De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 26 september pagina 7

26 september 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2520 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND naar: M.tLISSONE ROME. Inlichtingen: Leidschestraat 5, AMSTERDAM. Dam 10. NAAR MAAT Fr. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 - Amsterdam Spoor's Mosterd W. A Spoor Jr., Culeinborg VAN SCHAICK's MEUBELTRANSPORT-MY BERGPLAATSEN VAN INBOEDELS BINNEN- EN BUITENLANDSCHE TRANSPORTEN OVERBRENGEN van MEUBILAIR ook per AUTO-TAPISSIÈRE BOOTHSTRAAT, UTRECHT. TEL 163 VOOR DE DUINEN door Dr. JAC. P. T H i j s s Heden is in het Bloemendaalsche Bosch de Planten- en Vogeltuin geopend. Eigenlijk is het meer een overdracht dan een opening, want wij zijn pas te kort bezig, om nu reeds aan de bezoekers te geven Wat wij Wenschen: een duidelijken indruk van al de mooie en helaas voor 't meerendeel reeds zeldzame planten, die ons duinlandschap kunnen maken tot een der mooiste ter wereld. Het groote publiek kent die planten te Weinig en heeft ook haast geen gelegenheid, er kennis mee te maken. Een prentje in een geïllustreerd blad, een enkel exemplaar door vriend of kennis mee gebracht of vluchtig op een tentoonstelling be keken, geeft geen behoorlijken indruk van die mooie ?en merkwaardige planten, geen kijk op hun zoo interessant bestaan. De vegetatie is meestal troepsgewijze of groepsgewijze. Slechts in'heel zeldzame gevallen vindt men eenlingen, zooals de Bokkenorchis van Duin- en Kruidberg. De koraalwortel, die maar op n plaats in ons land groeit, komt daar toch weer troepsgewijze voor en zoo is het ook met andere zeldzaamheden zooals de Bijenorchis, het Vogelnest, de Kruisbladgentiaan, het Zonneroosje. Voor de gewone planten blijkt dat nog duidelijker; duinroos en duindoorn bedekken uitgestrekte hellingen met een aaneensluitend kleed. Waar de Parnassia nog groeit, staat zij als madeliefjes in de wei meestal in gezelschap van dichte troepen van moeras-wespenorchis en doorspikkeld met zalmrood van Duizendguldenkruid, duister-blauw van Bittere Gentiaantjes en licht groen van de kleine maar belangrijke orchideetjes, Herminum en Sturmia. Den eersten keer, dat ik de prachtige Tengere Bastaardmuur, Anagallis tenella, zag het was op Texe! in 1890 stond de plant daar in zoo'n groot aantal, dat de bloempjes n rose gordel vormden rondom het kleine meertje In de Duinvallei. De Moeras-Wespenorchis (foto op de Mient. Om weer wat dichter bij huis te ko men: Salomonszegel, Boschsalie, Munt, Daslook, Thijm, alles groeit bij plakkaten bijeen. Alleen wanneer we ze zoo zien groeien, kunnen wij een goed begrip van hun leefwijze hebben, hun afhan kelijkheid van den aard van den bodem, hun ge drag ten opzichte van wind en regen en van allerlei dieren, zoowel hun vrienden als hun vijanden. Op de bekendheid met deze dingen berust eerst werke lijk onze liefde voor de planten en al wat ons zoo oppervlakkig aan hen verheugt, vorm, kleur, geur, houding, hangt ook weer innig samen met die levensomstandigheden. In onzen Planten- en Vogeltuin moeten we dus ook onze bloemen in liefst groote groepen hebben, uitgezonderd dan die Bokkenorchis, waarvan dan ook nu reeds n exemplaar aanwezig is. Het zal niet gemakkelijk zijn, om in een klein bestek aan al de planten van duin en duinzoom gelegen heid te geven om hun natuurlijk bestaan te leiden. Het duinlandschap toch vertoont een zeer groote afwisseling. Daar zijn bergen en dalen, noordhel lingen en zuidhellingen, kalkrijk zand en kalkarm zand, grof van korrel en fijn van korrel, onder grond, die het water gemakkelijk doorlaat, veenbanken en oerbanken elk met hun eigen stelsel van grondwater. Bovendien hebben wij nog rekening te houden met de aanwezigheid van bakteriën en andere zwammen, die niet gemist kunnen worden voor den groei aan sommige planten en misschien ook nog wel met het voorkomen van minieme hoeveelheden van sommige elementen, die niet voorkomen in het lijstje van Liebig. Wij staan nu voor het probleem, om op een verlaten aardappelveld en in een oud uitgemergeld boschje van eiken hakhout de schatten van de duinflora te vertoonen, al de planten, die Van Eeden in zijn Onkruid heeft genoemd en nog eenige er bij: duinmeer, duinpan, duintop, duinwoud. De verschillende graden van vochtigheid zijn verkregen door het uitgraven van een vijver, diep onder den zomer-grondwaterspiegel. Daarna is het zand bedekt met een laagje zwarte aarde" tegen het verstuiven en daar is voorloopig gras op ge zaaid, ook al tegen het verstuiven en als mantel der liefde. En nu worden gaandeweg met hulp en bijstand van vele belangstellenden de gewenschte planten er in gebracht volgens een bepaald plan. Natuurlijk is de grond nog lang niet zooals hij wezen moest. Met den zwarten grond zijn zaden mee gekomen van allerlei on kruiden, die al heel licht onze kweekelingen zouden verstikken, maar een tuin man is dag aan dag bezig om de ongewenschte gasten te verdrijven en te onder drukken. De metste planten kunnen groeien in eiken tuingrond, maar de eene beter dan de andere en het komt er nu maar op aan, om de plant die wij willen kweekcn, te bevrijden van concurrentie. Alleen met sommige fijnproevers /uilen wij moeite hebben en zooals ge weet hebben heesters en hoornen eenige jaren noodig eer zij bloeien en vrucht dragen. Het zal dan ook wel een jaar of vijf duren, eer de tuin werkelijk in alle jaargetijden een duidelijk beeld kan geven van de schoone plantenwereld van duin en duinzoom. Dat is maar net op het nippertje. Onze duinen toch worden bedreigd door groote gevaren, Men wil ze overal exploiteeren", d.w.z. onttrekken aan hun A. Burdet) natuurlijke bestemming van Park van Nederland, om het zand te verkoopen, bouwterrein te maken enz. Nu kan er gerust heel wat zand van sommige duinen voor nuttige doeleinden beschikbaar worden gesteld en er zijn ook plaatsen genoeg in en langs het duin, waar zonder schade huizen mogen worden gebouwd en tuinen of kinderspeelplaatsen aan gelegd. Maar dat alles moet gebeuren met overleg en volgens wei-overwogen gewestelijke plannen. Tot nu toe is dat niet gebeurd en terecht heeft nog onlangs de burgemeester van Noordwijk de aandacht gevestigd op de schandelijke zandafgraverij in zijn gemeente. Die schande treft eigen lijk niemand, want de ambtenaren in Den Haag (aan Financiën nogal) hebben ook al niet zoo heel veel gelegenheid, om in geestdrift te geraken over maanvarentjes en hun kornuiten. Nu hopen wij echter door onzen tuin juist wat meer bekendheid te geven aan al die planten en te laten zien, hoe mooi het duin kan zijn op allerlei manieren: duinmeertje, bont van bloemen, oeverland met Parnassia en Orchideeën, Pirola en Anagallis, hellingen met thijm en duinroosjes, bosch met allerlei gebloemt en de boschrand in Mei in bloesempracht, in September kleurig van allerlei besvruchten. Bovendien in een uithoek allerlei vreemdsoortig gewas, dat in het duin terecht is gekomen door jacht en cultuur en dat er op menige plaats burgerrecht heeft verkregen. Met al die planten en met 't water komen vanzelf allerlei vogels, maar de planten blijven toch de hoofdzaak. En het allerbelangrijkste is wel, dat de tuin de ingang moet worden tot het duin zelve, en dat hij helpen zal, om velen bereid te maken tot de groote inspanning en de vele offers, die wij ons binnenkort zullen moeten getroosten, om het Hollandsch duin te behouden. Ringfe?^ Kersen Pralines Bijzonder-frissché'; Aangename smaafc';

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl