Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2522
FRANK HARRIS
door Dr. W. O. C. B Y v A N c K
Het zij mij vergund u op mijn manier de in
leiding te vertellen tot het tweede deel van Frank
Harris' memoires.
Wat de Duitsche Hoogeschool als puiksten
professor bezat op het gebied van filosofie en
letteren zou dien dag het woord voeren over het
aantrekkelijkste onderwerp dat er voor een
Duitscher kan bestaan. De man wien de gaaf was
verleend om de moeilijkste vraagstukken helder
voor te stellen en die enkel door zijn ontleding de
ingewikkeldste problemen wist op te lossen, zou
dien dag te Heidelberg, zijn standplaats, een rede
houden over Goethe in de verschillende phasen
van zijn ontwikkeling. En het was niet alleen
van den rijkdom en van de nauwgezetheid van
zijn kennis dat men dacht te genieten, maar ook
van de kunstvaardigheid waarmede hij haar wist
te ordenen tot een beeld van schoonheid. Kuno
Fischer, om den hooggeleerden naam te noemen
van den man die luister schonk aan den naam der
aanvallige universiteit in het laatste derde deel
der vorige eeuw had zijn stampubliek van dames
die zich voor wijsheid interesseerden, en was bij haar
even geliefd en gezien als onder de studenten. In
de collegezaal had hij zijn geestelijk tehuis. Hij
irad er op met de zekerheid van een triumphator.
Die gerustheid, dat gevoel van overwicht,
klonk eenigszins door in den eersten zin, die zijn
cursus opende. Shakespeare en Goethe", zeide hij,
.?de tweelingbloemen van het Germaansche ras", en
hij dacht waarschijnlijk een blijk te hebben gegeven
voor de ruimte van zijn geest door de erkenning
van een evenknie in de geesteswereld van Goethe;
maar er was een onder zijn gehoor op de
dichtbezette banken, die zich geërgerd voelde, een
kosmopoliet, maar een die onderscheidingen
maakte.
Hij noemde zich naar zijn afkomst een
Amerikaanschen Engelschman, Germaansch met een
mengeling van Lettisch lerscli bloed, was even
in de twintig en naar Duitschland gekomen om
de Duitsche beschaving in zich op te nemen. Hij
was ijverig bezig geweest om de Duitsche taal en
letterkunde te bestudeeren en meende het al een
eind ver te hebben gebracht, kijkende in Duitsche
klassieken en had Freitag's Soll mul Haben gelezen,
en hij dweepte met Heine.
Uit een beroemde passage van Heine had hij
geleerd hoe de Duitsche student zijn afkeuring te
kennen geeft, wanneer hij meent dat zijn
hoogleeraar zich te buiten gaat aan een onrechtvaardig
oordeel: hij schrapt met de zolen van zijn schoenen
over den grond.
Dat middel bracht de jonge kosmopoliet het
was Frank Harris recht hoorbaar in praktijk.
?*
De zware kop van den professor werd even in
den voortgang der rede gestuit. Er gebeurde hem
iets dat hem nog nooit was overkomen. Hij brak
eenjoogenblik zijn rede af om te zeggen dat hij
een tegenstander onder zijn gehoor had gevonden.
Gaarne zou hij dien de gelegenheid geven zijn opmie
te verdedigen, maar, men zou het met hem eens
wezen: het passendst leek hem eerst het deel van
zijn verhandeling te voltooien, dat hij zich had
voorgenomen dien dag uit te spreken, daarna
kon dan de opponent zijn oppositie aanvangen.
Er werd geapplaudisseerd. Ongestoord ging
verder Kuno Fisher's rede voort. Toen hij had
geëindigd stond Frank Harris op en maakte eerst
zijn verontschuldiging over het Duitsch waarin hij
zich nog met moeite bewoog en overal aanstoot
inoest geven, om dan uit te leggen, waarom hij
zulke phrascs die Shakcspeare met Goethe schenen
gelijk te stellen niet kon laten passeeren. De
Duitschers waren trotsch op hun cultuur, zij be
schouwden de menschen niet in het bezit van die
beschaving als ongelijkwaardig. En toch wat had
Goethe te stellen tegenover den rijkdom van typen
dien Shpkespeare's werken ontplooiden, zijn trage
die der liefde, van den \\'eltf:!imi'r:, van de
jaloerschheid, van de gefnuikte eerzucht enz. Men
kwam dan op Shakcspearc's naam als echt
ermaansch, zonder op te merken dat hij veel een
voudiger van het Fransch van Jucinies Pierre kon
worden afgeleid.
Die laatste stoot werd voor een grap aangezien.
Itederl. Munt
Hollands b out o t O conts
De menschen zagen elkander aan en begonnen te
lachen. Ook de professor lachte als wou hij zeggen:
Dat was een goeje; en Frank had genoeg ver
stand om te beseffen dat hij het hierbij moest
laten. Hij nam zijn hoed op om met de anderen te
vertrekken.
Bij het heengaan waarschuwde hem een be
ambte dat de professor hem nog apart wou spreken.
Deze ontving hem lachend. Die afleiding van
Jacques Pierre was een geniale streek van U,
zeide hij. Hij verzocht hem bij zich aan huis en
beloofde hem raad te zullen geven.
Het was gelukkig de goede, z.i. de raad dien men
begint te verwerpen, maar waarvan men later
inziet dat hij ons op het goede spoor heeft gebracht.
Hij noopte er hem toe een jaar te besteden tot het
bijwonen van de hoogste klasse op een Duitsch
gymnasium. Daar heeft hij begonnen te leeren
werken.
Shakespeare bleef zijn voorliefde. Hij had het
middel gevonden om dieper in de gedachte van den
dichter door te dringen, ja, hij meende in zijn
verschillend werk te kunnen aflezen het verhaal
van zijn leven; nog was dit in den beginne zeer
fragmentarisch en nog wel twintig jaren zouden
er over heen moeten gaan, eer hij zich in staat
rekende een eigen leven van den dichter te schrij
ven. Maar hij hield trouw aan de richting, of liever
de richtingen, welke hij eenmaal voor zijn leven
had aangenomen.
Welke verwarring zou er ook anders, bij zijn
changeante leven, niet in zijn bestaan zijn aan
gericht.
Zie hem kort na dit eerste avontuur op
Heidelbergsch grondgebied in-.den academischen Carcer
(den kerker) opgesloten' waar hij zijn direct uit
slaan moet boeten, wanneer iemand op straat
hem willens en wetens hindert en met een ver
wijdering van de academie wegen grosze Unfug
auf der Strasze bekoopt. Het is voor hem geen
beletsel op zijn weg. Hij maakt aldoor nieuwe
vrienden en kan zich best in een leven schikken
dat hem op allerlei wegen en van het eene eind
van Europa naar het andere voert, zelfs al zouden
we niet in rekening willen brengen de amouretten
die hij op zijn levensreis aanknoopt.
Want dit behoort ook tot zijn beginsels. Frank
Harris kon niet begrijpen dat men uit zeker
schaamtegevoel bij het overzien van zijn leven
dingen zou gaan verzwijgen, waarvan het eerder
goed is dat de frissche buitenlucht ze van tijd tot
tijd doorwaait. Anders hoopen zich daar stofnesten
op, die het mannelijke leven ongenietbaar zouden
maken. Wat ik gedaan heb, is zijn stelregel, daar
moet ik voor durven opkomen in mijn woorden
Hij herinnert aan de groote vrijheid welke
de mannen der Renaissance en zelfs die der
18e eeuw in Frankrijk zich veroorloofden en wil
voor sociale hypocrisie laten doorgaan, wat dikwijls
een kunstmatig voorbehoedmiddel is tegen een
democratische verwording der maatschappij.
Het is niet een onderwerp om hier, hetzij in een
kleiner dan wel in een grooter bestek te behandelen.
Practisch moet de samenleving zelf er haar weg mie
vinden, even als er ziekten en eigenaardigheden in
elk lichaam voorkomen waar men het hoofd over
kan fronsen, terwijl men het onredzame van zoo'n
houding toegeeft.
Frank Harris' oplossing, werd mijn oordeel ge
vraagd, komt mij niet gelukkig voor, hij heeft
niet den slag gehad om zijn liefdesverhaaltjes die
zelfs i 11 details treden, natuurlijk in te lasschen, of
ben ik het die mij vergis? en zit mij Byron's Don
Juan in den weg?
Laat mij echter voor Frank Harris op komen,
als hij zijn Shakespeare verdedigt tegenover den
grooteren omvang van Goethé's cultuur.
Hier grijpt de cosmopoliet een thema aan dat
alle overdenking waard is, en dat de drang der
nieuwste letterkundige beweging ik bedoel van
hen die zich in Engeland om Lawrence scharen, in
zijn zin oplost. Men vraagt daarbij niet. welke
krachten heeft de dichter beschikbaar, wanneer
hij zijn macht geleidelijk bijeeniieemt, maar wat
heeft hij dadelijk, bij geniaal instinct, tot zijn hulp
in het moeilijk geval gereed?
Het is de vraag Uisschen genie en talent tot het
uiterste getrokken. De moderne wil alleen van het
genie hnoren, van het ingeboren? dat gaat tot de
diepste vezelen van den oorspronkelijke!! aanleg.
Het andere is bijwerk.
Zoo had Frank Harris liet onderscheid direct
opgenomen van Generaal Roberts en Kitchener.
Dezen mocht hij niet, op Roberts daarentegen
stelde hij zijn vertrouwen, zoodra moeilijke dagen
voor Engeland aanbraken.
Zijn eigen aanleg trok onzen held naar de
litterairischc journalistiek. Daarin wilde hij zijn sporen
verdienen. Het was toen de afloop van den tijd der
groote Essays, waarmede Carlyle en Macanlay,
om slechts een paar van de grootste namen te
noemen, hun naam in Europa hadden gevestigd.
Zij werden in dezen tijd vertegenwoordigd door
Ruskin. Aniold. .Morley, Hutton en t.q. Het vak
RUST
EN GEZELLIGHEID
VERLANGEN WIJ VAN ONZE
OMGEVING.
VRAAGT U EENS HET OOR
DEEL VAN UW KENNISSEN
OVER INRICHTINGEN VAN
was overladen, zou men zeggen. En bevinden, zoo
men te midden van al die groepen en menschen
zich een eigen plaats zocht.
Frank Harris echter zou zich hebben veracht,
indien zoo'n kleinigheid hem had gehinderd zich
in de rijen der sollicitanten te stellen.
Hij wilde nu eenmaal worden opgenomen onder
de medewerkers aan de Fortnightly Review, en
bijna lederen dag ging hij naar het kantoor, om te
zien of hij zich door correctie van proeven ver
dienstelijk kon maken. Dezelfde manier paste hij
toe op The Athenaeum, het weekblad van Hutten,
alleen op nog onbescheidener wijs, zoodat hij gevaat
liep, de deur te worden gewezen. In 't eind won
de aanhouder; maar niet te vergeten door
zijn slag, zijn kennis, zijn gemak van opvatting.
Toen hij zijn positie daar had veroverd, deed hij
zijn best de redactie van een blad te veroveren.
Zijn oog viel op een conservatieve avondcourant
The Evening News. Het blad behoorde aan een
rijken Lord, die er zijn geld in stak, maar op den
duur de jaarlijksche toelage van ? 500.000 niet
zou kunnen volhouden. Harris liet zich door de
directeuren van zijn bladen een schitterende goed
keuring geven en stelde toen voor aan de Evening
News dat men hem het bestuur van het blad voor
een maand zou opdragen, dat hij kon zien wat in
de courant stak.
Te gelijkertijd, omdat hij zag dat hij met
doodeerlijke menschen had te doen, erkende hij dat
zijn glorierijke attesten absoluut niets waard
waren, omdat hij nooit iets Had uittestaan gehad
met de administratie. Hij deed zijn vraag alleen
als een proef, in 't idee dat het hem wel zou geluk
ken de courant er boven op te brengen.
Men liet hem zijn gang gaan. Het meest, gelijk
hij beweert, leerde hij al dadelijk van den
courantenombrengersjongen, die klaagde dat het blad
niemand aantrok, omdat het geen nieuws bracht
dat men met eenig succes kon uitschreeuwen bij
den verkoop. De conservatieve bezitter was over
die uitspraak in wanhoop, hij wilde geen
schreeuwblad. Ik zi ui hem willen zien, -- zei de straat
jongen hoe zou iemand kunnen venten, wat
hij niet mag uitroepen.
En Marris, gaf den jongen 10 shillings en een
vriendje 5; samen overlegden zij dan hoe zij het
programma van den dag interessant konden ma
ken, want dat zochten de menschen, niet vermeer
dering van hun kennis, maar opwekking van hun
nieuwsgierigheid.
Met zijn bezuinigingen, zijn stipt bestuur, het
gebruik dat hij zijn tiienscheii leerde maken van
hun tijd. had Harris weldra een bloeiend blad tot
zijn beschikking.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & Cie.
Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem
AAN DE MEDEWERKERS
Brieven en bijdragen bestemd voor het redac
tioneel gedeelte niueten worden geadresseerd aan
het secretariaat der redactie, Keizersgracht 333,
Amsterdam, zonder vermelding van persoons
namen.
BATENBURG & FOLMER
(G. W. FOLMER)
DEN HAAG,HUYGENSPARK23
SPECIALITEIT:
BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS
MET SAFE-INRICHTING.
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
INTERNATIONALE TRANSPORTEN