Historisch Archief 1877-1940
No. 2530
PE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
II
Korngold.
Er hebben vele wonderkind-componisten be
staan. Er zijn er die wonderkind bleven, d.w.z.
vroeg stierven, of na hun kinderjaren niets meer
van zich lieten hooren en er zijn er, die onder onze
beroemde componisten vermeld staan. Van de
eerste categorie zijn vele voorbeelden, doch van
de tweede ook. De meeste van onze groote compo
nisten leverden in hun jongste jaren reeds merk
waardige prestaties. Mozart is hiervan het klassiek
geworden voorbeeld. Doch eveneens van oude
datum is de charlatannerie, die met deze wonder
kinderen bedreven Werd: Beethoven gold in zijn
jongste jaren, terwille van de reclame, steeds voor
twee jaar jonger dan hij was.
In onzen tijd doet zich al het verschijnsel voor,
dat, evenals de renpaarden, de wonderkind
componisten kunstmatig worden opgefokt", dat
belangstellende ouders niet nalaten alles wat in
hun vermogen is te doen om hun wonderkind
componist aan de openbaarheid te brengen en zijn
succes te verzekeren. Zoo is ook aan den naam van
Erich Wolfgang Korngold de naam van zijn vader
Julius onafscheidelijk verbonden geraakt. Deze
laatste is muziek-journalist. Zijn zoon heeft een
goede sauvegarde" op zijn reeds 28-jarigen
levensWeg gehad, en men moet een en ander, zooals hier
te lande, op een afstand kunnen meemaken om
duidelijk te zien, dat er verschil bestaat tusschen
het handigste en op zichzelf reeds geniale assimila
tie-vermogen en een werkelijke, oorspronkelijke
zelf-vindende scheppingskracht. Het is bijna zeker,
dat men dat daar ginds in Weenen al niet meer
ziet en toch openbaart zich deze eerste eigenschap
bij Korngold in zijn latere mannenjaren steeds
meer onloochenbaar.
Aanvankelijk, toen de jongen zijn eerste com
posities begon, was het verbluffende juist het
ongewone gemak, waarmede Korngold zijn tech
nische middelen, zijn instrumentatie en het
componeeren op zichzelf gebruiken kon voor een
overigens weinig origineele muzikale inhoud, die
hem, om zijn jeugd, natuurlijk gaarne vergeven
werd. De Schauspiel-ouverture", wanneer men
bedenkt dat zij van een 13-jarige is, is werkelijk
verrassend werk, al is er geen enkel idee" van
Korngold zelf en al schijnt R. Strauss hem gesouf
fleerd te hebben. Maar wat Wil men, nietwaar?
Eerst imitatie, die tweede menschelijk natuur, dan
oorspronkelijkheid. Zooals het dan heet: het is
nog veelbelovend. Doch de verrassing gaat tot
ergernis Worden, als men bemerkt dat de 28-jarige
niets meer te vertellen heeft, dat alles even knap,
even goochelend, maar even leeg blijft, dat men
vele, zeer vele noten hoort, doch niets wat maar
een vonk van originaliteit vermoedt. De knapheid
is een vloek geworden. Korngold bekent dit zelf,
1 zij het dan in bedekte woorden: het componeeren
valt mij moeielijker dan vroeger. In de jeugd droeg
een zeker elan van den ontdekkingsreis" door het
openliggende land der muziek het geheel onder het
componeeren, de latere jaren zijn te Wetend"
geworden en de jeugdige frischheid, die ongetwij
feld een bekoring had in zulk werk als de Schau
spiel-ouverture", is er af. Is dit jammer? Het is
noodwendig. Korngold is een cultuur-product, geen
componist met een eigen Wezen. Zijn geluidskring
Was Strauss en Mahler en ook Puccini, dus trekt
zijn assimilatie-vermogen zijn verwerkelijking"
uit de klankenwereld van Strauss en Mahler en ook
Puccini. Voor ons, die niet onder de verbazing van
zijn omgeving leven, is Korngold geen schepper,
geen bron, waaruit ideeën en vondsten opwellen,
doch slechtseen handigen levendig maker",brutaal
op zijn tijd, en geweldig over het paard getild.
Zijn interview in de Telegraaf" onlangs zijn
interviewer schilderde hem te nauwkeurig en be
wees hem daarmee zeker geen dienst laat de
zelf-ingenomenheid en opgeblazenheid zien, die
onafscheidelijk hen blijven vergezellen, die in
hun omgeving niets anders hooren dan dat zij
toch zoo iets bijzonders zijn en zoo knap. En wan
neer men dan nog de naiviteit bezit van niet zijn
eigen belachelijkheid in te zien, wanneer men hett
zoogenaamde bon not" lanceert van zich de
jongste onder de jonge componisten te noemen
(Wat men in jaren dan ook blijkt te zijn), doch in
Werkelijkheid 50 jaar ouder is.
Neen, voor den toehoorder met muzikaal onder
scheidingsvermogen is het genie van den 28-jarigen
Korngold een blague" geworden, misschien be
langrijk als bijdrage tot de menschelijke cultuur,
maar niet voor de ontwikkeling der muziek. De
uitvoering van eenige orkestwerken in de groote
zaal van het Concertgebouw, door Korngold zelf
met de onvaste drukte van zijn geheele zijn ge
dirigeerd, en van eenige kamermuziekwerken in de
KL zaal was heusch te veel om het te bewijzen.
Het concert van Korngold bracht een andere
merkwaardigheid", waarvoor men niettemin heel
wat meer eerbied kan hebben. De pianist Paul
Wittgenstein verloor in den oorlog zijn rechter
arm. Met energie heeft hij zich bekwaamd met de
linkerhand alleen en wij hoorden hem verleden
Donderdagavond in een stuk voor piano en orkest,
dat Richard Strauss speciaal voor hem heeft ge
componeerd en dat hij Parergon op de
Domesticasymphonie" noemt. Een muziekwerk van Strauss,
Waarvan men de strekking noch de opzet begrijpt
en dat men gerust een ongelukkige inval van hem
mag noemen. Het had veel meer voor de hand ge
legen dat Strauss hier, voor deze combinatie, naar
de kamermuziekstijl zijner latere Werken had ge
grepen, dan naar een soort phantasie op motieven
van de Domestica, die reeds in die schepping geheel
zijn uitgewerkt". Het Werd nu een vreemde
tegenstrijdigheid", waarbij de melodische
WalsWendingen een soort dans op radio-muziek?
verdronken in de zee van noten, die Strauss over
alles uitstort. Wittgenstein voerde niettemin met
de grootste vaardigheid en een knap gebruik van
de pedaal, waarmee hij de bas-effecten wist te
versterken, zijn vreemde pianopartij uit. Zijn
succes was geweldig en zér verdiend. Maar Strauss
gold het stormachtig applaus zeker niet.
CONSTANT VAN WESSEM
AMSTERDAMSGH
STUDENTENTOONEEL
De Vrouwe van Belmonte", een vervolg op
De Koopman van Venetië", door ST. JOHN
O. ERVINE.
Al mag misschien de vraag rijzen of wij groote
behoefte hebben aan een vervolg op Shakespeare's
meesterwerk en een tweede vraag of dilettanten
opvoeringen zeer gewenscht zijn vele beroeps
spelers zijn thans vaak dilettanten wij kunnen
anderzijds, gezien ook het menschlievende doel,
daar de baten de Vereeniging tot Verbetering van
K'eine-Kinderen Bewaarplaatsen" ten goede ko
men, niet veel kwaad van deze vertooning zeggen.
Er is ook iets vóór een dilettantenvoorstelling,
speciaal door de spes patriae", al is het dan alleen
maar om dit beschaafde deel der natie te doen
beseffen hoe moeielijk comediespclen in den grond
der zaak toch is.
Wij willen vriendelijk zijn en constateeren, dat
deze opvoering uitmuntte door distinctie en door
goeden smaak. Hetgeen niet veel Wil zeggen, maar
het is bedoeld als compliment. Eere dus den heer
Frank Luns, den volijverigen regisseur !
Het stuk? De bloedroode Shylock, die door
Bouwmeester's geweldige creatie ons als de ge
personifieerde Wraakzucht vóór oogen staat, is
in dit vervolgstuk een goedige, seniele baas, die
gelouterd is, ofschoon hij weer tot eer en aanzien is
gekomen, en hij heeft veel van zijne belangwekkend
heid verloren. De andere mannelijke dramati
personae benevens Jessica, Shylock's dochter, zijn
een verworden zoodje: Bassanio bedriegt de
schoone Portia met Jessica; Lorenzo, Jessica's man, is
een slappeling; Antonio zelf is een oude zanikkous
geworden en Shylock, die de edele rol speelt, heeft
in het bewustzijn van het een en ander, in
figuurlijken zin waarlijk meer verkregen dan een pondje
menschenvleesch Wel waard is. Verjaagd en ge
smaad door Bassanio in diens huis, ofschoon Portia
daar meesteres is en zijne beschermster, komt hij
in dat zijner dochter, waar hij 's nachts Bassanio
en zijn kind te zamen vindt. Spoedig daarna komen
Portia en Lorenzo zij koesteren argwaan en
ja, er is een man bij Jessica, Shylock alleen en niet
Bassanio komt te voorschijn uit het zijvertrek,
waar zij zich verscholen hadden. Zóó vergeldde
Shylock goed met kwaad. Hij spaart Bassanio en
wil Portia geen leed doen. En hij vertrekt weer met
zijne dochter en Lorenzo naar Venetië, van waar
hij was gekomen.
E D M o N D VISSER
SCHILDERKUNST-KRONIEK
en te verkoopen Wat hij mooi vond. Zijn goede
smaak was zijn gids; zijn verdienste dat hij zich
op die leiding verlaten kon. Daarenboven bewoog
hij zich op allerlei gebied. Een kleine laatste
tentoonstelling is het resultaat en het bewijs van
die eigenschappen. Ge vindt er Hollandsche schilde
rijen uit de 16e en 17e eeuw, Grieksche vazen,
Duitsche, Egyptische en Oostersche plastiek.
Het beste is onder de plastuk te vinden: een
marmeren Boeddha, uit de tiende eeuw dateerend
en uit Ceylon afkomstig, waarvan de voorname
rust een wijding heeft die het straffer en manne
lijker granieten beeld van een tronenden
Egyptischen koning mist; een bronzen kop, Italiaansch
Werk uit den tijd der renaissance waarbij men om
de breede naturalistische behandeling en de drama
tische expressie aan groote namen denkt; twee
oud-Duitsche reliëfs uit omstreeks 1500, het
eene met vele figuren van een vriendelijk ge
moedelijk karakter, het andere een H. Drieëenheid
ruiger van behandeling en forscher van uit
drukking. Onder de Grieksche vazen trekken er
twee met zwarte figuren op rooden grond de aan
dacht.
De tentoonstelling wordt half December ge
sloten.
H E N N u s
E. J. VAN SCHAICK
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25b" - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
TELEFOON 125
NIEUWE UITGAVEN
En waar de ster bleef stille staan Kerstmis
legende van FELIX TIMMERMANS, ten tooneel ge
bracht door den schrijver en E. Veterman. Am
sterdam, P. N. v. Kampen & Zoon.
GUIDO GEZELLE, KleengedicMjes I en II, resp.
zesde en derde druk. Amsterdam, L. J. Veen.
BERNHARD KELLERMAN, De Heiligen. Vertaling
van Alice van Nahuys, met zes houtsneden van
J. Franken Pzn. Amsterdam, N.V. Uitg. Mij.
Prometheus".
CIIARIVARIUS, De roemzuclitige bedrijven van
Ridder Don Quiwte de la Manche, met teekeningen
door J. W. Bloem.
Dit zijn de in ,,de Groene Amsterdammer" ver
schenen Ruize-Rijmen van Don Quixote, in een
bundeltje bijeengebracht. Uitgave van H. D.
Tjeenk Willink & Zoon te Haarlem.
WILHELM SCIIARRLMANN, Jezus als Jongeling.
Geautoriseerde vertaling van Mevr. H. M. Eigen
huis-van Gendt. Baarn, Hollandia-Drukkerij.
BERNARD SHAW, St. Joanne. Nederlandsche ver
taling van Eduard Verkade. Amsterdam, Scheltens
en iltay.
B. BOON?VAN DER STARP, Van Kinderen. Een
bundel schetsjes over kinderen, vroeger in het
weekblad De Vrijheid" verschenen. Arnhem,
N.V. Drukkerij en Uitgevers Mij. De Vlijt".
Gedachten uit het Werk van ANNA VAN
GOGHKAULBACII. Kalender voor 1920. Amsterdam,
L. J. Veen.
MUZIEK
PIANO'S
STRIJKINSTRUMENTEN ? SNAREN
Achter St. Pieter 4 ?
Utrecht ? Tel. 443 ?
VERHUREN ??? VLEUGELS
KUNSTHANDEL D. KOMTER.
De kunsthandel van den heer Komter verdwijnt.
Velen zullen dit als een verlies beschouwen. De
eigenaar genoot de reputatie van meer
opschoonheid dan op namen bedacht te zijn en te koopen
V.ROSSEÏTS
BESTE VARINAS
? p.hall ons pakje