Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2528
f,1"
JONGE ZONDAAR
door Dr.W. G. C. BYVANCK
'II.
Laat mij tot inleiding van Cyril Burt's bevin
dingen der jeugdige strafbare wereld een paar
van de waardevolle regels stellen, welke zijn er
varing hem bij het onderzoek ais betrouwbaar
richtsnoer heeft doen kennen.
Die regels zijn van belang niet alleen voor het
werk van den man, maar ook van zijn aard als hij
zijn moeitevolle taak opvatte. In zijn duister werk
dat voor een man van hart zooveel teleurstellingen
moet geven, heeft hij nl. de kostbaarste gaaf aan
den menschengeest ongerept weten te bewaren,
d.i. de lichtblik die er op is gestyleerd ook in de
verwarrendste oogenblikken de moeilijkheden
zoo te ordenen, dat zij elkander niet de ruimte
benemen die aan elk geval toekomt, wil het zoo
juist mogelijk worden beoordeeld.
Men kan veel van de tekortkomingen van anderen
leeren, gelukkig hij die, zonder zich te laten ver
blinden door betuigingen en beloften, instinct
matig vertrouwt op den menschenadel die ook
behoort tot ons algemeen menschelijk erfgoed.
Burt Wil niet Weten van erfelijke misdaden. De
misdaad zelf Wordt niet overgeërfd", zegt hij,
de erfelijke constitutie van den boosdoener kan
alleen worden aangezien voor een indirecte aan
leiding; het type van den booswicht, gelijk men
het heeft opgesteld in den tijd van Lombroso be
staat niet". Daarnaar hebben wij niet te zoeken.
Men dacht in dien tijd wel en nog thans
vindt men die gedachte her en der spoken dat
men door uitroeiing meester van het kwaad kon
worden,%i plannen werden gemaakt tot een soort
van doodstraf of verbanning in massa. Evenwel
zulke proefnemingen heeft men wijselijk achter
wege gelaten. Tot observatie blijve ons Werk be
paald. In een middelpunt als Londen is genoeg
Waar te nemen.
Voor Burt ligt zoo'n kaart van de hoofdstad in
zekere regelmaat van opvolgende kwartieren uit
gebreid. Het heeft echter geen zin voor mij om
met een aantal namen te komen aandragen van
wijken en kwartieren die toch niet iets dadelijk
sprekends aan den lezer hebben te zeggen. Wij
moeten ons tevreden houden met het idee van zulk
een overzicht.
Dat er hier en daar een zekere regel heerscht en
een teekening valt te onderkennen, berust op het
feit dat zoowel boosdoener, als arme en armste zijn
buren moet uitkiezen, wil hij een omgeving hebben
om in te aarden. De armste zal niet op den armste
kunnen leven voor zijn onderhoud, en de boos
doener heeft behoefte aan een wijkplaats. Deze
verhoudingen geven aanleiding tot een oneindige
variëteit. Begeven wij ons daarin niet. Voor mij
is op het oogenblik hoofdzaak het psychologisch
moment.
Ik wil individueel het onderzoek volgen van het
geval dat leidt tot de verkeerde daad om daaruit
een oordeel te-kunnen opmaken over de kracht en
?den loop van de kwaal en zijn kansen tot.be te rschap.
Een enkele definitie moge strekken om' mij op den
goeden weg te houden. Wat noemen wij arm?
Arm is wiens inkomsten amper voldoende zijn,
voor het noodige aan onderhoud, behuizing,
kleedihg, verwarming enz. dat alles herleid
tot zijn geringst mogelijke expressie. Doodarm
is: wie-daarin te kort komt. Er is een gradatie naar
boven die voert tot een armoede die zich nog even
kan bewegen.
In een rechtaf arm gezin moeten de kinderen
om in 't leven te blijven wel stelen.
Hier is het verhaal van Cyril Burt.
Verschillende winkeliers en groenteboeren had
den aangifte gedaan tegen Tommy wegens her
haalde diefstallen, de klachten waren door het
schoolhoofd onderzocht en veel van de klasgenooten
hadden getuigd tegen de manier waarop hun
kameraadje zich de dingen toe eigende. Óp een
avond was uit een lade van een der meesters vijf
siiillings ontvreemd. Tommy was een van de wei
nigen die zich 's avonds in het lokaal hadden be
vonden. Hij werd verdacht.
Cyril Burt die onlangs tot adviseur was benoemd
kreeg de leiding van de zaak.
Het Was een dwergje met ingevallen
kaboutermannen gezicht dat in veel te wijde kleeren ge
stoken naar den zetel van het schoolhoofd
toeschuifelde. Hij heette meer dan tien te zijn, maar
hij leek nauwlijks acht.
Zijn ribben, wanneer men hem onder zijn jasje
voelde, staken uit als de verroeste ijzeren tanden
van een hark. Zijn waterige oogjes, zijn samen
getrokken lippen, zijn ingevallen kaken, zijn vale
bleeke kleur, maakten hem tot een beeld vari
hongerige miserie. Geestelijk was hij niet zeer ten
achteren. Hij had geen grieven en geen humeur.
Alleen ernstig opvatten Wat hij had misdreven,
deed hij evenmin.
Den diefstal op school loochende hij op overtui
gende wijze, een onverdachte jongen kwam tot een
bekentenis en Tommy had zich niets te verwijten,
maar voor de diefstallen in winkels en op wagens
kwam hij openlijk uit, eigenlijk meer als een
expert, trotsch op zijn bedenksels om zonder ont
dekt te worden zijn doel te bereiken, dan als een
schuldige die zich had te verdedigen.
Een nauwkeurig onderzoek liet vaststellen dat
hij- eigenlijk nooit iets anders dan eetwaren had
genomen, en nooit van huis of van elders iets
zich had toegeëigend om te verkoopen.
Hij had geen anderen plek voor beweging dan
de straten om zijn Woning met hun groentenafval.
Daar wist hij soms nog een paar kleine koper
penningen te verdienen door eenig gering aanbod
van hulp. Het geld werd besteed in een koffijbar
waar men voor een penny een kop thee kon krijgen,
Het doel Was eigenlijk daar binnen te komen en te
zien of de gasten er niet iets van hun vertering
hadden achtergelaten.
Als Tommy dat woord achterlaten" uit
sprak, kwam er over het verwezen gezichtje
een wonderbare glimp van een sluwe uitdrukking,
alsof hij wou zeggen: begrijpt wel dat het mijn
zorg was om iets achter te houden, maar
ook zijn eergevoel toonde zich; men kan daar niet
zonder zijn koperen stukken binnenkomen, dat
moet men niet probeeren !
Er was nog een jonger broertje, Arthur; die
had van den oudere geleerd, en, zooals wel was te
voorzien, de ervaring van Tommy had hem de
helling der ondeugd gemakkelijk doen afglijden,
het ridderlijke mankeerde bij het straatdiefje dat
op eigen kosten moest leven.
Men ziet Burt, tusschen de twee schavuitjes in,
op straat voortgaan luisterend naarhun confessies;
want zij weten niet dat ze kwaad doen onder het
vertellen van hun geheimen. Soms raapt Tommy
een stuk banaan van straat op dat nog niet geheel
is afgekloven en stopt het Arthur toe die mst
gretigen blik als een hongerig muschje overal
heenkijkt.
De woning van die arme menschen was de boven
ste verdieping van een groot huis, overvuld van
huurders en geheel uitgewoond. Burt vond op de
trap al het houtwerk vernield, het was voor de
verwarming ten offer gevallen. Hij opende de
deur der kamer waar de familie huisde die hij
bezocht en had gedacht zeker een armelijk ver
slonst boeltje te vinden, maar er was niets dan
een paar kisten die voor stoel en tafel dienden,
alleen wat er was een trekpot en een ketel was
zorgvuldig schoon. Op een matras lag een man
in het laatste stadium van tering.
De moeder maakte nog haar verontschuldiging.
Zij verdiende door uit wasschen te gaan niet meer
dan 18 shilling in de week. De familie moest leven
voor ieder maal van brood, margarine en thee.
Er kon niets meer af.
Toen na korten tijd de vader uit zijn lijden was
verlost, trok een vriend van Burt zich de jongens
aan en stuurde hen naar buiten. De eerste maal
dat de adviseur gelegenheid had hen op te zoeken
trof hij de jongens nog aan in hun smakelooze
lompen, maar de tint van het gezicht Was al ver
beterd en Waarlijk vleesch begon de ribben te
dekken.
Burt heeft de beide verschoppelingen op hun
levensweg gevolgd, het zijnjfljnke, oolijke jongens
geworden, van een neiging tot stelen is nooit een
spoor bij hen gevonden, men zou hen als vrienden
aannemen. Het voorbeeld en het samenwonen
van de moeder in den eersten moeilijken tijd heeft
natuurlijk zijn grooten invloed gehad.
Het vrije maal dat sinds een aantal jaren op de
lagere school wordt toebedeeld, hebben zulke
gevallen als het aangehaalde onmogelijk gemaakt,
alleen is het een bewijs hoe diefstal niet uit een
verkeerde neiging behoeft voort te komen. Hij
toont een gemis, dat dikwijls dooreen kleine voor
ziening is te verhelpen. Zooals bij het meisje dat
gewoon was kleine snuisterijen en sieraadjes
zich tce te eigenen, waarover ze gewoon was
geweest te beschikken toen het met de familie
nog voorspoedig ging. Stel haar in de gelegenheid
van een bijverdienste, en op eerlijke wijze zal zij
zich weten te redden.
Invloed komt er van buiten op de handelingen,
maar het meest direct en het meest subtiel is de'
inwerking van binnenshuis. Zij kan als een explosie
komen in de enge woningen waar men dicht op
elkander woont. Stelt u den vader voor die zijn
zoon bckapittelt om zijn slechte ranglijst op school.
De jongen vindt zich te oud voor zulk een terecht
wijzing, hij verlaat in woede het huis en steelt een
ij verdedigen
in elke kruik
35 O jaar
ongerepte reputatie
het moderne devies
Eiken dag n glaasje
wissel van enkele ponden en trekt aan de rol.
Hij zet het zijn vader betaald; die zal weten wat er
in zijn zoon steekt.
De controle op wat er in huis voorvalt, is natuur
lijk moeilijk te oefenen. Man kan en men mag niet
te diep ingrijpen. Ook gebeurt het dikwijls dat
wie, als de boosdoener geldt, na een nauwkeurig
onderzoek blijkt het meest normale lid te zijn van
zijn groep. Hoe dikwijls komt het niet voor dat de
eigen betrekkingen van een kind, er geen begrip
van hebben dat het noodig is hem te begrijpen.
Zelfs ouders met de beste bedoelingen kunnen
dingen aanvangen die de gewoonten versterken
waarover zij klagen.
Laat dan een psychologisch ambtenaar met de
moeder in betrekking treden. Veel zal hij niet
kunnen doen en hij zal kort alles moeten afhan
delen, de ernstige waarheid moet hij haar inprenten
dat haar kind meer sympathie en vollediger ge
legenheid bij haar moet vinden om tot wat verzet,
in goeden zin, te geraken.
Misschien ontstaat dan wel een soort van mede
dinging tusschen den ambtenaar en de moeder
wie het hart van het kind naar zich kan toehalen,
maar in allen geval moet het er op worden aan
gelegd dat regelmatig de school of de familie bezoek
ontvangt. De goede methode dient langzamerhand
bij het gezin te worden ingedruppeld, het moet den
schijn hebben of zij in het gezin mede is geboren.
Zoo alleen kan een goede grondslag voor
huiselijkeii invloed worden gevonden. Maar de ambte
naren zullen iets priesterlijks in hun houding
moeten aannemen. Het opbouwen van hun werk,
zooals iedere opbouw, gaat met moeite, gepaard.
En hoeveel is er nog niet in 't oog te houden.
Daarover een paar volgende hoofdstukken.
OOKT FBED:J ROESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 en10 ei:,
NIEUWE DRUKKEN
ADAGIARIUS, Latijnsche citaten in liet dagelijkscli
leren. Tweede druk, herzien en uitgebreid door
Dr. D. Bruin s. De tweede druk heeft een aan
merkelijke uitbreiding ondergaan. Voor de eerste
afdeeling (citaten aan klassieke bronnen ontleend),
is deze uitbreiding in hoofdzaak te danken aan
den zes en twintigsten druk van Büchmann,
Geflügelte Worte.Voor de tweede afdeeling (citaten
aan niet-klassieke bronnen ontleend), leverde
nalezing uit de Adagia van Erasmus een rijken
oogst. Uitgevers: W. J. Thieme &Cie te Zutphen.
Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER &Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Bewaarplaatsen voor Inboedels