De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 28 november pagina 11

28 november 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2529 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND JURKJES VOOR DEN WINTER Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door Nora Schnitzler UIT EEN JONGE REPUBLIEK door HENRIËTTE SNOEK II Wij zijn in Finland ongeveer 13 uurssporensvan Helsingfors op het landgoed Rauhala" (= Vredehof) dat aan eene tante mijner jonge gastvrouw toebehoort. Wij stapten uit aan het station Jaakkima, waar de auto voor ons klaar stond, en de chauffeur, voor geen kleinigheid vervaard, ons in minder dan geen tijd heuvel óp heuvel af naar het 6 K.M. verder gelegen goed bracht. Nu wil ik even vertellen waar Rauhala" eigenlijk ligt, want ik zou niet durven zeggen of Jaakkima of Rauhala op een atlas van Bos te vinden zijn. Daar, waar het Ladogameer in het Noorden den diepsten inham in het land maakt, ligt Rauhala en achter het huis op een grasveld midden in het park, wordt bij goed weer aan den hoogen vlaggemast de Finsche vlag, (het lichtblauwe kruis op een wit veld)geheschen, die van het meer af zicht baar is. De gastvrouw kwam ons op het bordes verwel komen en ons werd boven een kamer aangewezen waar we ons konden verfrisschen; langs den muur aan de trap evenals langs de trapleuning, hingen geprepareerde huiden van vossen, beren enz. een opgezette uil zat op den kolom onderaan, een wilde gans op de portaalkolom en boven de boven ste trede zweefde aan een ijzerdraad een geweldige roofvogel, wiens uitgespreide vleugels de gansche breedte van de trap overspanden. Even wennen !! De overleden landheer schijnt niet onfortuinlijk te zijn geweest als hij ter jacht ging ! Beneden gekomen, maakten we kennis met de andere gasten en werden in de eetkamer verzocht, waar de tafel met zes brandende kaarsen op zilve ren kandelaars prijkte. Feestelijk, vond ik.... maar de electrische lei ding was defect vertelde men mij. Keurig damast ziet men hier overal in Finland; de patronen veel minder streng gestyleerd naar bloem- en plantmotieven dan bij ons. Tevens keurige kleedjes, mooi handwerk. Op het onderste bord lag een, ik zou zeggen vingerkomkleedje van teneriffewerk opdat het soepbord, de glazen roomkom of de andere borden niet schuiven en het fijne servies niet kon worden beschadigd. Dien dag kregen we zure room vooraf en men strooit er suiker en beschuit in met wat kaneel gemengd. Toen werd er iets rondgediend Waar ik geen raad op Wist en wel doperwten in den dop, 't steeltje er aan! Men kreeg een eierdopje met gesmolten boter er in, op het bord en nu werd mij verteld dat ik eenvoudig mijn vingers moest gebruiken ! Men pakt het steeltje beet, doopt den dop in de boter, dopt de erwtjes in den mond en legt de leege doppen op het bord. Eigenaardig vond ik het, maar het smaakte heerlijk. Er zijn ook soorten erwtcn die gewoon gedopt op tafel komen. Verder was er nog gerookt rendiervleesch te genieten; het is niet onsmakelijk vind ik. Het verdere menu, be halve dat de tafel rijkelijk voorzien was, le verde niets buitengewoons. Allén nog Kalja", het eigengebrouWen bier en eigen gebakken heerlijk tarwebrood. Na tafel Werd koffie gedronken in een belen dend salon. Rondom een ouderwetsche groote tafel in het midden van het vertrek stonden verscheiden stoelen en meer dan de helft waren schommelstoelen. Ik heb wel zóó gemanoeuvreerd dat ik in een gewonen stoel kon zitten ! Gezien het feit dat men in dit land in alle huizen en in alle kamers schommelstoelen vindt tot tweepersoons-jutneauxen dos a dos modellen toe, zijn de Finnen dol op dat geschommel. Ik herinner mij dat in hetzelfde vertrek eenige dagen later Dr. p/n'/. Telda Hultin van het Bureau voor de Statistiek in Helsingfors en lid van den Rijksdag, lustig zat te schommelen toen ze mij op mijn verzoek een en ander vertelde van de positie der vrouwen in de Staatsbedrijven. Juist zou er in September dienaangaande een wets voorstel worden ingediend en Dr. Hultin zegde mij (steeds schommelend) een exemplaar van de Finsche Handelingen" toe. Er was geen parket- maar een gewone ongescnilderde houten vloer in deze kamer, "nier en daar lagen karpetten, waaronder een p;ar gewone inheemsche (d.i. uit Karelië) geweven paardcdekcns of dekens die men in de sleden gebruikt. Uit koehaar gemaakt, de hoofdkleuren zwart en rood, waren er nog primitieve borduursels op aangebracnt met zwvrt, rood, geel engroen,een soort byompjes. In het midden waren de banen, onzichtbaar haast, Het eerste jurkje van links af is het aardigst, wanneer het wordt gemaakt van goudbruin of zwart fluweel en shantung met een kleurig pa troontje bedrukt. Het tweede jurkje van zacht getinte wollen crêpe heett ter versiering een wit organdi kraagje en veststukje met kleine parelmoeren knoopjes. Heerlijk warm is het wollen jongensjasje dat op zij sluit met een breeden, vroolijk "gekleurden rand, van borduurwerk. Het volgende is een uitgaansjurkje voor de vele kinderfeestjes, die de winter met zich brengt. Matblauwe tafzijde en rose- en zilverroosjes vor men een lief geheel. Het laatste jurkje is een speeljurkje Van i'lanel, Waarvan het bovenstuk en de mouwen met den kruissteek zijn bewerkt. aan elkair gezet. Gaarne had ik een dergelijke paardjdeken rnedegcnom:n, de gastvrouw irformeerde bij de vervaardigster, die slecnts een liep) groot exemplaar klaar had, hetgeen ik wat te groot vond om er zulk een lange reis mede te makm. Bovendien kcstt? het groote exemplaar 600 Fin sche marken, ae mark op G J a 7 cent gerekend, ongeveer 40 gplden; tamelijk prijzig voor ^en koehaar karpet." Gedurende ons verblijf op het landgoed was het Caialicrsliuiii, villa Dona" ter onzer beschikking gesteld. Het sierlijke witte huis, van hout natuur lijk, met de nooit ontbrekende brandladder tegen het dak, ligt een paar minuten verder, wat dichter naar het meer toe en heeft telefonische verbinding met het Huis". Vóór het bordes waren dennetakken gestrooid en er hangt een hoefijzer boven de deur. In de hall, waar ook een tot het plafond reikendekachel staat, zijn bij wijze van gordijnen, roode vischnetten gedrapeerd. Slechts de sparren en dennen, onze buren, kunnen naar binnen zien; men hoort hier slechts de stilte ! Langs de maanverlichte paden om den vlaggestok, bracht men ons 's avonds naar onze villa en we moesten zeggen hoe laat wij de morgenkoffie wenschten. Onze vermoeidheid in aanmerking genomen, noemde ik een nette tijd dacht nog even dat slechts in een land 12 maal grooter dan het onze en bovendien zoo dun bevolkt, een derge lijk groot grondbezit mogelijk is en sliep tot den volgenden morgen. OVER BOEKEN EN TIJD SCHRIFTEN Roodkapje, Doornroosje, Assc/iepoes. Platen en tekst van Rie Cramer. Uitg. W. de Haan Utrecht. Drie heel mooie kinderboekjes: Wat zijn de teekeningen van Rie Cramer toch altijd innig en fijn gevoelig. Een genot ze te zien. Bij deze boekjes maken ze natuurlijk den hoofdschotel uit, de sprookjes zijn bekend. Fleurige versjes en Vroolijke rijmpjes niet versjes van P. J. Cohen de Vries en platen van Rie Cramer (Uitg. W. de Haan, Utrecht). Ook mooie, genoegelijke illustraties, thans kindergevallen. De kinderlijke begeleidende versjes, doen gevoelen hoe goed mevr. Cohen de Vries het kinderbegrip wist te treffen en hoe haar dood voor het kind te betreuren is. De Meiclub uit kampeeren, door Tine BrinkgreveWicherink. Geïll. door Netty Heyligers. Uitg. van Holkema en Warendorf, Amsterdam. Een prettig meisjesboek, gezellig geschreven met goed getypeerde karakterteekening. Netty Heyligers is hier bijzonder op dreef geweest. Welkeen gezondfrissche jonge meisjes uitbeelding. Meiregen. Een bundel kinderverzen door Margo t Vos. Prenten van Rauul Hynckes. Uitg. Em. Querido Amsterdam. Zijn deze verzen niet iets te fijngevoelig voor het jonge kind? Zijn ze wellicht daardoor niet geheel in denkindertoon? Zal hèt kind er de zangerige, parelende cadans van gevoe len ...? Meer dan bij andere kinderverzen van onzen tegenwoordigen tijd zullen hier de voordracht en buiging der stem bij 't voorlezen van invloed op 't begrip van den kleinen luisteraar zijn. Margot Vos geeft in dit bundeltje meest natuur-stemmings stukjes, waarin zij de fantasie van het sprookje weeft. De frissche kleurteekeningen van Raoul Hynckes staan er ietwat onevenwichtig naast. Hij toch geeft in moderne prentkunst de werke lijkheid zooals het kind deze ziet bij zijn speelgoed. De schatten van den ouden slotheer, door Jan. Wagenaar. eïllustr. door W. Heskes. Uitg. W. de Haan, Utrecht. Een jongensboek in den goeden zin. Prettige verhaaltrant. De platen zijn mat, we hebben wel beter werk van Heskes gezien. Bram Bliek op kostschool, door Drs. D. J Polak Teekeningen van J. H. Lutz. Uitg. Valkhoff en Co Amersfoort. Nou Weet ik waarlijk niet meer, wat ik met die jongen beginnen moet, zei mijnheer Jonas Bliek tot zijn betere helft". Meer behoeven wij niet aan dit begin van 't boek toe te voegen. De titel doet begrijpen welk een koddig echt jongcnsverhaal er volgt over allerlei gebeurlijkheden op een kostschool met Nappie, Kruimeltje, Buikie, de Bibber en andere vrienden. Bijzonder geestig en raak zijn de illustraties van J. H. Lutz. De kristallen trap, door W. Rank. Geïllustreerd door Ella Riemersrna. Uitg. Valkhoff en Co., Amersfoort. Een sprookje vlot en boeiend ge schreven. De platen van Ella Ricmersma zijn met de vlakke kleurtinten goed in Oosterschen sfeer. Vooral de plaat tegenover het titelblad is knap geteekend. Een Verzorgde uitgave ! Het /mis op 't duin, door Ella Vernor Teekeningen van A. Broeckman-Klinkhamer. Uitg. Valkhoff en Co. Amersfoort. Een meisjesboek dat zich prettig laat lezen. Een meisjesleven, dat eindigt in een naar wij hopen gelukkig huwelijk. Het zoontje van den directeur, door J. Treffers. Teekeningen van Is van Mens. Uitg. Valkhoff en Co. Amersfoort, 't Is lastig voor Frank Gevers om als zoon van den directeur tegenover je vrien den, klasgenooten, te staan. De verwikkelingen waartoe dit aanleiding kan geven, zijn in het boek in levendigen verhaaltrant weergegeven. Een goed jongensboek. E. M. R. Wie YOGHURT van OUD BUSSEM eet, wordt oud, maar blijft jong, Kerkstraat 187. Tel. 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl