Historisch Archief 1877-1940
No. 2522
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
EEN EDELE VAN DEN GEEST
Bij den dood van LÉON BOURGEOIS
door Prof. Dr. J. A. VAN H A M E L
CHRISTELIJKE SCHOOLBEHOFFTEN
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakenslek
Zijn naam en afkomst zijn niet anders dan
burgerlijk; en het volk dat zich in hem een zijner
vertegenwoordigers had gekozen, gaat heden ten
dage prat op burgerlijken geest. Wie Léon Bour
geois wel bezocht heeft in zijn buitenhuis in de
Champagne, te midden van de heuvelen en vignes
vond er bij uitstek den ontwikkelden Franschman,
in die eigenaardige mengeling van radicalisme en
conservatisme, van de Derde Republiek. Zonder
ophef ook was de levenswijze van den President
van den Senaat in de sierlijk ingerichte apparte
menten van het Paleis Luxembourg, waar het
Eerste Keizerrijk voortleeft: de ameublementen
en serviezen vut den tijd van Napoleon I, en zelfs
de roemrijke inscripties, door den Keizer in de
muren gemetseld en aan zijnen Senaat gericht.
Vol van arbeid, geestesarbeid, politieken en
wijsgeerigen arbeid, waren de volle werkkamers van de
privéwoning aan de Rue Palatine, welke Bour
geois nimmer had willen opgeven, en waar zijn
secretarissen hun dagelijksch werk verrichtten.
In het eenvoudige en frugale dagelijksche leven,
dat aan de voornaamste staatslieden van het
tegenwoordige Frankrijk eigen is, was Leon
Bourgeois een volmaakte ridder van den geest.
Even fijn in het waarnemen en opmerken als in
het behandelen en bespreken der zaken, even
eerbaar, zonder uitzondering, als helder van
inzicht en wijs van beleid, vol goeden smaak, vol
liefde voor kunst, en van hoffelijke manieren,
ging van zijn persoon een uiterst verheffende
invloed, ja, bekoring uit. Daarmede trad hij op
jegens staatshoofden en ministers van alle landen,
groote en kleine. Nimmer een man van uiterlijke
eerzucht; immer een man van het grootste,
innemende persoonlijke gezag. Het is niet ver
borgen gebleven dat dit ook de indruk is geweest,
dien hij achter heeft gelaten toen hij, in 1920
Wegens de installatie der Juristencommissie die
't statuut voor het Permanente Hof moest ont
werpen, bij Hare Majesteit op het Loo te logeeren
is geweest.
Van Bourgeois' binnenlandsche loopbaan, van
zijn Werk als Fransen administrateur en politicus,
wordt hier niet gesproken. Mijne kennismaking
met den overledene dagteekent van den tijd toen
hij Frankrijk's eerste vertegenwoordiger in den
Volkenbond was, en van de nauwe samenwerking
die hij, vast van zin om aan de nieuwe instelling
al het leven te geven waartoe hij met 't gewicht
zijner persoonlijkheid in staat was, zocht met
leden van het secretariaat. Frankrijk had toen aan
Bourgeois een der hoogste eereposten gegeven
waarover het beschikte. Hij was President van den
Senaat. Hij stond boven de partijen. Hij was een
voorman van de natie. Men wist dat hij handelde
en sprak in opdracht van zijne geheele volk. Maar
meer nog: ook, dat die medeburgers zich gaarne
door hem vertegenwoordigen lieten en van hem
leiding aanvaardden, zijn beleid van te voren
billijkten. Zoo kwam in die eerste tijden Bourgeois
met de volle waarde zijner persoonlijkheid naar
voren, evenals zijn evenknie, de Britsche vertegen
woordiger Lord (toen: ,,Mister") Balfour. Beiden
11?12
2?4
7?9
ROOSTER DER
\VERKZAAMHEDEN
Haarknippen
Aanbieding van de
bronzen pendule
Repetitie met
Kwattarepen
Aardrijkskunde met
bruidsuikers
Ouderavond met
koekjes, sinaasappe
len, sigaren a 12 et.,
enz.
Op de rekening en verantwoording eener bijzondere school te Arnhem kwamen o. a. uitgaven voor de
hierboven vermelde schoolbehoeften voor.
Léon Bourgeois
vervulden een sterke persoonlijke rol, die alge
meen werd beseft, omdat ieder wist dat zij tevens
door hunne landen ten volle als zoodanig werden
erkend, en dat hun woord werd aanvaard. En
dit blijft waarschijnlijk de beste vorm van ver
tegenwoordiging die zich voor de Staten-leden in
den Volkenbond denken laat: mannen wier man
daat tevens in het nationale vertrouwen ligt.
Het was voor Bourgeois, zooals voor ons allen,
een aangrijpend oogenblik toen hij op den Uien
Januari 1920 in de Salie de l'Horloge te Parijs de
eerste vergadering van den Raad van den Volken
bond opende. Eenige dagen te voren was het
rondverdrag definitief van kracht geworden.
In het Orondverdrag had Bourgeois niet alles
gekregen wat hij wenschte. Reeds in die dagen
gold in Frankrijk het idee dat internationale
sanctie's voor den internationalen vredes-waarborg
noodig zijn, en Bourgeois had gestreden voor de
instelling van een internationalen tat-major.
Engeland noch Amerika hadden daarop echter in
willen gaan, en men kwam alleen tot een perma
nent; militaire commissie van advies, aan welker
nauwkeurige organisatie later Bourgeois dan ook
zijn volle aandacht gaf.
Nog op een ander punt had hij verder willen
gaan: de verplichting tot arbitrage. Bourgeois was
daarvan sinds jaren een voorstander. Hij had de
Haagsche conferentie's meegemaakt. Voor hem
was de Volkenbond eene voortzetting van het
werk van Den Haag: het denkbeeld van de inter
nationale gemeenschap was daar immers reeds
geboekstaafd geworden. Maar voor dien
gedachtengang had hij bij Wilson een weinig open oor ge
vonden. Eigenaardig was het als Bourgeois ver
telde van zijn eerste ontmoeting met den Presi
dent der Unie. Voor Wilson moest de Volkenbond
iets geheel nieuws zijn. Hij verlangde geen prece
denten, en erkende geen precedenten. Toen Bour
geois over het voorbereidende werk van Den Haag
sprak, ging de Amerikaansche staatsman daarop
ongaarne in, en tusschen die twee is dit steeds
een beletsel van toenadering of onbeperkte waar
deering gebleven. Zoo komt het ook, dat in den
Volkenbond minder nadrukkelijk de voortzetting
der evolutie terug te vinden is, die een Bourgeois
er in zag, en die vooral wat de verplichte arbitrage
betreft tot ietwat andere lijnen zou leiden.
Doch Bourgeois was niet alleen een man van
nobele denkbeelden en weldoordachte plannen.
Hij was tevens een verwonderlijk goede
realisateur". Die herinnering is ons aan zijn arbeid in
de eerste jaren levendig gebleven. Toen alles nog
moest worden georganiseerd, uitgedacht en toege
past, in details uitgewerkt en tot leven gebracht,
was Bourgeois daarbij een van de stuwkrachten.
Voor wat in die jaren tot stand is gebracht en aan
grondslag gelegd, zal van groote beteekenis blijven
de medewerking van Bourgeois, den praktische»
idealist bij uitnemendheid.
En opnieuw scheen hij met volle lust mede den
stempel van zijne persoonlijkheid op het werk te
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAG.
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
drukken, toen de Raad moest beginnen zijn
eigenlijke staatkundige functie te verrichten, dat
wil zeggen: in politieke geschillen als bemiddelaar
op te treden en den vrede tusschen de betrokken
staten te bewaren. Vrij talrijk waren in de eerste
jaren de kwestie's, d'ie aldus voor den Raad
kwamen. Nagenoeg zonder uitzondering leidden
zij tot een rustig resultaat. De persoonlijkheid van
Bourgeois heeft daartoe telkens veel bijgedragen.
Hij was wijsheid. Hij was gematigdheid. Hij was
een kalme raadgever. Zijn stem was vermanend.
Zijn toon bekorend. En zijn persoonlijk prestige
zóó groot, zijn helder inzicht zóó treffend, dat bij
menigen vertegenwoordiger van de een of ander
mogendheid in de bespreking met Léiin Bourgeois
tot de erkenning van de redelijkheid eene be
paalde regeling hebben zien komen. Ook in dit
opzicht handelde Bourgeois hand in hand niet
Balfour, overigens een zoo ganse h andere figuur.
Van de Britsche hooghartigheid en leukheid bezat
de Franschman weinig, en die gaven misscl'ien der
vertegenwoordigers van Albion soms nog een
zekeren voorsprong. Maar in de geheele omgeving
werden de twee als evenknieën, en als figuren van
Europeesche grootte, geëerd. Eens slechts was er
een intens debat: toen Bourgeois de doelmatig
heid verdedigde van de Fransche taai als eenige
taal voor het Internationale Hof. Toen scheen hij
eenigszins verdriet te hebben onder het feit, dat
in deze internationale sfeer een nationaal schijnend
dezideratum moest verdedigd worden. Het was
een uiterst interessant moment, waar te nemen
hoe in de volle genegenheid tot breede opvatting
en samenwerking, de taal altijd als een bij uitstek
nationaal en afzonderend element komt opzetten.
Franschman is Bourgeois altijd gebleven, in
den besten geest waarin dat volk zich toonen kan:
intelligent, warmvoelend, werkzaam, eenvoudig
en innemend.
Reeds op de Eerste Assemblee was hij onwel
geworden. Later vatte hij het werk weer op. De
twee laatste jaren bleef hij eerevertegenwoordiger,
en keek op den arbeid van den Volkenbond als
een liefhebbend ouder, tevreden en tevens gelaten
van niet zelf meer bij machte te zijn, zijn kind in
alles bij te staan.
Het kind loopt en leeft nu al alleen. Maar de
geheele internationale gemeenschap zal steeds een
belangrijk deel van hare vorming blijven danken
aan den edelen arbeid van Léon Bourgeois, die,
na een leven van vier-en-zeventig jaren, gisteren
te Parijs ten kerkhov'e gedragen is.
Genève, 3 October 1925.
V.ROSSEM'S
DE BESTE VARINAS
vfral wkrygbdar i [Mj'1 p. Mf ons pakje