Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2524
PEEK& CLOPPENBURG
LAS TRES REINAS.
(HAVANA CONDITION)
Reinas ftrandes
Keinaa
Relnas Chicas
Verpakt in kisten van
ICO stuks.
Prijs / 120.
per mille.
Proefkisten / 12.
franco per post.
J. G. HASEKAMP
Importeur van
Havanasigaren.
23 Glasbann - Rottardai
Telefoon 7347.
LMT HET DOOP DE
TE 00/TERBEEK
VERZORGENMosterd
Spoor |.
NAAR MAAT
Fr. SINEMUS
20 Leldschestraat 22 - Amsterdam
Voor groote inrichtingen, gestich
ten, Scheepvaart-Maatschappijen
enz. behandelen wij de wasch op
streng hygiënische wijze en tegen
bijzonder tarief. Onze 100-jarige
reputatie is een waarborg voor
de degelijke behandeling.
De Pelikaan", Gouda
Vraagt eens om onze prijs
courant No. 106
VAN SCHAICK's
MEUBBLTRANSPORT-MY
BERGPLAATSEN VAN INBOEDELS
BINNEN- EN BUITENLANDSCHE
TRANSPORTEN
OVERBRENGEN
van MEUBILAIR ook per AUTO-TAPISSIÈRE
BOOTHSTRAAT, UTRECHT. TEL 163
BIJKOM STIGHEDEN
door ANNIE SALOMONS
CXCIV
Dit wordt een lofrede op Rotterdam, het sterke,
eenvoudige hart van Holland.
O, het is geen stad om op een feestelijken
Zondagmiddag in de zomervacantie te gaan be
kijken, en je moet er niet heengaan om mooie
wandelingen" of om ,,vriendelijke, nieuwe wijken";
maar als je een dag hard hebt gewerkt, en je staat
in den regen en de schemering een beetje moe op
een tram te wachten, dan kan de schoonheid
van zijn kracht je ineens zóó bij de keel grijpen,
dat je er naar staren blijft als naar een openbaring:
want dan blikkert het roode schijnsel uit de win
kels op de natte keien, en de lichtjes van de
schepen dansen tegen den zwarten hemel op, en
er zijn vertwijfeld zich rekkende kranen en een
sterk, schonkig paard trekt steigerend aan voor
een sleeperskar. Dan is het leven een oogenblik
zóó fel, dat je zoudt willen zeggen: er is geen
heerlijker stad in heel ons heerlijke Holland.
Natuurlijk, ik weet ook wel van de
Rotterdamsche modder, en van de Rotterdamsche
straatjongens en van het grap je van twee menschen
die een weddenschap hadden, wie het onwaar
schijnlijkste verhaal kon opdisschen. En toen de
een begonnen was: Ik was laatst in Rotterdam
en daar ontmoette ik een heer", toen zei de ander
dadelijk: Jij hebt het gewonnen, zoo'n onwaar
schijnlijkheid kan ik toch onmogelijk overtreffen".
Maar is dat toch niet óók een kostbaar voordeel,
nu Holland hoe langer hoe meer buitenlandsche
allures begint aan te nemen, nu den Haag en
Amsterdam wemelen van pseudo Amerikaantjes
en pseudo Parisiennes, (maar die arme heupen en
enkels !) dat er toch nog n stad is overgebleven
met gewone juffrouwen en gewone kerels; een
stad, waar je, als je voor een zaal met menschen
staat, denkt: Hè, dat is nu eens echt het publiek,
dat de volksuniversiteit bedoelt", maar als je
toevallig met een paar ervan in gesprek komt,
merkt, dat het dames" en heeren" in den
besten, den ouderwetschen zin van het woord zijn,
met een respectabele cultuur en een rijke, gezonde
belangstelling; terwijl ik wel een andere stad
in ons land weet, (die me overigens toch zeer ter
harte gaat,) waar je, als je alleen maar naarden
buitenkant oordeelt, telkens denkt tusschen de
upper ten, in de hofkringen te zijn beland, terwijl,
als de monden open gaan, je merkt, dat het
Winkelmeisjes en typistetjes waren.
Alles heeft zijn'voor en zijn tegen; de poppige
meisjes, die de levenslust en de fleur hebben om
met een klein salaris iets charmants van zich zelf
te maken, kunnen daardoor wel degelijk ontroeren.
En de oud-vaderlandsche eenvoud en soberheid
wordt ook wel eens te ver gedreven ; maar vandaag
gaat mijn hart zoo sterk uit naar die joviale,
nonchalante mannen met hun sigaar en hun
loshangende overjas, en naar de mevrouwen,
kwiek en levendig, met onwaarschijnlijke hoedjes
boven op hun hoofden; naar heel die fiere burger
lijkheid, die trotsch is op dat burgerschap en liever
minder lijkt dan ze is, dan meer.
Een echte Rotterdammer verloochent zijn stad
nooit; men herkent hem overal op de wereld aan
zijn krachtig dialect, aan zijn rechtuitheid, die
ook wel eens ongemanierdheid wordt genoemd,
en aan zijn liefde voor de havens en hun handel.
Iemand, die er niet thuis hoort, begrijpt die ge
negenheid nooit; de schoonheid van Den Haag,
van Amsterdam, van Leiden en Delft, de bekoring
van Dordrecht, Harderwijk en Middelburg komt
ook tot den vreemdeling op het eerste gezicht.
Maar in Rotterdam moet je zijn opgegroeid om
ontroerd te kunnen worden door het Haagsche
veer op een druilerigen, killen avond, of door het
oude fruitmarktje rond Erasmus op een vroegen
zomerochtend, als de lucht nog klaar is.
En dan de oude Schie in den gouden herfst,
waar de goede huizen er uit zien, alsof we nog
veilig vóór den oorlog van '70 stonden, en het
water de schepen doet wiegen, die louter mooie
namen dragen, als: De tijd zal 't leeren", God
is trouw" en De vrouw" Janne". In de verte
staat een molen, grootsch en geweldig, tegen de
blauwe lucht; er hangt een vreemde, scherpe geur
van de opslagplaatsen van hout, en als we daar
blijven staan kijken, gaat er ineens een poort
open en zien we diep in een ouden tuin met
kastanjeboomen en paarse herfstasters, een tuin
als een sprookje, zoo dicht bij de woelige stad.
Maar eigenlijk lijkt eik huis hier een sprookje met
zijn teruggetrokken, koele, donkere ramen, met
de hooge stoeptreden en de kettingen voor de
blauwe pui, waar nu, zooals voor vijftig jaar,
kinderen op komen schommelen.... En deur
naast deur leest men bekende namen, namen van
burgers, die tot Rotterdam's grootheid hebben
bijgedragen: Mees, Havelaar, Knottenbelt, Van
Stolk, de Monchy, die van ouder tot ouder over
het stil bedrijvige water hebben gekeken en het
oude huis niet hebben verlaten, toen het centrum
van de woonstad naar elders werd verlegd.
Wie ver van zijn vaderland moet leven, wordt
op zeer uiteenloopende en zeer onverwachtsche
wijzen door heimweh besprongen. Soms herinnert
hij zich plotseling den geur van de hei op een
heeten Augustusmiddag, of een buitenstationnetje
rret rozen begroeid, waarachter korenvelden
glooien. Een anderen keer wordt hij den heelen
dag vervolgd door een rij kale, strakke hoornen
tegen een grijzen winterhemel, ot hij is bezeten
van de herinnering aan een zilverig duin onder
ijle herfstlucht, ver beneden een zoete zee met
een heel fijn schuimrandje; een klank, een kleur
kan hem ziek maken van verlangen naar dat land,
dat hij het eenig goede noemt, omdat het alleen
zijn eigen is.
Maar dan kan het ook gebeuren, dat hij, in
zijn Verre ballingschap, aan een diner, naast
iemand komt te zitten, in geen enkel opzicht
bizonder aantrekkelijk of charmant, maar die
hem plotseling nog wat peentjes" aanbiedt; of
die van de raam" spreekt. Met een onredelijke
verteedering staart hij dan in het banale gezicht
tegenover hem, hij ziet visioenen van de Maasbrug,
van de Boompjes, van de heerlijke Wijnhaven,
van het pontje over de Schie en het hooge
kippebruggetje. Hij ruikt een scherpen geur van versch
hout en ziet het silhouet van Overschie met zijn
fijne torens, over welige weilanden heen. En hij
denkt, met een weet- pijn in zijn hart: Holland is
Holland en in Holland is elk plekje goed en thuis
al was het Spanbroek of Waarde, maar wie een
maal in Rotterdam is geboren, vindt niet gauw
iets anders op de wereld meer echt".
HETBQEK
YANDEWEEK
HET Ie STUK VAN
Het Zilveren Getij
Gedenkboek uitg. bij het 25-jarig
Huwelijk van H. M. de Koningin.
Onder redactie van
Prof. Dr. H. BRUGMANS
Compl. inSstukken elk i 100 pag.
Het werk zal compleet zijn vóór 7 Febr. 1926.
Prijs p. stuk f 4.-, dus compl. f 12.-.
Compleet gebonden f 15.-.
Genummerde Luxe Editie f40.-,
in kalfsperkament f50.-.
Uitgave vanVUN HOWNU i WMKNDORF,k'dim.