Historisch Archief 1877-1940
No. 2527
DE GROENE
, WEEKBLAD WQR NEDERLAND
DE HAVEN VAN BANYULS
NA DE VANGST
ANSJOVISVANGST OP DE
MIDDELLANDSCHE ZEE
door, en met teekeningen van S. L. SCHWARZ
De hitte aan het Middellandsche zeestrand had
mij neergeslagen in het cafétje Py in Banyuls en de
waard had zich gehaast mij met een fleschje
landwijn bij te brengen. Bij het tweede fleschje raakte
ik al weer tamelijk op streek. Ik zou zeker niet
langer hebben getalmd om penseel en palet weer
op te pakken en mij andermaal dien dag op het
gloeiende land bij de druivenvelden en de tegen de
bergen opgestapelde huisjes te wagen, hadden mijn
vrienden Potgage en Matteo mij door hun binnen
komst daarin niet verhinderd. Potgage en Matteo,
groote, stevige, gesnorde zeebonken, die al ver
scheidene malen gewillige modellen waren geweest,
begroetten mij hartelijk; dronken snel een koffie
en bestelden daarna een cognac om den bitteren
smaak van de koffie weg te spoelen. Dien avond
moesten zij op de ansjovisvangst, die dien dag
geopend Werd, en toen zij bemerkten, dat ik mij,
die in het Hollandsche landschap met een hengel
in de hand aan een vliet of beek gaarne een visch
mag verschalken voor hun bedrijf interesseerde,
noodigden zij mij in hun typisch
CatalaanschFransch uit mede te gaan. Als ik lust had,wasik
welkom." Wellicht enthousiast door den wijn of
misschien door de warmte te lam om mij te ver
zetten, nam ik de uitnoodiging aan.
Toch min of meer verheugd om de warmte op het
land te ontvluchten en verkoeling te vinden op de
zee, stond ik 's avonds zes utirop het strandgereed,
gewapend met een klein tonnetje Wijn,
mondvoorraad en veel rookwerk. Vijf stoere kerels
bemanden het prachtig ranke zeilscheepje; de
zesde, de gelegenheidsvisscher, was minder stoer,
doch vol goeden moed.
Bon courage !" roept men ons van het strand
toe. De boot wordt te Water geduwd; we roeien
een heel eind om onder den wind
te komen, passeeren klippen en
rotsen achter ons volgt nog een
twintigtal grootere en kleinere
vaartuigen, het grootste deel van
?de Banyulsche vloot, die uit pi.m.
dertig booten bestaat, alle even
mooi van kleur en rank van vorm.
In stilte bewonder ik deze prach
tige booten met haar sierlijke,
?driehoekige zeilen en kleine mas
ten, 't Is intusschen donker
geWorden en de visschers zijn bezig
hun netten klaar te maken. Want
We zijn op terrein aangekomen,
waar de scholen ansjovis worden
vermoed. De netten gaan te water.
Enorm lang zijn deze fijne netten,
't is net een zijden weefsel. Zij
schijnen mij eindeloos te zijn
totdat het laatste te water is me t zijn
plank uit kurk. Hoe lang zijn deze netten wel, vraag
ik. Tachtig Meter, zegt Matteo, en ze kosten wel
duizend a vijftienhonderd franc ieder. Wanneer
er een bruinvisch doorschiet, hebben de vrouwen
morgen weer wat te doen dan kunnen zij weer
een dagloontje verdienen, want zij krijgen fr. 1.50
per uur voor het herstellen." ledere boot heeft
ongeveer negen zulke netten aan boord en ik
begrijp haast niet waar ze het allemaal moeten
laten in het kleine ruim als er straks nog visch
bijkomt. Het eerste net wordt binnengehaald, de
vangst is niet groot. Het tweede volgt met niet veel
meer succes. Dan komt er een, dat meer moeite
:sc!hijnt te geven en Wanneer het langzaam binnen
getrokken "wordt, hangen de prachtige zilveren
vischjes bij duizendtallen met hun kieuwen als
streepjes zilverpapier tusschen de mazen. Een
ondragelijke stank komt uit het ruim naar boven.
Ik tracht die atmosfeer te ontvluchten; overal
omsluit mij de benauwende vischlucht. De buit
groeit. Volle netten met ansjovis worden in het
ruim gegooid, zoo gaat het door en de ondragelijke
geur wordt sterker bij'iedere nieuwe aanwinst, 't
Spijt mij dat ik niet eerder van mijn mondvoorraad
gebruik gemaakt heb.
Na een uur of vier van goede vangst ben ik de
vertwijfeling nabij. Ik probeer een nieuw middel
en tracht den geur door veel rpoken te verdrijven,
doch tegen zooveel kilo's ansjovis
is niets bestand. Ik word er nog
zieker van; o Wat is die schuit klein
en het strand ver weg. Wie moet
deze massa visch allemaal eten?
Ik geloof, dat je zeeziek bent",
zegt Potgage. Ik verzeker hem,
dat ik het niet langer meer zoo
kan harden en als wij niet spoedig
de haven binnenloopen, zij mij maar
op zee moeten begraven. Zoo gauw
als de wind gunstig is gaan we terug.
Eindelijk komt de verlossing,
we stevenen naar Banyuls terug
en in gedachten zit ik alweer in
't caféPy| mijn oorlam te gebrui
ken, om mijn maag door een flinken teug cognac
te soigneeren. Om 6 uur ligt de boot op het
strand; de netten worden te voorschijn gehaald.
Vrachtauto'sen Wagens met muilezelsstaanreeds
op het strand te Wachten om de ansjovis naar
Colliourete brengen, naarde zouterijen eninleggerijen.
Vrouwen en kinderen komen met mandjes om
voor enkele sous een deel van den buit die op
800 K.G. wordt geschat te koopen. Talrijke honden
en katten zwerven om de booten om ook hun
ontbijt machtig te worde-n.
Iedereen in Banyuls zal vandaag
ansjovis eten (behalve ik) en ik
weet dat, telkens als ik ansjovis
of een blik waar zij in zijn geweest
zal zien, deze vischvangstin scherpe
beelden in mijn herinnering zal
komen.
TELEFOON
GESPREKKEN
door CEL 2.
Ik bedoel eigenlijk in de bres ! Hoe lang is
het nu niet alweer geleden dat Bram Kuyper je
ontdekte? Ik zie je nog. Je was toen nog een
simpel luitenantje.
Natuurlijk, Napoleon is ook eerst luitenant
geweest voor hij Keizer werd. Maar hij kan geen
mooier luitenant geweest zijn dan jij. Weet je nog
dat je in de Kamer Kuyper als een hondje naliep?
Ik weet het, ik weet het. Je dekte hem, als
't ware met je forsche lichaam. En nu ben je zestig
en Kolonel ! Hoc krijg je het zoo bij elkaar ! Een
promotie bij keuze, een promotie op het slagveld,wat
zijn ze vergeleken bij jou schitte
rende promoties! Wat is helden
moed op het slagveld, Wat is koel
bloedigheid in de loopgraven, wat
kalmte onder het zwaarste
trommelvuur vergeleken bij jou heroiek
gedrag in de Kamer. Geen debat
kon je onstuimig genoeg zijn, geen
crisis te onoplosbaar, geen lawaai
van links te onoverschreeuwbaar,
of jij had je met je breede buik
dat ze je bij de Nationale
Landstorm nog niet tot
EereSchiet-schijf bevorderd hebben,
POTGAGE Vjn(j -^ eell verzuim maar in
het midden van de Kanier te
vertoonen of de zege was onbetwistbaar aan Rechts.
Tegen jou snelvuur-speeches, tegen jon
mitrailleurinterrupties, tegen jou handgranaatsgehoor kon
zelfs Duys niet op. Als staatsman moge je nog niet
de hoogte bereikt hebben van Kuyper, als militair
ken ik maar twee die je in krijgsmansdeugd over
treffen
Ik bedoel Wilhelm Sr. en Jr. von
Honenzollern ! En daarom, Waarde Duympie..
-- Juffrouw ! Juffrouw ! Wat gebeurt er op de
lijn? Ik heb nog nooit zulke vreemde geluiden in
't toestel gehoord !
Wat zegt u? Was het de Kolonel die....
die.... ook hij, Brittes en dat ondanks Ridder
kerk en Sliedrecht .... Neen, dank u . . . . laat
u maar. ... ik ben bedroefd. . . .
Le Vin Blanc de KRESSMANN-BORDEAUX
GRAVES MONOPOLE DRY
Agence: Comptoir des Pays-Bas at da Paris, La Haye
Juffrouw met den zestigjarige..
Er is er maar n ! Weet u
niet welke?
MATTEO
Vindt u dat daar ook al de
klad in komt? Ik zal het u dan maar zeggen : met
kolonel Duymaer van Twist....
Foei ! Wat oneerbiedig.
niet. Moet ik u rapporteeren?
Schaamt u zich
Door de firma Bnrgersdijk en Niermans te
Leiden zal van 23 November tot 4 December
een boekverkooping gehouden orden, waar o.a.
geveild worden de bibliotheek van prof. Dr. F.
Pijper, en de bibliotheken van wijlen de heeren
F. W. Nieman, Dr. H. Japikse, Dr. C. W. J.
Westerman en A. A. Overwater.
De kijkdagen zijn van 19 tot 21 November van
9 tot 8 uur, bovendien 19^en 20 November des
avonds van 7 tot 9 uur. ^üSS
Maar omdat iedereen hem in den Haag
Duympie" noemt, mag u nog niet.... geeft u
me hem maar vlug, heel vlug !
Aaah ! Met den geachten, den gevierden
jubilaris ? Hoe gaat het.. .. hoe gaat het.... Van
harte, man ! Dat heb je der kranig afgebracht.
Zestig jaar en nog altijd boven op de barricaden..
OOKTFRED:JROESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 en10 c*,