De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 28 november pagina 17

28 november 1925 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2529 GROENE AMSfERÖAMMER,|WEEKBLAÖVÖORJNEDERLANd 17 HÖDFB5W) DE WENSCHELIJKHEID VAN EEN BALLETTROEP VOOR DE MODERNE MUZIEK De oude tijd was niet voor niets zoo verzot op het ballet en men maakte niet voor niets revolutie om een opera, waarin een ballet dorst te ont breken. De verveling van eenige uren zware mu ziek werd er door verbroken en de actie, die moeilijk en zwaar over de planken scheen te gaan, scheen hier eindelijk sylphiden-vleugels te hebben gekregen en er was een uitbundige vitaliteit van de beenen en de lichamen te zien, die goed deed en ons in een lichtere, bewegelijke wereld voerde. Maar het ballet bleef pantomime en het opera ballet kijkspel. Het ballet heette een lichtere kunstsoort en haar muziek amusementsmuziek. Het moderne ballet is het niet meer. Het ballet van Faust kon het nog zijn, maar Strawinsky's ballet Le sacre du printemps" kan men wel moeilijk tot de lichtere muziek rekenen. En sinds dien is het ballet gegroeid tot een muziekdramatischen vorm zoo goed als de opera er een was. Het is thans een niet meer te ontkennen feit, dat het muzikale ballet zich tot een nieuwe uitingsvorm voor de moderne muziek heeft ge consolideerd, dat de moderne componisten er een terrein gevonden hebben, waarin zij een nauw samengaan van muziek en tooneel tot een groot architectonisch geheel kunnen bewerkstelligen. Het besef van de choreografische wetten van het ballet heeft ook de muziek haar vroegere apart heid" laten verliezen. Op de vroegere muziek danste men, zonder ander verband dan de muzi kale stemmingen, de tegenwoordige balltt-muziek heeft geheel het rythmisch dynamisch karakter van den dans zelf in zich opgtnomen. Het orkest is een dansorkest geworden, zooals de jaszband een dansorkest is (waarvan het trouwens veel heeft geleerd, speciaal wat betreft de waarde der slaginstrumenten als aanvurende motor). Een goede dansmuziek kan nooit haar afkomst uit het primitieve tamtam der volksdansen verloo chenen, d.w.z. kan nooit het motorisch bezielend aandeel der rythme-instrumenten als basis voor haar effecten geheel ontkennen. Maar het rythme is tevens het bindingsmiddel, dat muziek en too neel tot n geheel vermag te brengen en is de grondslag waarop de jonge componisten het ballet hebben vermogen op te bouwen tot een geheel van wetmatigheid en evenwicht, zooals met de lyrische kunst-vorm van de opera nooit wel mogelijk is gebleken, daar deze nimmer tot een tevens zuivere muzikale vorm was te herleiden; wat het ballet wel toeliet, in het rythme een muzikaal evenwicht vindend. Strawinsky is de eerste geweest, die uit het ballet een groot architectonisch geheel heeft geschapen. Toch zijn zijn vindingen zuiver door den eigen tijd geïnspireerd en daarom vermochten zij zulk een groote anklang" te wekken bij de jonge componisten van vrijwel alle landen, die tevergeefs uit de impasse der sedert Wagner over haar hoogtepunt heen zijnde opera trachtten te komen. De goede balletmuziek is niet meer allén mu ziek, al blijkt zij, in de concertzaal uitgevoerd, ook zuiver muzikaal te kunnen beoordeeld worden. Zij is deel van de groote bewegingssymphonie, die uit n middelpunt werd geboren, het choresgraphisch centrum, dat als een der eerste wetten in de nieuwe aesthetiek van het muzikale ballet geldt. De scène is dus niet meer een soort bege leiding op het tooneei. Zij blijft ingeschakeld en de muziek volbrengt haar cristallisatie in het scènebeeld. Men kan evenmin een opera alleen uitsluitend als oratorium laten uitvoeren. Er ont breekt toch altijd iets aan ten slotte. Men behoort'daarom thans ook het feit onder oogen te zien, dat wij in Nederland nooit in staat zullen zijn om met het muziekdramatisch streven van onzen tijd goed vertrouwd te raken, indien wij niet zelf het materiaal tot uitvoering der moderne muziekdramatische werken kunnen leve ren. En nu het muzikale ballet als vorm in zich de muziek-dramatische aspiraties der moderne componisten tot verwezenlijking schijnt te brengen, vraagt het voor zijn choreographische eischen een geschoolde ballettroep, die aan deze eischen kan voldoen. Doch de leiders van zulk een ballet troep hebben in te zien, dat het vroegere opera ballet zich heeft op te offeren aan het groote ensemble, dat muziek en dans te /amen behooren te vormen. De gymnastisch-acrobatische disci pline van vroeger zal moeten terugkeeren en a! zullen wij niet meer in gazen rokjes volmaakt op de teenen zien staan en op de maat de beenen over en weer zien gooien, de bedrevenheid om op de teenen te kunnen staan en als een troep revue-girls en compagnie precies in de maat de beenen over en weer te kunnen gooien, behoort de onderlaag van dit choreographisch kunnen te blijven uitmaken. De ensemble-dans, de dans groep, behoort weer in de plaats te treden van het tegenwoordige zgn. individueel dansen, dat niet veel anders is dan een pantomime-gedoe vol rede loos figureeren en poseeren en kruip-door-sluipdoor spelen met elkaar, zonder Werkelijke eenheid, zonder werkelijke stijl. Zou het niet eens tijd worden zulk een goede ballettroep te gaan vormen uit de danseressen, begaafd met levendigheid en vaart, die nu nutte loos haar krachten verspillen in een individueel en niet overtuigend gevoelsuitbeelden" der muziek? Het Russische ballet, het Zweedsche ballet be zitten een beroemden naam, die zij zich echter eerst door een grondige discipline hebben kunnen verwerven, en nog steeds wint het Russisch ballet het van het Zweedsche door de oude dans-cultuur, die er aan zijn arbeid ten grondslag ligt. Er zou dus in Holland zeker niet veel langer gewacht behooren te worden. CONSTANT VAN WESSEM TOEGEPASTE KUNST door OTTO VAN TUSSENBROEK Het industrieel uitgevoerde Meubel In de bekende serie de Toegepaste kunsten in Nederland" (uitgave W. L. & J. Brusse's uitgevers Mij. R'dam) is verschenen het Industrieel uit gevoerde Meubel" door Arnold H. Jansen, die daarin een ongetwijfeld zeer belangrijk onder deel behandelt hetwelk in dezen tijd de algemeene belangstelling verwaard is. Wil immers de nijverheidskunst in de toekomst meer voor de groote menigte bereikbaar zijn, dan zal naast het uitteraard kostbare kunstontwerp, uit louter handarbeid geboren (het z.g. unicum") weer eene plaats moeten worden ingeruimd aan dingen, bij welker vervaardiging de machtige machine ter hulp komt in toepassing van massaen seriewerk in de beste beteekenis. Een der onderdeelen hiervan, welke het eerst aan de orde komen, is het industrieel uitgevoerde meubel. De serieproductie", aldus de auteur, past in de bestaande verhoudingen en h^eft daarom een groote kans van slagen. Aan de in dustrie staat thans de verdere bewerking van dit ruime arbeidsveld, aan welks ontginning reeds jaren goedwillenden belangloos hebben geholpen en nog steeds bereid zijn te helpen." Die kans van slagen wordt in hooge mate be vorderd door het verblijdende feit, dat er hoe langer hoe meer vraag groeit naar minder kostbare meubelen, waarvan het ontwerp door kunstenaren is gemaakt. Ook het z.g. volksmeubel" behoort hiertoe, waarvan de heer Jansen (doorkneed in het vak dat hij behandelt!) zoo aardig, typeerend, zegt: ,,/s nu het volksmeubel de arme nazaat van wel gestelde voorouders, het kan evengoed zijn de waardige stamhouder, in \vien de goede eigenschappen van een voorgeslacht vereenigd zijn." Het kan niet anders dan de meubelkunst in het algemeen en het aesthetisch uitgevoerd meubel in Holland ten goede komen, dat verscheidene knappe kunstenaren (vooral architecten als kunstnijveren) zich daarvoor warm maken en vooral ook het feit dat een man als Penaal (wiens naam immers den klank heeft van een wachtwoord voor alles wat wilskracht en beginselvastheid betreft, die juist door de tot het uiterste door gevoerde verfijning, afwerking en verzorgdheid zijner meubelen daaraan een sterk eigen karakter van den nobelen hand-arbeid gaf) een overtuigd voorstander is van dit onderdeel der nijverheids kunst, stemt tot nadenken ! Maar ook de klaar geschreven en zaakkundige tekst en niet minder de goed geslaagde afbeel dingen zijn een bewijs te meer voor het volkomen bestaansrecht van den samengang van Kunsten Industrie en de vele nieuwe mogelijkheden welke schuil gaan in het aan de schoonheid dienstbaar stellen der machine. Batik, Bedrukte Stof en klein Ledenver k. In dezelfde serie verscheen een boekje onder bovengemelden titel, geschreven door Herman Hana. Het is altijd makkelijk leesbaar, wat Hana vlot en vlug (soms wat al te vluchtig !) t)OKTFRED:.IROESKE XANDBLAD - SIGAREN 8 enIO et. aan het geduldige papier toevertrouwt en men krijgt bij het lezen ook altijd den indruk alsof iemand, die op gelukkige wijze van den tongriem is gesneden, de sluizen zijner wel-sprekendheid (let wel, Hana, op dit streepje, scheidend en ver bindend tegelijkertijd !) open zet en... er op los stormt: Het gebied" (aldus de auteur over het onderdeel Bedrukte Stoffen) dat wij thans betre den, lezer, is verdeeld in zooveel velden en veldjes, dat het als geheel vergelijkbaar is met een lappen-deken." Vooreerst en vooral is daar dan die groote lap": het machinalistisch massa-produkt, dat ons in den laatsten tijd overstelpt door zijn serjoens-gewijs aanwervelende overvloeden van nouveauté's." Nouveatité's, ornatnenteel wel van edele allure... .een enkele maal, maar toch meest tendeerend naar het frappante, het over bluffende, dat den kooplust prikkelt en de be zadigde zuinigheid op non-actief dringt." Als wij een oogenblik denken aan die stapels, Wat zeg ik, aan die bergen, die lawines en cataracten" (ik schrijf deze beoordeeling in Zwitser land en dit is misschien de oorzaak dat ik haast nog, uit eigen hoofde, het woord avalanches" ter completeering hierbij had gevoegd: O. v. T.) van platte rollen" ??te verkoopen a zoo ??en zooveel centen de el, rollen" katoen, zijde, flanel, wol en zoovoort, dan voelen we in onze duizeling de gansche modern-HolIandsche batikkerij verbleeken en verijlen tot een quantit négligeable." Neen, hoeveel ernstiger en daardoor vaster van bedoeling en minder Cacadorus-achtig-welbespraakt, is Hana mij in zijne mooie omschrijving van de batik-techniek en haar zegen als hij zegt: Dat wezen nu is de lijn, de druppel en het rag; alle drie bij uitstek aangewezen tot vermaagschapping met lijnwaad, katoen en zijden stoffen. De tjanting, het batikinstrument waar de vloeibare was uitloopt, schrijft van nature de lijn, en nog Wel bij voorkeur de dunne lijn, die in het soeplesse zich zoo gewillig voegt naar den plooienval van de lenige stof. En het rag van de fijne aderingen, dat in zijn boeienden overvloed van artistieke toe valligheden te danken is aan 't barsten van de was, vooral in de daarmee bedekte groote plekken, dit fijne aderweefsel is vaak nog meer dan de tjanting-lijn n met den aard der versierde stof, vooral bij de zijden batik." O, Hana, veel mér zoo en minder dat ander ! Een 45-tal afbeeldingen geven een goed over zicht van hetgeen er zooal in Nederland gemaakt is. Behalve een eenzaam viertal is al het overige gekozen naar werkstukken met een geometrisch ornament! Waar blijft de onvervaarde echt Hollandsche vrijheid? Poldervaart . . . .Uit de diepte van den polder Tot het volle zomer-licht; Uit de diepte van den polder Rees voor mij dit vergezicht Toen de boot zacht kwam gevaren Door de ring vaart, breed van bocht. Wateren bewogen waren, Riet ruischend te rusten zocht: Weiden met het bont-gevlekte Vee, dat langs den hooi-oogst liep; Wolken, die dat soms bedekten; Leeuw'rik, die ten hemel riep; Klein gehucht in 't groen verloren Van 't geboomt, naar west gekromd, Langs de dijken groente en koren, Wijdheid, die al nader komt En ver, langs de vlakke schijning Van een sloot in middag-licht. Donker paard in strakke omlijning, Met den kop omhoog gericht. Zóó de diepte van den polder Als een naad'rend vergezicht; Zóó de diepte van den polder In den wind en ;t zomer-licht!.... J A N J. Z i: i, n r; N T n u i s

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl