De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 31 oktober pagina 5

31 oktober 1925 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2525 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE COMMUNISTISCHE PARTIJ HOLLAND Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Jordaan TjA MENEER DA'S ALLES WAT ER VAN OVER IS MEKAAR OPGEVRETEN!' TELEPATHIE EN HELDER ZIENDHEID? door Dr. ADOLPH F. MEIJER Van oudsher heeft de mensch er naar verlangd meer te kunnen waarnemen dan zijne zintuigen hem toestonden. Hij verlangde er naar te kunnen waarnemen wat op grooten afstand gebeurde, directe tijding te kunnen krijgen van verre vrienden en van dreigende gevaren; bovenal wenschte hij in de toekomst te kunnen schouwen. Daarom is het geloof altijd zeer verbreid ge weest dat enkele bevoorrechten tot zulke supranormale waarnemingen in staat zouden zijn. Ter verklaring werd vroeger gewoonlijk de tusschenkomst van bovennatuurlijke wezens aangenomen. Ook in onze dagen trekken deze onderwerpen nog veler aandacht. En begrijpelijkerwijze worden daaromtrent meer of minder wetenschappelijke onderzoekingen gedaan, die reeds eene zeer om vangrijke litteratuur deden ontstaan. Een uitstekend kritisch overzicht van die litte ratuur vindt men in een der boeken, die onder den verzamelnaam Der Okkultismus in Urkunden" door Prof. Max Dessoir worden uitgegeven en bij het bekende Ullstein-Verlag in Berlijn verschijnen. Het bedoelde boek voert den titel Die intellektuellen Phaenomene" en is geschreven door Dr. R. Baerwald. De schrijver heeft voor dit werk, dat een stevig boekdeel vormt van bijna 400 blad zijden, eene keuze gedaan uit de omvangrijke litteratuur, waarbij hij er naar streef de over de ver schillende onderwerpen het belangrijkste materiaal aan zij ne lezers voor te leggen. Hij genoot daar bij de voorlichting van Prof. Dessoir, die reeds tientallen van jaren zijne bijzondere aandacht aan dit onderwerp schenkt en wiens bibliotheek ongeveer alles bevat wat daarop betrekking heeft. Hij begint met de opmerking, dat eene weten schappelijke studie van de onderhavige onder werpen eerst mogelijk is gemaakt door het inzicht dat gedurende de laatste halve eeuw verkregen is in de eigenschappen van ons onderbewustzijn. Zoolang men daaromtrent niets wist, lag het voor de hand dat men ter verklaring zijn toevlucht nam tot geesten en daemonen. Maar de studie der hypnotische verschijnselen leerde ons hoe allerlei schijnbaar zelfstandige intelligenties kunnen ge vormd worden uit ons onderbewustzijn. Ze leerde ons verder hoe daar, schijnbaar vergeten, indruk ken zorgvuldig bewaard worden en in bijzondere omstandigheden daaruit kunnen opduiken, bijv. in trance-toestand. En het is vooral de psycho analyse, die ons geleerd heeft dat niet alleen her inneringen in ons onderbewustzijn worden bewaard, maar dat daar ook verlangens en strevingen leven dig en werkzaam zijn, waarvan het bewustzijn niets weet en die vaak in lijnrechten strijd zijn met bewuste strevingen. Deze eigenaardigheden van ons onderbewustzijn moet men steeds in het oog houden bij de beoordeeling van schijnbaar supranormale praestaties. Hij behandelt dan eerst de telepathie, waaronder hij verstaat het kennisnemen door een menschelijken geest van voorstellingen, die in een anderen menschelijken geest bestaan, zonder gebruik te maken van de zintuigen. Aan de veelvuldig ge nomen proeven met gedachten-overdracht op betrekkelijk korten afstand hecht hij weinig waar de, want daarbij worden steeds door den zender onwillekeurige bewegingen gemaakt, vaak zelfs gefluisterd. Meer waarde kent hij toe aan de proe ven omtrent gedachtenoverdracht op grooten afstand en vooral aan de spontane telepathie. Uitvoerig bespreekt hij de moeielijkheden, die zich voordoen bij de waardeering van wat daar omtrent vermeld wordt. Maar toch heeft hij daar door de overtuiging verkregen, dat er inderdaad telepathie bestaat; daarbij werkt dan, volgens hem, speciaal het onderbewustzijn van den eenen persoon op dat van den anderen. Vervolgens bespreekt hij de helderziendheid, waaronder hij verstaat het beweerde verkrijgen van kennis, zonder behulp der zintuigen en zunder telepathisch uit een anderen menschelijken geest te putten. Hiertoe behoort bijv. de, tegenwoordig zoo in zwang zijnde, psychometrie, waarbij een sensitieve door aanraking van voorwerpen bcfuli Liana bonbons ?zachte chocofade metaebpande nougat weert kennis te verkrijgen omtrent eigenschappen of lotgevallen van de bezitters dier voorwerpen. Ook kan men hiertoe rekenen het doen van voor spellingen. De schrijver wijst er op hoe men bij de beoor deeling van alles wat hieromtrent wordt mede gedeeld in de eerste plaats altijd bedacht moet zijn op de algemeene onnauwkeurigheid van berichten; de betrouwbaarheid van onze herinneringen is altijd gering en vooral als het buitengewone voor vallen betreft. In de tweede plaats moet men ter dege rekening houden met de gewone" eigen schappen van onzen geest, met handig raden, combinatievermogen, enz. En ook moet men niet vergeten dat door enkele onderzoekers bij sommige sensitieven eene buitengewone gevoeligheid van enkele zintuigen is geconstateerd. In de weinige gevallen waarin, naar de meening van den schrijver, deze bekende verklaringsmogelijkheden te kort schieten, kan het aannemen van telepathie eene voldoende verklaring geven. Dr. Baerwald vindt het dus niet noodig het bestaan van bijzondere occulte of metapsychische krachten aan te nemen. Want telepathie zou hij niet metapsychisch willen noemen, doch die een voudig willen rekenen tot de eigenschappen van ons onderbewustzijn, waarvan we reeds zoo vele wonderlijke eigenschappen hebben leeren kennen. Nog minder vindt hij dan ook eenige aanleiding om den invloed van geesten van afgestorvenen aan te nemen, zooals de spiritisten doen. Zelfs eene nauwgezette studie van de nieuwste en be langrijkste spiritistische publcaties kon hem daartoe niet bewegen. Aan het einde van zijn boek wijdt hij o.a. uitvoerige beschouwingen aan de Raymond-berichten van Sir Oliver Lodge en aan de, in Engeland thans zoo ijverig beoefende, Cross-correspondence. Maar hij acht daardoor volstrekt niet bewezen dat inderdaad geesten van afgestorvenen hebben ingegrepen. Al heeft ook de lezing van dit werk mij niet kunnen overtuigen van het bestaan van telepathie, toch deed het mij veel genoegen van zoo bevoegde zijde een kritiek op de zoogenaamde metapsychi sche verschijnselen te vernemen, die ze terug voert tot de eigenschappen van ons onderbewust zijn. Want dit strookt geheel met de meening, die ik daaromtrent al meermalen heb uitgesproken. Of het noodig zal zijn in onzen geest eene afzonder lijke telepathische functie aan te nemen, zal verder onderzoek wel uitmaken; voorloopig acht ik dat niet waarschijnlijk. Maar in elk geval behoeven we ons, naar mijne meening, niet te behelpen met het aannemen van onbegrijpelijke metapsychische krachten, doch zal de studie van den menschelijken geest ons het gewenschte licht brengen. ? N.V. KUNSTZALEN DE SIRKEL" Laan v. Meerdervoort 53 D DEN HAAG TEL. 36518 Tentoonstelling van Schilderijen door R. KIMPE van 24 October tot en met 7 November Kunstboekhandel Kunstnijverheid

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl