Historisch Archief 1877-1940
No. 2522
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
RUIZE-RIJMEN
OGTOBERMAAND,
OF
DE WINTER IS IN 'T ZICHT!
October, wees gegroet! U geldt mijn lied, o Wijnmaand,"
Uw zoete naam bezielt.... de Muze heeft mij beet!
Gelijk de verna *) die zichzelf voornaam Romein waant,
Zoo voel ik, Rijmer, mij zoolang als 't duurt! Poëet.
Mij doet gij, Acht in naam, in wezen Tien**), verlangen
Naar al wat ons het gure jaargetijde schenkt;
Wel heeft pas 't gele kleed de groene wa vervangen,
Maar 'k speur het in 't verschiet de witte winter wenkt.
Ik kijk vast iedren morgen op mijn thermometer:
't Is al wat kil.... me dunkt, de kachel kon wel aan....
't Wordt heusch wat slechterweer?voor mij beduidt dat beter"
'k Mag stoken, zonder zoo een gek figuur te slaan.
Vandaag ja, koud is 't niet; maar stadig stort de regen,
Nu fluks en zonder schroom de vlam in 't hout gezet!
Want klamme vochtigheid, daar kan 'k volstrekt niet tegen,"
Dank, regen, dank ! De situatie is gered.
De kellner zet niet meer een stom-verbaasd gezicht op,
Als ik n erwtensoep met worst en kluif!" bestel,
We eten ook gelukkig nu Weer met het licht op,
En zonder zucht zeg ik den zomertijd vaarwel.
Laat andren met een bang gemoed den winter beiden,
En klagen over kosten, kou en ongerief,
En smeeken dat de lent hen spoedig koom bevrijden
Ik zing niet mee in 't koor; ik heb den winter lief.
O ja, 't is heerlijk 's zomers buiten rond te dwalen
Door bosch en veld en hei, langs schuur en schoof en schelf,
Maar daar heerscht de Natuur; 'k moet haar mijn tol betalen
Des zomers heeft zij mij, des winters heb 'k mijzelf.
De winter is zoo goed, zoo knus en zoo verkwikkend,
Wanneer de warmte hier de kou van ginder tart,
Wanneer 'k mijn lagen stoel naar 't knappend vuurtje schikkend,
Wat stil ga zitten vorschen in mijn eigen hart.
Wie in zichzelf iets heeft gevoelens en gedachten,
Is slechts gelukkig verre van de maatschappij,
Hem deren eenzaamheid noch slapelooze nachten,
Hij leeft zijn eigen leven, ongestoord enjvrij.
De wereld is n wintersfeer in grauwe luchten,
Het vriest er dat het kraakt, en ijzig waait de wind,
Maar niemand heeft de koude van den dag te duchten,
Die in zijn eigen ziel een haard van warmte vindt.
CHARIVARIUS
*). Verna, Romeinsch slaaf.
**) Voor de beteekenis dezer getallen, zie het schoolrapport van uw
zoontje.
FILMCENSUUR EN SCHOONHEID
door L. J. JORDAAN
DE WEG TOT KRACHT
Rembrandt- Theater.
EN SCHOONHEID'
DE DREIGENDE BIOSCOOPWET.
Het Rembrandt-theater kondigt een film aan
met den zelfbewusten titel De weg tot kracht
en schoonheid". Het is de eenigszins dichterlijke
vertaling van het Duitsche Körper-Kultur"
en hoe bedenkelijk overigens de affiche-lyriek der
bioscoop-theaters moge zijn deze titel is abso
luut juist. Want van begin tot eind is de film een
pleit-rede (en welk een schoone!) voor de ver
zorging en ontwikkeling van het menschelijk
lichaam ??? dien Tempel Gods" ??en zelden zal
een verdediging zoo glansrijk gewonnen zijn. Wie
deze rolprent ziet, immers, moet wel zeer onder
den indruk komen van de harmonische schoon
heid van het gezonde menschelijke corpus n
van zijn kuischheid! Zie ? er komt in deze film
nog al wat naakt voor genoeg om onze eigen
aardige Moraliteit de stuipen op het zorgvuldig
ingebakerde lijf te jagen; maar van welk een
zonderlinge mentaliteit moet iemand bezeten zijn,
om in deze stralende, reine naaktheid iets
aanstootelijks te ontdekken!
Toevallig waren wij in de gelegenheid elders
de onverkorte film te zien en
dientengevolge zeer nieuwsgierig
naar de coupures van den
Nederlandschen censor. De waarheid
dient gezegd: men heeft het in
Amsterdam schappelijk gemaakt.
Als wij ons goed herinneren is
alleen de scène Het Romeinsche
bad" gecoupeerd en hoewel
't een eeuwig raadsel zal blijven,
waarom een schoone naakte vrouw
wel zedenbedervend werkt en een
viezerig, perverse edoch met
wat fluiters omhangen
cabaretjuffie niet moeten wij bekennen,
dat de tolerantie der
Amsterdamsche censuur ons niet tegen
viel. Al is het waar, dat wij er
geen hoogen dunk van hadden....
Maar dit betreft de censuur in
de hoofdstad, het bolwerk van
het Liberalisme" gelijk onze
vaderen gaarne zeiden en nog
steeds een gemeente met uitge
sproken vooruitstrevende allure..
onder de tot nu toe vigeerende
bioscoop-wet. Hoe echter zal het
straks worden, wanneer de regee
ring haar plannen tot centrali
satie der censuur verwezenlijkt
ziet met al de narigheid eener
gemeentelijke na-keuring?
Het vraagstuk der film-censuur
(wij wezen er reeds vroeger op)
is zeer precair en niet met een
paar slagwoorden op te lossen.
Dat men op een instituut hetwelk
zoo druk door de jeugd gefre
quenteerd wordt toezicht uit
oefent, zal door niemand worden
aangevochten. Maar dan ook
alleen voor minderjarigen! Immers
het feit, dat aanstonds ook de
film voor volwassenen zal worden
gecensureerd in den geest, die
het wetsontwerp ademt en dien
iedereen, ook al heeft hij 't
regeerings-stuk niet gelezen, volko
men duidelijk zal zijn dit is,
naar onze meening, eenvoudig
onduldbaar. Waarom? Om meer
dan n reden.
In de eerste plaats om het
systeem van censureeren. Wij
hebben reeds vroeger in dit blad
uitvoerig deze kwestie behandeld.
Wij wezen bij de bespreking van
het vieze product: De
vrijgezellin" door de bioscoop-com
missie n. b. toegelaten op de
benepen, klein-burgerlijke, maar
bovenal schadelijke opvatting van
het begrip zedelijkheid". De
zonderlinge hetze op alle naakt (meenden wij) met
negatie van zooveel, wat werkelijk immoreel" is in
hoogeren zin moet funest wezen voor de publieke
moraliteit. Het kan toch niet anders dan schadelijk
zijn voor de algemeene begrippen van goed en
kwaad, wanneer deze zich toespitsen op een(valsche)
scxLieele moraal. Het puriteinsche Amerika, met
zijn allerbedenkelijkste levensopvatting is hier
voor wel het sterkste bewijs. Dat het systeem van
naakt-jacht met al zijn gevolgen van puriteinsch
fanatisme, schijnheiligheid en werkelijk-zedelijke
verwording ? zwaarder dan ooit zal drukken op
de mentaliteit der massa, nu het door den geest
van het dreigende wets-ontwerp zoo wordt ver
scherpt ??zal wel niemand betwijfelen.
Een ander bezwaar is de onoverzienbarc
cultureele schade, door een censuur als in het wets
ontwerp beoogd, teweeggebracht. Het zou ver
velend worden hier opnieuw te betoogen, dat de
cinematografie groeide tot een factor van de
grootste beteekenis voor de volks-ontwikkeling
ten goede zoowel als ten kwade. En het besef,
dat de bioscoop recht heeft op ernstige belang
stelling, zoowel als op krachtigen steun begint
langzaam maar zeker door te dringen. Daar komt
nu echter deze regeering met haar opvatting, dat
de bioscoop een soort geestelijk bordeel is alleen
maar geschikt, wanneer men haar al niet geheel
kan uitroeien, om als een vogel-vrij-verklaarde te
worden gekneveld en mishandeld tot er de
dood op volgt". Daar dreigt ons nu dit wets
ontwerp, in het leven geroepen om den eenigen
kunst-vorm, die vat heeft op de groote massa
het eenige middel om het volk in al zijn lagen te
bereiken te castreeren en lam te slaan. En de
naam van den geestelijken vader laat geen twijfel
daar, of zijn beginselen zullen in al hun steilheid
en eigengerechtigheid worden toegepast. Immers
hoe wil men van den heer Colijn en zijn geest
verwanten het begrip verwachten, dat een volk
ook gelukkiger en beter kan worden door wat
goed is en schoon, naar andere opvattingen dan
IfitifiJUffiB
MTUYNENBURG MUYS
lbCHILDER5l '
de hunne? Het is, naar onze overtuiging, de be
trekkelijke weerloosheid der cinematografie ?
veroorzaakt door vooroordeel en onkunde die
haar als eerste slachtoffer doet vallen. En het is
ook het (men permitteere ons het woord) laf
hartige van deze tactiek, dat zoozeer onzen weer
zin wekt. Want nog zal men zich wel wachten
het tooneel aan te randen het tooneel, dat
hoezeer ook gehaat in de kringen van den wet
gever, toch te lang en te innig niet de cultuur van
ons volk is samengegroeid, dan dat een
rechtsstreeksche aanval op de dramatische kunst niet
een storm van protest en verontwaardiging zou
doen opsteken. Nog wordt het tooneel, dank zij
een groote traditie van eeuwen-her, beschermd
door de openbare mecning. Hoe geheel anders is
het met de cinema gesteld! Hier geldt het een
jonge, nieuwe kunstvorm bezocht door al de
kinderziekten, welke alle jeugd nu eenmaal
schijnt te moeten doorworstelen. Hier betreft het
een uiting van het culturecle leven, die haar weg
tot de officieele, erkenning nog moeizaam bezig
is te banen die nog bergen van vooroordeel,
zeeën van onkunde achter zich moet laten en
die nog zeer weinige (ach hoe weinige) openlijke
beschermers vindt.
En zie deze jonge kunstvorm durft men te
attaqueeren. Nietwaar, zij is zoo onzedelijk ?
zi] is zoo verderfelijk zij is zoo onartistiek ....
maar vooral: zij is zoo onbeschermd! Zij is zoo 'n
heerlijk zwakke plek in het harnas, dat onze
geestelijke vrijheid beschut. Of dacht men, dat
de heer Colijn zich over het tooneel ? welke ook
zijn persoonlijke meening te dien opzichte moge
zijn had uitgelaten met de woorden, dat hoe
eer het verdween des te aangenamer het hem
zou wezen! De minister-president is dunkt ons een
veel te goed politicus en een veel te verstandig
man om een dergelijke noodelooze uitdaging in
het gezicht van ons tooneellievend volk te slin
geren. Maar wie heeft den moed om de bioscoop
om haar zeljswille te verdedigen?
Wij twijfelen er geen oogenblik aan, of deze
slecht verkapte poging tot aanranding der gees
telijke vrijheid zal in breede kringen van ons
volk op feilen weerstand stuiten. Maar het zal ons
zeer benieuwen of in het koor van protesten zich
ook stemmen zullen doen hooren, die den
verstikkingsdood, welke de regeering de bioscoop Wil
doen sterven, afkeuren op andere gronden dan
politieke en zedelijke. Of er tegenstanders zullen
opstaan, die haar toevoegen: ij blijft van de
bioscoop af niet alleen omdat ons
rechtsinstinct en ons gevoel van eigenwaarde dit niet
gedoogen maar ook omdat wij niet zullen
dulden, dat een jonge cultuur-uiting, die groote
en schoone mogelijkheden in zich draagt, in de
kiem wordt verstikt!"
Zoolang dit niet geschiedt, willen wij van deze
plaats een krachtig protest doen hooren tegen een
Wetsontwerp, dat iets goeds en iets moois in het
grauwe leven van ons volk, bedreigt.
In dit verband bezien krijgt de film De weg
tot kracht en schoonheid" een symbolieke be
teekenis. Wie deze triomf der gezondheid en onbe
vangenheid heeft gezien, vraagt zich bezorgd af
waar het met de geestelijke kracht en de moreele
gezondheid van ons volk heen moet. Want de
film, die daar in den Haag wordt voorbereid,
baant den weg geenszins tot Kracht en Schoon
heid" maar tot ziekte en verval!
"Ë1CORSETIÈRE @
KEIZERSGRACHT P^AMSTERDAM
ITELEF.57151(g
_.. - ATELIERS VODBREPAPATi EN
IN DENHAAG ELKEN VRIJDAG HOTELCENTRAL