig glijden door een Wolkenmeer en boven ons het zwarte hemclveld vol sterren. Als u even mee gaat in de donkere kamer.... ik heb er een putsje vol mee; dan ziet u het lichten". Ik zie kleine, blauwe flitsjes, maar in 't klein gaat er niets van de geheimzinnige charme van uit, die de wijde zee er door krijgt.... In de derde klas kruip ik op het alleruiterste puntje van het schip : in het Water, dat onze boot heeft omgeploegd, schijnen, een eind onder het oppervlak, blauwe lampjes te lichten.... Kwallen", zegt de eerste officier en een jong vrouwtje heeft me verteld, dat je in het Suezkanaal overdag kunt onderscheiden, dat die kwallen een kruis op hun rug hebben.... Ik zit over Gezelle's Schrijverke" te suffen. Ze schrijven den heiligen naam van God". Een kwa ook, een kwal, zoo'n_'onoogelijk beest? Maar in den nacht kan het toch rnaar tot een licht worden .... Maar we hebben ook minder nobele afleidingen voor onze verveling: de meneer uit de eerste klas, die zoo mateloos flirt met de mevrouw van de tweede, dat ieder van beide klassen er schande van spreekt; het ruziënde echtpaar, dat aan tafel geen woord tegen elkaar zegt, waarvan de man op het sloependek logeert en de mevrouw op de hoogte van deneetsalon,enover wie toch de hevigste scènes worden gerapporteerd, ofschoon niemand begrijpt, wanneer ze gelegenheid hebben, iets aan elkaar toe te vertrouwen.... En de man, die eiken avond alleen zit met een_vierkante flesch^jenever voor zich, en zich het eene glaasje na het andere in schenkt, steeds onnoozeler voor zich uitstarend.... Maar dan komt ineens de kentering; het begint er mee, dat er op het bord staat, dat geen waschgoed meer wordt aangenomen; dan komen de lijstjes over treinen van Mars^ille, van Parijs: op gaven, hoe laat men zijn sleutels moet inleveren e n wanneer de laatste gelegenheid is om geld op te nemen. ... Un onmiddellijk verzacht zich de stem ming; menschen, die heel de reis niet tegen elkaar hebben gepraat, vinden het standsverschil nu toch niet meeroriuverkotneulijk.en converseren vriend schappelijk over de schoonheden van de straat van Messina en over de Stromboli, die telkens een golf van vuur uitwerpt, die dan als e-en lichtend beekje naar beneden sliert. Maar eigenlijk kijken ze toch alleen maar zoo verrukt naar de rotsen e-n de droge rivieren, omdat dit alles al bij Europa hoort, en eigenlijk interesseert Europa hen alleen, in zooverre als het het land is van hun familie'. Niemand kan al de verhalen onthouden, die nu aan alle kanten op hem worden losgelaten, over het weerzien van een jongen, van twee dochtertjes in Holland; maar vooral over het terugvinden van een oude moeder, een vader van drie en tachtig, die nog zoo kras is.... De een krijgt zijn familie aan boord, en vaart vredig gezamenlijk verder om in die week alles bij te praten; de ander vindt ze in Parijs, in Brussel, of gaat met hen naar Biarritz... Honderd plannen en verwachtingen ;agitatiesover kinderen, die juist op het nippertje nog een beetje koorts krijgen; rampen over witte schoenen, die men verkeerdelijk uit de koffers gehouden heeft en mantels, die men er verkeerdelijk heeft inge stopt; gedrang bij de kaart van het bestek; en op een heel vroegen ochtend de man van de jeneverflesch, die geduldig met een lucifertje staat uit te meten, hoe ver We nog moeten varen.... Want vooreen jaar is zijn vrouw zenuwziek naar Holland gegaan, en misschien is ze nu wel zoo goed, dat ze hem in Marseille op de ka zal staan op te wachten. Ik moet even kijken, of ik Holland al zie", zegt het kleine meisje, eiken ochtend, als excuus, omdat ze voor dag en dauw het luikje al open schuift. En wij grooten zijn niet anders; w'e staren ge spannen de blauwe oneindigheid in, en Holland beteekent: een lief, bitter gemist gezicht. PEEK & CLOPPENBURG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl