De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 31 oktober pagina 3

31 oktober 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2525 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET PESTHUYS Teekening voor de Groene Amsterdammer" dcor Joh. Braakensiek WAT VOOR HAAR HET ZWAARST HEEFT GEWOGEN ZUIVERE LUCHT OPEN RAMEN EN NIET VER WARMDE SLAAPKAMERS door Prof. Dr. W. STORM VAN LEEUWEN Wanneer men zooals ik dat sedert eenige jaren pleeg te doen populaire artikelen in dagof weekbladen schrijft, krijgt men nogal eens dik wijls daarop een reactie van de zijde van de lezers. Soms doen ze dat in den vorm van een ingezonden stuk, wat vaak tijdroovend voor mij is, omdat ik de gewoonte heb daarop in het openbaar te antwoor den. Derhalve ben ik blij dat de meesten zich be perken tot een brief aan mij persoonlijk; daar is dikwijls geen antwoord op noodig en als ik er een geef, kan het huiselijker" zijn. Het aantal brieven dat men krijgt, leert men na eenige ervaring al van te voren schatten. Als ik over kanker schrijf, komen er zes of zeven, tuberculose geeft er wel tien, over voeding" kreeg ik er ook een stuk of zes, maar dat alles is niets vergeleken bij den stroom van brieven en briefkaarten, die verscheen nadat ik eens geschreven had, dat men in Holland op zijn slaapkamer 's Winters stoken moet en dat open ramen niet altijd bevorderlijk voor de gezondheid zijn. De post in Noordwijk dacht, dat ik jarig was ! Onder deze briefschrijvers waren er, die mij bijna om den hals vlogen, ik had blijkbaar regelrecht den weg naar hun hart gevonden. De kachel kwestie en de kille bedden waren mij steeds een gruwel en een aan randing van het ge zond verstand. U hebt mijn gevoelens prachtig weergege ven?"schreef n van mijn nieuwgemaakte vrienden. Ik ben in een warm land geboren en heb er het grootste deel van mijn leven door gebracht" schreef een ander en, hij ging voort: sedert ik hier woon, voer ik bij mijn vrienden strijd tegen het kou lijden, dat de menschen in hun huizen, in openbare gebou wen, de treinen enz. doen, evenwel zon der veel succes. Ze lachen mij nog uit, omdat ik in de groen geverfde winters, die men zomer noemt, de kachel niet laat wegnemen". Er waren echter ook eenigen, die ik blijkbaar op hun geestelijk eksterooggetrapt had, die mij heftig aanvielen en bezwoeren, dat open ramen en frissche lucht alles waren. Eén schreef heel goe dig. Hij was in de veronderstelling dat ik tegen de zestig liep en zoo'n oude professor weet na tuurlijk niet beter, maar hij had het raam altijd 's nachts open, ook de kinde ren sliepen bij open raam enz. enz. Na deze introduc tie zou ik willen vragen of er iemand is die aangeven kan waarom het nuttig, gezond en flink" is, om in ons klimaat des winters in een niet ver warmde, vochtige slaapkamer te slapen en daarbij nog het raam open te zetten. Ik leg den nadruk op het woord flink" omdat ik bemerkt heb, dat vele Hollanders hun openraamslaperij met een zekeren nadruk vermelden, alsof er een bijzondere verdienste in school. Zooals ik zooeven reeds meedeelde, achtte n van mijn bestrijders het een uitgemaakte zaak, dat iemand die wat tegen dat principe inbrengt een grijsaard is. Nu is het toch een curieus geval, dat het niet tegen gezondheid en flinkheid schijnt te strijden om overdag, als we behoorlijk dik gekleed zijn en ons door lichaamsbeweging tegen afkoeling kunnen beschutten, de kachel eens lekker op te stoken. Maar 's nachts ,als we veel luchtiger gekleed zijn, zeer luchtig zelfs als er bij ongeluk eens een deken afglijdt,'s nachts, als we niet door beweging tegen afkoeling kunnen waken, als We niet er op kunnen letten, dat de ingeademde koude lucht door den neus inplaats van door den mond gaat, 's nachts moet het raam open en is een kachel een aanklacht wegens verwijfdheid". Rheumatisme, nierziekten, bronchitis, longont steking, asthma, verkoudheid, tuberculose om maar een paar voorbeelden te noemen, we Weten van de oorzaken waardoor zij ontstaan nog niet veel, maar zeker is, dat deze ziekten in vochtige, koude streken meer voorkomen dan in droge en warme. En mag ik nu eens vragen: kent gij een klimaat natter, vochtiger, kouder, dan het onze? U zegt misschien Noorwegen, Zweden. Ja, maar ik praat niet over de officieel opgenomen wintertemperatuur en overde vochtigheidstabellen, ik praat nu over de slaapkamers waar wij ca. 8 uur per dag vertoeven in luchtige kleeding. Een Skandinaviër, die ons land in den winter bezoekt, verklaart dat hij zulk een kleümerij nog nooit beleefd heeft. Een Skandinaviër doet n.l. wat schier elkeen in de geheele wereld doet, die zich in de koude te slapen legt: hij zorgt dat een be hoorlijk vuur aanwezig is. Dat doen de Skandinaviërs en de Russen, (die slapen soms boven op de kachel), dat deden de soldaten van Napoleon's leger, dat doen de Canadeezen in Jack London's TOCHTDEKENS - PLAIDS VOETZAKKEN - VACHTEN DEKENS boeken, dat deden reeds de Woudloopers uit de boeken van Aimard. Maar de Hollandsche man doet aan die verwijfdheid niet mee. Hij ontkleedt zich 's avonds in een ijskille koude kamer, schuift het raam open, kruipt tusschen twee kilvochtige lakens, vindt des morgens herhaaldelijk een aardig laagje dauw op zijn dekens liggen en verwondert zich dan nog als hij of zijn huisgenooten hoesten, niezen, en pijnlijk krakende gewrichten krijgen. Dan moppert hij en gevoelt zich verongelijkt, hij heeft zoo hygiënisch geleefd, wat moet die ziekte nu? Als uiterste concessie gaat er als het heel erg wordt 's avonds een warme kruik in bed, die tegen drie uur 's morgens steenkoud is en trouwens te voren reeds met een harden plof op den grond is gevallen. Over die kruik wordt overigens op de sociëteit niet gepraat, want dat is eigenlijk een schande, goed voor oude vrouwen, niet voor een flinken man. Als het heel erg Wordt en er geld voor is, gaat de Hollander naar het buitenland om van deze kwalen te genezen. Hij zoekt dan zeer terecht een klimaat uit waar het warm en zeer droog is en als hij dan weer thuis is, zet hij weer een pannetje met water op de kachel, uit angst dat in ons land, waar de schimmels weliger tieren dan iets anders, het in de kamer te droog zal worden. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE POL ROGER & Cie. Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem PRIJSVRAAG: WELK BOEK? Evenals in 1924 zal de Nederlandsche Uit geversbond, in samenwerking met de periodieke en de dagbladpers, aan het einde van dit jaar een prijsvraag uitschrijven voor het Boek van Uw voorkeur". Hieronder volgt een opgave van nieuw-verschenen Nederlandsche of in het Nederlandsch vertaalde werken. . C. SCHILLINGS. MET FLITSLICHT EN BUKS. Ing. ?4.50; geb. ?5.90. Tweede, omge werkte Druk. Vertaald door A. F. J. Portielje. Met ca. 150 platen. Voor liefhebbers der natuur als voor hen die van avonturen houden. LUIGI PIRANDELLO, LEVEND DOOD (WIJLEN MATTIA PASCAL). Italiaansche roman vertaald door E. A. Kculs-Schuur, ing. ?4.25, geb. ? 4.90. De lotgevallen van Mattia Pascal, die in weelde is grootgebracht, tegen zijn zin trouwt, deze vrouw al spoedig verlaat, wijl dit huwelijk voor hem tot een hel is geworden, daarna zoo volledig verdwijnt dat zijn doodsbericht in alle kranten staat en tenslotte toch weer in de maat schappij terugkeert. J. C. MOLLEMA, DE BERGGEEST VAN MENDANANG. Prijs ing. ? 2.90, geb. / 3.90. Een Indische roman met vtel tropische natuur beschrijvingen. MEVR. J. P. ZOOMERS?VERMEER. OP ROZEHOFJE. Prijs ing. ? 1.10, geb. / 1.75. Een vacant ie-verhaal voor kinderen. LAAT uwt CENTRALE VERWARMING EN BIJKOMENDE INSTALL ATI t S AANLEGGEN DOOR DEKON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT tN GE ZULT TEVREDEN ZIJN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl