De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 21 november pagina 11

21 november 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

. 2528 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 GELUKSAMULETTEN Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Hermine IJzerdraat ONZE GELUKSPOPPEN door MARTA CARLIN Andreas Latzko heeft 't onlangs nog zoo juist gezegd: Ons vermeend gemis aan geluk schuilt daarin, dat wij dit grootst bezit wél wenschen voor de toekomst en herkennen in onze herinneringen, maar de gave missen, het ook in het heden te ont dekken. Toch zullen we, willen we ons gelukkig voelen, het geluk van het heden moeten veroveren; zullen we in den roezemoes van alledag het lichtpuntje in het oog moeten houden, dat hoe klein en ont beerlijk het ook moge schijnen, hoe weinig het moge te maken hebben met ons Werk en onze plich ten een stille poëzie door ons leven weeft, die ons vaak later als de eenige kostelijke herinnering uit een langen, moeitevollen dag blijkt te zijn bij gebleven. De menschheid schijnt wel algemeen overtuigd van haar tekort aan dagelijksche vreugden: meer dan ooit is 't een lieve gewoonte geworden, onze vrienden bij allerlei gelegenheden te verrassen met een materieelen gelukwensen in'den vorm van een gelukspop" en zeker zijn er onder mijn lezeressen maar zeer weinigen, die niet ergens in huis dezen ' zichtbaren wensch vinden uitgedrukt: 't zij als grappige kabouter, tuimelend aan de huiskamer lamp, 't zij als pierrot op de leuning van de canapé, als neergehurkt meisje op de toilet-tafel, of zelfs als aapje, varkentje, poes of hondje, bungelend aan 'n koordje op de jurk van onze jongste. En zeker is, dat dit popje, hoe verstard het ook moge rondkijken in onze woning, in staat is, er geluk te brengen, wanneer we maar gelooven aan zijn zending en overtuigd blijven dat zijn bezit ons Waarborg is voor allerlei goeds. Want dan immers zal het vertrouwen in de macht van dit zwijgzame wezentje ons dwingen, ons te bezinnen op ons geluk; dan immers zal, telkens wanneer we het aanzien, onze sluimerende aandacht opbloeien tot die heimelijke blijdschap, die met ongeweten duidelijkheid het goede Van den dag herkent en ons hart tot stille dankbaarheid beweegt? Fétichisme? Och, wat doet het ertoe ! Zou het veel verschil maken, of wij door den aanblik van een bespottelijk bontzijden flodderwezentje, dan Wel van den fonkelenden avondhemel ertoe gebracht worden, erkentelijk te zijn voor al het mooie, waardoor we zijn omringd? voor de genade, die het leven is, voor het bezit van onze dierbaren, voor hun liefde.... voor onze zegen rijke herinneringen, voor vogelenzang en zonne schijn? En voor ons eigen diepste wezen, dat in staat is zich gelukkig te voelen, zoo het dit maar hartstochtelijk wenscht? Want zeker: het i's geen toeval, dat de oude stakkerige blinde ontroerd wordt door den zonne schijn, dien hij op zijn verschrompelde handen voelt. Omdat zijn dank zich niet meer hechten kan aan eenig materieel bezit, gaat heel zijn smartelijk verlangen uit naar het laatste trouwe geluk, dat hem, die niets meer van het leven verwachtte, wordt tot een innig en kostbaar eigendom. Laat ons dan dagelijks een oogenblik offeren aan onze gelukspop en haar dank zeggen voor alles, Wat haar aanwezigheid ons heeft geopen baard. Laat ons voor haar onbewogen blik al het goede bedenken, wat wij heden genieten; laten wij ertoe gesluiten, in haar bijzijn een oogenblik in te keeren tot ons zelf en te bekennen, dat wij gelukkig zijn dat wij juist daarom zoo ongevoelig langs de grpote zegeningen van het leven gaan, omdat Wij rijk zijn, schat- en schatrijk en niet van noode hebben, onze hunkerende gedachten uit te zenden naar het allerdiepst bezit, wat voor ons bewaard blijft tot de dagen, waarin onze armoede zijn allesoverheerschenden troost zal behoeven. Boekbespreking Marijke van den Molenhof, door WILLY PETILI.ON. Uitgave van Holkcma en Warendorf. Dat is nu zoo'n heerlijk boek, dat ik blij ben 't te mogen bespreken. 't Pakt je al dadelijk omdat het zoo leuk eenvoudig, zoo levend" begint, en dan gaat DE LACH LE ROI SOLE1L DE ERNST 't steeds crescendo, leef je heelemaal 't brok leven mee da.t zoo, sober begonnen, zich tot zoo'n ontroerende tragiek ontwikkelt. 't Gegeven is precaire, 'n Geheimzinnig oud liuis met een verwilderden tuin, jaren lang onbe woond en verwaarloosd.... Als nieuwe bewoonster eindelijk, een moeder, opgaand in de verzorging van haar eenigszins raadselachtig, abnormaal kind.... Verder als entourage, doodgewone dorpelingen. Voor een 2e rangs-schrijftalent een onderwerp om er een onwijzerig draakje van te maken, of een zoetelijk, taai, hönnepönnig verhaal.... Willy Pctillon heeft getoond hooger te staan, voornamer te kunnen. Ze gaf ons in dit boek zoo iets heel supérieure dat 't lezen van menig bladzij je tot diep in je ziel ontroert. O, 't is niet alleen voor grootere meisjes" zooals het t.telblad vermeldt; 't is voor óns vrouwen, óns moeders allemaal. Gij mondaine moeders die te lui of te onwetend of te' onverschillig zijt om zelfs uw makkelijke", normale kinderen te verzorgen, die zoowel hun geestelijke als lichamelijke ontwikkeling onbezwaard overlaat aan dienstboden en hulpen in de huishouding, omdat gij 't oneindig aangenamer en noodzakelijker vindt om te winkelen en te tea-en", gij wier kennis van uw kind nL't verder gaat dan zijn kleertjes die allersnoezigst" moeten zijn, of zijn huilbuien die gij onverdragelijk vindt. "Gij die op uw vriendinnen-visites uw nood klaagt, omdat uw kind niet te regeeren is, of streken heeft of zenuw-vlagen. Gij die hun ziel niet zoekt, en hun geest niet kent, o, lees de geschiedenis van kleine Marijke, lees de heerlijke nooit falende opvoedende kracht van haar moèder's liefde, van haar tact, van haar eindeloos, opofferend geduld. Ik moet 't herhalen, Marijke van den Molenhof is een heerlijk boek waarvoor wij allen, jonge meisjes en zelfs oudere vrouwen, Willy Pétillon dankbaar moeten zijn. Er waait zoo'n frissche geest door, er leeft zoo'n mooie eerlijke sterke vroomheid in ! De karakters der hoofdpersonen zoowel als de bij-figuren zijn naar 't leven"; de gesprekken dikwijls vol humor en altijd belangrijk. Willy Pétillon vult haar bladzijden niet met onbenullig heden en leegc praatjes, die zonder eenige schade aan 'n verhaal, voor de helft van 'n boek soms zouden kunnen worden weggcsnoeid. Ik zou zoo graag willen citeeren: gedachten, handelingen van Ineke.... van Jo...., gesprek ken van Nora, van Dr. van Doorninck, v;;n Ds. Brunings, trekjes van Hans.... Ik zou aan 't citeeren blijven; 't is allemaal zoo goed, zoo precies nict-te-vcel, niet-te-weinig rondom de subtiele teekening van Marijke, als de fijne zetting van 'n kostbaar juweel. De illustraties van Netty Heyligers zijn vér beneden peil. Haar figuurtjes worden hoe langer hoe meer modeplaatjes; ze zijn zonder leven, zonder karakter. Ook 'is er abs.iluut geen verband tusschen haar weergave en de dramatis pers >nae. Is 't impotentie, of las zij te vluchtig? 't Banale kind ie in de zorgvuldig bestrookte jurkjes met de minutieus geteekende ornamentjes geeft nergens de illusie van 't Marijke van wie Ds Krunings zegt: God heeft in dat kleine achterlijke lichaam met den beperkten geest, een groote en mooie zie! besloten." Ook de andere figuren, Ina, Nora, Edith komen er slecht af; om maar niet verder uit te wijden over den grooten Duitschen dog" die zich op de illustratie durft vertoonen als een erg on-uitgegroeid Duitschc herdershondje dat nog nét met z'n uiterste ruglijn de knie-holte van Marijke's Pa raakt ! MINCA VERSTE R?B OSCIIREITZ RINGERS RINGERS /AELK-CHOCOLADE m»l Amtrdt'erv m Honinj VOOR DE FEESTDAGEN Neen Miep, heusch, als je iets bepaalds fijns voor je vriendinnen wilt hebben op je feesttafel, neem dan Ringer's chocolade. De bonbons. verpakt in een keurige, lange houten doos heerlijk om later je handschoenen in te bergen zijn en caisse" dat staat zoo leuk hè! Je moet ze leggen op je kristallen schaaltje met het zilveren hengsel, ze vragen werkelijk een wat chique omgeving." Ken je ook de chocoladewafels van dat merk? 't Zijn net petit beurre's", maar van zuivere, lekkere chocolade. Dat zijn nu eigenlijk plakjes om 4 aan 4 met een rood lintje te hangen aan den kerstboom, die je natuurlijk dit jaar weder optuigt. Maar de heeren Ringers hebben ook een alleraardigste Kerstverpakking van hun Kersenbonbons. Dat is iets nieuws. Vraag er eens naar in de winkels, ik vertel je er verder niets van. Fijn hoor ! Echt in de kerststemming !" Prettige feestdagen ! Je R. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN ,,DE GROENE AMSTER DAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. De voeding van een zuigeling met KARNEMELK van OUD BUSSEM kost 3 O cent per dag. :-: Kerkstraat 187. - Tel. 49344. : -:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl