De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 7 november pagina 19

7 november 1925 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

UD UKUCIND ArtlölCKUAmfflCK, WE.c,l\ÖLAU VUUK MACHINEFABRIEK GEBR. STORK & CO. door PAUL SABEL Bevredigende verbetering in de bedrijfs resultaten, die kans heeft voort te duren. De bekende machinefabriek van Gebrs. Stork en Co. te Hengelo is een der aanzienlijkste industriëele ondernemingen hier te lande en de door haar be haalde resultaten kunnen worden beschouwd als een maatstaf ter beoordeeling van den toestand der zware metaalnijverheid in ons land. Aldus be schouwd kan het tot groote genoegdoening strekken, dat de vennootschap door de in het op 30 Juni j.l. geëindigde boekjaar verkregen resul taten in staat is gesteld het dividend op haar aandeelenkapitaal, dat het vorige jaar gepasseerd moest worden, te hervatten. Bovendien kon op ruime schaal Worden afgeschreven en gereserveerd, zoodat de financiëele positie der vennootschap een verdere versterking onderging. Zooals bekend is, wordt de onderneming van Gebr. Stork sedert November 1919 gedreven in den vorm van een naamlooze vennootschap, nadat zij sedert Juli 1909 hare zaken als commanditaire vennootschap had uitgeoefend. Voor hare export zaken werd de N.V. Agentschap van Gebr. Stork en Co. voor Machinehandel opgericht, van Welke vennootschap de in hoofde dezes genoemde N.V. alle aandeelen bezit; voorts heeft zij ook de groote meerderheid der aandeelen in de N.V. Gebr. Stork en Co's Fabriek van Hijschwerktuigen te Hengelo en van de Werf Conrad" te Haarlem. Verder is zij nog in meerdere of mindere mate betrokken bij verschillende andere ondernemingen op gebied van metaalnijverheid en handel. Het geplaatste kapitaal der N.V. bedraagt / 12.000.000, geheel volgestort, terwijl de reserve thans tot ruim / 1.547.000 is gestegen. Daarbij bezit zij nog verschillende bestemmingsreserves ten beloope van ruim ?200.000. De goede ver standhouding, waarin de vennootschap staat tot de Internationale Crediet- en Handelsvereeniging Rotterdam" blijkt uit het feit, dat deze in 1920 hare tusschenkomst heeft verleend bij de plaatsing van / 2.000.000 aandeelen der Machinefabriek Gebr. Stork in Indië. Aanvankelijk stonden 150 oprichtersbewijzen uit, doch deze Werden in 1920 alle teruggekocht, in verband waarmede het kapitaal met /1.000.000 vermeerderde. De dividenden, die door de commanditaire vennootschap werden uitgekeerd, wisselden tusschen 6£ pCt. en 9 pCt, terwijl door de naamlooze vennootschap sedert hare oprichting in 1919 thans achtereenvolgens de volgende dividenden konden gedeclareerd worden: 11 pCt., 11 pCt, 7 pCt., 5 pCt., nihil en 6 pCt. Hieruit blijkt reeds dadelijk dat de jaren van hoogconjuntuur, onmiddellijk vol gende op den oorlog, niet hebben nagelaten ook de financiëele resultaten der vennootschap gunstig te beinvloeden, terwijl de vennootschap evenmin is gespaard gebleven voor de ongunstige gevolgen der malaise, die daarna is ingetreden. Waar de bedrijfswinst over 1924/25 ongeveer een half millioen grooter was dan die over het voorafgaande boekjaar, kan dit met verblijding worden begroet als een hoopvol teeken, dat de malaise gaandeweg wordt overwonnen en dat men voor de toekomst onzer industrie niet meer zoo beducht behoeft te zijn als eenigen tijd geleden het geval was. Het inwerkingtreden der verhoogde invoerrechten zal er zeker toe kunnen medewerken, dat ook de metaalnijverheid haar omzet zal zien vermeerderen, Waarvan een daling van den kostprijs mag worden verwacht, die aan de financiëele resultaten der fabrieken ten goede kan komen. Reeds in het afgeloopen boekjaar waren de fabrieken gedurende een groot deel van het jaar volop bezet met werk. In verband daarmede steeg het aan de machinefabriek verbonden personeel van 2130 tot 2193, terwijl ook het aantal personeel, dat aan de fabriek van hijschwerktuigen verbonden is, een lichte toename onderging tot 227. Zooals reeds eerder vermeld is, steeg de bedrijfs winst in het afgeloopen boekjaar met een half millioen tot ?1.802.000, waarvan ?502.000 voor afschrijvingen in mindering komt of ? 55.000 meer dan in 1923/24, zoodat een netto-winst resteerde van ?1.300.000 tegen het vorige jaar / 856.000. Een groot deel van deze winst komt aan het perse» neel ten goede en wel in verschillende vormen» Zoo ontvangen de werklieden allereerst z.gt overstukgeld", dat het vorige jaar opliep tot ? 246.000. Voor onderwijsdoeleinden en ten bate van verschillende instellingen werd door de ven nootschap ruim ? 200.000 uit de Winst aangewend, terwijl hare stortingen in diverse fondsen boven en behalve de wettelijk verplichte sten-tingen voor ongevallen- en invalidi teitsverzekering circa ? 120.000 beliepen. In totaal werd aldus ruim ?567.000 in het belang van het personeel aangewend. Brengt men ook nog een nader te noemen bedrag van ruim ? 290.000 dat voor licentiegelden, rentezegelsenz. terzijde gesteld werd, in mindering van het Winstcijfer, dan is meer dan de helft der winst van het afgeloopen boekjaar in het belang van het personeel aan gewend, zoodat althans niet kan worden gezegd, dat het bestuur der vennootschap geen open oog heeft voorde nooden en behoeften van zijn onder geschikten. Onder de gelukkig niet zoo zeldzame industriëele ondernemingen hier te lande, waar met de stoffelijke en geestelijke belangen van het personeel ruimschoots rekening wordt gehouden, nemenj'^de fabrieken van Stork dan ook een vooraanstaande plaats in. In het nieuwe boekjaar is met een van de licentiegevers der Vennootschap een over eenkomst aangegaan,Waardoor een bedrag, dat vroeger succes sievelijk moest Worden betaald, thans ineens verschuldigd Werd. Verder is verandering gebracht in de gewoonte der vennootschap om de uitgaven voor rentezegels en vaste bij dragen voor de vereeniging van het personeel slechts n maal per jaar- en wel op 31 December te boeken, waardoor de uitgaven voor de eerste helft van het kalenderjaar verscho ven werden naar een volgend boekjaar(in verband met heteinde van het boekjaar op 30 Juni), hetgeen terecht minder juist werd'geacht. Voor deze aangelegenheden werd in totaal een som van ruim ? 290.000 vereischt/die ten laste van de winst over het afgeloopen boekjaar is gebracht. De vennootschap werd hiertoe zonder moeite in staat gesteld, aangezien het geheele winstsaldo ad ruim / 370.000 over 1923/24 op nieuwe rekening isovergebrachtendtisaande resultaten van 1924/25 ten goede kwam, uit Welk bedrag de genoemde som van ?290.000 gemakkelijk kon worden be streden. Het restant stelde in staat tot uitkeering van ecu dividend van 6 pCt. aan aandeelhouders. De vaste goederen, machines enz., voor Welker aanschaffing ruim ? 11 millioen is betaald, staan na de plaats gehad hebbende afschrijvingen thans voor nog niet de helft op de balans. De deelneming in andere ondernemingen vertegenwoordigt een bedrag van bijna ? 4 millioen, terwijl de op 30 Juni 1925 aanwezige goederenvoorraden (zijnde onder handen Werken, onverkochte fabrikaten en grond stoffen) circa /4J millioen beloopen. Hierbij valt op te merken, dat op de onverkochte fabrikaten in voorraad een zoodanig bedrag is afgeschreven, dat deze vermoedelijk zonder verlies kunnen worden van de hand gedaan. Voor den magazijn voorraad van grondstoffen en andere voorraden zijn de laagste bij het opmaken der balans bekende prijzen aangenomen. In overeenstemming met den indruk van degelijk en conservatief beheer, dien men uit de geheele gestie der bestuurderen ontvangt, is ook de tirade, die in het verslag aan de vooruitzichten voor het loopende boekjaar wordt gewijd. Daaromtrent Wordt n.l. gezegd, dat alleen indien de fabriek het geheele jaar door op volle capaciteit kan werken en de prijzen niet nog lager worden dan zij nu zijn en indien geen onvoorziene tegenspoed de vennootschap treft, er kans bestaat, dat de in komsten van dit jaar weder tot uitkeering van een redelijk dividend in staat zullen stellen. Bij de beoordeeling van den toestand der machine-industrie in ons land in het algemeen mag het een verblijdend teeken worden genoemd, dat een zoodanige verbetering is ingetreden, dat bij handhaving van een conservatieve afschrijvingspolitiek en bij ruime dotatie aan personeelfondsen deze vennootschap de dividendbetaling heeft kunnen hervatten. DIERSTUDIE: OORUIL Teekening voor de Groene Amsterdammer" door H. Verstljnen Ja, broeders, elke film isjslecht, Want: hebt gij'nooit gehoord, Dat onze Catechismus zegt: Verkondigt Godes woord?" HET KAMERLID SPREEKT: In' 't 'stomme beeld, zoo'als 'gij ziet, Schuilt^zonde, schuld'en'straf, En elke rolprent, mooi of niet, Komt zóó van Satan af! CIIAK. <3evuldmet vloeibare poom NIEUWE DRUKKEN Dr. O. W. Tiio.Mé, Leerboek der Dierkunde. Deel II. Gewervelde dieren. Zesde druk. Groningen, P. Noordhoff. Vlakke meetkunde, door P. WIJDENES en Dr. D. DE LANGE. Tweede deel. Zesde druk. Groningen, P. Noordhoff. Beknopte Nederlandsclie spraakkunst, door Dr. K. HOLTVAST. Vijftiende druk. Groningen, P. Noordhoff. Taaloefeningen voor Gymnasiaal, Middelbaar en voortgezet lager onderwijs, door G. LEFFERSTRA Vijftiende, verbeterde druk. Groningen, P. Noord hoff. Kern van de algebra, door H. WISSEUNK. Tiende druk, door P. Wijdenes. Groningen, P. Noordhoff. Lagere Algebra, door Algebraïsche grootheden Tweede druk. Groningen, P. WIJDENES. Deel I. en hare bewerkingen. P. Noordhoff. TUYNENBURG MUYS SCHILDEPS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl