Historisch Archief 1877-1940
16
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2523
[Bela Bartok.
Er zijn ons dit seizoen vele vreemde gasten
beloofd, en Bela Bartok is er een van.
Het is alweer twee jaar geleden, dat Bela Bartok,
vrijwel onopgemerkt, hier op een enkel concert
speelde, en, eveneens vrijwel onopgemerkt, weer
verdween. Zijn tweede komst in Nederland vindt
ons beter voorbereid. Er schijnt in deze laatste
twee jaar toch genoeg veranderd te zijn in de
vaststaande dingen van ons muziekleven, en er
is ruimte opengekomen voor nieuwe frissche
indrukken. Zoowel het Concertgebouw als de
Kunstkring ,,Voor Allen" hebben Bartok op hun
programma geplaatst. In het Concertgebouw
bezet Bartok een der kamermuziekavonden
en speelt als solist zijn (tot nog toe eenige)
compositie voor piano en orkest, zijn
Rapsodiefantasie op. l, waarbij zich dan de uitvoering van
zijn nieuwste werk, de Tanzsuite voor orkest aan
sluit om de zeer eenzijdige indruk van hetgenoemde
jeugdwerk weinig Bartok op te heffen.
Bij de kunstkring Voor Allen" opent Bartok met
een Hongaarsche avond de serie der 14 klavier
avonden, die volgt op de serie der 14 kamermuziek
avonden van verleden jaar. Ditmaal zal Bartok
Teekening voor de Groene Amsterdammer" doar
V. E. van Uytvanck
\
BELA BARTOK
dus een groot gehoor vinden voor de kennismaking
met zijn prestaties en die van andere Hongaren.
Bela Bartok is de man van de nieuwe muzikale
orienteering in Hongarije. Bijna alle landen van
Europa hebben gedurende het groote kenterings
tijdperk (van 1910?1920) zulk een leidende figuur
gehad, die den strijd tegen de academische muziek
(van Duitsche scholing) aanbond ten bate van de
volksmuziek. Zulk een man wordt dan als
een vaandel vooruitgedragen door de nationalisten.
Toch heeft dit opnieuw ontdekken" van een
eigen folklore en dit steun zoeken bij eigen natio
nale elementen geen eenzijdige afsluiting der
muziek dier landen bewerkstelligd, zooals men
van een chauvinistischen ijver zou kunnen vreezen.
Integendeel zijn de invloeden van buitenlandsche
muziek zoo nauw betrokken geweest in de bevrij
ding" der eigen muziek, dat de grenzen bij voor
baat niet te stuiten waren. Aanvankelijk had het
er iets van of men zou kunnen spreken van een
Latijnsch-Slavische unie in de muziek onzer dagen.
Frankrijk was sinds het begin der 20ste eeuw reeds
met een Debussy voorgegaan met zijn strijd tegen
de academische muziek, die wegens haar Duitsche
scholing wel onvermijdelijk moest ontaarden in
een strijd tegen de Duitsche psyche. Deze strijd
volgde in Italië, in Spanje en ook in Hongarije,
landen, die zelf eertijds een zelfstandige grond
toon" hadden bezeten, doch die onder deze
Duitsche muzikale overheersching er van ver
vreemd waren geraakt.
De strijd voor een eigen muzikale folklore is in
Hongarije al oud. Doch ten slotte hadden de
idealisten met concreta rekening te houden en deze
concreta waren de leidende instellingen, leeraren
en academici, de muzikale opvoeders der jeugd.
De positieve strijd daartegen dateert eerst van
latere jaren en de ontreddering, die gedurende den
grooten oorlog in de geheele Oostenrijksche
staatsmachine aan den dag trad, maakte de eind
overwinning op de leiding van hoogerhand"
voor een zelfstandig Hongarije gemakkelijker.
Bela Bartok heeft met al zijn enthousiasme
aan dezen strijd deelgenomen. Na het schandaal
van zijn symphonisch gedicht Kossuth",
waarin het Oostenrijksche volkslied geparodieerd
werd gaf Bartok zich over aan den invloed van
Franz Liszt, doch spoedig genoeg ontdekte hij, dat
Liszt voor de studie der nationale muziek
weinig waarde had, daar ook deze de ingedron
gen zigeunermelodieën voor de Hongaarsche mu
ziek hield en ze met haar had geïdentificeerd.
Bartok's naspeuringen brachten aan het licht,
dat er inderdaad een eigen muzikaal idioom
voortleeft onder de Hongaarsche, Sloveensche en
Roemeensche boerenbevolking, doch dat niets te
maken had met het zigeuner-karakter, dat de
Hongaarsche volksmuziek verbasterde. Om zijn
onderzoekingen vruchtdragender te doen zijn
richtte Barok met behulp van zijn vriend Kodaly
in 1911 de Neue Ungarische Musikgesellschaft"
op. De resultaten van zijn folkloristische onderzoe
kingen omvatten 7000 Hongaarsche volksliederen.
Een collectie van 350 Roemeensche volksmelo
dieën, daaruit bijeengebracht, werd door de
Roemeensche Akademie van Wetenschappen te
Boekarest uitgegeven.
Doch niet dit opnieuw ontdekken der Hongaar
sche folklore was het einddoel van Bartok's streven.
Hij zag voor zich de trotsche mogelijkheid op de
nieuw gevonden basis, uit deze volksmuziek,
waarin de oer-kracht van een volk sluimerde, een
nieuwe Hongaarsche school te grondvesten. Zijn
folkloristische studieën beoogden niet alleen de
uitgave en verspreiding der volksmuziek, de har
monische rythmische en melodische uitkomsten
van zijn naspeuringen dienden ook om zijn eigen
muziek een nieuwe kracht en een nieuwen toon
te geven. Dit was wel de treffende demonstratie
op den avond, dat Bartok voor den kunstkring
Voor Allen" speelde wat te veel als
co.nponist, wat te weinig als pianist hoe uit het
harmonisch en rythmisch element der folklore
zijn werk vereenvoudiging onderging en tegelijk
volte verkreeg.
In het oeuvre van Bartok waren reeds verschil
lende invloeden aan den dag getreden: Duitsche
van Strauss en Reger, invloeden van Liszt,
doch op dezelfde wijze als ook Ra vel in zijn werk
affiniteiten met Liszt heeft, nml. pianistische,
daarna van Debussy en Strawinsky. Deze invloe
den op de techniek zijn bijna alle nog min of
meer aanwezig gebleven in Bartok's composities.
Psychisch is Bartok geen modernist in den bi-,
a- en poly-tonale zin van het woord. Dit verklaart
waarom men in Bartok's oeuvre werken naast
elkaar kan vinden, als de sonatine voor piano,de
Tanzsuite voor orkest, vol van den toon en de
rythmen der volksmuziek en bijv. de tweede
vioolsonate, in de onafhankelijke techniek van de
verindividualiseering der instrumenten geschreven.
Monteux dirigeerde ons de ,,London-symphony"
van Vaugham Williams voor, van welk werk hij
indertijd de eerste Parijsche uitvoering leidde. Jean
Aubry noteert, dat het werk toen met respect,
maar zonder warmte ontvangen werd. Hetzelfde
zou te zeggen zijn van de eerste Amsterdamsche
uitvoering verleden Donderdagavond in het Con
certgebouw.
Men krijgt zoo vaak de indruk bij Engclsche
componisten, dat zij hun kunst door vlijt en studie
verkregen, niet door inspiratie. Hun muziek bezit
nooit een toon". Zij is practisch, zakelijk, kundig,
soms ook spiritueel, meer door den vorm dan door
het gevoel geleid, (en daarom ook meestal te lang)
hoogstens met een vleugje sentimentaliteit er in.
Zij is meestal volmaakt zonder poëzie, hoewel
de poëzie juist vaak bij zulk werk als aanleiding
tot de te verklanken stemmingen wordt gekozen.
Er bestaat een andere London-symphony
die echter niets met Londen te maken heeft,
die van Joseph Haydn, dat een hart meer vreugde
bereid als zij gespeeld wordt
CONSTANT VAN W E s s E ,\t
PAST STALEN RAMEN TOE
VAN DE
KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT
SPECIALITEIT: VERZINKTE STALEN RAMEN.
EEN PRIJSVRAAG
VOOR HET ONTWERPEN VAN
BEHANG SELP APIER
door J. D. V o s K LM L
Door de Vereeniging St. Lucas, werd, in opdracht
van de firma L. Goudsmit, een engroshandel in
behangselpapier te Amsterdam, een prijsvraag
voor het ontwerpen van behangselpapier uitge
schreven. In het gebouw Marnixstraat 40uo *)
waren de ruim zeshonderd en vijftig inzendingen,
waarvan twee met een eersten en n nut een
derden prijs bekroond werden, tentoongesteld.
Wanneer we ons thans tot eenige opmerkelijke
eigenschappen van de geëxposeerde werken in
het algemeen bepalen, dan valt reeds onmiddellijk
op, dat men zich maar al te vaak veel te weinig
rekenschap geeft van het doel, waarvoor het
ontwerp gebruikt moet worden. Het schijnt wel,
of vele bij het maken van een plan zich niet
duidelijk genoeg voor oogen stellen, datmen geen
klein vlakalleen te versieren heeft, maar een figuur
of eenige motieven teekenen moet, welke zich
honderdvoudig op den wand herhalen kunnen,
zonder zich aan den toeschouwer op te dringen.
Immers het behangsel is slechts een bedekking
van den killen muur, die atmosfeer" in het
vertrek brengt en tegelijkertijd toch achter
grond blijft, waardoor het karakter van ;de
meubels en de versieringen duidelijker uit kan
komen. Daarom is het zeer onjuister een prent"
van te maken, want zooiets eischt te veel de aan
dacht voor zichzelf op, waardoor het behang
niet meer ondergeschikt blijven kan aan de voor
werpen in de kamer; de juiste verhoudingen zijn
dan verstoord en het geheel maakt daardoor een
rammelenden" indruk.
De prijswinnaars en nog enkele anderen toonden
daarentegen eenige beschaafde en logische ont
werpen, welke zuiver decoratief gehouden
waren. C. Mus behaalde onder motto Idee
P." met een, in rustige tinten en pittige figu
ren gecomponeerd werk, een eersten prijs, terwijl
eveneens een eerste prijs aan Sicco VAN DER
WOUDE onder motto Mullem" toegekend werd.
Zijn ontwerp onderscheidde zich vooral door de
levendige en vaak rijke kleurencombinaties, hoewel
zijn vormgeving mij niet altijd oorspronkelijk
leek en dikwijls sterker zijn kon. Hij is echter een
geboren colorist en daarom uitermate g-.'schikt
voor het ontwerpen van behangselpapier.
Door M. A. H.v. D. BURG, die het woord ..cirkel'"
tot motto gekozen had, omdat de cirkel de grond
gedachte vormde van zijn ornament, werd de
derde prijs gewonnen. Het lijnenspel scheen,
daar het een hechten vorm als basis had, beheerscht
te worden door een streng rhythme, dat om zijn
gaafheid aantrekkelijk was, doch hierdoor tege
lijk ietwat verstard van karakter bleef.
Buiten de bekroonde ontwerpen zullen er ook
nog eenige andere uitgevoerd worden, waardoor
deze prijsvraag voor velen een succes geworden is.
*) De tentoonstelling wordt thans te 's
Oravenhage, in Pulchri Studio, gehouden.
NIEUWE DRUKKEN
Bij P. Noordhoff te Groningen zijn \erseheiien:
J. VELDKAMP en K. DE BOER, Kun /V nog
zingen, zin» dan mee. Met begeleiding van P.
Jonker. 24e druk.
Misunderstood, by Florence Montgomery. Anno
ta ted by L. P. H. Eykinan and C. J. Voortnian.
7th edition. The (mmo Series IV.
Hoofdlijnen der Staatlniislwudkunde, du ?:' Mr.
I. B. COHKN. Tiende druk.
Schoolatlas der algemeene en Vaderlandtche ge
schiedenis (ook Voor het Handelsonderwijs),
door A. L. DE BONT, in ruim 180 kaartenen bij
kaarten. Negende, herziene en vermeerden; druk.
Vraagt steeds
VAN OUDS HET BESTE MERK