De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 7 november pagina 7

7 november 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2526 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PEEK& CLOPPENBURG N.V. PAERELS' MaublIeering-MIJ. AMSTERDAM QOMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokln 128 - Tal. 44541 f Heeft u reeds gelezen de bui tengewoon boeiende romanAvan G. H. PRIEM DE DOODE Prijs gebonden in geïllustreerd omslag van Is. VAN MENS f 1.50 Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF Amsterdam. postw-bij RIËNTS Zelfond. 95 Cent fr. ^ ^ , ^-^ BALT- Den HaagIn den Boekh. en na ...* ***~\.L*^t**>» Daguerrestraat 28. OEO£UJKE OPLEIDING, mond. on aohrlft. man bovanmtaand adfoa DE VERJONGINGSKUUR. Snap jij dat nou? Vroeger stond hij krom van de rheumatiek, en nou dat-ie Togal-tabletten gebruikt springt-ie haasje-over met de jongens." CARLINA door Dr. J A. c P. T H i j s s E Ze staan nu in een koperen bakje op een eiken houten tafel en doen het opperbest. Ik heb een flauw vermoeden, dat n van de bloemen zal gaan pluizen", maar zie dat met gelatenheid aankomen en hoop er bij te zijn, als er beweging in begint te komen. De pluizen van dezen distel toch zijn zoo mooi en groot, dat zelfseen verstokte Broek-in-Waterlandsche er vrede mee kan hebben, Wanneer er eenige rondzweven door haar pronksalon of wiegelen op den schoorsteenmantel. We hebben natuurlijk allemaal wel eens de narigheid ondervonden van lischdodden, die gingen pluizen en niet alleen het vertrek vervulden met hun vlokkig stof, maar zelf er ook spoedig zoo slordig bijstonden, dat ze alleen genade kunnen vinden bij hen, die ze in denzelfden toestand heeft aan getroffen buiten in de plassen bij Maartschen bollen wind, als de rietgors weer zijn liedje stamelt. Onze Carlina's echter kun je rustig laten uit pluizen, want al dien tijd houden ze toch nog hun zilverwitte omwindselblaadjes gaaf en heel en Wanneer al de vruchten weggevlogen zijn, dan laten ze op den bloembodem litteekens achter in prachtige gebogen lijnen gerangschikt, reeksen, die bij den goed ingelichten Hoogeren Burger den naam van Fibonacci op de lippen brengen en hij prevelt vergenoegd: 13, 21, 34, 55, 89 enz." Het zelfde genoegen smaakt hij bij het aanschouwen van een goed gedijde zonnebloem. Telkens als Wij uit Zwitserland komen, brengen we Carlina's mee en die houden het dan in dat koperen bakje weer uit tot de volgende reis. Eigen lijk is het in het geheel niet noodig, om ze zoover mee te sjouwen, Want We kunnen ze hier opper best kweeken in onzen eigen tuin. De jongste prijs courant van mijn gewone kweekerij biedt ze mij aan voor veertig cent per stuk en ik denk er eens een paar gulden aan te wagen, om ze te zetten op een zonnig vet plekje in mijn tuin. De vetheid kost natuurlijk ook alweer geld, tenminste bij ons in de duinen. Toen het zoover Was, dat We onze koffers moes ten pakken, kwam het er op aan om de Carlina's te gaan zoeken en dat moest gebeuren tusschen twee regenbuien in, want we waren in een overigens zeer recommandabel zijdalletje van het Entlebuch en dat is nog al een nattig gewest. Nu Wist ik precies waar veel Carlina's stonden en We stapten daar welgemoed heen, maar in 't eerst hadden We toch moeite, om ze te ontdekken. In de vochtig heid buigt namelijk alles Wat aan deze plant buigen kan binnenwaarts. De glanzig Witte omwindsel blaadjes vormen een dichtgesloten kegelvormig dak over de bloem heen. Meteen, zien we, dat;ze aan hun buitenzijde een mooie bruine middenstreep hebben.''Btüterf die zilverwitte omwindsel blaadjes liggen sterk ingesneden stekelige blaadjes, die in vochtige lucht ook binnenwaarts gaan buigen en de groene stengelbladeren doen ook al mee. Deze Carlina heet wel de stengellooze" (Carlina acaulis) maar een beetje stengel heeft hij altijd en wij hebben Wel planten gevonden met stengels van drie tot vier decimeter lang. Met kil, regenachtig weer krijg je dus van deze planten niet veel te zien. De bloempjes zelf blijven dan lekkertjes Warm. Als je een thermometer door het beschuttend dek naar binnen brengt, blijkt de temperatuur aan de oppervlakte van de bloem DE ZILVERDISTEL, CARLINA'ACAULIS Wel een graad of zes hooger dan die van de om geving. Als de-zon doorkomt, dan gaan de bloemen weer wijd open en dan stralen overal de zilveren sterren. De Carlina toch komt zeer veel voor, veel meer dan den Zwitserschen boer lief is en hun koeien, die anders voor geen klein geruchtje ver vaard zijn, laten ze in den regel stilletjes staan.De Zwitsersche boer en zijn koe scheren de natuur ter dege. In ons dalletje lieten ze geen plekje onge moeid en zelfs in het weinige bosch, dat op de begaanbare hellingen nog geduld Werd, bereikten de zeis en de koeientong nog alles wat eetbaar was. Alleen de ontoegankelijke afgrond n hadden een ongestoorden" woudgroei, voor zoover de geiten dat gedoogden. Je kreeg daar wel den indruk dat . -- \ ? . . t het met 't menschdom op zijn eind loopt en dat de laatste bruikbare stukjes van onze aarde aan gepakt moeten worden, om ons voor verhongeren te behoeden. Misschien echter was het met de organisatie daar nog niet zoo heel perfect in orde en begrepen de boeren er hun eigen belang niets. Intusschen was het wel vervelend, om op heel mooie parkachtige plekken in het nog begaanbare bosch soms niet anders aan te treffen dan hoefindruksels vol modder, koeienvla, rotsblokken en dan nog wat Carlina's. Ja, ook nog ronde heide buitjes, leerzame voorbeelden van evenwichtstoestand tusschen vraat en groei. Het Was op zoo'n plek dat we op een zonnigen middag de Carlina's op hun mooist zagen, bij honderden, en groepen van tien of twaalf bij elkaar aan een enkele plant. Sommige bloemen waren wel zoo groot als mijn hand (minus de vingers), maar ik slaagde er niet in, om er te vinden zoo groot als Hermann Muller ze aantrof bij Bergün. Hij vermeldt er, die niet minder dan tachtig van die zilverwitte blaadjes hadden in hun omwindsei en bij de vierhonderd bloempjes in elk korfje. Ik bracht het maar tot 72. De bloemen werden druk bezocht door allerlei hommels, zoowel korttongen als langtongen en ook door de aardige bruin met roode vlindertjes, die zoo graag op je bezweete handen komen zitten, Erebia heeten ze. Al die dieren hebben daar een goed leven en kunnen zich in korten tijd zat zuigen aan de honig uit de kleine vijfpuntige bloempjes. Dat ging allemaal precies zoo, als bij de gewone kleine Carlina van onze duinen. De witte om windselblaadjes beschouwen wc als een lokrniddel voor de insecten, maar, net als bij onze kleine Carlina, ze spreiden zich al uit een dag voordat de eigenlijke bloempjes open gaan en stuifmeel en honig aan hun bezoekers kunnen geven. In het eerst komen de bezoekers dus bedrogen uit. Ik heb er eens op gelet of deze wel neerstrijken op zulk een nog niet bruikbare bloem. Dat gebeurt niet vaak, ze vliegen er over heen en ik vermoed, dat ze, om definitief neer te strijken ook nog eerst de paarse meeldradcn en donkere openingetjes van geopende bloemen moeten zien. Een aardig ding, om op te letten, als ik 't volgend jaar een heel plakaat van die Carlina's in mijn tuin heb. Dan ga ik ook probeeren, om ze te eten, want ik weet uit zeer betrouwbare en aangename bron, dat ze eetbaar zijn, en wel van niemand minder dan den vriend en vreugde van alle plantkundigen in de Oude en Nieuwe Wereld, professor Carl Schröter uit Zürich. In een noot op blz. 393 van zijn prach tig [boek ,,Das Pflanzenleben der Alpen" staat het te lezen: Die Pflanze heisst wegen dieses Leckerbissens auch Artischöckli" ferner Alpechas", Maadapfel". In Salzwasser gekocht und mit einer Satice angerichtet, schmecken die Blütenböden wie die. besten Artischocken ! Probatum est!" Ik hoor het hem zeggen. VANNELLCSVARINAS GOUDZEGEL 5O ets. per Pakje. &,,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl