Historisch Archief 1877-1940
No. 2530
ZATERDAG 5 DECEMBER 1925
voor
Onder Hoofdredactie van O. W. KERNKAMP
Redacteuren: H. Brugmans, Top Naeff en O. Nolst Trenité. Secretaris der Redactie: C. F. van Dam
UITGEVERS: VAN HOLKEMA ft WARENDORP
Prfl, per Juw f «^ «gg*J«J|«; J* No. 25 cent Advert.nün f 0.75 p. Regel - DIspositiekosten 20 Cent
REDACTIE EN ADMINISTRATIE i KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM
DE COALITIE HERSTELD?
Toen ik hier, drie weken geleden, over het Kamer-votum schreef,
waardoor plotseling een einde werd gemaakt aan de behandeling
der Staatsbegrooting voor 1926, stelde ik de vragen: zal nu het
geheele Kabinet aftreden? is de coalitie voor goed verbroken?
en welke combinatie zal de regeeringstaak overnemen?" en liet
daarop volgen: indien die laatste vraag moet worden gesteld, zal
het geruimen tijd duren, voordat men er een antwoord op heeft;
want het votum, dat het Kabinet-Colijn ten val bracht, biedt niet
het geringste houvast voor de vorming van een andere Regeering".
Het antwoord op de eerste vraag werd reeds spoedig gegeven: de
vier Katholieke ministers dienden aanstonds hun ontslag in; de
overige leden van het ministerie hebben kort daarna hunne porte
feuilles ter beschikking gesteld".
Maar of de coalitie voor goed verbroken werd, is nog altijd on
zeker; op dit oogenblik begint het er zelfs weer naar te lijken, dat
de zaak onder de oude firma zal worden voortgezet.
Want de poging om een parlementair Kabinet te vormen, dat
zou steunen op een andere meerderheid dan die, welke door de
rechtsche partijen werd gevormd, is mislukt. De heer Marchant
heeft bot gevangen bij de R.K. Staatspartij.
Vanwege de beginselen".
Tegen het verleenen van hare medewerking tot de formatie van
een Kabinet, steunende op de katholieke, sociaal-democratische
en vrijzinnig-democratische fracties, bestond bij de katholieke
Kamerfractie dit bezwaar o.m.": zij heeft er dus nog andere;
maar men moet aannemen, dat zij het voornaamste heeft genoemd
dat zij dan zou moeten samenwerken met de S.D.A.P., wier
diepere beginselen met de katholieke beginselen lijnrecht in
strijd zijn".
En in Duitschland dan? of in België? hebben de Katholieken
in die landen dan andere beginselen? of verschilt de sociaaldemo
cratie daar zooveel van die in Nederland?
Op die vragen geeft De Tijd al een antwoord, nog voordat zij
ergens gesteld waren.
In Duitschland, zoo betoogt dit blad, hebben de katholieken
samen moeten werken met de sociaal-democraten onder den
druk van de overwinnende geallieerden" en om het vaderland
van den ondergang te redden"; in Belgiëmoeten zij thans hetzelfde
doen om de vorming van een liberaal-socialistische, dus
antigodsdienstige regeeringscombinatie te voorkomen"; maar in ons
land bestaat zulk een noodzaak nog niet.
Men ziet het: met de beginselen" valt nog wel te praten; die
zijn niet zoo star, dat ze zich door de omstandigheden niet zouden
laten buigen; zelfs behoeven die omstandigheden niet het zware
geschut aan te voeren van druk der overwinnende geallieerden"
of redding van het vaderland"; om een voorbeeld te noemen: bij
de verkiezingen voor den Duitschen Rijksdag in Januari en Febru
ari 1907, toen de conservatieven en de liberalen tezamen den strijd
aanbonden tegen de sociaaldemocratie en het Centrum, heeft deze
laatste partij hand- en spandiensten bewezen aan die partij, wier
diepere beginselen lijnrecht in strijd zijn met de hare", nl. aan de
sociaaldemocratie.
Ook in Nederland zullen de beginselen" van de R. K. Staats
partij nog wel eens toelaten, dat zij tot de door haar zeer
ongewenscht geachte samenwerking" met de sociaaldemocratie over
gaat. De mogelijkheid daarvan is trouwens reeds door de katho
lieke Kamerfractie erkend; alleen bij uiterste noodzaak" echter
zal zij er toe besluiten; vrij vertaald, beteekent dit: zoodra de poli
tieke omstandigheden het wenschelijk, of noodig maken.
Maar op het oogenblik doen zij dat nog niet. Er schijnt nog een
kans te bestaan, dat de coalitie gekramd en gelijmd wordt.
Heeft de heer Nolens er spijt van, dat hij zelf, door zijn bekende
verklaring", de kruik gebroken heeft?
Waren zijne woorden alleen maar bedoeld om de
christelijkhistorischen nog op het laatste oogenblik tot inkeer te brengen?
Men zou het bijna gaan denken.
Als het de katholieke Kamerfractie ernst was geweest met de
verklaring, dat zij zou moeten overwegen", of zij wel steun kon
verleenen aan een Kabinet, samengesteld uit groepen, waarvan
n of meer voor de opheffing van het gezantschap bij het Vaticaan
hadden gestemd, zou zij alleen reeds op dien grond aan den heer
Marchant hare weigering hebben kunnen beteekenen om mede te
werken tot de vorming van een Kabinet, zooals hij er een tot stand
' wilde brengen.
Maar in het antwoord van de R.K. Kamerfractie wordt van dit
bezwaar zelfs geen gewag gemaakt.
Zou het bij het overwegen" gebleven zijn?
De liefde voor de coalitie is in elk geval bij haar nog niet be
koeld. In haar antwoord aan Mr. Marchant verklaarde zij immers
uitdrukkelijk, onverzwakt te handhaven hare meening, dat een
Kabinet, steunende op de drie rechtsche partijen, de meeste waar
borgen geeft voor een alzijdige behartiging van 's lands belangen".
Deze verklaring was hier overbodig. Voor de weigering van de
gevraagde medewerking kon worden volstaan met de mededeeling
dat de beginselen" het haar onmogelijk maakten, met de sociaal'
democraten in n schuitje te gaan zitten.
Nu de R.K. Kamerfractie, ondanks alles wat gebeurd is, de ge
legenheid heeft gezocht een coalitie-kabinet als het nee plus ultra
te prijzen, moet men aannemen, dat zij aan de vorming van zulk
een Kabinet nog niet wanhoopt. Anders zou het toch al te hard zijn,
de hoop op het herstel van de coalitie door zulk een verklaring aan
te wakkeren.
En waarom zouden de heeren van rechts het ook niet weer met
elkaar eens worden?
Zij worden nog immers bijeengehouden door een gemeenschap
van diepere beginselen" ; het is waar, die beginselen bieden niet de
zekerheid van gelijke meening over belangrijke vraagstukken van
practische staatkunde; maar dit heeft hen immers ook vroeger
niet weerhouden om samen te regeercn; waarom zouden zij dit
voortaan niet kunnen doen? en zijn zij daartoe eigenlijk niet ver
plicht, wanneer zij meenen deze overtuiging van de R. K.
Kamerfractie zal toch door de beide andere fracties van rechts
worden gedeeld dat alleen hun drieëenheid de meeste waar
borgen geeft voor een alzijdige behartiging van 's lands belangen?"
Wat is er ten slotte ook gebeurd? niets dan een ruzietje tusschen
de christelijk-historischen en de roomsen-katholieken. Een ruzietje,
tengevolge waarvan de alzijdige behartiging" enz. eenige weken
stil heeft gestaan, een ruzietje, dat niet op de openbare straat had
behooren te worden gebracht en beter binnenskamers ware uit
gevochten, maar dat, nu liet eenmaal is voorgevallen en aan beide
partijen de gelegenheid heeft geboden elkaar eens precies te zeggen
waar het op stond, misschien voor geruimen tijd de lucht weer
gezuiverd heeft.
Alleen maar nu het krakeel eenmaal in het openbaar heeft
plaats gehad, zal men elkaar ook een soort van publieke satisfactie
moeten geven.
Iets dient er te gebeuren, opdat de heeren Nolens en Snoeck
Henkemans de wapens kunnen opsteken en elkaar de hand reiken.
Volgens sommige bladen is er al een expediënt in de maak: het
gezantschap bij het Vaticaan zal worden gehandhaafd in een of
anderen vorm", d.w.z. in een anderen vorm, nl. in dezen vorm,
dat het eigenlijk niet gehandhaafd blijft, maar dat een van onze
gezanten, die te Madrid, of te Weenen, of te Bern, tevens geaccre
diteerd wordt bij den Paus !
Deze oplossing van de crisis lijkt zóó zot dat ze best waar
kan zijn ! Voor de versterking van het geloof in den ernst van de
mannen, die bij ons de politiek leiden, zou het geval niet bevor
derlijk zijn. Maar het zou althans de verdienste hebben, aan menig
buitenstaander een genoegelijk oogenblik te bezorgen !
KERNRAMP