Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2522
RADIO
4 LAMPS-TOESTEL BIJKOVOX" 145=
DEMONSTRATIE V. TOESTELLEN DESOEWENSCHT OOK AAN HUIS
ANTENNE-BOUW - (volgens voorschrift * B- AA
assurantie-maatschappijen) vanaf l &m W
LUIDSPREKERS _ een sorteering van
35 modellen, vanaf
VRAAGT PRIJSOPGAVE COMPLETE INSTALLATIES
EN PRIJSCOURANT VAN ONDERDEELEN
BIJENKORF
AMSTERDAM
TE005TERBEEK
LEVEPT
MEUBELEN
EN VER/IEBINCiEN
V3V~ DEN HAAG ^
PIANO s.ORGELS
Boekhorsbtr 149. Telef: 13051
l
vol bewondering
OVER DE ACCURATE AFWERKING
VAN ELK DOOR ONS GEMEERD EH .
GEHOOERI1ISEERO HLEEDMGSTUK
AMSTERDAM
BEURSPASSAGE 14 Tel. 44915
WILlEMSPiRKWEG 175 Tel. 20333
HILÏfRSUM, Havenstraat 51, Tel, 1506
BUSSUM, Nassaulaan 35 Tel. I4T
N.V. PAERELS'
Meublleering-MIj.
AMSTERDAM
COMPLETE
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 - Tel. 44541
NAAR MAAT
Fr. SINEMUS
20 Leidschestraat 22 - Amsterdam
LAS TRES REINAS.
(HAVANA CONDITION)
Reinas Grande»
Reina*
Reinas Chica»
Verpakt in kisten van
ICO stuks.
Prijs / 12O.
per mille.
Proefkisten / 12.
franco per post.
J. G. HASEKAMP
Importeur va i
Havanasigaren.
23 Glasben - Rolteidam
Telefoon
7347BIJKOMSTIGHEDEN
door A N N i E S A L o M o N s
CLXLI1
Uiterlijk bleef alles zijn gewone, zomersene gang
gaan; de kinderen speelden in den zandbak en
als de zon te fel werd, zaten ze bij moeder onder
de schuttende marquise; vader spoot 's avonds
onder veel gejuich den tuin met ze nat, en alleen
in hun avondgebedjes werd de herinnering aan
arme, zieke omaatje" opgeroepen, en baden ze
getrouwelijk, dat ze tcch gauw beter zou worden",
tot moeder n avond met vreemde, strakke stem
zei, dat ze alleen maar moesten vragen, dat oma
toch niet zooveel pijn zou hebben....
En oogenschijnlijk waren het ook dezelfde druk
ke, onstuimige, gezonde kinderen, die telkens net
met hetzelfde spelen wilden en daarover kibbelden,
die een onoverwinnelijke neiging hadden, om vaas
jes om te gooien of met hun melk te morsen, en
die altijd zóó vielen, dat een onherstelbaar ongeluk
nog net werd afgewend....
Maar toch waren er minuten, dat ze met buiten
gewone ernst naast elkaar zaten, en redeneerden
als groote menschen, met bleeke snuitjes; het
snelle, hooge stemmetje van het meisje wisselde af
met het langzame, tastende woorden-uit-hijgen
van den stevigen, kleinen jongen en de moeder
legde soms even haar naaiwerk neer en keek: was
er iets? tobden ze over iets? Maar een oogenblik
later barstte er weer een geanimeerde woorden
wisseling los, over de questie, of de lucht, waar ze
in keken óók Rotterdam" was, of niet; ze wonden
z'ch over dit academische probleem op, alsof het
hun diepste ziel raakte, en toen ze als twee kleine
kemphanen tegenover elkaar stonden: Ik zou
je mond maar houden"; ik zou jouw mond
maar houden"; boog de moeder zich weer met
een glimlach over het flanellen onderjurkje: om
dat zij zelf zoo vervuld was van de oude vrouw,
die vocht om te mogen sterven; omdat haar in
deze zomersche dagen haar eigen jeugd Weer zoo
wonderlijk levend werd, toen zij zelf in den tuin
speelde en in de verte een jong gezicht op haar
fantasieën en uitgelatenheden toekeek; daarom
meende ze, dat ieder van zorgen om dat
vernieldvvordende leven vervuld was; daarom verbeeldde
ze zich zelfs een afschijnsel van haar gedachten te
zien bij die twee kleine peuters, die toch natuur
lijk met niets anders dan met hun hobbelpaard
en hun ruituig" bezig waren, en die aan het leed
in hun nabijheid zorgeloos voorbij dansten....
En toch als er aan tafel een kort woord Werd
gewisseld, over wat de dokter dien ochtend had ge
zegd, of over de wijkznster, die drie keer was terug
gekomen, dan kon het kleine meisje opeens met
zoo'n onbeheerscht angstigen blik opzien, dat de
vader met de oogen wenkte: niet over spreken";
en het jongetje, opvallender nog, hield beide han
den tegen zijn ooren en zong zoo nard als hij kon.
Maar vreemd, verbaasde zich de moeder, als ze
gejaagd van het eene huis naar het andere snelde,
ze vroegen nooit naar oma, en als ze, rustig
met hen alleen, het soms er op aanlegde, dat ze
zich eens zouden uitspreken, zwenkten ze altijd
weer ongedurig af, of zeiden een onbenulligheid.
die haar kwetste.
Tot ze een middag, doodmoe, op de bank bleef
liggen en de kinderen vroeg, wat stil te zijn in hun
spel, omdat ze zich niet prettig voelde: ze dropen
af zonder een woord, gingen samen op het serre
trapje zitten met de armen om elkaar heen en
bleven zoo in fluisterend gesprek; maar zij ver
ontrustte zich en riep al gauw, dat 't zóó zachtjes
niet hoefde; dat ze best gewoon in den tuin moch
ten gaan spelen en de harken uit de tuinkast
mochten halen....
Toen waren ze in n ren bij haar en over haar
heen. Moeder, je gaat toch ook niet dood?"
Moeder, waarom moeten ouders zooveel ouder
zijn dan kinderen?"
Maar peuter, hoe zouden ouders voor hun
kindertjes kunnen zorgen, als we net zoo klein
waren als jullie...."
Ja maar, waarom zooveel? Je kon toch wel
zijn zooals tante Ada. ... die is toch ook al groot:
maar waarom ben jij zooveel ouder dan wij, en is
oma zooveel ouder dan jij?"
Ik wil niet, dat je wordt zooals oma", zei
't kleine meisje opeens heftig, nooit moeder,
nooit". f*4
O, maar dat duurt nog een heele tijd, jongens.
Dan ben jullie ook al groot, dan heb jullie zelf al
weer kindertjes.... Dan vind je 't niet zoo erg
meer".
lic n groote moeheid overviel haar: het v\as wel
erg; het leek zoo doelloos, al die jeugd, die toch
weer moest verdorren ; al die schoonheid, die in pijn
en in vernederende ellende ten onder ir^-st gaan;
Hoe zelden kwam de genadige dood, voordat alle
glans was gedoofd; en hoe zou het einde van dit
engelachtige tweetal zijn, dat nu zoo ge!oovig vier
groote, donkere oogen in spanning rp haar ge
vestigd hield?
Maar waarom móeten de menschen ? dood
gaan?" vroeg het meisje, met haar gefileerde
stemmetje.
En terwijl de moeder, overrompeld, !V'?naar een
antwoord zocht, zei het jongetje al, sti! en ernstig:
Om plaats te maken voor anderen. Meik".
Er viel een stilte in de kamer, en de nv-^der hield
de U\ie kinderen zwijgend tegen zich aan. Was er
iemand op de wereld, die op deze vraag een wijzer
antwoord zou hebben geweten, dan dit kereltje
van drie jaar in zijn witte trui, met zijn kleine,
breede, jongenshanden? Maar wat moest er dan in
deze Weken veel in hem omgegaan zijn, om tot
dit bezonken inzic'it te geraken ! Hoe moesten
die kinderhersens, tusschen zijn luidruchtige
spelletjes door, getobd hebben over dj diepste
problemen; en hoe had zij, vervuld i"et kleine
en groote zorgen, langs hen heen geleerd, en hen
alleen gelaten in den bittersten nood. Maar,
en dit sloeg haar met beschaamde verwondering,
----hoe kwam het, dat zij, die zóó lang geleefd had,
nog niets mér van de groote dingen var: het leven
begreep, en eigenlijk door haar kleinen iongen tot
aanvaarden en berusten moest worde r. gebracht?
Hoe dicht waren kinderen nog bij den hemel en bij
het hemelsche inzicht.... Want zon u.is het het
lichtste te dragen : te denken, dat de ouderen plaats
maakten voor dezen frisschen bloei: dat haar
eigen jeugd verstierf on> in de jeugd va
tige en moedige kinderen te herleven.
Je hebt gelijk, kerel", zei ze zacht:
maar tegelijk hadden vier armen en
hartstochtelijk geworsteld om los te
De lorren-meneer". - (lauw naar d: erker.
Jan". Hij roept oetamena, hoorj. wei".
r-A Oetamena, oetamena . . . . " En de kieii'e v. uteii
denderden over de traptreden.