Historisch Archief 1877-1940
No. 2521
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓR NEDERLAND
WONDERLIJKE
GESCHIEDENISSEN DER STOF
door Dr. W. VAN B E MM E L EN
(met teekeningen voor ,,de Groene Amsterdammer"
door Is. van Mens)
VAN HEL TOT HEMEL
(Vervolg van No. 2520)
Niets echter ging boven zijn microscoop !
Wat 'n wonderbaarlijk instrument !
Daar stond het.?Van buiten nu ja, aardig
van blinkend koper, met wat mooie schroeven
en andere fijngebouwde deelen; maar belangrijk
van uiterlijk toch eigenlijk niet. Daarentegen
zijn innerlijk !
fc Een blik door het enge kijkgaatje, en een
andere wereld ging voor hem open ! Door die
nauwe opening keek hij in de verborgen regionen
van het kleine, der infrawereld, die naast, om en
in ons bestaat en die wij plompe stervelingen
desondanks niet ontwaren, omdat onze zintuigen
te grof zijn.
Maar de lichtbundel, dien hij met behulp van
een spiegel door het microscoop zond, vermocht
zich te splitsen in bijna tallooze vormen en kleuren,
en werd door kraalkleine lenzen uiteengespreid,
tot ze het oog in duizendvoudige ontleding wist
te bereiken, verradend de kleinste celelementen
van het beschouwde voorwerp.
Ook nu duurde het niet lang of de dokter had
zich voor het instrument neergezet en zat te turen
door dat spievenstertje in de zaal van het kleine.
Een lichtveld, geel van kleur, breidde zich voor
zijn oog uit en daarin zag hij den door zilver
zwart gekleurden stam der gezichtszenuw bin
nenkomen en zich vertakken, steeds meer en meer,
tot een dicht net van de allerfijnste twijg
jes, de dendrieten, die gegroeid waren uit de
lange neuriet. En ieder dier dendrieten om
klemde een pyramide-cel der hersenschors, waaruit
weer andere dendrieten ontsproten, die in omge
keerde richting neurieten bereikten, welke keer
banen vormden van de hersens naar 't lichaam.
Wat 'n ingewikkeld samenstel en in welk een
waas van geheimzinnige onbekendheid was het
gehuld ! Want hoe werden de prikkels, di, berichten
overgeseind langs die banen?
Hij wist al hetgeen daarvan reeds bekend was
en nog beter, hoe die kennis nog geheel onvoldoende
,,Ik zon in oorlog met de menschheicl zijn?"
De bediende, die hem opendeed
was, geenszins de overbrenging afdoende kon
verklaren. Bovendien, nog veel raadselachtiger
was het proces, dat zich in die pyramide-cel
moest afspelen ! wat geschiedde da;ir, in dat
kleine kamertje, dat met vele andere in verbinding
stond, zoodat opnieuw prikkelende golven werden
uitgezonden? Zelfs geen zichtbare verandering
had men kunnen aantoonen !
k En was het volstrekt vereischt, dat de ontvangen
prikkel juist langs de dendriet de celkamer bereikte,
komende van een lichaamsorgaan als oor of
oog? Kon ze ook binnenkomen langs de onstoffe
lijke banen der intuïtie, die op voor ons onbegrij
pelijke wijze voeren door werelden van honger
orde dan de onze?
Als hij door zijn microscoop een blik sloeg in
dien wonderlijk fijnen hersenbouw, die zelf reeds
buiten de grenzen der gewoon-menschelijke waar
neming lag, dan was het Govert of hij al op weg
was naar de ontraadseling dier geheimen.
Maar wilde hij voortschrijden langs dat pad,
dan stootte hij weldra tegen een ondoordringbaren
wand, die geen doortocht in het binnenste van
den tempel der kennis gedoogde.
Hij liet echter niet af ! Hij waarde rond, zoekende
naar een poortje om door te dringen in het
sanctuarium. Geduldig onderzoek, niet wilde speculatie
richtte zijn schreden.
Hij hunkerde naar het binnentreden; al ware
het enkel in de buitenste zuilengang van den
tempelhof. Al gelukte het hem slechts om n
bericht in zijn snelle reis langs de zenuwbaan
vast te houden en aan te toonen.
Maar hoe ! ?
Hier stoorde een klop op de kamerdeur zijn over
peinzingen en opkijkend riep hij binnen !"
Het had David niet veel moeite gekost om uit te
vinden waar Govert werkzaam was. 'n Telefoon
gids in een kiosk had het hem geleerd en niet lang
na het binnenkomen van den dokter had hij de
bel van het laboratorium overgehaald.
De bediende, die hem opendeed, keek den
schunnig gekleeden man, die zijn chef wilde spre
ken, wel wat wantrouwend aan; maar de beschaaf
de en autoritaire spreekwijze van den bezoeker
lieten niet na indruk op hem te maken, zoodat hij
de vraag of de dokter aanwezig was, bevestigend
beantwoordde en naar diens kamer ging otn te
vragen of de bezoeker ontvangen kon worden.
Hij liet hem echter op de gangmat staan en opende
niet de deur der wachtkamer voor hem.
David drentelde, al wachtend, een eindje de
gang in en bleef staan voor de geopende deur van
het vertrek, waar de assistent bezig was met
den grooten microtoom.
Dat hij hier in het instituut voor hersenonderzoek
Was, wist hij, en wat het beteekende, hetgeen hij
daar voor zich zag geschieden, begreep hij ten
deele, maar niettemin gaf het hem een griezel.
IL De bleekgele hersenmassa was eerst weinig
aangesneden en Het nog zoo duidelijk zien, wat
ze eens was: de denkende en voelende inhoud
van het hoofd van een levend mensch. En nu
zag hij het beulsmes telkens met ijzige gevoel
loosheid naderen en dwars door dat leven
heenklieven. Met de doode domheid van den automaat
sneed de machine door die rijke korf van denken
en voelen, waarin de gedachten en gevoelens
nog opgesloten moesten zijn als geurige honing
in de raten.
J. S. MEUWSEH, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAP.
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
Afgrijselijk vond hij het! Zijn opstandige
geest kwam in beroering. Afschuwelijk was hem
ook de aanblik van groote flesschen, gevuld met
vuilgele spiritus, waarin nog gave hersenklompen
dreven. Hij liep langs hen, toen de teruggekomen
bediende hern den weg naar Goverts kamer wees
en 't was hem of ze smeekten om bevrijding uit
de dreigende macht van het moordende mes.
Ook de dooden wachtten dus op bevrijding,
niet minder dan de levenden, die hier op aarde
zuchten onder het juk van inenschelijke dwinge
landij ! Moest hij ook voor hen strijden tegen alles
wat wilde overheerschen, zooals hij het deed voor
zijn medemenschen?
Het binnentreden van de kamer van den
dokter maakte maar half een einde aan dien
gedachtenstroom, die in zijn onderbewust/.ijn
bleef doorwoelen, terwijl hij met zijn ouden
vriend in gesprek was.
Wel David, jij hier!" sprak Govert hem met
gemaakte hartelijkheid aan, terwijl hij hem de
hand reikte, die David eenigszms weifelend aan
nam. Dat is lang, lang geleden, sinds we elkaar
voor de laatste maal zagen ! Hoe toevallig, dat
we elkander zooeven tegenkwamen ! Wist je waar
ik mijn laboratorium had, of heb je dat eerst
moeten navragen? 't Is hier een vreemde wereld
voor je, is het niet? Wat doe je tegenwoordig?
We hebben elkaar zoo uit het oog verloren, dat
ik niet zou weten welke betrekking je tegenwoordig
hebt."
Voor het hekleeden van betrekkingen heb ik
nooit veel talent bezeten" antwoordde David
spottend, terwijl hij zich zette op den stoel, dien de
andere hem aanbood.
Ja", zei Govert met een ietwat verlegen
lachje je had nooit lust om, in een gareel mee te
trekken."
Neen, de zweep kan ik niet dulden !" ant
woordde hij met 'n begin van opwinding; zich
echter bedwingend liet hij er met 'n lichte ironie
opvolgen maar nu mis ik dan ook de haver."
Daar hebben we het, waar hij heen Wil", zei
de dokter stil tot zich zelven en zich schikkende in
het onvermijdelijke, ging hij er maar moedig op
in. Trouwens oude vriendschapsherinneringen kwa
men bij hem boven en die maken altijd week.
Ja, 't is je aan te zien, dat je ruif spaarzaam
gevuld wordt! Maar je moedigt de menschen ook
niet aan om je voer te verschaffen; ik geloof
meer, dat je in voortdurenden oorlog met hen
leeft !
Wat!? Ik zou in oorlog met de menschheid
zijn", riep David met verontwaardigde verbazing
uit, ik, die haar redden wil uit de macht van
haar slavenrneesters !"
Je zult niet veel voldoening hebben van je
bevrijdingspogingen," was het schampere ant
woord, ik meen, dat ik haar langs de wegen, die
ik bewandel, beter dien. Zoekend naar de waarheid
zal ik voor haar de rijpe vruchten wel van den
boom schudden. Maar, zeg mij eens, hoe staat
het verder met je, heb je een gezin? Ik weet,
dat je je indertijd met Olga verloofde."
(Wunit vervolgd)»