De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 24 oktober pagina 1

24 oktober 1925 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

./ ZATERDAG 24 OCTOBER 1925 Onder Hoofdredactie van O. W. KERNKAMP Redacteuren: H. Brugmans, Top Naeff en O. Nolst Trenité. Secretaris der Redactie: C. F. van Dam UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Pr«s per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 cent Advertentiën f 0.75 p. Regel - Dispositiekosten 20 Cent REDACTIE EN ADMINISTRATIE, KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM LOCARNO behoefden, konden de twee voornaamste gedachten van het Van Alkmaar begon de victorie zal van Locarno het tijdperk dagteekenen, waarin vrede en veiligheid voor West- en MiddenEuropa zijn aangebroken? In de jaren, die verliepen tusschen 1870 en 1914, heeft er in dit gedeelte van de wereld ook vrede geheerscht. Maar in de laatste helft van die periode was het een tot de tanden gewapende vrede. De twee groepen, waarin de groote mogendheden zich toen hadden geschaard, heetten ook den vrede te willen bevorderen; in de verdragen of afspraken, die zij onderling hadden aangegaan, be loofden de staten elkaar hulp, niet voor den aanval, alleen ter verdediging; toch wedijverden Triple-Alliantie en Triple-Entente met elkaar in vermeerdering en verbetering der bewapening want zij geloofden niet aan de vredelievende bedoeling van de tegenpartij, zij verdachten elkaar van agressieve plannen te koeste ren, die eenmaal tot uitvoering zouden komen en dan alleen zouden kunnen worden verijdeld, wanneer men den aanvaller in militaire macht overtrof. Is er dan reden om nu, na Locarno, zich over te geven aan opti misme? Is er dan zooveel veranderd in de wereld, dat men nu mag vertrouwen op den wil der groote mogendheden om den vrede te bewaren, op Tiet nakomen van de door hen gegeven belofte, dat zij elkaar geen oorlog zullen aandoen en de tusschen hen gerezen geschillen door arbitrage zullen laten beslechten? Er is inderdaad iets veranderd in de wereld. De wereldoorlog is niet voor niets gevoerd. De afschuw van den oorlog als laatste middel om rechten te handhaven of belangen te verdedigen is veel algemeener geworden. Een ieder weet nu ook, dat een oorlog geen oorlog meer is tusschen legers, maar tusschen volken. Het besef is doorgedrongen, dat een oorlog niet alleen verwoesting brengt over de landen, die er door worden geteisterd, maar dat hij de heele samenleving ontwricht. Velen hebben zich ook duidelijk gemaakt, dat het vervolmaken van de oorlogsinstrumenten niet, zooals men zich vóór 1914 wel trachtte diets te maken, een waar borg oplevert voor het behoud van den vrede, maar juist een gevaar, omdat de hanteerders van die instrumenten, naarmate deze doeltreffender worden, den lust voelen aanwakkeren er gebruik van te maken. Ondanks veel, dat op het tegendeel schijnt te wijzen wij leven niet meer in de wereld van vóór 1914. De wil om vrede door recht te verkrijgen is veel sterker geworden. Zoo de regeeringen de stuwkracht van dien wil niet hadden gevoeld, zou de Volken bond niet zijn geschapen. In het statuut van dien Bond zijn de gedachten van den nieuwen tijd uitgesproken: veiligheid en vrede verzekerd door internationale rechtspraak, samenwerking van allen tegen hem, die de rechtsorde schendt, vermindering der bewapening tot het minimum, dat vereischt blijft om met gezamenlijke macht hem te kunnen keeren, die den Godsvrede verbreekt. Uitgesproken zijn die gedachten wel; maar de formuleering ervan behoefde verbetering; ook twijfelden velen aan de onpartijdigheid van de rechtspraak van den Bond, nu hij in hoofdzaak een Bond der overwinnaars was geworden, nu het Dtiitsche Rijk er geen deel aan nam, nu de Vereenigde Staten er zich buiten hielden; om niet te spreken van den misschien nog algemeener twijfel, of in de ure der beproeving het eigenbelang het vermeende eigenbelang der groote mogendheden hen niet zou nopen, de door hen zelven geschapen rechtsorde te verbreken. Het protocol van Gerieve was een grootsche poging om de be doelingen van den Volkenbond tot juister uitdrukking te brengen en de vervulling ervan beter te verzekeren. De feiten hebben aan getoond, dat men hiermede nog te hoog mikte; niet in den ruimer kring van alle leden van den Volkenbond, maar in den beperkter van hen, die in de eerste plaats een assurantiepolis van veiligheid protocol: veiligheid en arbitrage, worden verwezenlijkt; daardoor zal van zelf ook de derde: vermindering van bewapening, tot uitvoering geraken. De beteekenis van het verdrag van Locarno is in de eerste plaats deze: dat het, door een bepaalde groep van staten, het protocol van Genève als richtsnoer heeft doen aannemen. Zoo wij in dit artikel afzien van de arbitrage-verdragen, die het Duitsche Rijk met Polen en Tsjecho-Slowakije heeft aangegaan en ons bepalen tot den voornaamsten inhoud van wat te Locarno werd overeengekomen: het Duitsche Rijk heeft, niet gedwongen, maar vrijwillig, de westelijke grens, die er bij den vrede van Versailles voor werd vastgesteld, aanvaard. Dat beteekent nog niet: een erkenning van de rechtmatigheid van den afstand van Elzas-Lotharingen; maar een verzekering, dat het door geweld niet zal trachten zijn vroeger bezit te her overen. Het Duitsche Rijk belooft verder, geen oorlog te zullen onder nemen tegen Frankrijk of Belgiëen eventueele geschillen langs vreedzamen weg te doen beslechten; gelijke beloften leggen de beide laatste mogendheden af. Engeland en Italiëzijn garanten van dit verdrag; zij waarborgen de onschendbaarheid van de grens, die thans tusschen Duitschland eenerzijds, Frankrijk en Belgiëanderzijds bestaat; zij waar borgen ook hun bijstand aan Duitschland, wanneer dit, in strijd met de verdragsbepalingen, door Frankrijk of Belgiëmocht worden aangevallen, zooals zij aan deze beide staten hun hulp beloven, wanneer Duitschland zich met de wapenen tegen hen mocht wenden. Uit dit laatste, uit het verleenen van dezen waarborg aan beide partijen, blijkt, dat wij in een anderen tijd leven dan vóór 1914; toen sloten de mogendheden verdragen om elkaar hulp te beloven tegen een bepaalden staat; nu wordt de bijstand verzekerd, niet tegen een bepaalden staat, maar tegen dien staat, die onrecht matig oorlog begint, onverschillig of Duitschland dan wel Frankrijk of Belgiëzich daaraan schuldig maakt. Het verdrag van Locarno treedt in werking, zoodra de regeerin gen, wier vertegenwoordigers het hebben vastgesteld, het zullen hebben bekrachtigd, en zoodra Duitschland is toegetreden tot den Volkenbond. Deze laatste bepaling is mede van groot belang. Duitschland behoort, en wel als gelijkgerechtigde met de overige groote mogend heden, deel uit te maken van den Volkenbond, niet alleen omdat het verdrag van Locarno in bepaalde gevallen de beslissing van het voornaamste orgaan van dien Bond inroept, maar ook omdat Duitschland de bedoelingen van den Volkenbond mede moet helpen verwezenlijken en binnen het kader van dien Bond de vervulling van zijne gerechtvaardigde wenschen moet nastreven. Want, zooals Grey, de vroegere Engelsche minister van buitenlandsche zaken, in zijn onlangs verschenen boek schrijft: ,,er kan geen veiligheid in Europa bestaan, wanneer Duitschland niet oprecht medewerkt tot het behoud van den vrede". Nog de vorige week is hier betoogd, dat de herrijzenis var. liet oude Duitschland het geloof in de beteekenis van het verdrag van Locarno zou vernietigen; de eerste voorwaarde voor het wekken en versterken van dat geloot' is: dat de regeel ing van het Duitsche Rijk toonc, de Volkenbonüsgedachte te hebben aanvaard. En daarnaast behoeft de jonge plant van Locarno, om te gedijen, ons aller vertrouwen in haar groei. Scepticisme omtrent het naleven van verdragen maakt het schenden ervan gemakkelijker. Daarentegen: hoe meer allen doen blijken, dat vast gerekend wordt op trouw aan het gegeven woord, des te moeilijker zal liet vallen, dit niet gestand te doen. K E K N K A M P

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl