De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 21 november pagina 3

21 november 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2528 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND EEN OUDERWETSCH MAN door Dr. W. VAN RAVESTEYN. DEBAT DE VLUGT?WIERDELS Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek De heer Macdonald, gewezen Eerste Minister van Groot-Brittannië, leider der Engelsche Labourparty maakte dezer dagen een reis op het Continent zooals Britsche gentlemen dat van vader op zoon al een eeuw en langer plegen te doen. De heer Macdonald, blijkbaar in de verwachting levend, dat hij het Premierschap binnen niet te langen tijd Wel opnieuw zal moeten aanvaarden, reisde niet incognito, doch liet zich behandelen als Pretendent naar het hoogste ambt in het Britsche Rijk, die hij is. En zoo heeft hij ook de gelegenheid niet verzuimd om op de wijze der vorsten, presidenten en ministers van tijd tot tijd den volke zijn in zichten kond te doen. Zoo heeft de massa ook nog Wat aan zoo'n pleizierreisje zelfs van een Premier in-spe. Op een hem door journalisten aangeboden dejeuner te Brussel heeft de heer Macdonald zijn hart blijkbaar ook weer eens gelucht en zich als volgt uitgelaten over dat ding, waarmee in onzen tijd zooveel wordt gesold en dat Democratie wordt genoemd. De heer Macdonald noemde zichzelf bij die gelegenheid een ouderwetsch man", want zie, hij geloofde nog aan de Democratie. Men zegt aldus de Pretendent-Premier dat de democratie verouderd is en dat in plaats van den wil des volks vaak de wil van enkelen, soms van slechts n man, d.w.z. de dictatuur, gesteld moet worden. Als men tegenwoordig de democratie verdedigt, loopt men kans voor ouder wetsch versleten te worden. Welnu ik ben een ouderwetsch man. Ik geloof nog in de geleidelijke evolutie, in de democratie, in de rede. Geenerlei wijziging is te dien opzichte gerechtvaardigd, be houdens die, Welke de kunstmatige slagboomen, die opgeworpen zijn, omverwerpt, om zich tegen de reactie te verweren". De heer Macdonald maakt inderdaad den indruk wat ouderwetsch te zijn. Het zou misschien aardig zijn van hem te ver nemen, Wat hij onder die Democratie, die hij blijkbaar bestaande acht,alsmede ondergeleidelijke evolutie, en de kunstmatige slagboomen die tegen die Democratie en die Geleidelijke Evolutie zijn opgeworpen, en die men als goed democraat wel mag omverwerpen,," brrr, wat klinkt dat revolutionair ! eigenlijk verstaat. Wij hebben zoo'n vermoeden, dat in 'sheeren Macdonald's voorstelling de kunstmatige slagboom tegen de geleidelijke en behoorlijke voortschrijding dier twee zegenrijke godinnen de wereldoorlog 1914?18 met deszelfs gevolgen is geweest. Vóór dien ging het alles zoo mooi. Ware de katastrofe van 1914 niet gekomen, dan leefden wij nu nog in het heerlijk tijdvak der democratische geleidelijk heid en der evolutionaire democratie naar 's heeren Macdonald's hart. Trouwens: in het Brit sche Rijk duurt deze aera ondanks de schokken van den wereldoorlog nog altijd voort, ja is er zelfs een ontzaglijke vooruitgang te bespeuren. Immers het is niet aan te nemen, dat de heer Macdonald l'avènement de son règne-a-lui, van zijn eigen heerschappij zij 't dat ook dit rijk weer tijdelijk is vervangen door de heerschappij der zwarte Conservatieven niet als een geweldige schrede voorwaarts op den weg der geleidelijke en evolutionnaire Democratie zou beschouwen. De heer Macdonald maakt met dit alles inderdaad een beetje ouderwetschen indruk. Niet alleen ten opzichte van de Communisten, de Fascisten en andere door hem zoo verfoeide aanbidders van de dictatuur, maar ook vergeleken met eenige van zijn beroemdste landgenooten. Een wereldbe roemd Britsch schrijver als Wells bijv., al is hij noch Communist, noch Fascist, noch voorstander van eenige dictatuur, toonde reeds vóór den grooten oorlog met de noodige duidelijkheid, dat GrootBrittanniëgeen democratie" hoe men dit begrip ook moge vervagen en uitrekken maar een plutocratie is, een staat, Waar een kleine groep van zeer rijken en machtigen over een onmetelijke massa politiek en economisch afhankelijken heerscht. Van de Ver. Staten van Noord-Amerika was reeds vóór den oorlog door heel een reeks onderzoekers aangetoond, dat hetzelfde in nog sterkere mate, onbedekter, onbeschaamder geldt. Na den oorlog heeft zelfs een man als de pas afgetreden Fransche Minister van Financiën aanaangetoond, dat het met Frankrijk, om van het Duitsche Rijk maar te zwijgen, precies eender, zij 't dan ook weer in eenigszins andere vormen, gesteld is. En vóór den oorlog heerschten in Frank rijk op de meest onbeperkte wijze reeds de groote financieele machten waartegen toen een Lysis te velde trok. Zou den heer Macdonald werkelijk alles van deze beschouwingen verborgen zijn gebleven? Of, heeft hij ze bij geval weerlegd? Het is ons niet bekend. Zeker heeft hij dat in zijn jongste tafelrede niet gedaan. En zoo mag men inderdaad van den MATCH NUL heer Macdonald, maar niet met glimlachende ironie, doch in vollen ernst, wel zeggen, dat hij hopeloos ouderwetsch is, zoo ouderwetsch als een bekrompen vrouw uit de Victoriaansche aera met haar geloof in de gestelde machten van kerk, staat en fatsoen, vergeleken met een waarlijk moderne heldin van b.v. een van Wells' jongste boeken. Hopeloos ouderwetsch, en zoo weinig in staat om de huidige wereld zelfs maar werkelijk te zien als, bij wijze van spreken, een Anglicaansche dominee van de high Church. Het is dan ook voor den heer Macdonald te hopen, dat zijn terugkeer tot het Hoogste ambt niet te lang op zich moge laten wachten. Want iedere dag, die er voorbij gaat, vergroot om, zoo te zeggen den afstand, die er tusschen hem en zijn partij reeds nu bestaat. Niet zijn geheele partij, bedoelen wij natuurlijk. Maar een steeds groeiend en in invloed toenemend deel ervan, dat waarlijk niet alleen bestaat uit de betrekkelijk weinige Communisten, die er een rol spelen en die er blijven ondanks het op het jongste Congres der La bon r Party genomen besluit om geen verdere Commu nisten toe te laten. Wie het nog niet wist uit de arbeiderspers, Britsche zoowel als continentale, communistische zoowel als niet-communistische, heeft het dezer dagen nog in een uitmuntend artikel van den Londenschen correspondent der V. R. Ct. kunnen lezen, hoe snel het zoogen, extremisme in de Britsche Labour Party veld vindt. Dat extremisme, dat o.a. er zit natuurlijk meer achter maar dat o..a een heel normale en ge zonde reactie van den Britschen commensense is op de inderdaad langzamerhand wel wat al te zotte en prutserige, lichtelijk victoriaansch aan doen de frase s van den uitmuntenden Christen, maar heelemaal geen socialist, die Macdonald is, om van andere grootheden der Labour party maar te zwijgen. Een diepe strooming sleept de Britsche arbeiders klasse mee naar wat nu extremisme wordt genoemd, wat vóór en gedurende den oorlog reeds met andere namen Werd bestempeld. Een strooming naar radicalisme, die au fond, niets anders is dan een bekeering op groote schaal tot het inzicht, dat er in het kapitalisme geen kruid is gewassen ti.'g n de euvelen van het stelsel. Die ideologie als men ze zoo noemen wil leidde reeds in 1911 en '12 tot de geweldige arbeidersbewegingen dier dagen, waarvan althans ne, de mijnwerkers staking, Engeland bijna op den rand der sociale Revolutie bracht. De oorlog heeft dat proces Wel tijdelijk onder broken maar het niet gestuit. Integendeel: het is na den oorlog krachtiger geworden. Daarentegen zijn mannen als Macdonald, Henderson, Clynes en zooveel anderen het omgekeerde van radicaler geworden. Die radicaliseering der Britsche arbeiders massa's is, met de bewegingen in hèt Verre en Nabije Oosten, wel het belangrijkste symptoom van onzen tijd. SMAAKVOLLE NUTTiGE GESCHENKEN KUSSENS - THEE MUTSEN - KLEEDJES KLEINE MEUBELEN AARDEWERK Zeker in de arbeidersbeweging. En wat, dunkt ons iederen Nederlander treffen moet, wanneer hij tracht zich rekenschap van deze ontwikkeling en haar bcteekenis te geven, is het groote verschil, dat in dit opzicht is waar te nemen tusschen Engeland en ons land, landen, overigens wat volkskarakter en levenswijze betreffend, meer elkaar gelijk dan andere Westeuropeesche. Men behoeft maar even te bedenken, dat b.v. op het jongste demonstratieve congres, dat S.D.A.P. en N.V.V. hier te samen in Den Haag hielden en waaraan zij de grootsche Troelstra-hulde ver bonden, geen stem, zelfs geen spoor was waar te nemen van wat men in Engeland het extremisme noemt, om het geweldige onderscheid in ontwik keling met de handen te tasten. Het zuivere even beeld van Macdonald in Engeland is ten onzent Troelstra. Troelstra echter, men weet het, heeft sinds jaar en dag zijn hart evenzeer aan de demo cratie en het parlementarisine verpand als zijn Britsche vrienden partijgenoot. En Troelstra g< ld, terecht, altijd nog als een man met een tikje radicaler neigingen of althans temperament dan een Schaper, een Vliegen en een Albarda, zijn jongeren parlementairen opvolger. In de Nederiandsche vakbeweging van het N.V.V. echter is het van 't zelfde laken een pak. Een Stenhuis isgeen haar radicaler dan een Oudegeest en de eenige bekende figuur, die het Wel is, Fimmen, staat practisch buiten de Hollandsche arbeidersbeweging. Maar wij zouden den goeden Macdonald met dit alles haast vergeten, Nog eens: laat ons voor hem en voor ons hopen, dat hij spoedig weer aan 't bewind komt. Anders kou het Wel eens te laat zijn. K/ederl. Munt Holland» boa te 1O cents mlgamr

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl