Historisch Archief 1877-1940
No. 2522
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
NAJAARSFEEST
NEDERLANDSCHE VROUWENCLUB
door ELI s. M. ROGGE
II. DE TOEBEREIDSELEN
Men is de laatste dagen in de Vrouwenclub te
Amsterdam flink gevorderd. De bedrijvigheid
heeft plaats gemaakt voor de eigenlijke
toebereidselen voor het Najaarsfeest van 16, 17,
18 October en die zijn vele, want de geheele club
zal ingericht zijn als een sprookjespaleis. De
leeszaal alleen blijft haar ongerept karakter van
wetenschappelijke rust en ernst behouden. Een
heerlijk toevluchtsoord dus voor haar die het
gewoel in gangen en kamers wenschen te ont
vlieden. Trouwens daartoe geeft ook de theezaal,
gelegenheid. Wij allen, vrouwen, kennen de
genoegelijke rust, die een theeschenkerij op een
bazar of tentoonstelling aanbiedt. De theetafel
pronkt er op 't mooist, thee en versnaperingen
worden uiterst verzorgd door jonge meisjes
geserveerd, alles is van een vroolijkheid en blijheid
die invloed op ons oefent en ons doet mededartelen
met de opgewektheid om ons heen.
Maar ditmaal wordt der theetafel een machtige
concurrentie aangedaan door de wafelkeuken,
waar een volboed Friesch echtpaar den scepter
zal voeren, waar de vrouw de delicatesse van ons
Oud-Hollandsch gebak hoog zal houden en de
man haar bij druk bezoek, naar wij hopen, zal
bijstaan, want wafels en poffertjes, kijk, geen
Hollandsche vrouw laat zich die lekkernij ooit
ontgaan.
Is de atmosfeer in de keuken tusschen de
gekalkte muren u wellicht wat te nuchter, welnu
klim dan een trapje op en vergast u op de exo
tische weelde van het Oosten. Droom er uw droom
van mystiek, laat u zeggen wat de toekomst u
zal brengen en verwerk de zoete woorden in de
glansen der Oostersche lampen met haar zwoele
afstraling van felle, gedempte kleuren.
Heeft het geheimzinnige van de Oostersche
sfeer u vatbaar gemaakt om 't geluk te aanvaar
den, ga dan zien in de speelkamer of ge 't kunt
bemachtigen. De wegen die er toe leiden, zijn
vele. Het geluk ! 't Is zóó etherisch, zóó teer !
Als ge 't in bezit hebt, zal uw tred veerkrachtiger
zijn. 't Wordt niet als de andere zaken voor u
ingewikkeld, toch is 't zóó breekbaar en ge wilt
het vasthouden als uw onomstootelijk eigendom.
Er zijn zwaarder pakjes. Hebt ge de auto
buiten staan? Loop dan de Bestuurskamer binnen,
met haar pracht van groenten en fruit. Er zullen
mooie stillevens zijn van druiven, roode appels,
bananen, noten in effen glazen schalen; frisch
zullen de groenten kleuren in de weckflesschen,
en de najaarsvruchtjes van meidoorn, vlier en
duindoorn zullen er glimmen, pittiger dan ooit.
De toebereidselen voor den grooten verkoop
van handenarbeid zijn de ingrijpendste. Nog
steeds stroomen de geschenken binnen. De
kasten liggen opgestapeld met een scnat van
mooie, oorspronkelijke en practische handwerken.
't Zal een bazar-expositie zijn, zeker, doch eene
van de beste soort, eene van degelijken arbeid en
verrassende nieuwigheden. Dezer dagen is men
aan 't prijzen van de Voorwerpen. Een zér lastig
werkje, vooral als 't oordeelkundig moet geschieden
om toch voor elck wat wils te hebben.
Welk een prettig-vriendelijke geest gaat er van
onze club uit, dat er zoo verbazend veel voor is
gewerkt en wordt afgestaan. Doch er is een zeer
ijverig en enthousiast feestbestuur werkzaam,
waaronder de bezielende invloed van een der leden,
Rosa Manus, zeker niet te onderschatten valt.
Ik zou u nog kunnen verhalen van het groote
Orabbelhuis, van de verrassingen op den Kinderdag
en Dansavond en van nog veel meer
Doch dat zou wellicht de essence van het genot
bederven en de illusie van wat komen zal.
NIET OPVOEDKUNDIGE
GEDACHTEN VAN EEN TOEKUKER
door A. A. S i R K s-J o u s T R A
Opgedragen in aangename
herinnering aan Pedante Pietje.
Verwondert U lezers ! Het is niet over een
jongetje, dat iets niet wilde, wat zijn moeder wou,
dat hij deed; noch over een meisje, dat een over
dreven neiging tot phantaseeren heeft (iets wat
we in rond Hollandsch ook wel anders zouden
kunnen uitdrukken, als we maar durfden.)
't Gaat evenmin over een gymnasiast, die te
vrijpostig is, of over een te stiekum H.B.S.-ertje.
Het gaat niet over het kind. Dit toch kan men
gerust over laten aan tallooze ouders en onder
wijzers, verdienstelijke medewerkers aan opvoed
kundige tijdschriften.
Over de rijpere jeugd met al zijn onbegrepen
moeilijkheden worden boekdeelen geschreven, con
ferenties gehouden, congressen saamgeroepen.
Maar wie spreekt of schrijft er nog over de
ouders? De stakkerds komen in 't vergeetboekje,
worden opzij geduwd voor het kind, om het kind.
Alles is immers voor het kind, voor de kinderen:
speelgoed, zooveel men wil, alles onbegrij
pelijk mooi en vernuftig; materiaal, om in
vrijen tijd naar hartelust te doen aan dure
liefhebberijen, wordt bij verjaardagen of
Sinterklaas verschaft, als het niet zoo maar
wordt gekocht. Er zijn voor kinderen
cylinderbureautjes op maat,phototoestellen,
microscopen, bioscoopjes-in-huis; we kun
nen verwachten over eenigen tijd
vliegmachines, die heusch vliegen, radiouitzen
ders voor kinderen van 10 tot 12 jaar etc.
Maar nu zonder spot dit alles komt
mogelijk voort uit noodzaak of eischen
van 't leven,die een buitenstaander en toe
kijker niet altijd kan en mag beoordeelen,
al is het düveltje van binnen ons dikwijls
te vlug af.
Nee, deze keer staan de ouders in 't mid
delpunt. En denk nu niet, lezer, aan een
strafpredikatie, speciaal bestemd voor
ouders, die overdag het druk hebben met
hun nieuwe wagen", en die ongeveer
iederen middag in een mode-restaurant
gaan theedrinken.
Nee, het zal zijn een overpeinzing over
denkende ouders, ouders, die hun hoofd
pijnigen over het goed opvoeden van hun
kroost.
Ouders, die zich de ernst en de zwaarte
en 't gewicht van hun taak bewust zijn.
Ouders, die Rousseau, Fröbel, Pestalozzi
en Montessori bestudeerden; die op meer dan een
opvoedkundig tijdschrift geabonneerd zijn, welke
ze nauwkeuriger bestudeeren dan menig rechts
geleerde zijn wetboeken.
Ouders, die met diepen ernst en innige over
tuiging lang kunnen boomen over de gewel
dige, soms haast niet te dragen verantwoording,
die ze hebben, als ze zoo'n kinderziel tot vrijen
Wasdom moeten laten komen, 't Gaat over ouders
voor wie de toekijker werkelijke bewondering heeft,
waar het betreft hun goede wil, hun groote liefde,
hun onbaatzuchtigheid en hun inspanning, waar
het geldt arbeid te doen terwille van hun kinderen.
Bij vele van die goedwillende, intelligente en
vaak zeer ontwikkelde ouders treft men dikwijls
een eigenaardigheid aan, die men mist in kringen,
waar men minder heeft gestudeerd, waar men veel
minder boeken heeft gelezen, waar men vaak
minder van de wereld heeft gezien, en waar men
misschien ook minder lang en minder zwaar heeft
nagedacht.
Wat het is, dat men in die geestelijk meer een
voudige omgevingen mist en gaarne mist?
Wel: het eenvoudig niet-spreken, ook niet m be
dekte termen of invoor kinderen onverstaanbare taal
over onderwerpen, die niet voor hen geschikt zijn.
In theorie zijn allen het met me eens, dat we dit
moesten laten.
Maar de verleiding is groot.
Toch, laat het na!
Of de kinderen kunnen de vreemde taal niet
verstaan en dit prikkelt de verstandigsten tot
verzet en geeft hun te vroeg (en dat is veel erger)
't gevoel wat slachtoffer zijn van machtswillekeur
kan beteekenen of de kinderen hooren stukken van
een verhaal en borduren op 't half begrepene verder.
Er is meer.
In vele, ook in heel goede gezinnen is er het
gevaar van het dikwijls uitspreken van een oordeel
over ouderen en jongeren, vaak een heel opper
vlakkig oordeel; spreken wij ouderen onder elkaar
eens te kras ons oordeel uit (al weten wc al te goed,
dat we 't eigenlijk niet moesten doen), we weten
uit ondervinding, hoe zoo'n zeer stellig uitgesproken
oordeel of meening meestal een zeer betrekkelijke
waarde heeft.
Maar voor de kinderen is dit uitgesproken oor
deel iets stelligs, iets absoluuts. Zooals eenvoudige
menschen zeggen: 't is zoo, 't stond in de krant",
zoo zegt een kind ik heb het van groote menschen
gehoord, dus het is zoo", of het mag dus". En
zij matigen zich al heel spoedig op dit voorbeeld
dezelfde vrijheid in oordeelen aan.
Kinderen zijn kleine wezentjes, die met zorg en
liefde in vrijheid geleid moeten worden; maar 't
zijn ook menschaapjes, die ongelooflijk knap zijn in
't nabootsen van anderen, die ze grooter vinden.
Jaap is een goede, maar dikwijls onhandelbare
jongen. Zijn moeder verklaart tegen een vriendin,
die een scène meemaakt, in tegenwoordigheid van
den patiënt: Ja 't is wel om je geduld soms te ver
liezen, maar zijn oom Jaap was vroeger ook zoo,
liij heeft het van geen vreemde". Hetgeen voor
den schranderen, elf jarigen lastpost wel in moet
houden : en oom Jaap is nu toch maar lekker dokter
met een fijne auto, dus zóó erg is 't niet.
Het is een begrijpelijk gevoel van trots, wat er in
een verstandelijk-critischen ouder opkomt, als hij
waarneemt, dat, zonder in eigen uil een valk te
willen zien, er in zijn kind iets heel bijzonders zit
van karakter of begaafdheid.
Maar dit gevoel van trots doet hem wel eens te
gauw toegeven in onaangename eigenaardigheden
of onplezierige hebbelijkheden van het kind, die
men hoogstens, noodgedwongen aanneemt in een
WAT VROUWEN WILLEN BEZITTEN
HULP OP REIS.
Een der Bazar-artikelen van het aanstaande feest van
de Nederiandsche Vrcuwenclub
DRCSTES
AUïméttes
.f»1!'.1'1' ??:'??!%'
j!'""Biscuitsbkjes'
in chocolade,
vriend of familielid, die men om andere [eigen
schappen waardeert of liefheeft. t
En onder sommige ouders komt er mogelijk nog
bij, dat ze die eigenaardige onhebbelijkheden van
hun opgroeiende kind in hun binnenste een heel
klein beetje interessant vinden, omdat ze meenen,
dat het tegelijk een uiting is van het vormen van
een eigen persoonlijkheid in den jongen, omdat ze
het min of meer gekoppeld vermoeden aan de be
gaafdheid of mooie karaktereigenschap, die ze kort
te voren in 't zelfde kind hebben ontdekt.
Vaak is het een combinatie slechts van gemak
zucht voor zich zelf en verlegenheid door ijdel
heid, in 't opgroeiende menschenkind, zonder van
de Werkelijke begaafdheid of mooie karaktereigen
schap iets af te willen doen.
En daarmee komt het laatste deel van deze over
denkingen.
Overal hoort men zeggen door
verstandelijkontwïkkelde ouders: Ja, vooral het kind vrij laten,
zijn persoonlijkheid krachtig laten worden, zoodat
het iemand wordt, die weet wat hij wil, die belang
stelling en geestdrift heeft voor zijn bezigheden".
Diezelfde ouders vergeten al te vaak daarbij, dat
het kind zal moeten leven in een maatschappij van
menschen, die het kind zal noodig hebben, zooals
de maatschappij later het nieuwe meiisch zal ge
bruiken; dat dit soort van coöperatie vraagt, een
zich aanpassen aan andere menschen; dat dit
eischt, met behoud van eigen persoonlijkheid, op
offering van ieders kleine eigenaardigheden en
hebbelijkheden; dat deze samenleving van men
schen wil, het zich schikken naar tal van uiterlijk
min of meer zinlooze vormen, die toch het leven
gemakkelijker en prettiger maken en die dikwijls
een uiting zijn van grooter wijsheid dan men opper
vlakkig gezien zou vermoeden, en die door de jeugd
vooral, totaal niet begrepen kunnen worden.
Maar diezelfde ouders gaan voort met in aan
wezigheid van opgroeiende kinderen een afkeurend
oordeel te vellen over vrienden en kennissen, over
ouderen en autoriteiten, over chefs en onderge
schikten, over leeraren en keukenpersuneel: en ze
vergeten, dat zelfbedwang en zelf-coiitrole de
eerste werkelijke en hechte grondslag is voor een
opvoeding van onze kinderen; dat jongeren nog
meer dan ouderen het meest worden getroffen
door het practische levensvoorbeeld.
Koopt U een gouden ring
zonder merk ?
Waarom dan wel boter
zonder Rijksmerk?
Hofstede Oud-BussenT
Kerkstraat 187. Tel. 49344.