De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 31 oktober pagina 4

31 oktober 1925 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ?No. 2525 EEN NOODZAKELIJK EENHEIDSFRONT door Dr. W. VAN RAVESTEYN l 3 jk ** ? De heer Tutein Nolthenius heeft in een vorig nummer van de Groene inderdaad frappante cijfers gegeven, cijfers om van te schrikken! Wij nemen nu maar direct aan, dat ze juist zijn, we hebben ze trouwens niet nagerekend. Dat hoeft ook niet. Het is inderdaad al erg genoeg, dat die arme timmerman uit het voorbeeld van Mr. Snuffelaar voor het onderwijs van zijn twee bloeden van kindertjes rond ?75.?aan Vader Staat betaalt, de ongelukkige medicus / 850, dus meer dan 10 maal zooveel, terwijl hij, bijna geheel uit arbeid, hoogstens ongeveer 5 maal zoo veel verdient als de voorbeeldige proletarië'r, terwijl de ideale nietsdoener, de abstractie uit het Leerboek der Staathuishoudkunde, de Rentenier-an-sich van zijn armzalige 25000 guldens per jaar bijna 10 pCt, zegge en schrijve 10 pCt. aan onderwijs alleen moet betalen. Wat, naar het schijnt boven en behalve dezen gruwel op zichzelf, den heer Tutein Nolthenius vooral in de berekeningen van dr. Van der Vaart Smit en Mr. Snuffelaar getroffen schijnt te hebben, is het feit, dat deze horripilante bedragen, zoowel bij den proletariër-timmerman, als bij den intellectueelen middenstander en den niet-bestaanden idealen kapitalist zoo om en bij de 40 pCt., circa twee vijfde deelen, uitmaken, van alles wat zij aan den grooten slokop Staat moeten dokken. Alsmede dat de sommen voor Onderwijs vele malen die der verdediging", d.w.z. wat in staatstaai de uitgaven voor Oorlog en Marine heet, over treffen. Er zijn in dit opzicht natuurlijk nog andere vergelijkingen te treffen. De heer Nolthenius had uit de door hem gebruikte cijfers waarschijnlijk ook kunnen naslaan, hoeveel meer de timmerman, de dokter en de rentenier, kortom de Nederlandsche belastingbetaler aan onderwijs betaalt dan bijv. aan wegen, kanalen, publieke werken in 't algemeen of om bijv. een uiterste te noemen, aan kunst met een groote K., waarvoor hij, gelijk bekend, hoog stens enkele centen per jaar gedwongen is te betalen. Maar wij hebben ons, de cijfers van den heer Nolthenius overdenkende en zijn betoog lezende, toch nog weer eens heel nuchtertjes de vraag gesteld: zijn deze cijfers nu zoo yreeselijk? Is het inderdaad zoo ten hemel schreiend, dat de ar beider als hij dan toch gedwongen wordt be lasting te betalen, iets wat, zooals men weet bij een inkomen zooals dat van dezen Amsterdamschen timmerman in Engeland niet gebeurt, ten minste niet in den vorm van inkomstenbelasting bijna twee vijfden van het heele bedrag, dat hij schuldig is, aan Onderwijs moet afdragen, veel meer dan aan Leger en Vloot. En is het zoo vreeselijk, dat de Ideale Kapitalist volgens den heer Noltenius non-existent bijna een tiende van zijn inkomen moet afstaan voor onderwijs-doeleinden: meer, veel meer, nemen wij aan, dan het onderwijs van zijn eigen twee kinder tjes eigenlijk kost, tenzij zetoevalligal student zijn, zoodat hij van dat tiende deel van zijn inkomen ook nog een deel der kosten van het onderwijs voor andere, minder bedeelde kinderen betaalt. Is dat alles op zichzelf zóó angstwekkend of ergerlijk? Het wil ons voorkomen, dat, nuchter beschouwd, dit niet zoo is. Hoe grooter deel, zou men zoo zeggen, van de belastingen in een staat aan onder wijs worden besteed, hoe beschaafder" die staat, al het overige gelijk genomen, toch eigenlijk zou mogen worden genoemd. En als men eens bedenkt, wat een, utopist, nu ja, maar dan toch ook een practische Engelschman met nuchteren kijk op alle dingen en een gewezen schoolmeester bovendien, als Wells, bijv. in zijn prachtige studie: the Salvaging of Civilisation, al zoo voor eischen stelt op onderwijsgebied en wat hij daar aan onkosten voor het onderwijs ons voorrekent, zooals hij het noodig acht voor het doel, de redding der beschaving" inderdaad, dan komen we tot de conclusie, dat het heusch hier toch nog zoo vreeselijk niet is met de onkosten van circa twee vijfden der belastingen voor den gemiddelden belastingbetaler. Doch waar wij bij den heer Nolthenius direct in het schuitje stappen, is waar hij verwijst naar Zwitserland, met zijn eenheidsschool, en dat die zooveel zuiniger is dan het systeem hier. En waar wij hem geheel bijvallen al zegt hij het niet, maar denkt hij het misschien alleen maar is, waar de kwestie wordt opgeworpen of het vele, vele, geld, dat het onderwijs hier kost, ook nuttig, zoo nuttig mogelijk, worden besteed. Ware dit zoo, wij zouden ons zelf en ons land gelukkig mogen prijzen en Nederland een brevet uitreiken van verdienste, omdat het zooveel meer aan onderwijs dan aan defensie besteedt. Dan helaas, er wordt hier wel veel voor onderwijs uitgegeven, maar de resultaten zijn in geen op zicht in overeenstemming met die hooge uitgaven. Wij nemen daarbij in 't geheel de kwestie van het nuttig effect van het onderwijs, vooral het gewone lager onderwijs aan de massa der volks kinderen niet in aanmerking. Wij vragen niet, waar dat onderwijs, zooals het op de gemiddelde openbare school, en aan een steeds grooter aantal kinderen ook op allerlei middelbare scholen wordt gegeven, in laatste instantie voor dient, al of niet ten behoeve van een bepaalden vorm van maatschappij. Wij vragen voor het moment niet of het onder wijs in 't algemeen niet op geheel andere grond slagen behoorde te worden opgetrokken, of bijv. de arbeid niet, van den aanvang af, een der grond slagen van alle onderwijs behoorde te zijn. Wij nemen eens voor een oogenblik aan, dat de huidige wijze waarop den kinderen van het zesde tot het twaalfde a dertiende jaar de grond slagen van verdere ontwikkeling en verder leven worden bijgebracht, de ideale is, degene althans die bij den huidigen stand der maatschappelijke ontwikkeling, der wetenschap en der techniek bereikbaar is. Een suppositie tusschen haakjes, die weinigen, eenigermate der zake kundig, zullen onderschrijven. Maar zelfs wanneer wij dit alles voor een oogen blik aannemen, subsidiair blauw blauw laten, dan nog weten wij, dat er hier millioenen en millioenen maar hoeveel millioenen weet niemand worden weggesmeten, waar de volksontwikke ling niets aan heeft. En zou het nu, indien men dan toch behoefte heeft om gelijk zoovelen, die het uitsluitend uit reactionnaire, puur terugwerkende beweeg redenen doen, dus omdat zij vinden, dat het volk", het canaille, zooals men het eigenlijk nog altijd in zijn binnenste noemt, al veel te veel kennis en schoolsche geleerdheid opdoet, die het niet behoeft en waar het niets aan heeft dan last en ongemak méte blazen in het orkest van de onderwijs-bezuinigers, die als maar op de hooge cijfers van Onderwijs en van Arbeid wijzen, Fafner en Fasolt, zooals de bekende heer Elout ze betiteld heeft, zou het dan niet de hoogste tijd worden om nu eindelijk eens klaar en duidelijk uit te spreken, dat er maar n werkelijk ergerlijke en ten hemel schreiende oorzaak van verkwisting op onderwijsgebied in dit land bestaat? En dat het de hoogste tijd wordt om tegen die bron van verkwisting een eenheidsfront" te pogen tot stand brengen, zooals het woord luidt, dat in de arbeidersbeweging van thans zulk een rol speelt. De bron van verkwisting is,?? behoeft het nog gezegd te worden? het feit, dat wij hier niet hebben de eenheidsschooi, zoowel voor het lager, het middelbaar als het hooger Onderwijs, maar dat de politieke ontwikkeling over de geheele linie het beginsel heeft doen zegevieren, dat clericaal, confessioneel, kerkelijk getint, kortom dogmatisch en onwetenschappelijk onderwijs even veel rechten" heeft als hetgeen men in Frankrijk l'école laïque noemt. De triomf van dat beginsel is het geweest, die het onderwijs hier te lande, inzonderheid het lager, maar in toenemende mate ook het middelbare en hoogere, duur heeft gemaakt en blijft maken, duurder dan noodig zou zijn geweest voor de te bereiken en bereikbare onderwijsresultaten. En die verder de strekking heeft om het hoe langer hoe slechter in plaats van hoe langer hoe beter te maken. Want de afstand tusschen wat de kerken, de dominees, de bedienaren der verschillende deno minaties in 't algemeen, als criterium voor goed, behoorlijk en voldoend onderwijs stellen en de eischen van het zuiver-paedagogische, zuiver weten schappelijke, rationeele ideaal wordt hoe langer hoe grooter. De orthodoxie de protestantsche zoo goed als de Roomsche wordt militanter en veeleischender, in plaats van omgekeerd. Nederland heeft zich de luxe gepermitteerd te lachen om het apenproccs in een Noord-Amerikaansch stadje, waar een bekend staatsman", eeuwig candidaat voor het presidentschap der grootste en sterkste kapitalistische republiek der wereld, kwam uitbazuinen, dat hij in den zond vloed, de Arke Noachs en dergelijke geloofde. Maar hebben wij ik wil niet zeggen den moed, want er is geen moed voor noodig maar den durf om luide uit te spreken en van de daken te schreeuwen, dat het hier geen haar minder zot is en dat onze Christelijk gereformeerde en andere staatslieden, die serieus over de slang in een zekere mythe van lang uitgestorven volksstammen redeneeren, in geen enkel opzicht iets anders zijn dan een Bryan in de Ver. Staten van N. Amerika was? De coalitie, die ons regeert, heeft pas een bios coop-wet aangenomen, waarover in hetzelfde nummer van de Groene een hartig woordje is gezegd door den medewerker die regelmatig over bioscoop-kunst schrijft. E. J. VAN SCHAICK MAKELAAR Korte Jansstraat 25b" - Utrecht WONINGBUREAU ASSURANTIES TELEFOON 125 Maar zijn wij er diep van doordrongen, dat dit wetgevingsmonstertje meer belachelijk dan schadelijk overigens een product is van de gelijkstelling", de pacificatie, waar alle toen in de Kamer vertegenwoordigde partijen, de S.D.A.P. en de radicalen niet 't minst, in 1917 bij de grondwetsherziening hun zegel aan hebben gehecht? Zien allen, die tegenstanders zijn zoowel van deze bioscoop-wet als van heel een reeks van wet gevingsproducten, die ons nog te wachten staan, duidelijk in, dat de wacht van zulke 17e eeuwsche Voetianen als een dominus Kersten, een dominus Lin'gbeek en hoe ze verder mogen heeten, die gees telijk de coalitie domineeren en daarmee ons land regeeren, alleen en uitsluitend te danken is aan het feit, dat Links in 1917 de Pacificatie heeft geslikt, en als men ietwat dieper in de geschiedenis teruggaat, aan het feit dat de S.D.A.P. reeds in 1902 den schoolstrijd heeft opgegeven? Zonder de passieve houding der arbeiders beweging zouden wij in dit land nimmer een re vival" van de macht der dominees hebben gezien, die Vondel reeds moest bestrijden. En hoeveel belachelijker is het, dat door de schuld der meer derheid van de bevolking en van alle ontwikkelden, door passiviteit en toegeeflijkheid, deze zelfde heeren theologen, die door de regenten in de 17e eeuw zoo fraai in toom werden gehouden, nu in het begin der 20ste koning kraaien ! La Vin Blanc de KRESSMANN-BORDEAUX GRAVES MONOPOLE DRY Agente: Comptoir des Pays-Bas at de Paris, La Haye IN EN OM GRONINGEN Het is niet onze gewoonte plaatselijke gidsen te bespreken; bevordering van vreemdelingen verkeer ligt niet op onzen weg. Wanneer wij niettemin spreken van den Gids voor Groningen en omstreken, die ons ter beoordeeling werd toegezonden, dan is dat, omdat dit boek ver uitgaat boven het peil van dergelijke handlei dingen. Het is geredigeerd door Mr. R. van Royen met medewerking van de beste kenners van Groningen's verleden en heden, wier namen, te veel om ze hier op te noemen, op het titelblad zijn vermeld. En wat het opmerkelijkste is, de eenheid der bewerking wordt geen oogenblik verbroken. Deze gids spreekt niet alleen uit de volledigheid van ernstige studie en uitgebreide kennis, maar ook uit de volheid van zijn liefde voor het oude Stad en Lande. Met dezen gids kan men niet alleen veilig, maar ook aangenaam op stap gaan. Dat de bijzonderheden geheel upto date zijn bijgehouden, spreekt van zelf; zoo kan men hier zeer goede beschrijvingen vinden van de befaamde muurschilderingen in de Martinikerk, die eenige jaren geleden werden ontdekt en blootgelegd. Twee kaarten brengen duidelijke orienteering. Een groot aantal foto's lichten den tekst toe. Bovendien teekenden leerlingen der afdeeling kunstnijverheid van de middelbare tech nische school onder leiding van den heer A. W. Kort een aantal, zwarte plaatjes, die bijzonder goed de stemming van gebouwen, plaatsen en ook momenten weergeven, maar waarbij men de foto's voor bijzonderheden toch niet kan missen. Een smakelijk uitgevoerd, leerzaam en ook aardig boek, deze Gids voor Groningen. H. B R u o M A N s VANNELLtSVARINAS GOUDZEGEL 5O ets. per Pakje. l Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele GOEDE SIGAREN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl