De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 7 november pagina 9

7 november 1925 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2526 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE HOED IN DE WINTERMAANDEN Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Hermine IJzerdraat MANNEN OVER VROUWEN C. P. VAN ASPEREN VAN DE VELDE Heeft de lezer wel eens het gebouw van Ons Huis" in de Rozenstraat bezocht, des avonds, als het werk in volle actie is? Dan is het als een bijen korf vol leven en beweging. Alle clubkamers en cursus- en voordrachtzalen in gebruik, licht op alle gangen en portalen. Veldbloemen overal, zoolang er voor vlijtige handjes in het veld bloemen zijn te vinden. Een prettig geroezemoes van stem men als er een deur van een clubkamer opengaat. Dat is het terrein van Juffrouw van Asperen, nu reeds 23 jaren lang, sedert zij de eerste direc teuren, Tours en Bos, als secretaresse ter zijde stond, en later opvolgde als directrice van de in 1891 door den heer P. W. Janssen in het leven ge roepen vereeniging. In 1891 hoe kort is dat nog geleden, en hoe veel is er sedert dien tijd op sociaal gebied ver anderd. Arnold Toynbee was toen reeds gestorven, maar Toynbee Hall was pas in ost-Londen gesticht, waar studenten uit Oxford en Cambridge hunne vacanties kwamen doorbrengen met het doel, de kennis, die zij mochten verwerven, dienstbaar te maken aan de geestelijke ontwikkeling hunner minder begunstigde medemenschen. In 1890 had te Chicago Jane Addams het later zoo bekende en uitgebreide Huil House betrokken, het eerste Amerikaansche settlement", toen een voormalig deftig huis in Halsted Street, om in die straat van dertig mijlen lengte te midden der veel talige immigranten-bevolking te gaan leven, om de nooden en behoeften dier verwaarloosde menschen uit eigen ervaring te leeren kennen, en al de kracht en liefde van haar jonge vrouwenhart te geven aan de verheffing van hare buren. Het waren de eerste jaren van het Sociaal Week blad, van de werkzaamheid van Kerdijk en Helene Mercier. Kerdijk schreef bij de opening in 1892 van Ons Huis in de Rozenstraat: Hier zal gearbeid worden in den geest van welks veldwinning voor een goed deel afhangt de toe komst der maatschappij. Ten zegen van velen kan worden het geestelijk voedsel, hetwelk den daar naar hunkerenden zal worden aangeboden, maar grooter zegen nog kan zijn in de toenadering tusschen de standen, die gepredikt zal worden met hetgeen tienmaal meer invloed heeft dan de fraaiste woorden, omdat zij gepredikt wordt met de daad". NIETS ZIEN HALF ZIEN SCHEEL ZIEN GOED ZIEN Sedert is het maatschappelijk aspect wel wat anders geworden, maar nog steeds is de samenwer king van menschen uit verschillende kringen voor mejuffrouw van Asperen en hare medewerkers eene aantrekkelijke zijde van hunnen arbeid en zij gelooven, dat ook in de toekomst daarvan nog veel mag worden verwacht. Men heeft aanvankelijk eenigen twijfel, eenig Wantrouwen moeten overwinnen, maar de eerste leiders zijn daarin toch reeds vrij spoedig geslaagd en sedert is er steeds eene hartelijke en wederkeerige samenwerking in het gebouw in de Rozenstraat geweest. Talrijk zijn de thans volwassen, zelfs bejaarde getrouwe bezoekers, die verklaren daar voor hunne vorming oneindig veel te hebben gevonden, en met trots wijst mejuffrouw van Asperen u op eene breede schaar van clubleiders en -leidsters, die als jeugdige bezoekers hunne intrede hebben gedaan. Men kan niet zeggen, dat van den aanvang af het werk den omvang had, dien het in latere jaren verkreeg; er is zelfs een tijd van stilstand geweest. Jaren van politieken en socialen strijd en ontwik keling waren noodig om het belang van het beschavingswerk, dat Ons Huis wilde verrichten, te doen beseffen door hen, die het wilde bereiken. Met onverflauwde geestdrift en nimmer rusten den ijver heeft mejuffrouw van Asperen inmiddels aan de organisatie en ontwikkeling van het werk in de Rozenstraat gearbeid; en inderdaad, de idee van de volksontwikkeling op de grondslagen van hetgeen daar Werd verricht, blijkt thans in ruimen kring wortel te hebben geschoten. Eenige jaren geleden werd de aandrang uit verschillende ge deelten der stad, om in den kring der buurtvereenigingen en in de blokken door den Woningdienst gebouwd, het Ons Huis-werk van gemeente wege te organiseeren, zoo sterk, dat het Gemeente bestuur aan dien wensch gehoor gaf. Het is geen wonder, dat het zich tot mejuffrouw van Asperen Wendde, die eene goede organisatie, tot groote uitzetting in staat, had gevormd en deze gaarne voor de nieuwe taak beschikbaar stelde. Er zijn toen in zeer korten tijd in verschillende deelen der stad een elf-tal Ons Huis-stichtingen verrezen, door de Gemeente bekostigd, waar door locale organisaties, onder hoofdleiding van de Rozenstraat uit, wordt gewerkt. Het is jammer, dat de toestand der gemeentefinanciën aan de natuurlijke uitbreiding van dezen arbeid voorloopig een grens heeft gesteld.Er bestaat een sterke drang naar dit werk: ook het ontstaan, de ontwikkeling der speeltuinvereenigingen, die op hare eigen wijze en alleen voor de kinderen een analoog doel na streven, getuigt hoezeer de wensch naar dergelijken beschavingsarbeid bij het volk wortel heeft ge schoten. Mejuffrouw van Asperen zou zeker in staat zijn ook verdere uitbreiding van het werk op hare sterke schouders te nemen. Wie heeft deze merk waardige vrouw ooit gadegeslagen in haar organi seerend en dirigeerend werk, zonder de grootste bewondering te gevoelen voor haar talent en werk kracht? Het is een omvangrijke taak, die zij heeft: de geheele directie in het gebouw in de Rozen straat, de hoofdleiding van en het toezicht op de zusterinstellingen in deze stad, het bestuur van de vacantieschool, die dit jaar vierduizend kinderen gedurende drie Weken naar buiten bracht, en die in de komende Kerstvacantie 2400 kinderen een prettige Week zal trachten te bezorgen; het toe zicht op de vacantie-huizen te Lunteren, Ede en Zandvoort, door goede vrienden ter beschikking van Ons Huis gesteld. Ge moet eens het joyeuse Lentefeest gaan zien, in Mei, op de grasvelden en lanen van het park bij de Petroleumhaven. De samenkomst in den morgen op de ^ We stermark t van welhaast alle DEN HAAG LUNCHROOM DE BIJENKORF" WAOENSTRAAT45-45a LUNCH 75 et. VAN 12-2 UUR vrachtautomobielen van de stad, door de eigenaren welwillend aangeboden, vroolijk versierd en be laden met een paar duizend zingende kinderen, is reeds een treffend schouwspel, en de dans om den Meiboom in het groene gras, de soms idyllische vertooningen geven aan dit feest op een schoonen Meidag een bizondere bekoring. Men denkt daarbij niet aan de nauwkeurige voorbereiding en het organisatie-talent noodig om zulk eene onderneming zoo goed en glad te doen loopen, maar men loopt zelf warm bij het zien van de vreugde van al die kinderen en het genot van de leidster. Een genoegelijk, zonnig lachje, een enkel Leuk, hè?" en hare stralende oogen toonen, dat de leid ster het meeste pleizier heeft van allen. Het is wel eene zeer bijzondere begaafdheid, die zij bezit: een oneindig idealisme en optimisme, tegelijk een klaar en helder, volkomen nuchter gezond verstand, een groote energie en organisee rend vermogen en de gave om hare medewerkers mee te sleepen en te bezielen en tot echte vrienden te maken. Steeds vol nieuwe denkbeelden, wijs in de raadkamer, praktisch bij de uitvoering.Waarlijk, zij is, zooals de tijdgenooten van Tesselschade zeiden: Eene onwaardeerlijke vrouw". F. KRANENBURG Het vogeltje. Ik liep langs groene weiden Al in den avondstond, Daar lag nog licht in de slooten En nevel steeg uit den grond. Toen was daar een klein zwart vogeltje. Dat floot, dat floot, Dat floot heel alleen voor z'n eigen In de avondstilte groot. In de avondstilte groot, Daar stond ik zonder bewegen, Terwijl de nevels stegen Over de lichte sloot. J. VAN T o o R E \. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE GROENE AMSTER DAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. DRINK WEINIG MELK maar goede melk, van betrouwbaar GEZOND vee. HOFSTEDE OUD-BUSSEM. Kerkstraat 187. Tal. 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl