Historisch Archief 1877-1940
No. 2522
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PEEK& CLOPPENBURG
VAN SCHAICK's
MEUBELTR ANSPO RT-MY
BERGPLAATSEN VAN INBOEDELS
BINNEN- EN BUITENLANDSCHE
TRANSPORTEN
OVERBRENGEN
van MEUBILAIR ook per AUTO-TAPISSIÈRE
BOOTHSTRAAT, UTRECHT. TEL. 163
HOE
staat 't met uw wasch?
Wordt die zoo
behan- deld dat Uw goed jaren
lang meegaat of ziet Uw goed er
al grauw uit ? Wij leveren U een
heldere wasch tegen concurreerend
tarief en wij GARANDEER!! ons werk.
PROBEERT 'T EENS!
DE PELIKAAN" te GOUDA
zendt U op aanvraag haar
prijscourant No. 106.
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor Jr. Culemborg.
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 3 per kwartaal of f 10 p. j. bij vooruitbetaling.
501
CONDUITE-INTÉRIEURE j
4 Cylinders, 10/15 P. K., 4 Zitplaatsen, Ballonbanden, Schokbrekers-'
UIT VOORRAAD LEVERBAAR.
Zonder voorwielrem f 4600.?| Met voorwielrem f 4750.
De Importeur:
J.LEONARO LAN6,Stadhouderskade 114,A'damjel 21100.
LUT-D
"VnrS'
UUR
VLAAMSCHE GAAI
door Dr. J A c . P. T H ij s s E
De ???nrust van October wordt ingeleid door de
Vlaamsche gaaien. In den zomer zag je ze weinig,
en hei kostte heel wat moeite om uit te maken dat
er in de buurt drie paren hebben gebroed. Hun
nesten hebben we niet gevonden, maar in het
drukst van den voertijd konden wij de ouden be
spieden bij hun drukke werkzaamheden. De kleine
zangvogeltjes vertelden het ons wel, dat de gaai
de buurt onveilig maakte, en zoo konden we drie
brandpunten van gevaar ontdekken. Na het
uitvliegen werden ze slechts zelden gezien, waar
schijnlijk nebbeu ze zelfs de streek verlaten. In
September hadden de kleine vogeltjes de overhand,
de tjiftjafjes en fitisjes zongen allerwegen en
onverwacht zat ook opeens het tuinhek
vol vliegenvangertjes,een reisgezelschap,
want er heeft in ons onderzoekingsveld
dit jaar geen enkele grauwe
vliegenvanger gebroed. Tegelijkertijd kwamen er
ook roodstaartjes en in het eigenlijke
duin naar den zeekant menigten van pie
pers en tapuiten en kwikstaartjes. Dat
alles krioelde al spelend langs de wegen.
Toen kwamen ook de gaaien op/.etten eerst
enkele, daarna meer en dezer dagen behoeven we
aan den boschrand maar enkele minuten uit te
kijken, om ze te zien meien langs de blamve lucht.
's Morgens vroeg als de roodborst en de
winterkoning a! een poosje gezongen hebben, laten zij
zich hoeren tegelijk met de spreeuwen. Ze spreken
haast dezelfde taal, de een joelt al net zoo aardig
als de ander en beiden honden er van, om al de
andere vogels te imiteeren. Ik zou haast denken
dat de gaaien dat met nog veel meer ple/.ier doen
dan de spreeuwen. Ze legger, er meer opzet in.
Dikwijls genoeg heb ik het bijgewoond, dat zoo'n
gaai zich nefende in het roepen van ,,kievit, kievit",
en dat hij, als het goed ging, verviel in een reeks van
origiucelc. vreemdsoortige krijschgeluideii, alsof
hij in den lach schoot over zijn eigen vertoouing.
Nog aardiger is het, wanneer ze troepsgewijze
bezig zijn, want dan raken ze bijzonder opgewon
den en slaan aan het dansen en klapwieken en de
steil opgerichte kuit' komt haast niet meer omlaag.
Twee jaar geleden zijn hier de gaaien begonnen
met het nabootsen van eekhoorngeluiden. Vroeger
waren hier geen eekhoorns, maar in de laatste
jaren hebben zo zich zoo vermcnigvuIcMgd, dat
ze nu zich zelfs al vertoonen in de buitenwijken van
Haarlem. Telkens hoor je hun tsjoek, tsjoek" en
als je goed luistert ook wel het gekletter van hun
klauwtjes tegen de boomschors. In het
demienbosch ligt het vol met afgekloven kegels en ook in
de eiken en beuken komen ze mondvoorraad halen.
Daar ontmoeten ze dan onze gaaien. Die hadden
vroeger hier het monopolie, tenminste tot midden
October, maar nu moeten ze het lijden, dat do tal
rijke eekhoorns hun de eikels en beukenootjes
voor de snavel wegkapen. Zonder protest gebeurt
dat niet, de gaaien krijschen de eekhoorns aan, de
eekhoorns spreken tegen en dat is vaak een heel
spektakel in de bcukekronen. En als de gaai na
afloop van de ruzie rustig in zijn slaapboom zit,
dan wreekt hij zich door het eekhoorndialect na
te bauwen.
Tot formeele gevechten heb ik het nog niet zien
komen. Een gaai is lang zoo vechtlustig niet als
men wel naar zijn reputatie zou denken. Hij vliegt
lang zoo goed niet als zijn verwant de bonte kraai,
die, nis het er op aankomt, nog wel eens een
stootde plek, die ze uitgekozen hebben voor
provisiekast. Bij dat plukken van eikels en beukels komen
zij d.an dikwijls in conflict met de eekhoorns, die
hetzelfde doel nastreven.
't Is algemeen bekend, dat ze veel meer voorraad
in den grond stoppen dau ze 's winters verbruiken
of terug kunnen vinden. De overgebleven zaden
ontkiemen iu 't voorjaar en zoo zie je dan in het
open veld soms opeens de menigte eik jes en benkjes
opschieten, soms een stuk of vier, vijf vlak bij
elkaar. Op die manier is ons land, in den tijd dat
hier nog geen mensclien woonden, beplant met
eiken, beuken en hazelaars en thans zaaien die
gaaien nog even vlijtig.
Een dertig jaar geleden dacht men over deze
nuttigheid van de gaaien maar heel luchtigjes. Het
zaaiwerk van de gaaien had wel een historisch
belang, maar wij konden dat zaaien alleen wei af.
Tegenwoordig begint men daar weer anders over
te denken, node boschbouw streeft naar natuur
lijke verjonging van het bosch". Wij probeeren
onze bosschen zoo te behandelen dat er vanzelf"
nieuwe opslag in komt, die gereed staat,
om de te kappen boonien te vervangen.
De wind en de vogels mogen dan de
zaden voor dien ops'ag aanbrengen.
Hierdoor komt de gani opnieuw tot eere«
In de Mittcilungcn ber die
Vogelwell'1 voi'd ik al een /.eer waardeerend
artikel over de gaai, geschreven door
een boschkweeker, die zich zelfs al
verstoutte, om dezen vogel, het sieraad
van onze zwarte lijst, tot de /eer
nuttige dieren te rekenen. Zoo is er een kansje,
dat de fel vervolgde roover toch weer in de pas
komt. Heel veel verschil zal het niet maken.
vlucht kan uitvoeren op de manier van een
rootvogel. De gaai heeft korte, afgeruilde vleugels en
daarmee roeit hij op een heel bijzondere manier
door de lucht. Haastige vleugelslag, sterk gebogen
vleugels bij den opslag en een vlakke houding van
het lichaam kenmerken den gaai in zijn vlucht.
Aan het wit op de vleugels en vooral aan de witte
vlek aan het eind van den rug is de vliegende vogel
al ver weg gemakkelijk te kennen. Zijn kop is
tamelijk groot, Vooral u a nneer hij zijn kuil' opricht,
wat hij ouder liet vliegen nugal eens duet. De
mooie kleurtjes van de vleugels, het zwart, wit
blauw \an duim vleugel en dek veeren zijn bij
gunstig zonlicht ook al spoedig te onderscheiden
evenals het mooi kastanjebruin van de
elleboogsen schouderveeren. Er is wel geen andere vugcl, die
in de vlucht zoo gemakkelijk te herkennen is ais de
Vlaamsche gaai.
Nu, in Octoher vertooiieii ze zich het nuest. Dat
komt in de eerste plaats doordat er nu ook werke
lijk meer in ons land zijn dau in den zomer, lederen
dag komen nieuwe er bij. Bovendien zijn ze druk
bezig met liet inzamelen van hun \\intervoorraden
en moeten menige reis doen van eik of beuk naar
vingers'
Coritia
Bonbons
een delicatesse
Bijzonder fijne
smaaK