Historisch Archief 1877-1940
Na. 2527
DE^ÖROENEfAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PEEK & CLOPPENBURG
HET KLEINE GLAASJE
door Dr. JAC. P. T H ij s s E]
Mon verre n'est'pas grand,
mais je bois dans mon verre,
Vele van de mooiste natuurboeken" houden zich
bezig met een beperkt terrein. Gilbert White had
genoeg aan zijn kerspel Selborne, Thoreau kwam
er buitengewoon :rond voor uit dat de
omgeving van Concord, Mass. voor hem
veel meer beteekende dan de rest van de
Wereld, Georges Sand beschreef in een
te Weinig bekend boekje haar Prome
nades autour d'un village" en Alphonse
Karr vertelde ons van zijn Voyage
autour de mon jardin". We zouden Fabre
er ook nog bij kunnen noemen, want
negen tienden van zijn Souvenirs
entomologiques'Jibetreffen , een paar kleine
groepen van insecten, die huisden op
enkele zonnige plekjes bij Carpentras en
Avignon. O, ja, dan moet ik ook nog
vriend Patterson niet vergeten, die zijn
wereld heeft gevonden om Yarmouthen
op Breydon Broad. Al deze menschen,
en ik zou er nog eenigen bij kunnen noe
men, hebben zich in hun beperking mees
ters betoond en daardoor onschatbare
diensten bewezen aan de Wetenschap of
onze vatbaarheid^voor natuurgenot ver
hoogd.
In ons land missen wij dergelijke au
teurs. Voor sommigen is de beperking er
Wel, maar het meesterschap ontbreekt.
Doch Wij kunnen leerenen nu vraag ik mij
af, of onze vriend J. Vijverberg nog eens
de Paterson zou kunnen Worden van het eiland
Schouwen. Hij heeft er lang mee gewacht om eens
een boek te maken en zich vergenoegd met het
houden van lezingen of het schrijven van tijd
schriftartikelen, alles geïllustreerd met de foto's,
die hij sinds jaren neemt van de vogelwereld van
zijn eiland. Nu is hij voor den dag gekomen met
een echt mooi boekje, mooi gedrukt, mooi uit
gegeven, mooi geïllustreerd, mooi geschreven en
van zeer mooie belofte voor meer en minstens
even goed. Het heet Vogel-idyllen" en is uit
gegeven bij Brusse's uitgeversmaatschappij te
Rotterdam. Op het exemplaar, dat mij is toege
zonden staat geen prijs, maar ik schat die op twee
gulden of daaromtrent. Daarvoor heb je dan
vijfen veertig reproducties van fotografieën op kunst
drukpapier, beneyens een onopgesmukt en boeiend
verhaal van Vijverbergs omgang met de vogels
van Schouwen. Er zijn drie zeer mooie foto's bij
van meeuwen op de Scilly-eilanden,o.a. een broe
dende mantelmeeuw, maar die hooren toch eigen
lijk niet in dit boekje thuis, want 't handelt alleen
over Schouwen.
Schouwen is een eenheid, vooral wat de
vogelWereld betreft, evengoed als Texel of Rottum,
het Naardermeer of het Korenburgerveen. Ook
is het al sinds vele jaren een zeer geliefd oord voor
/ogelkundige uitstapjes. De jaarlijksche excursie
van de Vereeniging tot Bescherming van Vogels
werkt geregeld al die beroemde oorden af en ik
denk, zoo eens om de zes jaren krijgt Schouwen
zijn beurt. Soms zwiert de excursie in voertuigen
over het heele eiland heen, een andermaal beleeft
zij onvergetelijke uren in de bocht tusschen
KAARTJE VAN HET EILAND~SCHOUWEN
Uit Vogel-Idyllen, Ranke Wieken door J.
Zierikzee en Koudekerke, het gebied van de be
roemde Inlagen.
Vijverberg laat ons met Fokker's kaart zien hoe
hier in vier eeuwen tijds de Oosterschelde deze
bocht heeft uitgeknaagd. In den Bourgondischen
tijd bestond die bocht nog niet en liep de Zuidwal
van Schouwen vrijwel in een rechte lijn van den
mond van de haven van Zierikzee naar een punt
nog een paar kilometer zuidelijk van de tegen
woordige zuidwestpunt van het eiland. Dooi
de heele zestiende eeuw heen gaat het nu staps
gewijze achterwaarts, als in een belegerde vesting
Als de bewoners zien dat Weldra de dijk het niet
meer zal kunnen houden, bouwen zij een nieuwen
dijk er achter, een zoogenaamde Inlage en dan
slokt na een poosje de zee het prijsgegeven stukje
VlSCHDIEFJE OP DE STEENGLOOIÏNG^AAN DEN.. RAND VAN DEN HIL
Uit Vogel-Idyllen, Ranke Wieken door J. Vijverberg
op.Doch eindelijk is dat bedrijf tot staan gekomen
hetzij de stroom zich gewijzigd heeft, hetzij men
aan de dijken meer stevigheid wist te geven. In
ieder geval, de laatste inlagen, die opgeworpen
zijn in de tweede helft van de 17de eeuw,hebben
nog geen dienst behoeven te doen en liggen daar
nu op de manier van slaperdijken, eer zij ooit
wakker geweest zijn en wij hebben alle reden
om te Verwachten, dat dit nu wel altijd zoo zal
blijven.
Dit nu is voor onze vogelwereld van het aller
grootste belang, want tusschen die inlaagdijken
en de oude dijken ligt laag land met groote plassen
en daarin weer kleine eilandjes of hillen. Daar
broeden in den zomer duizenden van meeuwen en
sterntjes en wel voornamelijk de Groote Stern die
slechts plaatselijk langs de Noordzee voorkomt.
Bij ons is Griend wel de voornaamste broedplaats
en dan volgt Schouwen. Misschien ko
men ze ook nog Wel weer op Rottum,
waar ze vijftien jaar geleden nog bij
duizenden broedden en dan vertoonen
zich ook nog wel eens enkele paren
op Texel, misschien ook op Voorne en op
de Westpunt van Rozenburg, de beroende
Beer. Deze Groote Stern is Vijverberg's
voornaamste sujet en wat hij er ons van
vertoont en vertelt behoort tot het
beste, wat wij van de 'Nederlandsche
vogelwereld te zien en te hooren krijgen.
Het nog zeldzamere stormmeeuwtje
krijgt ook een goede beurt, evenals het
gewone Vischdief je en de Noorsche Stern.
Daar zijn prentjes bij, die je zoo zou
vergrooten, en omlijsten, vol onver
wachte houdingen en maniertjes.
Vijverberg fotografeert niet alleen
broedende vogels, maar hij weet ze ook
te betrappen in den trektijd en wel door
de electrische vogelfotografie die, naar
ik meen, in ons land het eerst met succes
beoefend is door Dr. Eykman. Hij gaat
naar zijn dierbare Inlagen, stelt daar een
stuk of Wat camera's op, ingesteld op
Viiverbere Plekken waar Wel vogels wandelen en
1 s plaatst daar een contact, dat door den
vogel self wordt gesloten als hij er op stapt. De elec
trische ztroom brengt den sluiter in bewegingen
klaar is Kees. Op deze manier heef t hij mooie foto's
gekregen van enkele beroemde trekvogels, die hier
nooit broeden, zooals de Zilverpluvierof Goudkie
vit, een prachtplaatje van den Oeverlooper, die
alleen bij Nijmegen broedend is aangetroffen en
dan nog Bonte Strandloopers en Witgatjes. Uit
den grooten overvloed van zijn opnamen laat
hij ons natuurlijk de mooiste zien. Deze laatste
reeks van opnamen heeft hij gemaakt in de Inlage
vlak bij Zierikzee, de Kisters Inlaag, die een heel
belangrijke etappe lijkt te vormen voor ontelbare
vogels, die in voor- en najaar trekken langs onze
gezegende kuststreek.
Het is een groot genoegen, om aan deze Inlagen
te denken, want zij blijven. Zij vormen de
Vogelarij Schouwen en worden verpacht om de eieren.
De pachter raapt ieder jaar duizenden eieren,
vooral die van de Groote Stern, want die zijn
heel lekker en brengen goed geld op. Natuurlijk
begrijpt hij zijn eigen belang en ook de Vogelwet
helpt een handje, want die staat het rapen van die
eieren slechts toe tot 15 Juni. Zoodoende verliezen
de Groote Sterns dan hun eerste legsel, want ze
komen pas laat. Maar met de grootste bereid
willigheid leggen ze een tweede of zelfs wel een
derde. Dat doen ze op Griend ook, wanneer hooge
stormvloeden het eerste legsel hebben vernield
en dat gebeurt nog als eens en wij hebben nog
wel broedende Groote Sterns aangetroffen in
het laatst van Juli. Dat systematisch eierrapen in
de Inlagen deert dus de vogels in het geheel niet,
maar verschaft hun juist de noodige bescherming.
Zoo is daar tont pour Ie mieux dans Ie meilleur des
mondes en daarvan legt Vijverbergs mooie boekje
een zeer prettige getuigenis af. Hij moet nog maar
meer van die boekjes maken en dan zijn
vogelkundige vrienden verblijden met wat meer data.
Daar zijn we gek op.
DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT
VERZIN KT, VERLOOOT, VERKOPERT
ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING
TEGEN BILLIJKE PRIJZEN.
LOONSCHOOPEERAFDEELING