De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 17 oktober pagina 11

17 oktober 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2523 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 KRABBELS UIT HET CIRCUS SCHUMANN Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door W. Bielkine GREPEN door C A R R Y VAN B R U (i G E N DE MOEDER Zoekend wat ik niet vond, vond ik wat ik niet zocht: een reliek uit den laatsten tijd van den strijd om het kiesrecht voor de Vrouw, een van die lange propagandastrooken met aforismen in vette letters bedrukt. Dit behelsde de hoogstgespannen verwachtingen omtrent de rol van de Moeder in het openbare leven. Eenmaal daarin toegelaten zou ze de warmte van haar Moederlijk Gevoel uit breiden over de gemeenschap, tot heil van een iegelijk En na zooveel jaren zat ik nog weer eens mij merend met dat vergeten papier en vroeg mij af hoe het toch mogelijk kan zijn, dat altijd weer menschen die dingen zeggen en die dingen gelooven. altijd diezelfde ongepeilde uitspraken, diezelfde ononderzochte oordeelvellingen. Moederliefde en Menschenliefde , maar ze hebben immers geen trek gemeen , eerder zijn ze elkaar vijandig dan overeenkomstig. Moederliefde is de naam voor het instinct van de vrouw of het vrouwelijk dier voor wat ze heeft gedragen en gebaard , niets meer, niets minder. Over uitbreiding der Moederliefde" te spreken is eenvoudig een ongerijmdheid. Menschenliefde dat is.... een poover beetje medelijden, schielijk gekomen, schielijk gevloden . . een rechtsdrang, een rechtvaardigheidsdorst, die, hooggestegen, wel geweldig kunnen schijnen, maar armhartig afdeinzen als het dagelijksch en het dadelijk offer wordt gevraagd; het blijvende, het inmanente is de aesthetiek van de ziel, die als het oog dewanverhouding schuwt, maar zich toch telkens voor begeerte gewonnen geeft. Hoeveel machtiger, hoeveel grooter is Moeder liefde dan Menschenliefde. En tegelijk : hoc eindeloos ver staat Menschenliefde biiven Moederliefde ! Maar nooit kunnen ze in elkaar overgaan, en niets hebben ze gemeen. Waar de Moeder optreedt, gaat de Mensch verloren. Als een lavastroom, als een bandjir verwoest het Moederinstinct wat ge slachten aan cultuur en aan redelijkheid bouwden. De Moeder ! Toen ze jong was, droomde ze het eeuwig ideaal, de blijde mensch in de blijde wereld. Dit bracht haar botsing of het bereidde haar tot het meteens zoo lichte martelaarschap der belachelijk heid. Haar kinderen groeien op, de Moeder zwijgt. Niet omdat ze moe is of ontmoedigd is, maar omdat ze bang is. Ze siddert bij de gedachte dat de kinderen op zich zullen nemen, wat zij op zich nam. Angst is de inslag van haar gevoel, angst is de inslag van haar opvoeding. Wat ze versmaadde voor zichzelf, jaagt ze voor haar kinderen na: rust, geluk, de veiligheid van een verzekerd bestaan , schoon ze weet wat dit al les impliceert! Zelf ging ze door voor onmogelijk" en was er trotsch op , nu glimt ze als haar kinderen populair zijn. De Moeder ! Ze las Götz Kraft" en wilde een jongen zijn, om te kunnen trotseeren en zich Ver zetten, om te kunnen lijden, om glorieus onder te gaan. Ze benijdde Dreyfus op zijn Duivelseiland. Maar haar jongen wordt volwassen en hoort op school over dienstweigering spreken en komt ermee thuis. De Moeder beeft. . . . Het is al mooi wanneer ze niet, alles verloochenend, met de oude, valsche frasen het wankele kinderhart, dat in haar gelooft, opzettelijk van zijn weg vervreemdt , het is al mooi wanneer ze zwijgt , in den nacht droomt ze van een donker cachot, van een naargeestig hos pitaal, waar haar kind sterft aan meningitis of aan pncumonie, en ze wordt wakker met brandende oogen. Het vraagstuk van den tegenwcer werd tot het vraagstuk van haar kind ! De Moeder ! Ze zon de getuigen van haar jeugd wel willen omkoopen, wel willen smeeken: zeg mijn kinderen niets, verzwijg ze wat ik was of wat ik deed. Niet omdat het slecht was, maar omdat het gevaarlijk was. Omdat mijn eigen angst ze reeds rondom zoo gepantserd heeft in conventie, dat ik mij schamen zou voor hen, die mij niet schaam voor mijzelf. Elks leven lijkt hem in het omzien een waaghalzerig-expcriment, een dubbeltje op zijn kant. De meeste dubbeltjes rollen recht , maar de moeder ducht eiken kwaden kans. Ze hnichelt, ze liegt, ze draait. Ze laat haar zoon in den waan dat ze braaf was op school,en haar dochter, dat nooit een man haar kuste voor haar trouwen, laat staan daarna. De Moeder ! Ze beoefende misschien een vak of een kunst. Ze timmerde aan den weg en had berechts. Ze legde zichzelf op, critiek te verdragen zonder bitterheid en wrok, ze vond zich dat aan haar waardigheid verplicht. Misschien werd ze een verdienstelijk pianiste. Laat haar zoon een krukkig cellistje zijn , ze duwt hem het podium op, eer hij er rijp voor is, ze kruit hem op de krui wagens, die ze voor zichzelf versmaadde, zijn carièrre in, wee den criticus, die aan zijn spel durft raken , liefst zou ze hem verscheuren en zeker zal ze zich wreken op zijn kinderen ! O, Iaat ons eerlijk zijn. We hebben niets voor onze medemenschen over, we hebben alles voor onze kinderen over, als de tijger, ais de zwaan. Ja, als het dier. Moeten we met alle geweld eeren of verachten, laten we dan het dier eeren om de liefde, die het met ons gemeen heeft, eerder dan in dwaze zelfophemeling die gemeenschappelijkheid te verloochenen. Maar beterishet dat we htelemaal niet eeren en niet ^verachten, doch onderscheiden. Moederliefde is subliem, zoo ge \\iit, of wat werd ervan het weerlooze, het onbeschermde, het minderwaardige en het zwakke in een wereld waar elk des anders vijand is ? En wie weigeren mocht de Moederliefde subliem te noemen -, hij heeft haar nog te accepteeren, er is geen ontkomen en geen ontkennen aan. Maar waar de redelooze Moeder triomfeert, gaat de redelijke Mensch verloren. LaK-n we ons dan verheugen dat het Moederlijk gevoel althans. voor uitbreiding niet vatbaar is. Want het zou voorzeker de vrouw ongeschikt maken t'it het zeggenschap in een samenleving, waar we ons. poover bezit aan redelijheid en rechtvaardigheid zoo bitter van noode hebben ! Le Vin Blanc de KRESSMANN-BORDEAUX GRAVES MONOPOLE DRY Agente: Comptoir des Pays-Bas et de Paris, La Haye PRIJSVRAAG : WELK BOEK ? Evenals in 1924 zal de Nederlandsclie Uit geversbond, in samenwerking met de periodieke en de dagbladpers, aan het einde van dit jaar een prijsvraag uitschrijven voor het Boek van Uw voorkeur". Hieronder volgt een opgave van nieuw-verschenen Nederlandsche of in het Nederlandsen vertaalde werken. ALIE SMEDING, HET WAZIGE LAND. Ing. ? 2.50. Gebonden / 3.50. De geschiedenis van een niet meer jong meisje, dat hunkert naar liefde, man en kinderen. Haar omgang met de andere sexe en teleurstelling waarop de/e uitloopt. AART VAN DER LEEUW, VLL'CH FIGE BE GROETINGEN. Gebonden / 4.90. Luxe-uitgaaf ? 10. . Een bundel met een groot aa-.'.tal pmzaschetsen. !. ANKER LARSEN, DE STEEN DER W'IJZEN, vert. door A. en E. Haber; 3e druk, Ie?'Je duizend. Ing. / 3.00, geb. ? 4.90. Een roman, waarin het geestelijke en het gemoeds leven van tal van min of meer belangrijke moderne menschentypen behandeld zijn, in hun verhou ding tot goddelijk bestier en tot booze machten. I0RGEN EALK R0NNE, DE CONSULS, VROUW, vert. door A. en E. Huber; 2e druk5e?8ste duizend. Ing. ? 1.90, gob. / 2.50. Het laatste boek van den Deenschen predikant R0NNE, schrijver van Het Gelukshnd", enz. KNUT HAMSEN. HOE HET GROEIDE. Ing.' 2.50; geb. ? 3.50. Derde Druk. Het verhaal van den 'uitginner Isak, die uii de woesieni'j door eigen kracht een nieuwe'wereld sclK-pt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl