De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 17 oktober pagina 6

17 oktober 1925 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2523 PEEK & CLOPPENBURG 0ÏTEN OEN HAAG VEDATREKT FOTO/ EN BEdEOOTINCj VOOR WOON INCKHTINCjtN BI JKOM STIGHEDEN door ANNIE SALOMO N s CLXLIII Dat waren ten slotte de goede, de sterke en zui vere jaren, toen de vrouw vocht voor haar recht op arbeid, voor haar recht op het volle staats burgerschap; toen ze stormliep om de bevrijding van haar intellect, en daarmee haar gevoel misschien wel eens, tijdelijk, wat terugschoof naar het tweede plan. Maar genegeerd gevoel weet zich toch tenminste zuiver te houden, en in hartezaken is te weinig altijd veel minder schadelijk dan te veel. Er was een eigenaardige intuitie in het bedrijf dier eerste pioniersters, die aan alle mogelijke heilige huisjes rammelden, die allerlei barrières wilden afbreken, maar die het gebied van liefde en huwelijk zooveel mogelijk ongerept lieten. Ik heb tenminste niet gehoord, dat er in ons land ooit door voorvechtsters van de beweging reclame werd gemaakt voor vrijheid" van de vrouw ook in zaken van moraal: integendeel werd er dikwijls met trots op gewezen, hoe voortreffelijke huismoeders, hoe beminnelijke echtgenooten juist uit de kringen der strijdsters voor emancipatie waren voortgekomen. En we zouden ook nauwelijks anders verwachten; want ofschoon in dien eersten tijd dikwijls het woord rechten" werd gebruikt, toch waren de leidsters veel meer van plichten" en van menschelijke waardigheid vervuld. Het begin van de beweging, zooals alle begin soms wat rigoureus, kenmerkte zich door zedelijken ernst en nobelen inzet van de heele persoonlijkheid, en als lief talligheid en charme in die jaren wat in den knel mogen zijn geraakt, er zijn geen eigenschappen, die bij een Vrouw zóó ongerept weer opveeren kunnen. Maar nu is het kiesrecht veroverd; nu vervult de vrouw haar baantje in alle afdeelingen van onze gecompliceerde maatschappij, niet alleen zij, die er een stuk van haar leven aan ten koste hebben gelegd, om deze vrijheid te veroveren, maar ook zij, die haar bedje gespreid vonden, en zich zelfs niet meer herinnerden, dat anderen hierom over doornen waren gegaan.... Nu is het niet meer een elite van de sterkste, de ernstigste, (misschien ook een enkelen keer: de intellectueelste en koelste) vrouwen, die den strijd in de groote wereld hebben aangepakt, maar nu is er een heek' stoet zorgelooze krullebollen met lachende tanden, met bloote schoudertjes en bijna bloote beentjes mee het wijde arbeidsveld binneiigetuimeld, niet wel wat lust in haar werk, met mér lust in haar onafhankelijkheid, en vooral, met een dringend verlangen naar de vreugden des levens. Het recht op arbeid, het recht op het volle staatsburgerschap, waar de vorige generatie haar jeugd en haar zorgeloosheid aan heeft ge offerd, lijkt haar wel een plezierig bezit; maar wat is dat alles waard, zoolang het recht op genieten", het recht op beleven" er niet bij is veroverd! Als de vrouwen voor vijf en twintig jaar harts tochtelijk hebben gepleit, dat de moraal van den man zich toch naar de moraal van de vrouw moesi leeren richten, onze jeugd keert de questie om, eischt haar recht op het avontuur", op de on dervinding" vóór het huwelijk, en bepleit dit met argumenten, waar iemand, die uit haar jongste bewustwording nog altijd de formule behouden heeft van n mensen houden, maar dan ook heel vél", de haren van te berge rijzen. Een zekere verstandige logica kan men aan die nieuwste vrije vrouwen", die vooral vrijheid in het amoureuse" eischen (of eigenlijk nemen", of, wat erger is, er over zeuren, dat ze ze zouden moeten nemen, op de wijze, waarop, in normaler tijden, een vrouwtje er zich over verontrustte, als de verlangde echtgenoot uitbleef;) niet ontzeggen. Waarom zou men met allerlei ouderwetsche opvattingen, dat de vrouw uitsluitend in het huishouden behoort te werken, dat de vrouw in vergaderingen moet zwijgen, enz. breken en alleen die eene van den eenen, wettelijken" echtgenoot voor het heele leven in stand houden? Wie deze vrijheden" voor de vrouw echter a! te onverbiddelijk aan elkaar Wil koppelen, zij gewaarschuwd, dat de bom wel eens net andersom zou kunnen springen dan zij bedoelde en dat, als vrijheid van arbeid óók vrijheid tot avon tuurtjes" met zich zou blijken te brengen, de vrouw in de toekomst wel weer eens op stoel en stoof geplant in de binnenkamer zou kunnen komen te zitten, omdat toch tenslotte de winst niet bleek op te wegen tegen het onherstelbaar verlies. Want aan de vrijheid" van de vrouw in zak^n. die de moraal betreffen, aan vagebc.ndage in de liefde, niet alleen door den man, maar duur man en vrouw beiden, gaat de maatschappij reddeloos te gronde. He maatschappij als geheel en de vrouw individueel. Waarom speelt de zgn. vooruitgang" toch telkens weer de reactie zoo jammerlijk in de kaart; waarom weet ze nooit van maat houden; waarom toont ze ons telkens zooveel ontredderde levens, zooveel ontwrich ting en verwording, dat we ons begrijpen kunnen, als het bezadigd inzicht daarop zijn hoofd schudt en zegt: zie jullie nu wel, dat het oude1 vee! beter was; hadt jullie daar dan ook aan gehouden." Wij hebben ons vrouwen van de kentering deitijden" gevoeld, we hebben met weemoed onze onzekerheden gedragen en in de meening geleefd, dat het levenslustiger geslacht, dat achter ',ns opdrong, het makkelijker hebben zou. Hoe hebben we ons vergist ! Zij kunnen niet wachten en renuncieeren; zij grissen naar zich toe. in naam van de natuur", die ze haar rechten \\i:iui her geven. Maar als we haar onrustige oogen. haar opgedreven bewegingen zien, als we van haar kwalen hooreii, en we bedenkt.n, hoe vertwijfelend voor haar, die nooit zich bonden, die noi it wer kelijk ginv/l, die nooit tot de schoone eentonigheid van het samenzijn met den een, die als zelf" geworden is, stegen, het oud worden moet zijn. dan zouden we geneigd zijn te geli.oveii, dat een ouderwetsche, eenzame juffrouw, die al ha.'.r liefde wijdt aan een hondje of een papegaai, haar natuur" minder geweld aangedaan heeft, dan zij, die hebben vergeten, dat de normale vrouw l van nature" monogaam is, en niet meer kan l', saten wie haar eenmaal nagestaan heeft, zander haar aangeboren aanleg te verkrachten. DE HOLLANDSCHE HUISVROUW houdt van een frissche heldere wasch; daarin heeft zij gelijk, maar niet iedere Hollandsche Huisvrouw weet daarvoor het adres. DE PEL.IKAAN" te GOUDA staat ter Uwer beschikking. Vraagt eens om onze prijs courant No. 100.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl