De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 31 oktober pagina 2

31 oktober 1925 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2525 l MADME. DE CHARRIÈRE (Bella van Zuylen) door Dr. W. G. C. B Y v A N c K III Ik had niet gedacht zooveel tijd zoek te brengen in het schrijven van Mme de Charri ere's portret. Er was toch niet veel anders te vertellen dan waar over zij en Benjamin Constant het hadden in de uren van hun samen zijn en dat waren geen inge wikkelde staatszaken, het zijn enkel opmerkingen van een geestvolle beschouwing der dingen, maar wij moeten toch nog een hoofdstuk daarover aan het voorgaande toevoegen. Na de kennis in Parijs gemaakt, had Benjamin zijn liefde voor het zwervende leven weer opgevat. Hij was in Engeland geweest, had in allerlei kringen verkeerd en zijn speellust had zijn geld middelen geheel opgebruikt. Hij had zich in schulden gestort en was ten slotte in de miserie aangeland; met een restje van zijn oude plunje en van zijn wereldsche manieren, die hem het voorkomen gaven van een wien het in het leven was tegengeloopen. Eigenlijk wist hij niet hoe hij verder moest, vol als hij zat van allerlei tegenvallers, toen een harte lijke brief van zijn vader hem opriep naarHollanden hij dacht er op te kunnen rekenen dat ouderlijk, invloed hem aan een of ander hoi, bijv. te Bruns wijk, een post kon bezorgen. De jonge Benjamin heeft zich altoos diep aan zijn vader verbonden gevoeld; wanneer de vader had gesproken dan rekende hij daarmee oe zaak beslist, hij hoopte nu, ook na ht t ontvangen van het schrijven, dat hij eindelijk tot een definitieve verklaring zou kunnen komen en den vreemden slagboom tusschen zich zelf en zijn vader zou weten te verbreken. Hij haastte zich naar het kwartier vin den oi'den Constant in 's-Hertogenboich. Bij zijn aankom* i ' on:: nij zijn vader bezig aa" het kaartspel met officieren die hun afscheid namen, tien de zoon binnentrad. De oude heer stelde zich tevreden met een strengen blik op de houding van zijn zoon en zeide hem eenvoudig: Ga naar bed, ik heb wel gedacht dat er niets van je terecht zou komen, je hebt een scheur in je jas." Verder kwam men niet, ook de dagen daar aanvolgend. B3njamin, geheel vers.lagen, maakte zich op weg naar Zwitserland en kwam daar berooid aan, ziek en ellendig; maar nauwelijks had Mme de Charri ere hem gezien of zij nam hem met de meeste liefde op en zorgde voor hem als voor den verloren zoon. Wederom brachten zij met elkander de gezellipste en vroolijkste uren door, waarbij zij zich Wisten te v rheffen boven het gewone leven en de tijd voorbijging als ;f de geheele wereld n beweging was. De familie de Constant zag groote bezwaren in her samenzijn van den j..ngen man met de zooveel oudere dame. Was hij e;n minnaar, dan gevoelde men zich onder den blaam van een belachelijke verhouding van leeftijd, was hij het niet, hoe kon hij zijn waardigheid vergooien in het gezelschap -van een uitgebloeide geleerde dame. De vader begreep, dat hij zijn zoon daar niet in Neufchatel aan de slippen van Mme de Charri ere kon laten hangen. Hij verschafte hem een post aan het hof van den hertog van Brunswijk, waar hij enkel hofdiensten had te verrichten geheel van conven tioneel karakter. Het leven van Benjamin verdeelde zich voortaan tusschen het Noord-duitsche staatje er. het land goed van de Charrières. ? Het was in 1787 dat de hernieuwde kennis making met Mme de Charrière plaats had; ee--1 aanhoudende briefwisseling werd gevoerd en de verschillende vraagstukken die bij de aanstaande revolutie opkwamen maakten er het onderwerp van uit. Mme de Charrière kon nml. aan haar pen geen rust geven, talloos waren de brochures, die door haar werden uitgegeven ter begeleiding van de feiten der groote revolutie, want wij zijn thans reeds te midden dir tragische gebeurtenissen van het begin der Terreur. Zij ziet dt- réfugiés uit Frankrijk over de grens vluchten als zij de wijk zoeken naar Zwitserland. Mme de Charrière heeft dan te midden dier wereld van vluchtelingen geieefd, zooveel mogelijk heeft zij voor de ongelukkigen gezorgd, maar zij ken hun .-lechts heel zeld?n haar achting geven. Immers het toppunt van haar wereldkennis bereikt zij juist in deze dagen nu zij ziet hoe weinig vastheid van karakter in uie menschenmassa leeft die her- en derwaarts geslingerd wordt door de voorvallen in de Europeesche maatschappij. En Benjamin ! Benjamin zelf wist niet beter te doen dan aan het Brunswijksche hof met een hofdame een huwelijk aan te gaan. Dit nieuwe feit bracht evenwel geen verandering aan in de betrekking met Mme de Charrière. De vrouw wier ambitie zoo hoog was gegaan, dat zij zich een gelijke vond van Voltaire, Was in haar gedachte te voornaam om jaloersch te worden van een gewone vrouw. Welke levensbedoeling had Mme. de Charrière als 7ij, meesteres van hare omgeving in de betrek kelijke eenzaamheid van Le Colombier, haar gevoelsgedachten tot rijpheid heeft gebracht en haar geestelijke houding in het leven heeft verze kerd, zooveel als bij haar daarvan sprake mocht zijn ? E^n vraag die het niet alleen goed is te beant woorden, maar die voor haar geval onvermijdelijk is, wil men niet riskeeren, een verkeerd beeld van haar te krijgen. Zij was opgegroeid in een ouderwetsche wereld, die haar van alle kanten stuitte, en zij had ge meend het vermogen te bezitten, om zich over de toevalligheden van haar bestaan heen te helpen tot een klare wereld, waarin zij haar rust en haar ruimte zou vinden. De rede zou haar leidster zijn; zij moest de omstandigheden juist leeren inzien, geen zelfbedrog mocht er wezen. Haar tempe rament echter eischte een gepassioneerde rede met eigen wil, die zich niet gemakkelijk zou laten terugzetten. Zij zocht ook niet een wereld voor haar gemak, van aard was zij een strijdster. Laat mij het ook zoo uitdrukken: zij had een dubbele natuur, haar forschhjid kon overgaan tot een inzinking van krachten en diepe melan cholie, haar zinnelijkheid tot een behoefte aan de strengste ontbering, tot een klacht dat er in ons land geen Carmeliter-nonnenorde bestond die het leven tot een levenden dood herleidde. Haar eer bied voor het verstand, haar behoefte om zich rekenschap te geven van alle motieven die menschen tot handelen prikkelen, bracht haar tot een zelfontleding die inderdaad iedere keus van de eene boven de andere handeling ondoenlijk maakte. Als aanleiding te t beWCfging bleef slechts de drift van den wil. De aantrekking door Benjamin Constant op haar uitgeoefend was de veranderlijkheid van zijn aard, het zich overgeven aan de omstandigheden, terwijl hij toch door de lenighrid van zijn geest meester scheen te blijven van het toeval en in allen geval nooit bukte onder wat het lot hem oplegde. Zeven of acht jaar brachten zij zoo in intimiteit door. Het was een aanhoudende corresp°nd?nti; tusschen Le Colombier en Brunswijk. Soms groeide zij aan tot hartstochtelijkheid tusschen den jongen man en zijn zeven en twintig jaren cudere maitresss Benjamin heeft plannen gemaakt om met Mad. da Charrière op r.^is te gaan en de welsprekendste taal moest dienen om Mad. de Charrière voor de toekomst te winnen, zonder dat men daarbij er aan behoeft te denken of Benjamin onderwijl zijn Jiefdesbetrekkingen met andere dames ','pgaf. Integendeel, men ziet Mad. de Charrière zich meer en meer aan den jongen msn hechten. Wel is er op den achtergrond van haar geest een gevuel dat de toestand niet blijvend kan wezen; zij gevoelt zich oud worden, maar daarom geeft zij nog niet op, zij laat zich koesteren door de jonge liefde, alsof uit al het onredelijke iets redelijks kon opbloeien. Wie van de beide partijen der gelieven, om hen zoo te noemen, heeft het eerste gemerkt dat het getijde begon te verloopen, dat het weldra heen zou zijn? Uit de correspondentie bij den overgang van 1794 tot '95 blijkt duidelijk een wending van twee kanten. Er is een die genoeg krijgt van de onzeker heid van alle wereldsche betrekkingen, die in plaats van den trots zijner onafhankelijkheid gaarne zou hebben dat een vleug van enthousiasme hem op nam en hem in de kringen der Wereld deed belanden om daar menschen te vinden, die hij op zijn beurt kon enthousiasmeeren; en er is een andere, die zich in het kasteel van haar eenzaamheid moe en onvoldaan begint te gevoelen en die zich afvraagt Welke fout zij kan hebben begaan bij den bouw van haar muren, dat haar woning een ruïne dreigt te worden. Het wreede antwoord wordt langzamerhand al duidelijker aan hun geest, dat de schuld moet liggen aan den bouw van het heelal. God is ge storven, zoo luidt hun oplossing, terwijl hij nog aan 't werk was, alles heeft zijn bedoeling en zijn rede gehad, maar ze gelden niet meer voor thans. Daarin dient men te berusten. Die zijn handen wil uitsteken, zal wel iets vinden Zér Goedkoop AANBIEDING EN BON. Twee prachtige photogravures, naar: I REMBRANDT, Zelfportret (Louvre, Parijs). Prentgrootte 39.3 x 51 cM.; met witten rand: 55.9 x 71 cM. II HALS, De Lachende Edelman (Wallace Collection, London). Prentgrootte 34.3 x 42.7 cM.; met witten rand: 55.7 x 70.7cM. Deze twee schitterende platen, die ieder een waarde van minstens / 10.?hebben, bieden wij den lezers van De Groene Amster dammer aan: tegen f 2.50 per plaat en tegen f 4.50 voor de twee; wél verpakt (in een stevige cartonnenrol),fjranco. Dit aanbod zal gedurende slechts korten tijd geldig blijven, n.l. tot 15 November 1925. Men bestelle met gebruikmaking van den onderstaanden B O N en zende ons tegelijkertijd een postwissel ad / 4.50 óf ? 2.50 (óf veelvouden van deze bedragen), waarop d u i d e l ij k de naam van den afzender vermeld is. Onmiddellijk na ontvangst van een en ander zal toezending van de platen (plaat) geschieden. UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ ELSEVIER", Singe 151?-153, Amsterdam. B O HST Ondergeteekende, lezer van De Groene Amster dammer", verzoekt de Uitgevers-Mij. Elsevier" hem franco te leveren: haar Photogravure Rembrandt, Hals. Hij heeft een postwissel ad ? verzonden. Woonplaats (volledig adres; duidelijk): Naam: om te grijpen. Het is de tijd dat Mad. de Staël?Holstein haar zetel opslaat in Coppet aan het meer van Genève, Mad. de Charrière had haar vriend Benjamin Constant aangeraden zich aan te sluiten bij den kring die zich om de beroemde dochter van Necker ging vormen. Zij waagde de proef, Mad. de Charrière. Ver trouwde zij dat de jarenlange omgang met haar, Benjamin genoeg zelfkennis had gegeven om hem niet langer ontvankelijk te maken voor de rhetorica van een Madame de Staé'l? Lang kon Mad. de Charrière niet in die illusie blijven. De eerste brief welken haar vroegere geliefde haar schreef over de eerste ontmoeting met Necker's dochter, mocht nog alleen den nadruk leggen op de beweging en actie die van Mad. de Staël uitging, de tweede die er weldra opvolgde, was precieser van inhoud. Adieu, adieu", zoo spreekt Benjamin haar toein zijn afscheidsbrief, gij die acht jaren van mijn leven hebt verrijkt, gij die ik beter heb leeren waardeeren dan iemand ooit zal doen." Nog tien jaren leefde zij door, hoe langer hoe eenzamer opgesloten in haar kamertje van Ie Colombier, zonder bitterheid over het leven, dat haar was toebedeeld, dikwijls zonder uren lang een Woord te zeggen. Een hard masker was over Mad.de Charrière's trekken gekomen, men vreesde haar, zonder dat zij er reden toe gaf, want niet alleen rechtvaardig heid, maar een groote zin voor het leven bestuurde haar handelingen tot het einde. Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER &Co. DEN HAAG AMSTERDAM ARNHEM Verzending van Tenloonstellinigoeten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl