De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 21 november pagina 22

21 november 1925 – pagina 22

Dit is een ingescande tekst.

22 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2528 DE KONINO_VAN_DEN ZEEDIJK HET DEBUUT Uit het boek: Boeven en Burgers door F R A N 5 o i s PAUWELS. Met teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door W. Heskes. Hier heb je vijf gulden" zei m'n vader de rest moeten je cliënten maar bijpassen".... Zoo stond ik op den drempel van de advocatenpractijk. M'n kantoor was vier hoog, maar iemand met 'n sterk hart kon het bereiken. Er was 'n bureauministre, 'n draai-kruk voor den meester", twee keurige keukenstoelen voor de bezoekers en in het belendende wachtkamertje 'n leestafel met eenige rood-pluchen fauteuils. De laatste waren afkomstig van 'n ter publieke veiling af gezakte bar-inventaris en waren mij zeer dierbaar. Dan waren er nog de vijf gulden van m'n vader ... .voor zegels. Was het wonder dat dit interieur juist den Zeedijker vertrouwen inboezemde?.... Dies was een van m'n eerste cliënten 'n monu mentale voorvechter van De Dijk" met 'n paar eerbiedwekkende knuisten. Hij was 'n zachtaardig man, die alleen de fout had geen politie-agenten te kunnen zien zonder het weerstandsvermogen van hun helm te be proeven. Kwam daarbij de borrel dan leverde m'n vriend opmerkelijke gevechten. Hij paste een zeer persoonlijke taktiek toe. Werd er iemand gearresteerd en keerde het publiek zich tegen den agent, dan vloog hij er tusschen ter assistentie van het gezag, maar toevallig 'n toeval dat gewoonte werd kreeg de politie dan in de hitte van het gevecht eenige welgemikte opstoppers, waarvan m'n cliënt, volgens agenten en getuigen, de auteur was. Die ongelukkige bereidvaardigheid bracht den reus dan ook steeds weer in het schuurtje". Daar m'n duiventil niet ver van de volkswijken gelegen was, kwam dit strijd lustig doffertje bij mij bovenvliegen. Betalen kon de man niet. Ik moest hem maar helpen pour l'amour de ses beaux yeux" of te wel Pro Deo". Onder dit laatste verstaat men rechtskundige bijstand, die bij wijze van aalmoes wordt toe gediend en waarschijnlijk het Opperwezen zeer welgevallig is. In ieder geval behoefde ik m'n zegel-depót niet aan te breken, zoodat ik den knokker mijn hulp minzaam toezegde, op hoop van zegen. Die zegen kwam inderdaad. Oansch Amsterdam werd opgeschrikt door 'n £. J. VAN SCHAICK MAKELAAR Korte Jansstraat 25bli - Utrecht WONINGBUREAU ASSURANTIES TELEFOON 126 buitengewoon stoutmoedige inbraak. In het hart van de stad was 'n flonker-paleis vol juweelen, goud en zilver finaal leeggeplunderd. De daders waren 's nachts binnen geslopen, terwijl op eenige meters afstand 'n vreedzame koddebeyer heen en weer kuierde. Bij 't verlaten van het huis schrokken zoowel de agent als de inbrekers hevig en zetten het allen op een loopen, hetzij tot eer van den rustbewaarder gezegd, in dezelfde richting. Ook andere agenten begonnen mee te loopen, maar de inbrekers hadden den kop" en behielden dien. De vervolgers keerden bezweet tot de plaats des misdrijfs terug en mochten daar het het genoegen smaken buiten het gebruikelijke, onwelriekende souvenir, niets van waarde meer aan te treffen. Er was voor eenige tonnen ge stolen en mijn stadgenooten, waarvan de meeste sportief zijn aangelegd, vonden het een kostelijken kraak". Ieder spoor van de daders bleef uit. Zelfs de politie-honden die er zich in moeilijke gevallen van afmaken door óf bij 'n rivier óf bij 'n station het bijltje er bij neer te leggen, waardoor het duidelijk is dat de daders of per boot of per trein vertrokken zijn, wisten in dit geval niet anders te doen dan weemoedig een poot te lichten, zonder meer. Iedereen sprak opgetogen over den recordkraak bij Vergoor. De tonnen werden tot millioenen. De firma liet lijsten publiceeren met de gestolen voorwerpen en 's avonds werden die in den huiselijken kring triomphantelijk voorgelezen, waarbij de oogen even groot en schitterend werden als de verdwenen sieraden. De firma kon plot "W> SLUWE L.OUTJE seling alle concurrentie het hoofd bieden, want elk van haar artikelen droeg iets van den stralen krans der geweldige gebeurtenis en men verdrong zich voor de geheel ledige en O, wijze kennis van het vulgus! ledig blijvende winkelkasten. Ook de verzekeringmaatschappij De Phoenix", bij welke de firma Vergoor verzekerd was, rees uit de asch der vergetelheid glorierijk omhoog in het licht der publieke belangstelling en zag haar schade door een zoo fameuse reclame meer dan gedekt. De heldhaftige aangezichten der heelhuids aan de achtervolging ontkomen agenten prijkten in dagbladen en illustraties. Iedereen beleefde plezier van de verdwenen juweelen en heimelijk droeg men den onbekenden daders geen kwaad hart toe. Integendeel, het waren sportfiguren van diepgaande populariteit. Men verlang de met ze kennis te maken. Datzelfde verlangen koesterde de Justitie ook en haar hartewensch werd vervuld. Ook in deze zaak had de verrader niet geslapen. De politie kreeg alles behoorlijk fijngekauwd opgedischt en had maar te slikken. Zij slikte nog niet dadelijk, volgde eerst sluipend de van geen gevaar bewuste roovers, verspiedde weken lang hun gangen en gedragingen om ten slotte, toen het bewijs overstelpend was, de heeren stuk voor stuk in te rekenen. De bijzonderheden die toen aan het licht kwamen behoorden tot de romantiek van den ouden Dumas. Hoofdpersoon was een zekere Kolkmeijer, onder zijn kornuiten bekend als De Koning van den Zeedijk". Met hem waren gegrepen Stopper, op het oorlogspad be rucht als sluwe Loutje" en een oud-gediende, 'n vijftiger die de helft van z'n leven in het gevang had versleten en meende niet beter het opvoedende EEN OUD GEDIENDE cellulaire systeem te kunnen verheerlijken dan door een welwillende en vakkundige medewerking aan de onderneming zijner jeugdige confrères. De Koning" had het waagstuk uitgedacht en de leiding genomen.Hij was een gezet, vierkant kereltje met het uiterlijk van een gemoedelijk buitenmannetje, glimmende, glad-geschoren wangen en 'n wilsneus, krom en vastberaden. Z'n buurtgenooten erkenden z'n meerderheid, geestelijk en lichamelijk. Hij sprak niet veel, maar bij rumoerige kijf partijen kon zijn zelfbewust schamper oordeel het vuur dooven en desnoods grepen z'n korte felle mokers in en dan was 't heelemaal gauw afgeloopen, want Kolkmeyer was onversaagd en sloeg vlug en hard. Men wist op de Dijk al weken van te voren dat er iets bijzonders op til was. Ernstig en geheim zinnig zag men den Koning" raadplegen met z'n sombere kornuiten. Er broeide iets; de jongens waren ook alweer zoo lang thuis" ! Toen in de krant de lef-kraak" bij Vergoor vermeld stond, wist ieder dat De Koning" de dader was, ook al stond hij 's avonds dood-leuk z'n pijpje te rooken met 'n gezicht van vraag me niks, want ik weet niks !" Eenige weken later ging de Koning" trouwen met 'n hupsen ding van even zeventien. De heele Dijk was uitgenoodigd en de bruiloft had plaats in een ruime zaal waar anders 'n vakvereeniging haar vergaderingen hield. De Koning" vierde feest. Er werd gedronken en gedanst. De inge wijden gaven elkaar een veelbeteekenend oogje. Het kon er af. Toen de stemming hoog liep werden er zoo tusschen vinger en duim kleine glinsterdingetjesweggewiptornweer schielijk in de vestzak te verdwijnen. Het was bijna geen geheim meer. Menwenschte het bruidspaar geluk met 't huwelijk, maar daarnaast met de roemrijke gebeurtenis die het mogelijk maakte de echtverbintenis op zoo luisterrijke wijze te vieren. De politie werd trouw ingelicht over het verloop van de juweelen bruiloft. Zij hield zich afzijdig tot de gasten zich moe, maar voldaan, op hunne legersteden uit strekten. Toen werd de Koning" naast zijne lieftallige Koninginne opgepakt en in de boeien gesloten, weldra gevolgd door de beide andere hoofdpersonen. Voor alle zekerheid werden de voornaamste familieleden ook meegenomen, zoodat de politie terecht kon spreken van een goede vangst. Vergeefs probeerde ze Kolkmeijer tot spreken te brengen. De bewijzen werden netjes voor 'm opgestapeld; de verrader, 'n sluwe, schichtige ex-vriend van den Koning", bezweken voor de lokduiten van de politie, werd tegenover hem gesteld en teemde vlijtig over maar bekennen" toch niks an te doen".... het heele 'm door de recherche ingeprente lesje, maar de Koning" hield voet bij stuk, mat den Judas met 'n min achtenden glimlach en ontkende alle schuld. Ook Loutje en de veteraan waren te veel mannen van het vak om door te slaan". Zoo stond de aanbrenger, de loenenaar" alleen met z'n verhaal, dat echter door tallooze onweerlegbare aanwij zingen tot in bijzonderheden werd bevestigd. (Slot volgt) CADILLAC V. 63 De leidende positie, die de C A D I L L A C steeds heeft weten te handhaven, maakt voor ieder de keus gemakkelijk, die op automobielgebied het beste wenscht te bezitten. K. LANDEWEER - UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl