De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 21 november pagina 7

21 november 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

flo. 2528 DE GROENE; AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAERELS' Maublleering-Ml). AMSTERDAM QO Hl PLET E MEUBILEERING BETIMMERINGEN ftokin 128 - Tel. 44541 NAAR MAAT Fr. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 - Amsterdam MET VACANT1E Oh, man, wat was dat een werk om dien koffer dicht te krijgen, ik heb er hoofdpijn van. Geef me gauw een paar Togal-tabletten." ,,Togal? alle menschen, die zitten onder in den ko]']'er." VAN SCHAICK's METTBELTRANSPO RT-MY BERGPLAATSEN VAN INBOEDELS BINNEN- EN BUITENLANDSGHE TRANSPORTEN OVERBRENGEN van MEUBILAIR ook per AUTO-TAPISSIÈRE BOOTHSTRAAT, UTRECHT. TEL 163 501 CONDUITE-INTÉRIEURE 4 Cylinders, 10/15 P.K., 4 Zitplaatsen, Ballonbanden, SchokbrekersUIT VOORRAAD LEVERBAAR. Zonder voorwielrem f 4600.?| Met voorwielrem f 4750. De Importeur: J.LEONARO LANG, Stadhouderskade W.A'dam.Tel 27100. I GAAT DAT ZIEN door Dr. J A c. P. T H i j s s E. jaar op jaar komen de aschgrauwe kiekendieven broeden in de duinen van onze Noordzee-eilanden, ook wel elders hier en daar maar toch nergens zoo algemeen als op Texel en Terschelling. In sommige jaren hoor je zelfs wel eens een klacht over een te veel van deze mooie roofvogels, vooral, wanneer ze getrouw aan hun naam, eens werkelijke hoenderkiekens of eendekuikens rooven. Er gaat zelfs een verhaal, dat in zoo'n geval de beroofde boer den rijksveldwachter te hulp riep en dat deze, in onbekendheid met de vogelwet, eigen handig den vogel neerlegde". Het is nog maar al te zeer een ingeworteld geloof, dat al wat roofvogel" is moet worden uitgeroeid." Gelukkig echter nemen hun vrienden in aantal toe. Nu havik en buizerd al zeldzamer en zeld zamer worden, tellen de kiekendieven mee onder de grootste van onze roofvogels, de bruine in de moe rassen, de aschgrauwe op de hei en in de duinen. Wanneer je in het voorjaar op Texel een paar mooie roofvogels hoog in de lucht hun prachtige kringen ziet beschrijven onder schel en vroolijk gefluit, dan zijn dat wel kiekendieven. In het bijzonder broeden ze graag in de uitgestrekte duinvlakken in het Zuiden en Zuidwesten van het eiland en vijf-en-dertig-jaar geleden, toen er van bebossching nog geen sprake was, lagen er altijd wel twee of drie kiekendiefnesten in de groote heidevelden van de Mient, die zich destijds langs den duinvoet uitstrekten van de Nederlanden tot achter Den Hoorn. Dat is nu haast allemaal bosch en grasland geworden en waar eertijds de wulpen en de kiekendieven huisden broedt thans al een enkel nachtegalenpaar. Maar in het afgelegen duin, daar is gelukkig nog plaats voor mooie roofvogels. Daar groeit op menige plaats de struikhei nog meterhoog, de kruipwilg groeit er in groote verscheidenheid, in de beschutting van jeneverbessen schieten de duinroosjes er op in struikvorm en op de voch tige plekken vindt ge ook nog wel vrij uitge strekte veldjes van de hooge, stekelige galigaan (Cladium mariscus). Duindoorn en gagel, die eigenlijk elkander uitsluiten, groeien hier vaak naast en door elkaar. In al die dichte en hooge struweelen hebt ge kans een kiekendiefnest te vinden, soms is de galigaan het meest in trek, soms de kruipwilg. In dit jaar zijn wij van het leven en bedrijf dezer kiekendieven weer heel wat nieuws te weten gekomen, dank zij het talent en de toewijding van onzen grooten vogelvriend A. Burdet. Hij heeft vier weken lang telkens een paar dagen doorgebracht bij het nest en kinematografische opnamen gemaakt van alles wat er van belang gebeurde. Zoo hebben wij dan de natuurlijke historie van de Aschgrauwe Kiekendicf gedurende den broedtijd en de opvoeding der jongen geheel in beeld, het bewegende beeld. Hiermee heeft Burdet een stuk werk geleverd, dat waard is om genoemd te worden naast het werk van Heatherly over de Slechtvalk. Heatherly en zijn vrienden Wijfje van de Aschgrauwe Kiekendief bij haar nest met pas geboren jongen (Foto A. Burtlet) hebben, ik meen bij Landsend, de heele broedgeschiedenis van de slechtvalk geobserveerd door dag en nacht te vertoeven in een schuiltentje vlak bij het nest. Ze waren met hun zessen en losten elkander geregeld af. Burdet deed het op zijn eentje, maar door een rationeele indeeling van zijn waarnemingstijd kreeg hij minstens even veel te zien als de zes slechtvalk-heeren en hij overtreft hen verre door zijn buitengewone film-opnamen. Bij de slechtvalk doet het mannetje het huishouden en het wijfje gaat op jacht. Dat is bij de kiekendieven net andersom; de man komt maar zelden op het nest. Burdet trof hem er slechts eenmaal, dat was toen het vijfde ei uitkwam. De rest van den tijd was hij op jacht en dan kwam hij met zijn prooi boven het nest zweven, roepend en fluitend. Het wijfje vloog hem dan tegemoet om de prooi in ontvangst te nemen. Die distribueert zij dan onder de kleintjes. Als die wat grooter worden, zoo tegen de derde week, dan ontwikkelt zich een merkwaardige tafel-étiquette, die we van andere roofvogels niet kennen. In den regel gaat het er een beetje ruw toe. In het slechtvalkengezin schijnt niet veel orde te heerschen en als vader voert, dan verdringen de jongen elkaar en ieder grist weg Wat hij krijgen kan. Mama-kiekendief denkt daar anders over; zij is een strenge opvoedster. In de eerste week laat zij niet toe, dat een jong het nest verlaat en als er een soms wat te dicht bij den rand komt, dan pakt ze hem in zijn nek en zet hem Weer op zijn plaats. Burdet heeft dat heel mooi gefilmd. Maar veel mooier is nog, wat er te zien komt als de jongen al zoo ver zijn dat ze pennen hebben en flink kunnen roiidloopen. De man heeft voorraad gebracht en het wijfje gaat aan het uitdeden. De jongen kijken tamelijk bedaard toe, geen kwestie van opdringen of weggrissen. Nummer een krijgt zijn deel, verorbert het behoorlijk en dan, ja, dan stapt hij kalmpjes op zij, netjes achter zijn moeder heen en wandelt weg naar een donker poortje links van 't eigenlijke nest. Als hij door dat poortje verdwijnt heeft nummer twee inmiddels ook zijn bekomst gekregen en kuiert langs denzelfdcn weg ook naar het poortje. Zoo verdwijnen ze n voor n, alle vijf, met haast automatische gelijkheid van beweging. Als de laatste verdwenen is kijkt de oude vogel ze nog even na en gaat dan haar maaltijd doen met de restjes. Dat poortje leidt naar een tweede nest, een bij-nest of rust-nest, of liever nog een digereer-vertrek. Op de film maakt het heele geval een zeer komischen indruk, vooral ook door de langbeenigheid' van die jonge vogels, die er ook nog geen noemenswaardige staart op nahouden. In een week kan dat weer sterk ver anderen, in het slot van de film treffen we ze aan met kolossale vleugels en groote dreigende bekken. De Haarlemmers hebben gisteren de primeur van de film gehad. Den 28sten November wordt hij ook te Amsterdam vertoond en wel door Burdet zelf in de Fransche kerk op de Keizers gracht. Ik mag dat hier wel vertellen, want het geschiedt voor een liefdadig doei en wel ten voordeele van de Nederlandsche verpleegden te Davos. Kaarten voor die vertooning kunt ge, veel te goedkoop, voor n gulden krijgen bij de firma Merkelbach op het Damrak. Behalve de levensge schiedenis van den kiekendief, bevat deze film nog het bewonderenswaardig vertoon van de ele gante kluten in het bloemrijk hooiland van Waal?n-Burg; zeer wonderlijke defensieve be wegingen van den nachtzwaluw en andere nog nooit vertoonde episoden uit het vogelleven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl